ECLI:NL:RBNNE:2023:826

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 maart 2023
Publicatiedatum
7 maart 2023
Zaaknummer
18.084494.21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van oplichting en poging tot oplichting van de Rabobank met een valse hoedanigheid en misleidend businessplan

Op 7 maart 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van oplichting en poging tot oplichting van de Coöperatieve Rabobank U.A. De verdachte, geboren in 1970, heeft samen met anderen een misleidend businessplan opgesteld om een krediet van 987.000 euro te verkrijgen voor de ontwikkeling van een zogenaamd revolutionaire gasloze cv-ketel. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich heeft voorgedaan als ingenieur en uitvinder, terwijl hij in werkelijkheid bestaande warmtepompen uit China had aangeschaft en deze als eigen product presenteerde. De rechtbank concludeerde dat de verdachte door middel van listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels de Rabobank heeft misleid, wat leidde tot de afgifte van het krediet. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden. De rechtbank oordeelde dat de Rabobank niet de nodige omzichtigheid had betracht, maar dat dit de verdachte niet ontsloeg van zijn verantwoordelijkheid. De vordering van de Rabobank tot schadevergoeding werd toegewezen tot een bedrag van 987.000 euro, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Groningen
parketnummer 18.084494.21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, Noordelijke Fraudekamer, d.d. 7 maart 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1970 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van
8 februari 2023. De sluiting van het onderzoek heeft plaatsgevonden op 21 februari 2023. Verdachte is ter terechtzitting van 8 februari 2023 verschenen, bijgestaan door mr. M. Helmantel, advocaat te Sappemeer. Het openbaar ministerie is daarbij vertegenwoordigd door mr. drs. J. Hoekman.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2019 tot en met 12 juli 2020, te Peize en/of Tynaarlo en/of Groningen en/of te Amsterdam en/of Utrecht en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer andere natuurlijke persoon/personen en/of rechtspersoon/rechtspersonen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een of meer medewerkers van) de Coöperatieve Rabobank U.A.
(gevestigd te Amsterdam), heeft bewogen tot
-afgifte van (in totaal) 987.000 euro, althans 422.250 euro, in elk geval een hoeveelheid geld, en/of
-het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een overeenkomst van zakelijke financiering of kredietverlening/lening (ter hoogte van 987.000 euro) aan [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of verdachte en/of zijn medeverdachte,
immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), althans alleen, met vorenomschreven oogmerk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zakelijk weergegeven -
  • de Rabobank benaderd en/of bij die Rabobank een aanvraag gedaan voor toekenning van eenzakelijke financiering of krediet/lening, ten behoeve van het certificeren en op de markt brengen van een (zogenaamd) revolutionaire en/of unieke uitvinding en/of product, te weten een aardgasvrije/gasloze cv-ketel of elektrische warmtepomp dan wel warmwaterpomp, die (zogenaamd) een hoge watertemperatuur (ongeveer 80 graden) zou kunnen bereiken zonder hogere gemiddelde electriciteits(verbruiks)kosten (vergeleken met de kosten van benodigd gasverbruik), en/of (daarbij)
  • ten behoeve van die aanvraag en/of toekenning van dat krediet een vals/fictief, althans misleidend,‘businessplan’ opgemaakt of doen/laten opmaken en/of (doen/laten) toekomen aan die Rabobank, waarin (het naar behoren functioneren van) die uitvinding werd geclaimd en/of uitgelegd en/of dat er al sinds 2017 aan een prototype van die uitvinding was gewerkt en/of geïnvesteerd in de ontwikkeling daarvan, en/of allerlei (andere) onjuiste (technische) informatie was opgenomen die die claim zou kunnen onderbouwen, en/of (tevens) bevattende een (fictieve) uiteenzetting van de (gemaakte en/of te maken) kosten van de ontwikkeling en/of het certificeren en/of op de markt brengen van die uitvinding, en/of
waarin (ook) werd gesteld dat er contact en/of samenwerking zou zijn met een Chinees bedrijf dat betrokken zou zijn bij de (gezamenlijke verdere) ontwikkeling van die uitvinding, en/of
- een of meer andere bonafide persoon/personen met een goede reputatie in het bedrijfslevenbenaderd en/of overtuigd, althans bewogen, om zich investerend en/of ondersteunend te verbinden aan (de exploitatie van) die uitvinding en/of [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of ook (deels) en mee te schrijven aan dat businessplan, en/of (vervolgens) die persoon/personen ook in stelling gebracht en/of doen/laten optreden ten behoeve van die exploitatie en/of naar de Rabobank, hetgeen bijdroeg voor die Rabobank aan de geloofwaardigheid en/of betrouwbaarheid van verdachte(n) en/of [bedrijf
1] en/of [bedrijf 2] en/of (daarmee) ook van die aanvraag, en/of (ook)
  • die Rabobank (andere) onjuiste informatie verstrekt of doen/laten verstrekken, althans juisteinformatie onthouden, met betrekking tot de opleiding en/of werkervaring van verdachte [verdachte] en/of de testresultaten en/of het naar behoren functioneren van die uitvinding en/of de certificering en/of (door)ontwikkeling en/of het op de markt brengen van die uitvinding, en/of
  • bij die Rabobank doen/laten voorkomen dat [bedrijf 2] al een of meer klant(en)/afnemer(s) had,althans zicht had op een of meer (betalende) klant(en)/afnemer(s), en/of
  • een of meer reguliere en/of bestaande warmtepompen/ketels aangeschaft (afkomstig uit China en/ofbesteld via internet) en/of (doen/laten) voorzien van een sticker/logo van [bedrijf 2] en/of (tevens) een of meer bijbehorende Engelstalige handleidingen van een sticker/logo van [bedrijf 2] (doen/laten) voorzien, en/of (aldus) geleverd en/of getoond aan een of meer klant(en)/afnemer(s) en/of het publiek, en/of (aldus)
  • jegens (die medewerkers van) die Rabobank zich heeft voorgedaan als bonafide ondernemer(s) en/of bonafide bestuurder(s) van [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of bonafide aanvrager(s) van een zakelijke financiering of krediet/investering en/of bonafide beschikker(s) over een deugdelijk functionerende (revolutionaire en/of unieke) uitvinding, te weten een (unieke) aardgasvrije/gasloze cv-ketel of elektrische warmtepomp dan wel warmwaterpomp,
waardoor (die medewerker(s) van) die Rabobank is/zijn bewogen tot bovengenoemde afgifte en/of die dienstverlening en/of het aangaan van die schuld en/of het teniet doen van die inschuld; subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2019 tot en met 8 oktober 2019, althans van 1 juni 2019 tot en met 12 juli 2020, te Peize en/of Tynaarlo en/of Groningen en/of
Amsterdam en/of Utrecht en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer andere natuurlijke persoon/personen en/of rechtspersoon/rechtspersonen, althans alleen, een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten:
- een ‘businessplan’, althans bedrijfsplan, (in verband met een aanvraag en/of verkrijging van eenkrediet of financieringsfaciliteit voor de/het bedrijf/bedrijven [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of een of meer anderen), valselijk heeft opgemaakt of vervalst,
immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), althans alleen, dat geschrift geheel of grotendeels vals/fictief opgemaakt of doen/laten opmaken, althans valselijk op/in dat geschrift vermeld of doen/laten vermelden onjuiste informatie met betrekking tot:
-de testresultaten van een revolutionaire en/of unieke uitvinding, te weten een gasvrije/gasloze cvketel en/of elektrische warmtepomp of warmwaterpomp en/of dat er sprake zou zijn van een unieke deugdelijk functionerende uitvinding/product, en/of
-de reeds gemaakte (ontwikkel)kosten van het prototype van die uitvinding, en/of
-het bestaan van een zakelijke (productontwikkel) relatie met het bedrijf [bedrijf 3] in China, en/of
-de opleiding en/of werkervaring van verdachte [verdachte] ,
met het oogmerk om het (telkens) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken; EN/OF
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2019 tot en met 8 oktober 2019, althans van 1 juni 2019 tot en met 12 juli 2020 te Peize en/of Tynaarlo en/of Groningen en/of
Amsterdam en/of Utrecht en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer andere natuurlijke persoon/personen en/of rechtspersoon/rechtspersonen, althans alleen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals of vervalst geschrift, bestemd om te dienen tot bewijs van enig feit, als ware het echt en onvervalst, te weten:
-een ‘businessplan’, althans bedrijfsplan,
bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat dat geschrift geheel of grotendeels vals/fictief opgemaakt was, althans, op/in dat geschrift valselijk was vermeld onjuiste informatie met betrekking tot:
-de testresultaten van een revolutionaire en/of unieke uitvinding, te weten een gasvrije/gasloze cvketel en/of elektrische warmtepomp of warmwaterpomp en/of dat er sprake zou zijn van een unieke deugdelijk functionerende uitvinding/product, en/of
-de reeds gemaakte (ontwikkel)kosten van het prototype van die uitvinding, en/of -het bestaan van een zakelijke (productontwikkel)relatie met het bedrijf [bedrijf 3] in China, en/of
-de opleiding en/of werkervaring van verdachte [verdachte] , en bestaande dat gebruikmaken hierin dat verdachte dat geschrift aan (een of meer medewerkers van) het bedrijf Coöperatieve
Rabobank U.A. (gevestigd te Amsterdam), althans een bankinstelling, heeft doen/laten toekomen, in verband met een aanvraag en/of verkrijging van een krediet of financieringsfaciliteit, dan wel opzettelijk zodanig geschrift heeft afgeleverd of voorhanden gehad, terwijl verdachte wist of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat geschrift bestemd was voor zodanig gebruik;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 12 juli 2020 te Peize en/of Tynaarlo en/of Groningen en/of Amsterdam en/of Utrecht en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer andere natuurlijke persoon/personen en/of rechtspersoon/rechtspersonen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn medeverdachte(n) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels (een of meer medewerkers van) de Coöperatieve Rabobank U.A. (gevestigd te Amsterdam) en/of Rabobank Ventures, althans (een vestiging van) de Rabobank, te bewegen tot
-afgifte van twintig miljoen euro, althans een hoeveelheid geld, en/of
-het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een overeenkomst van (aanvullende) zakelijke financiering/investering of kredietverlening/lening (ter hoogte van twintig miljoen euro) aan [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of verdachte(n), valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -
  • bij die Rabobank een aanvraag gedaan voor toekenning van een (aanvullende) zakelijkefinanciering/investering of krediet/lening heeft gedaan, ten behoeve van het (verder) certificeren en/of produceren en/of op de markt brengen van een (zogenaamd) revolutionaire en/of unieke uitvinding en/of product, te weten een aardgasvrije/gasloze cv-ketel of elektrische warmtepomp dan wel warmwaterpomp (met een uniek hoog rendement), en/of
  • ( daarbij) heeft aangesloten bij en/of verwezen naar een eerder bij die Rabobank ingediend‘business-plan’ en/of het door die Rabobank aan die [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of verdachte(n) verstrekt krediet van 987.000 euro met betrekking tot kosten van (de exploitatie van) die
(zogenaamde) uitvinding en/of dat product, en/of
- een (aanvullend) vals/fictief, althans misleidend, ‘request for proposal’ of investeringsvoorstel heeftdoen/laten opstellen en/of aan die Rabobank heeft doen/laten toekomen, en/of welk request/voorstel valselijk bevatte (deels) een herhaling van de onjuiste informatie, zoals eerder vermeld in het business-plan, en betrekking hebbend op de testresultaten en/of het deugdelijk functioneren van de zogenaamde
gasvrije/gasloze cv-ketel en/of warmtepomp of warmwaterpomp, en/of het bestaan van een zakelijke relatie met het bedrijf [bedrijf 3] in China, en/of de reeds gemaakte (ontwikkel)kosten, en/of dat er sprake zou zijn van een uniek product of uitvinding, en/of
(anderszins) onjuiste informatie bevatte met betrekking tot de/het certificering van product(en) en/of het [bedrijf 2] warmtesysteem, en/of het probleemloos/deugdelijk functioneren van de/het [bedrijf 2] product(en) en/of die (zogenaamde) gasvrije/gasloze cv-ketel en/of warmtepomp of warmwaterpomp, en/of de verdere kosten van de certificering en/of productie en/of (door)ontwikkeling/exploitatie en/of het op de markt brengen van die uitvinding of dat product, en/of (daarbij)
  • een of meer andere bonafide persoon/personen met een goede reputatie in het bedrijfsleven heeftbenaderd en/of overtuigd, althans bewogen, om zich investerend en/of ondersteunend te verbinden aan (de exploitatie van) die uitvinding en/of [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] , en/of (vervolgens) die persoon/personen ook in stelling heeft gebracht en/of doen/laten optreden ten behoeve van die exploitatie en/of richting de Rabobank, hetgeen (tevens) bijdroeg/kon bijdragen voor die Rabobank aan de geloofwaardigheid en/of betrouwbaarheid van verdachte(n) en/of [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of (daarmee) ook van die aanvraag, en/of (tevens)
  • bij die Rabobank heeft doen/laten voorkomen dat [bedrijf 2] al een of meer klant(en)/afnemer(s) had, althans zicht had op een of meer (betalende) klant(en)/afnemer(s), en/of
  • een of meer reguliere en/of bestaande warmtepompen/ketels heeft aangeschaft (afkomstig uit Chinaen/of besteld via internet) en/of (doen/laten) voorzien van een sticker/logo van [bedrijf 2] en/of (tevens) een of meer bijbehorende Engelstalige handleidingen van een sticker/logo van [bedrijf 2] heeft (doen/laten) voorzien, en/of (aldus) geleverd en/of getoond aan een of meer klant(en)/afnemer(s) en/of het publiek, en/of
  • een vals of vervalst CE-certificaat (‘verification of lvd compliance’), zogenaamd vanwege het(Chinese) bedrijf [bedrijf 4] , aan die Rabobank heeft doen/laten toekomen, althans doen/laten voorkomen dat die betreffende ketel of pomp, althans dat product en/of die uitvinding, een officieel keurmerk zou hebben en/of zou voldoen aan Europese standaarden, en/of (aldus)
  • jegens (die medewerkers van) die Rabobank zich heeft voorgedaan als bonafide ondernemer en/ofbonafide bestuurder van [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of bonafide aanvrager van een zakelijke financiering of krediet/investering en/of bonafide beschikker over een deugdelijk functionerende revolutionaire en/of unieke uitvinding, te weten een aardgasvrije/gasloze cv-ketel of elektrische warmtepomp dan wel warmwaterpomp (met een uniek hoog rendement),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 12 juli 2020 te Peize en/of Tynaarlo en/of Groningen en/of Amsterdam en/of Utrecht en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer andere natuurlijke persoon/personen en/of rechtspersoon/rechtspersonen, althans alleen, een of meer geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten:
  • a) een ‘request for proposal’, althans investeringsvoorstel, en/of
  • b) een ‘verification of lvd compliance’, althans CE-(keurings)certificaat,
(telkens in verband met een aanvraag en/of verkrijging van (een uitbreiding van) een krediet of financieringsfaciliteit) voor de/het bedrijf/bedrijven [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of een of meer anderen),
valselijk heeft opgemaakt of vervalst,
immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), althans alleen, dat/die geschriften geheel of grotendeels vals/fictief opgemaakt of doen/laten opmaken, althans valselijk op/in dat/die geschrift(en) vermeld of doen/laten vermelden,
ten aanzien van het geschrift onder a):
-onjuiste informatie met betrekking tot de testresultaten van de zogenaamde gasvrije/gasloze cvketel en/of warmtepomp, en/of de opleiding en/of werkervaring van verdachte [verdachte] , en/of het bestaan van een zakelijke relatie met het bedrijf [bedrijf 3] in China, en/of de reeds gemaakte
(ontwikkel)kosten, en/of dat er sprake zou zijn van een uniek product of uitvinding, en/of
-onjuiste informatie met betrekking tot de certificering van producten en/of het [bedrijf 2] warmtesysteem, en/of het probleemloos draaien/functioneren van de/het [bedrijf 2] product(en) en/of de (zogenaamde) gasvrije/gasloze cv-ketel en/of warmtepomp, en/of ten aanzien van het geschrift onder b):
-een onjuiste benaming vermeld van merk en/of type en/of (merk/type)nummers van betreffende gasvrije/gasloze cv-ketel en/of warmtepomp, zijnde het/de (zogenaamde) product(en) van dat/die bedrijf/bedrijven [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] , en/of een onjuiste datering van dat certificaat, en/of een vals/onbevoegd logo en/of stempel en/of ondertekening van een (vertegenwoordiger van een Chinees) bedrijf [bedrijf 4] , en/of (aldus) doen voorkomen dat het certificaat origineel en/of afkomstig was van dat bedrijf,
met het oogmerk om het (telkens) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken; EN/OF
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 12 juli 2020 te Peize en/of Tynaarlo en/of Groningen en/of Amsterdam en/of Utrecht en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer andere natuurlijke persoon/personen en/of rechtspersoon/rechtspersonen, althans alleen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een of meer vals(e) of vervalst(e) geschrift(en), bestemd om te dienen tot bewijs van enig feit, als ware het echt en onvervalst, te weten:
-a) een ‘request for proposal’, althans investeringsvoorstel, en/of -b) een ‘verification of lvd compliance’, althans CE-(keurings)certificaat,
bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat:
dat/die geschriften genoemd geheel of grotendeels vals/fictief opgemaakt was/waren,
althans op/in dat/die geschrift(en) valselijk was vermeld
ten aanzien van het geschrift onder a):
-onjuiste informatie met betrekking tot de testresultaten van de zogenaamde gasvrije/gasloze cvketel en/of warmtepomp, en/of de opleiding en/of werkervaring van verdachte [verdachte] , en/of het bestaan van een zakelijke relatie met het bedrijf [bedrijf 3] in China, en/of de reeds gemaakte (ontwikkel)kosten, en/of dat er sprake zou zijn van een uniek product of uitvinding, en/of
- onjuiste informatie met betrekking tot de certificering van producten en/of het [bedrijf 2] warmtesysteem, en/of het probleemloos draaien/functioneren van de/het [bedrijf 2] product(en) en/of de (zogenaamde) gasvrije/gasloze cv-ketel en/of warmtepomp,
en/of ten aanzien van het geschrift onder b):
- een onjuiste benaming vermeld van merk en/of type en/of (merk/type)nummers van betreffendegasvrije/gasloze cv-ketel en/of warmtepomp, zijnde het/de (zogenaamde) product(en) van dat/die bedrijf/bedrijven [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] , en/of een onjuiste datering van dat certificaat, en/of een vals/onbevoegd logo en/of stempel en/of ondertekening van een (vertegenwoordiger van een Chinees) bedrijf [bedrijf 4] , en/of (aldus) doen voorkomen dat het certificaat origineel en/of afkomstig was van dat bedrijf,
en bestaande dat gebruikmaken hierin dat verdachte dat/die geschrift(en) (telkens) aan (een of meer medewerkers van) het bedrijf Rabobank, althans een bankinstelling, heeft doen/laten toekomen, in verband met een aanvraag en/of verkrijging van (een uitbreiding van) een (overeenkomst tot) financieringsfaciliteit dan wel een investering, dan wel opzettelijk zodanig(e) geschrift(en) heeft afgeleverd of voorhanden gehad, terwijl verdachte wist of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat geschrift bestemd was voor zodanig gebruik.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het medeplegen van de onder 1 primair en onder 2 primair ten laste gelegde feiten.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van alle aan hem laste gelegde feiten. Zij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte niet het oogmerk heeft gehad om de Rabobank op te lichten en dat verdachte evenmin het oogmerk heeft gehad om zichzelf te bevoordelen. De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte daadwerkelijk een uitvinding heeft gedaan, waarbij zij heeft gewezen op de inhoud van het afgegeven patent. Verdachte heeft echter niet de kans gekregen om het product verder te ontwikkelen. Het businessplan is volgens de raadsvrouw dan ook niet valselijk opgemaakt en het enkel ten onrechte voeren van de titel ingenieur (ing.) is als enige onwaarheid onvoldoende om een samenweefsel van verdichtsel aan te nemen.
Voorts heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de Rabobank als professionele partij een
onderzoeksplicht had. Deze vereiste omzichtigheid van de Rabobank had aanleiding moeten geven om een eventuele onjuiste voorstelling van zaken te onderkennen of zich daardoor niet te laten bedriegen. Door de Rabobank is te lichtzinnig overgegaan tot verlening van het krediet, waardoor het causale verband tussen de handelingen van verdachte en het verlenen van het krediet door de Rabobank ontbreekt.
Met betrekking tot de valsheid in geschrift heeft de raadsvrouw nogmaals benadrukt dat zowel het businessplan (feit 1 subsidiair) als het daarop voortbordurende Request for Proposal (feit 2 subsidiair) niet valselijk zijn opgemaakt. Het CE-certificaat is weliswaar aangepast, maar dit certificaat had niet tot doel om als bewijs te dienen. Het was slechts bedoeld om te laten zien dat het product nog in ontwikkeling was. Gelet daarop dient verdachte te worden vrijgesproken van de onder 1 subsidiair en 2 subsidiair ten laste gelegde valsheid in geschrift.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde
De rechtbank stelt ten aanzien van het ten laste gelegde, op grond van de in de voetnoten genoemde bewijsmiddelen
1, het volgende vast.
[bedrijf 2] heeft in 2019 bij de Rabobank een aanvraag gedaan voor toekenning van een krediet/lening ten behoeve van het op de markt brengen van een revolutionaire gasloze cv-ketel, die een hoge watertemperatuur zou kunnen bereiken zonder hogere gemiddelde verbruikskosten.
2Verdachte en medeverdachte [medeverdachte] waren op dat moment directeur, bestuurder en groot aandeelhouder van [bedrijf 2]
3
Als basis voor de financieringsaanvraag is door [bedrijf 2] een businessplan opgemaakt en naar de Rabobank gestuurd. Zowel door [naam 1]
4, [naam 2]
5en verdachte
6is verklaard dat het businessplan door hen is opgesteld, allen vanuit hun eigen expertise. De (technische) gegevens van het product zijn aangeleverd door verdachte en de financieel inhoudelijke gegevens werden door [naam 2] aangeleverd. [naam 1] had ervaring met het maken van een businessplan vanuit zijn rol als leidinggevende bij [bedrijf 12] en had kennis van de markt.
7[naam 3] heeft verklaard dat hij, als vertegenwoordiger van de Rabobank, het businessplan per e-mail heeft ontvangen van verdachte.
8
In het businessplan is het naar behoren functioneren van de gasloze cv-ketel geclaimd en staat vermeld dat door verdachte sinds 2017 aan een prototype van zijn uitvinding is gewerkt en dat er is geïnvesteerd in de ontwikkeling daarvan. De ontwikkelingen en bijbehorende testen van prototypes hebben volgens de inhoud van het businessplan geleid tot de conclusie dat een werkbaar product op korte termijn in de markt gezet kan worden en dat het product klaar is voor productie.
9
Overzicht van investeringen en gemaakte kosten
In het businessplan is ook een overzicht gegeven van ‘gedane investeringen ‘in- en out-of-pocket kosten’ in de periode 2016 tot midden september 2019. Deze kosten bestaan uit facilitaire kosten, reis- en verblijfkosten, ontwikkelingskosten, bouwkosten en overige kosten tot een totaalbedrag van € 1.789.849,00.
10Door [naam 2] is verklaard dat dit overzicht door hem is opgemaakt, maar dat de inhoud niet conform de werkelijkheid is en geen overzicht geeft van de daadwerkelijk gedane investeringen.
11Ook door verdachte is ter terechtzitting bevestigd dat er in de genoemde periode geen investeringen zijn gedaan ter grootte van het genoemde bedrag en dat het businessplan in die zin misleidend is.
12
Samenwerkingsverband met China
Het businessplan vermeldt ook dat voor de productie van de hardware een partner is gevonden in China. Na een aantal bezoeken aan dit bedrijf is volgens het businessplan gezamenlijk de eerste cvketel gebouwd en ontwikkeld, waarna in 2018 het patent is aangevraagd.
13
Door een medewerker van [bedrijf 3] (hierna: [bedrijf 3] ) is verklaard dat [bedrijf 2] en/of verdachte en/of [bedrijf 2] geen ontwikkelpartner van dit bedrijf is. Uit de e-mailconversatie die door de compliance officer van de Rabobank met dit bedrijf is gevoerd komt naar voren dat verdachte, of andere medewerkers van [bedrijf 2] , het bedrijf [bedrijf 3] nooit hebben bezocht, en dat er geen sprake is geweest van een samenwerkingsverband tussen [bedrijf 3] enerzijds en [bedrijf 2] en/of verdachte anderzijds dat ziet op de productie en ontwikkeling van een hoge temperatuur warmtepomp. Verdachte heeft bij dit bedrijf wel in totaal 20 warmtepompen besteld. Aan de hand van getoonde foto’s van [bedrijf 2] producten, wordt door de medewerker van [bedrijf 3] aangegeven dat dit allemaal producten van [bedrijf 3] betreffen waarop, zonder toestemming van [bedrijf 3] , het logo van [bedrijf 2] is geplaatst.
14
[naam 4] , mede-eigenaar van installatiebedrijf [bedrijf 5] , heeft verklaard dat hij twee buitenunits heeft ontvangen die door [bedrijf 2] aan zijn bedrijf waren geleverd. Door technici van [bedrijf 5] is onderzoek gedaan naar die twee buitenunits en daaruit bleek dat er geen aanpassingen waren gedaan aan deze warmtepompen en dat deze rechtstreeks besteld konden worden via webwinkel Alibaba. Vanuit de expertise van [bedrijf 5] konden experts stellen dat de aan hun geleverde warmtepomp geen vernieuwende technologie bevat.
15
Testresultaten
Met betrekking tot de testresultaten staat in het businessplan vermeld dat er testen zijn gedaan bij [bedrijf 6] met een prototype systeem van [bedrijf 2] die nog niet helemaal juist was afgesteld tijdens de installatie in het testcentrum. Desondanks zijn er uitstekende COP waarden verkregen. Ook wordt geclaimd dat het [bedrijf 2] -systeem (de gasloze cv-ketel) tijdens de eerste testen betere COP waarden haalt en efficiënter in gebruik is dan andere warmtepompsystemen, ook bij lage buitentemperaturen.
16
Door de politie is [naam 5] , medewerker van [bedrijf 6] , gehoord als getuige. Hij heeft verklaard dat meerdere testen hebben plaatsgevonden van het [bedrijf 2] -systeem. De opstelling is door verdachte zelf aangesloten op de testlocatie. Met betrekking tot de testresultaten heeft [naam 5] verklaard dat deze zwaar beneden peil waren. Zo heeft hij verklaard: “
Het kleine systeem is door ons getest. Er werd geclaimd dat het systeem zou verwarmen tot 85 graden. Bij het testen kwamen we echter niet hoger dan 45 tot 50 graden. Het apparaat maakte een pokke herrie. Het rendement was slechter dan een gemiddelde warmtepomp. Het apparaat voldeed niet aan de verwachtingen”. Er zijn meerdere testen gedaan waarbij een aantal aanpassingen waren aangebracht aan de testopstelling, maar de installatie voldeed nog steeds niet aan het benodigde resultaat, aldus [naam 5] . Volgens [naam 5] zat het systeem onder het kantelpunt voor het omschakelen op elektriciteit in plaats van gas. De door verdachte omschreven techniek waarbij gas twee keer door de compressor gevoerd zou worden en daardoor een hoog rendement zou opleveren is door [naam 5] als ‘ondenkbaar’ omschreven. Met het verbeteren van de besturing zou volgens hem nog maximaal een rendement van 10% extra kunnen worden behaald.
17Wanneer aan [naam 5] de testresultaten zoals die door [bedrijf 2] zijn gepresenteerd worden getoond, concludeert hij dat de genoemde COP-getallen en temperaturen niet in de meetresultaten van [bedrijf 6] te vinden zijn.
18
Bij [stichting] , in een woning in Hoogezand, is door [bedrijf 2] ook een warmtepomp/gasloze cv-ketel geplaatst. Door [naam 6] is namens [stichting] verklaard dat deze warmtepomp niet goed werkte. De warmtepomp verbruikte volgens haar teveel stroom, maakte teveel lawaai en gaf geen warmte.
19
Octrooi/patent
In het businessplan staat vermeld dat sprake is van een gepatenteerde uitvinding.
20Het dossier bevat ook het aan [bedrijf 7] op 29 mei 2020 verleende octrooi, waarbij vermeld staat dat verdachte de uitvinder is van dit product.
21[naam 7] , die als octrooigemachtigde een Europese octrooiaanvraag heeft verricht voor [bedrijf 7] , is door de politie gehoord als getuige over de octrooiaanvragen. Hij heeft daarbij verklaard dat bij een octrooiaanvraag uitsluitend de ingediende schriftelijke aanvraag wordt getoetst en of de uitvinding waarvoor octrooi wordt aangevraagd voldoet aan de eisen van nieuwheid, inventiviteit en industriële toepasbaarheid ten opzichte van reeds geregistreerde octrooien in Nederland en dat een octrooiaanvraag nooit werkelijk wordt getest of beoordeeld. Er heeft derhalve geen controle van een proefopstelling plaatsgevonden en alleen op grond van de octrooiaanvraag kan niet de werking van de uitvindingen worden beoordeeld.
22
Verdachte heeft een bestaande warmtepomp gekocht in China. Deze in China gekochte warmtepompen zijn volgens medeverdachte [medeverdachte] rechtstreeks op het gebouw van [naam school] geplaatst zonder dat daar aanpassingen aan waren verricht. Wel zijn er door [medeverdachte] op verzoek van verdachte stickers van [bedrijf 2] over de originele stickers geplakt op zowel de geplaatste warmtepompen als de handleidingen. Aldus zijn de warmtepompen aan het publiek gepresenteerd als waren het producten geproduceerd door [bedrijf 2]
23
Groep van betrokkenen
Meerdere personen hebben zich verbonden aan het project van [bedrijf 2] Zo hebben [naam 1] (voormalig CEO [bedrijf 12]) en [naam 2] (voormalig Rabobank medewerker en controller) meegeschreven aan het businessplan. Ook onder meer [naam 8]
24(voormalig advocaat en partner [advocatenkantoor] ), [naam 9]
25(voormalig manager bij [bedrijf 8] ), [naam 10]
26(vastgoedspecialist) en [naam 11]
27( [bedrijf 9] ) hebben in meer of mindere mate een actieve rol gehad binnen het project van [bedrijf 2] Door [naam 3] is in zijn verhoor aangegeven dat het feit dat voornoemde personen bij het project betrokken waren de Rabobank vertrouwen heeft gegeven.
28
Hoedanigheid verdachte
Verdachte heeft de titel ingenieur (ing.) gevoerd in onder meer het businessplan.
29Ter terechtzitting van 8 februari 2023 heeft verdachte verklaard dat hij deze titel ten onrechte heeft gevoerd. Daarnaast heeft verdachte tegenover meerdere mensen verklaringen afgelegd over zijn arbeidsverleden. Zo heeft hij tegenover [medeverdachte]
30, [naam 2]
31, [naam 12]
32, [naam 9]
33, [naam 13]
34en [naam 8]
35verklaard dat hij als directielid bij [bedrijf 10] of een onderaannemer van [bedrijf 10] heeft gewerkt en dat hij betrokken is geweest bij de bouw van de skihal in Dubai.
Door [naam 1] is verklaard dat hij zelf bij [bedrijf 10] heeft gewerkt en dat hij verdachte daar nooit is tegengekomen. Hij heeft ook verklaard onderzoek te hebben gedaan naar de rol van verdachte binnen [bedrijf 10] , maar hij heeft daar geen informatie over kunnen vinden.
36In het gesprek met de Rabobank op 2 juni 2020 heeft verdachte aangegeven dat hij als onderaannemer bij [bedrijf 10] heeft gewerkt van 1990 tot 2007 of 2010. Vanwege een non disclosure agreement kan hij daar verder geen mededelingen over doen.
37Uit het overzicht van het detentieloket van de Justitiële Informatiedienst volgt dat verdachte in de genoemde periode meerdere keren voor een langere periode gedetineerd is geweest.
38Verdachte heeft verklaard dat hij zijn werkzaamheden voor de onderaannemer van [bedrijf 10] vanuit de gevangenis heeft kunnen doen.
39De stelling dat verdachte betrokken is geweest bij de bouw van de skihal in Dubai heeft verdachte niet nader onderbouwd.
Bewogen tot afgifte van geld
Op 12 juli 2020 heeft de Rabobank aangifte gedaan van valsheid in geschrift, (poging) oplichting en witwassen tegen [bedrijf 1] , [bedrijf 2] en haar bestuurders, te weten verdachte en medeverdachte [medeverdachte] . In de aangifte stelt de Rabobank onder valse voorwendselen te zijn bewogen tot afgifte van een kredietovereenkomst ter hoogte van
€ 987.000,00 aan [bedrijf 2]
40De overeenkomst zakelijke financiering (kredietovereenkomst) is op 4 oktober 2019 ondertekend door verdachte, medeverdachte [medeverdachte] en [naam 3] namens de Rabobank.
41Het zakelijk krediet is verstrekt op 8 oktober 2019.
42
Door [naam 3] , destijds accountmanager bij de afdeling ‘groot zakelijk B’ van de Rabobank, is verklaard dat hij namens Rabobank de bevoegdheid had om deze kredietovereenkomst aan te gaan met [bedrijf 2] Hij heeft verklaard dat hij tot verstrekking van het krediet is overgegaan op basis van de inhoud van het businessplan. In het businessplan stond vermeld dat de kasstroom snel op gang zou komen, waardoor het vertrouwen bestond dat het krediet snel terugbetaald zou worden. Ook verklaarde [naam 3] dat hij vertrouwen had in de gasloze cv-ketel door de personen die betrokken waren bij [bedrijf 2] , de getoonde testopstelling en het afgegeven patent. Het businessplan, met daarin de profijtelijke businesscase, heeft hij echter als doorslaggevend document beschouwd voor de verstrekking van de financiering.
43
Gebruik van het ontvangen krediet
Uit de rekeningmutaties blijkt dat in de periode 8 oktober 2019 tot en met 24 februari 2020 een bedrag van in totaal € 422.250,00
44is overgeboekt naar de persoonlijke holdings van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] . Medeverdachte [medeverdachte] heeft hierover verklaard dat het hierbij ging om een lening van € 75.000,00 en betalingen van ‘management fees’, deels met terugwerkende kracht.
45Door de Rabobank zijn vragen gesteld over de bestedingen die vanaf de bankrekening van de persoonlijke holding van verdachte zijn gedaan. Uit de beantwoording van die vragen blijkt dat verdachte dit geld onder andere heeft uitgegeven aan de aankoop, het opknappen/verbouwen en de inrichting van een recreatiewoning in Tynaarlo. Ook heeft hij dit geld besteed aan een fiets, auto, kleding/accessoires, gereedschap en (zakelijke) reizen.
46Door getuige [naam 10] is verklaar dat verdachte na het verstrekken van het krediet door de Rabobank onder andere een Breitling horloge, auto’s, een boot en een gouden hanger heeft gekocht.
47Ook getuige [naam 14] heeft verklaard dat verdachte gelijk nieuwe auto’s, een nieuw pak en nieuwe schoenen kocht. Dit terwijl het geld bedoeld was als investering voor hun uitvinding.
48
Juridisch kader
De rechtbank stelt voorop dat voor een veroordeling ter zake van oplichting is vereist dat de verdachte bij een ander door een specifieke, voldoende ernstige vorm van bedrieglijk handelen een onjuiste voorstelling in het leven heeft willen roepen teneinde daarvan misbruik te maken.
Daartoe moet de verdachte een of meer van de in artikel 326, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) bedoelde oplichtingsmiddelen hebben gebruikt, door welk gebruik die ander is bewogen tot de afgifte van een goed, het verlenen van een dienst, het beschikbaar stellen van gegevens, het aangaan van een schuld of het tenietdoen van een inschuld.
Het antwoord op de vraag of in een concreet geval het slachtoffer door een oplichtingsmiddel dat door de verdachte is gebezigd, is bewogen tot de in artikel 326 lid 1 Sr bedoelde handeling, is in sterke mate afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In meer algemene zin kunnen tot die omstandigheden behoren enerzijds de mate waarin de in het algemeen in het maatschappelijk verkeer vereiste omzichtigheid het beoogde slachtoffer aanleiding had moeten geven die onjuiste voorstelling van zaken te onderkennen of zich daardoor niet te laten bedriegen, en anderzijds de persoonlijkheid van het slachtoffer, waarbij onder meer de leeftijd en de verstandelijke vermogens van het slachtoffer een rol kunnen spelen.
Overwegingen rechtbank
Verdachte heeft een valse hoedanigheid aangenomen door zich in woord en geschrift voor te doen als uitvinder en ingenieur (ing.). Van een daadwerkelijke uitvinding is geen sprake geweest, aangezien verdachte slechts bestaande warmtepompen uit China heeft aangeschaft via webwinkel Alibaba. Ook heeft hij verklaard dat hij voor een onderaannemer van [bedrijf 10] heeft gewerkt en dat hij betrokken is geweest van de skihal in Dubai. Verdachte heeft alleen erkend dat hij ten onrechte de titel ingenieur heeft gevoerd, maar de rechtbank concludeert dat ook voor het overige zijn verhaal over zijn arbeidsverleden niet op waarheid berust. De verklaring van verdachte dat hij vanuit detentie zijn werkzaamheden voor (een onderaannemer van) [bedrijf 10] heeft kunnen uitvoeren waarbij hij leiding gaf aan een groot aantal medewerkers is op geen enkele manier door verdachte aannemelijk gemaakt en naar het oordeel van de rechtbank ook zeer onwaarschijnlijk. De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat hij daadwerkelijk werkzaamheden heeft verricht voor een onderaannemer van [bedrijf 10] dan wel dat hij werkzaamheden heeft verricht voor de skihal in Dubai niet geloofwaardig, terwijl verdachte door het inroepen van deze onjuiste voorstelling van zaken wel vertrouwen heeft gewekt bij de Rabobank dat zij te maken hadden met een bonafide ervaren ondernemer en uitvinder met als doel daarvan misbruik te maken. Aan dit vertrouwen heeft tevens bijgedragen dat verdachte een groep van personen met een goede reputatie in het bedrijfsleven heeft bewogen om zich te verbinden aan de exploitatie van de gasloze cv-ketel en mee te schrijven aan het businessplan.
Naast een valse hoedanigheid heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank ook gebruik gemaakt van listige kunstgrepen door ten behoeve van de financieringsaanvraag een misleidend businessplan op te (laten) maken en aan de Rabobank toe te sturen. In dit businessplan is bovendien sprake geweest van een samenweefsel van verdichtsels, nu daarin meerdere leugens staan. Zo heeft verdachte ten onrechte aangevoerd dat sprake is geweest van een samenwerking met een Chinees bedrijf. Er is echter komen vast te staan dat van een dergelijke samenwerking in het geheel geen sprake is geweest. Verdachte heeft enkel via webwinkel Alibaba bestaande warmtepompen in China gekocht die hij zonder aanpassingen als eigen product heeft gepresenteerd aan (potentiële) klanten. Dat verdachte in China is geweest in verband met de ontwikkeling van de gasloze cv-ketel en daarvoor reis- en verblijfskosten heeft gemaakt, zoals staat vermeld in het businessplan, is dan ook in strijd met de waarheid.
Bovendien is in het businessplan een overzicht gegeven van overige gedane investeringen in de periode 2016 tot september 2019, terwijl ook deze investeringen feitelijk niet zijn gedaan. Verdachte heeft ook erkend dat het businessplan in zoverre misleidend is geweest.
Voorts is in het businessplan geclaimd dat de gasloze cv-ketel naar behoren functioneert en dat deze klaar zou zijn voor productie. Op basis van de hiervoor weergegeven verklaringen kan naar het oordeel van de rechtbank echter worden vastgesteld dat de gasloze cv-ketel nooit heeft gefunctioneerd zoals door verdachte werd voorgesteld. Zo was het energieverbruik veel te hoog, maakte de gasloze cv-ketel veel lawaai en werd ook niet altijd de beloofde warmte gehaald.
De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat van een revolutionaire uitvinding van een gasloze cvketel in het geheel geen sprake is geweest. Dat op een later moment een octrooi is afgegeven doet daar naar het oordeel van de rechtbank niet aan af, nu uit de verklaring van de octrooigemachtigde blijkt dat bij het verlenen van een octrooi niet gekeken wordt naar de daadwerkelijke werking van een product, maar slechts naar de nieuwheid, inventiviteit en industriële toepasbaarheid ten opzichte van reeds geregistreerde octrooien.
Het opstellen van het businessplan met alle onjuiste informatie had naar het oordeel van de rechtbank dan ook enkel tot doel om financiering te verkrijgen van de Rabobank en de aldus verkregen financiering deels zelf toe te eigenen. Wanneer in het businessplan de juiste informatie was opgenomen, was de Rabobank naar het oordeel van der rechtbank nooit tot afgifte van het financieringskrediet overgegaan.
Op grond van de hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de verdachte door een samenweefsel van verdichtsels, listige kunstgrepen en het aannemen van een valse hoedanigheid bij de Rabobank een onjuiste voorstelling van zaken in het leven heeft geroepen waardoor deze is bewogen tot de afgifte van een krediet ter hoogte van € 987.000,00.
Causaal verband
Door de verdediging is aangevoerd dat de Rabobank als professionele partij een onderzoeksplicht had en dat deze vereiste omzichtigheid aanleiding had moeten geven om een eventuele onjuiste voorstelling van zaken te onderkennen of zich daardoor niet te laten bedriegen. De rechtbank constateert dat de Rabobank op verschillende momenten controles heeft uitgevoerd naar de personen die betrokken zijn geweest bij [bedrijf 2] en naar de gepresenteerde businesscase in het businessplan. Wellicht hadden grondige controles en gedegen onderzoek de Rabobank tot de conclusie kunnen brengen dat zij werd misleid en had zij de onjuiste voorstelling dus kúnnen doorzien. Dat betekent echter ook niet dat de Rabobank deze onjuiste voorstelling van zaken ook had móeten doorzien. De oplichting heeft op een geraffineerde wijze heeft plaatsgevonden, waarbij bijvoorbeeld ook derden met een respectabel arbeidsverleden daarin werden meegetrokken, hetgeen bij de Rabobank ook vertrouwen heeft gewekt. Ook zijn daadwerkelijk pompen geleverd en gepresenteerd en is over de werking daarvan aan de Rabobank een leugen voorgehouden. Concrete aanknopingspunten om te twijfelen aan de inhoud van het businessplan waren er voor de Rabobank niet. De onderzoeksplicht van de Rabobank reikt dus niet zo ver dat zij in dit geval de onjuiste voorstelling van zaken had moeten doorzien. Het verweer slaagt niet.
Medeplegen
De betrokkenheid bij een strafbaar feit kan als medeplegen worden bewezenverklaard indien bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
De rechtbank oordeelt dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de rechtspersoon [bedrijf 2] bij de oplichting, die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen met deze rechtspersoon bewezen.
De rechtbank acht niet bewezen dat anderen als medepleger betrokken zijn geweest bij de oplichting, ook niet medeverdachte- en bestuurder [medeverdachte] . In zijn geval kan niet worden vastgesteld dat hij wist dat er aan de Rabobank onjuistheden werden gepresenteerd.
Conclusie
De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde medeplegen van oplichting.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
Op 27 februari 2020 is door verdachte namens [bedrijf 2] een Request for Proposal ingediend bij de Rabobank. Deze Request for Proposal had tot doel een vervolgfinanciering van € 20.000.000,00 te realiseren. Hierin is aangegeven dat het [bedrijf 2] warmtesysteem ongeveer twee jaar zonder problemen draait en dat bij testen hoge watertemperaturen worden gehaald (tot 80 graden) bij buitentemperaturen van -25 graden. De Research and Development-afdeling wordt daarnaast omschreven als de belangrijkste afdeling van de onderneming en herhaald wordt dat [bedrijf 2] een productie- en ontwikkelpartner in China heeft.
49
Naar aanleiding van het Request for Proposal zijn aanvullende vragen gesteld door de Rabobank aan verdachte, onder andere met betrekking tot de certificering van de gasloze cv-ketel.
50Op 18 maart 2020 heeft verdachte vervolgens per e-mail een CE-certificaat aan de Rabobank overgelegd.
51Onderzoek CE-certificaat
Veel industriële productgroepen mogen uitsluitend worden verhandeld in de Europese Economische Ruimte (EER) als ze CE-markering hebben. CE-markering geeft aan dat het product voldoet aan wettelijke eisen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu. Om de echtheid van het document te onderzoeken dat door verdachte aan Rabobank is verstrekt, zijn door de politie gegevens gevorderd van [bedrijf 11] . Op 1 september 2020 liet [bedrijf 11] per e-mail het volgende weten:
“In navolging van de onderstaande e-mails zenden wij u bijgaand een kopie van het originele [bedrijf 4] document 'Verification of LVD Compliance' (…) die wij van onze collega's van [bedrijf 4] ( [bedrijf 4] ) hebben ontvangen. Onze collega's van [bedrijf 4] hebben aan ons bevestigd dat het document dat u ons per e-mail
d.d. 30 juli jongstleden toezond absoluut niet afkomstig is van [bedrijf 4] ; het document in kwestie betreft aldus een vervalst document.”52
Door [naam 13] is verklaard dat hij in opdracht van verdachte het betreffende CE-certificaat op zodanige wijze heeft aangepast, dat het lijkt alsof [bedrijf 2] samen met het Chinese bedrijf [bedrijf 3] de betreffende warmtepompen heeft ontwikkeld en geproduceerd en dat voor warmtepompen van [bedrijf 2] CE-certificaten zijn verstrekt. De oorspronkelijke CE-certificaten waren echter verstrekt op naam van het Chinese bedrijf en de door hun ontwikkelde warmtepompen.
53[naam 9] heeft bevestigd dat [naam 13] op verzoek van verdachte het CE-certificaat heeft moeten aanpassen en dat dit CEcertificaat alleen bestemd was voor presentatiedoeleinden.
54Verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat hij opdracht heeft gegeven tot het aanpassen van het CE-certificaat.
Vanwege twijfels bij de Rabobank over de besteding van het reeds verleende zakelijke krediet van € 987.000,00 is nader onderzoek gedaan door de afdeling compliance van de Rabobank. Dit onderzoek heeft in maart 2020 plaatsgevonden, waarbij ook nader onderzoek is gedaan naar de integriteit van verdachte. Nadat bleek dat het eerder verleende krediet grotendeels was besteed aan privé gerelateerde zaken en niet in de ontwikkeling van het product en verdachte weigerde antwoord te geven op vragen over zijn werkzame verleden en opleidingen is op 30 maart 2020 door Rabobank het vertrouwen in [bedrijf 2] en verdachte opgezegd en is het Request for Proposal niet verder in behandeling genomen.
55
Overweging rechtbank
De rechtbank constateert dat het Request for Proposal voortborduurt op de inhoud van het businessplan. Zoals hiervoor reeds is overwogen is in het businessplan sprake geweest van onjuiste informatie met betrekking tot de testresultaten, het deugdelijk functioneren van de gasloze cv-ketel en de gemaakte en nog te maken kosten met betrekking tot de certificering, productie en het ontwikkelen van het product zodat de gestelde uitvinding op de markt kon worden gebracht. Ook de overige factoren zoals hiervoor besproken zijn van toepassing op het verzoek tot vervolgfinanciering, zoals het feit dat meerdere personen met een goede reputatie in het bedrijfsleven zich aan [bedrijf 2] hebben verbonden.
Bij het indienen van het Request for Proposal heeft verdachte daarnaast gebruik gemaakt van een vervalst CE-certificaat. Nadat door de Rabobank vragen waren gesteld omtrent de certificering van de producten van [bedrijf 2] is dit vervalste certificaat door verdachte toegezonden. Verdachte heeft daarmee doen willen geloven dat de CE-certificering reeds was geregeld, terwijl hier in feite helemaal geen sprake van is geweest. Uit niets blijkt dat verdachte enig voorbehoud heeft gemaakt bij het toezenden van het vervalste CE-certificaat aan de Rabobank. Verdachte heeft naar het oordeel van de rechtbank dit CE-certificaat dan ook willen gebruiken als ware dit echt en onvervalst. Op basis van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen kan voorts worden vastgesteld dat verdachte opdracht heeft gegeven tot het vervalsen van het CE-certificaat.
De financiering is uiteindelijk niet doorgegaan omdat de Rabobank na nader onderzoek het vertrouwen in [bedrijf 2] en verdachte heeft opgezegd. De reden hiervoor was onder meer gelegen in de wijze waarop het reeds verleende krediet was besteed. Gebleken was dat dit geld voor een overgroot deel niet is gebruikt voor de ontwikkeling van de gasloze cv-ketel. Het feit dat de Rabobank het vertrouwen heeft opgezegd in [bedrijf 2] en verdachte is een omstandigheid onafhankelijk van de wil van verdachte. Verdachte heeft geprobeerd op basis van een onjuiste voorstelling van zaken een vervolgfinanciering te krijgen, waardoor de rechtbank van oordeel is dat sprake is geweest van een poging tot oplichting van de Rabobank.
Zoals reeds overwogen bij het primair ten laste gelegde, is de rechtbank van oordeel dat ook hier sprake is van medeplegen samen met de rechtspersoon [bedrijf 2]
De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het onder 2 primair ten laste gelegde, zoals hierna opgenomen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1 primair en onder 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 juni 2019 tot en met 8 oktober 2019 in Nederland, tezamen en in vereniging met een rechtspersoon, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels de Coöperatieve Rabobank U.A. (gevestigd te Amsterdam), heeft bewogen tot
-afgifte van 987.000 euro, en
-het aangaan van een schuld, te weten een overeenkomst van kredietverlening ter hoogte van 987.000 euro aan [bedrijf 1] en [bedrijf 2] ,
immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte, met vorenomschreven oogmerk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -
  • bij die Rabobank een aanvraag gedaan voor toekenning van een krediet/lening, ten behoeve vanhet op de markt brengen van een zogenaamd revolutionaire en/of unieke uitvinding en/of product, te weten een gasloze cv-ketel, die een hoge watertemperatuur zou kunnen bereiken zonder hogere gemiddelde electriciteitskosten, en daarbij
  • ten behoeve van die aanvraag van dat krediet een misleidend ‘businessplan’ opgemaakt en latentoekomen aan die Rabobank, waarin het naar behoren functioneren van die uitvinding werd geclaimd en uitgelegd en dat er al sinds 2017 aan een prototype van die uitvinding was gewerkt en geïnvesteerd in de ontwikkeling daarvan, en allerlei andere onjuiste technische informatie was opgenomen die die claim zou kunnen onderbouwen, en bevattende een fictieve uiteenzetting van de gemaakte en/of te maken kosten van de ontwikkeling en/of het certificeren en/of op de markt brengen van die uitvinding, en waarin werd gesteld dat er samenwerking zou zijn met een Chinees bedrijf dat betrokken zou zijn bij de gezamenlijke verdere ontwikkeling van die uitvinding, en
  • een of meer andere personen met een goede reputatie in het bedrijfsleven heeft bewogen om zichte verbinden aan de exploitatie van die uitvinding en/of [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en ook deels mee te schrijven aan dat businessplan, en/of die personen ook in stelling gebracht en/of doen/laten optreden ten behoeve van die exploitatie en/of naar de Rabobank, en
  • die Rabobank onjuiste informatie verstrekt met betrekking tot de opleiding en werkervaring vanverdachte [verdachte] en de testresultaten van die uitvinding, en
  • jegens die Rabobank zich voorgedaan als bonafide ondernemer en bonafide aanvrager van eenzakelijk krediet,
waardoor die Rabobank is bewogen tot bovengenoemde afgifte en het aangaan van die schuld;
2.
hij in de periode van 1 januari 2020 tot en met 12 juli 2020 in Nederland, tezamen en in vereniging met een rechtspersoon,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn medeverdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels de Coöperatieve Rabobank U.A. (gevestigd te Amsterdam) en/of Rabobank Ventures, te bewegen tot
-afgifte van twintig miljoen euro, althans een hoeveelheid geld, en
-het aangaan van een schuld, te weten een overeenkomst van (aanvullende) zakelijke financiering/investering of kredietverlening/lening ter hoogte van twintig miljoen euro aan [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] , immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte, met vorenomschreven oogmerk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zakelijk weergegeven -
  • bij die Rabobank een aanvraag gedaan voor toekenning van een aanvullend zakelijk krediet heeftgedaan, ten behoeve van het (verder) certificeren en/of produceren en/of op de markt brengen van een (zogenaamd) revolutionaire en/of unieke uitvinding en/of product, te weten een gasloze cv-ketel met een uniek hoog rendement, en
  • daarbij heeft aangesloten bij en verwezen naar een eerder bij die Rabobank ingediend ‘businessplan’ en het door die Rabobank aan die [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] verstrekt krediet van 987.000 euro met betrekking tot kosten van de exploitatie van die zogenaamde uitvinding en/of dat product, en
  • een misleidend ‘request for proposal’ of investeringsvoorstel heeft laten opstellen en aan dieRabobank heeft laten toekomen, welk request valselijk bevatte een herhaling van de onjuiste informatie, zoals eerder vermeld in het business-plan, en betrekking hebbend op de testresultaten en het deugdelijk functioneren van de gasloze cv-ketel, en het bestaan van een zakelijke relatie met het bedrijf [bedrijf 3] in China, en de reeds gemaakte (ontwikkel)kosten, en dat er sprake zou zijn van een uniek product of uitvinding, en/of (anderszins) onjuiste informatie bevatte met betrekking tot de certificering van het [bedrijf 2] warmtesysteem en het probleemloos functioneren van de [bedrijf 2] gasloze cv-ketel, en/of de verdere kosten van de certificering en/of productie en/of ontwikkeling/exploitatie en/of het op de markt brengen van die uitvinding of dat product, en
  • een of meer andere personen met een goede reputatie in het bedrijfsleven heeft bewogen om zichte verbinden aan de exploitatie van die uitvinding en/of [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] , en/of die personen ook in stelling gebracht en/of doen/laten optreden ten behoeve van die exploitatie en/of naar de Rabobank, en
  • bestaande ketels heeft aangeschaft afkomstig uit China en besteld via internet en/of laten voorzienvan een sticker/logo van [bedrijf 2] en tevens bijbehorende handleidingen van een sticker/logo van [bedrijf 2] heeft laten voorzien, en aldus geleverd en getoond aan klanten/afnemers en/of het publiek, en
  • een vals of vervalst CE-certificaat (‘verification of lvd compliance’), zogenaamd vanwege het(Chinese) bedrijf [bedrijf 4] , aan die Rabobank heeft doen toekomen, en aldus
  • jegens die Rabobank zich voorgedaan als bonafide ondernemer en bonafide aanvrager van eenzakelijk krediet,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

medeplegen van oplichting;
poging tot medeplegen van oplichting.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1 primair en feit 2 primair wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht. De officier van justitie heeft de maximale straf tot uitgangspunt genomen, maar in zijn eis rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn door een korting toe te passen van 5%.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft - mocht de rechtbank komen tot een bewezenverklaring - gepleit voor oplegging van de maximale werkstraf voor beide feiten en oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de periode die verdachte in verzekering heeft doorgebracht. Eventueel kan daaraan ook een forse voorwaardelijke gevangenisstraf worden verbonden. Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de raadsvrouw tevens gevraagd rekening te houden met het feit dat verdachte in de media al als schuldige is aangewezen en dat daarmee het recht op een eerlijk proces is ondermijnd.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportage van Reclassering Nederland d.d. 25 oktober 2022, het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 21 december 2022, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van oplichting en een poging tot het medeplegen van oplichting van de Rabobank, waarbij de Rabobank is bewogen tot het verlenen van een financieringskrediet voor een bedrag van € 987.000,00. De Rabobank heeft dit krediet verstrekt met als doel het ontwikkelen van de ‘revolutionaire’ uitvinding van verdachte, een gasloze Cv-ketel. Verdachte heeft dit geld echter in belangrijke mate aangewend voor eigen gewin en het gewin van anderen door er onder meer nieuwe auto’s, een vakantiehuisje en een sloep van te kopen. Ten behoeve van de oplichting heeft verdachte samen met anderen een businessplan opgesteld waarin tal van onwaarheden staan vermeld. Dit businessplan is tevens de basis geweest voor de aanvraag voor een vervolgfinanciering middels een Request for Proposal. Op dat moment was echter al duidelijk dat de beloofde revolutionaire gasloze Cv-ketel door verdachte rechtstreeks uit China is besteld zonder dat daar aanpassingen aan waren verricht. Van een revolutionaire uitvinding was dan ook geen sprake. Om echter de claim bij te zetten is tevens gebruik gemaakt van een vervalst CE-certificaat.
De Rabobank heeft als gevolg van het bovenstaande grote schade geleden, terwijl het allerminst zeker is dat de veroorzaakte schade volledig door verdachte gecompenseerd kan worden. De rechtbank rekent het verdachte zeer aan dat hij enkel zijn eigen financiële gewin voor ogen heeft gehad en dat hij met zijn handelen ook in algemene zin de integriteit van het financiële en economische verkeer en het vertrouwen dat spelers op de financiële markt in handelspartners en in stukken moeten hebben, heeft geschaad.
De rechtbank houdt voorts rekening met de omstandigheid dat verdachte de centrale figuur was in de oplichting en dat hij gaandeweg anderen voor zijn karretje heeft weten te spannen. De rechtbank rekent het verdachte eveneens aan dat hij niet heeft gehandeld in een eenmalige opwelling, maar dat hij gedurende een lange periode en op grote schaal de illusie in stand heeft gehouden dat de door hem geclaimde uitvinding daadwerkelijk zou werken. Verdachte is daarbij zeer geraffineerd te werk gegaan en heeft bewust gebruik gemaakt van sentimenten die leven in de samenleving met betrekking tot de aardbevingsproblematiek en de wens die er daarom is om ‘van het gas af te raken’.
De rechtbank heeft tevens gelet op de justitiële documentatie van verdachte. Daaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten. Zo is verdachte in 1997 veroordeeld voor twee oplichtingen, in 2004 voor afpersing en in 2006 voor zeven pogingen tot afpersing tot onder meer forse gevangenisstraffen. Daarnaast is verdachte ook eerder veroordeeld voor verduistering en verduistering in dienstbetrekking. Hoewel de laatste veroordeling van verdachte dateert uit 2015, constateert de rechtbank wel dat deze eerdere strafrechtelijke interventies kennelijk niet hebben geleid tot een delictvrij bestaan.
Uit het rapport van Reclassering Nederland d.d. 25 oktober 2022 komen een aantal positieve punten naar voren. Verdachte heeft huisvesting, is bezig met solliciteren voor een nieuwe baan en lijkt open te staan voor hulpverlening. Wel kan als zorgelijk worden gezien dat verdachte op dit moment geen zinvolle dagbesteding heeft. De reclassering kan op basis van de beschikbare informatie niet inschatten of interventies of reclasseringstoezicht nodig zijn. Ingeschat wordt dat verdachte zelfstandig in staat is om hulp te zoeken als hij problemen ervaart. Er worden door de reclassering geen contra-indicaties gezien voor het opleggen van een gevangenisstraf of het opleggen van een werkstraf.
Redelijke termijn
De rechtbank houdt bij het bepalen van de hoogte van de gevangenisstraf rekening met de overschrijding van de redelijke termijn. De termijn is aangevangen bij de doorzoekingen die op 21 juli 2020 hebben plaatsgevonden, omdat verdachte op dat moment er redelijkerwijs van uit konden gaan dat er vervolging zou worden ingesteld. Als uitgangspunt heeft te gelden dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen. Daarmee is de redelijke termijn met ruim zes maanden overschreden. Hoewel sprake is van een omvangrijk onderzoek, zijn er geen bijzondere omstandigheden aan te wijzen die de termijnoverschrijding rechtvaardigen. De rechtbank is van oordeel dat deze overschrijding tot gevolg moet hebben dat er een korting moet worden toegepast op de op te leggen straf.
Straf
De rechtbank overweegt dat de ernst van de feiten het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van substantiële duur rechtvaardigt. Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank gelet op de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg voor Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Het oriëntatiepunt bij een benadelingsbedrag tussen de
€ 500,000,00 en de € 1.000.000,00 is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf binnen een bandbreedte van 18 tot 24 maanden. Naast het medeplegen van een voltooide oplichting heeft verdachte zich echter ook schuldig gemaakt aan het medeplegen van een poging tot oplichting waarbij een financiering van € 20.000.000,00 door de Rabobank beoogd werd. De rechtbank heeft verder aansluiting gezocht bij straffen die in min of meer vergelijkbare zaken zijn opgelegd.
Anders dan de officier van justitie ziet de rechtbank onvoldoende aanleiding om het strafmaximum als uitgangspunt te nemen. Alles overwegende en rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn, acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden passend en geboden. De rechtbank ziet geen aanleiding een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen en hier bijzondere voorwaarden aan te verbinden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Inbeslaggenomen goederen

De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
  • een personenauto met kenteken [kenteken] (omschrijving: NNRBB20006_613489, Ford);
  • twee kompassen (omschrijving: NNRBB20006_613493, Target);
  • een box (omschrijving: Speakers NNRBB20006_613496, Fusion);
  • een marifoon (omschrijving: NNRBB20006_613497, Fusion);
  • een krik (omschrijving: NNRBB20006_613300, Omega);
  • een gereedschapskoffer (omschrijving: bouten en moeren NNRBB20006_613301);
  • een compressor (omschrijving: NNRBB20006_613302, Pattfield);
  • een gereedschapskist (omschrijving: NNRBB20006_613303);
  • een pijpenbuiger (omschrijving: NNRBB20006_613304, Datona);
  • een zaagmachine (omschrijving: NNRBB20006_613305, Schappach);
  • een lasapparaat (omschrijving: NNRBB20006_613306, HBM);
  • een zaagtafel (omschrijving: NNRBB20006_613307, Husema);
  • een poetsmachine (omschrijving: NNRBB20006_613308, Höttech);
  • een hydraulische plaatpons (omschrijving: NNRBB20006_613309, HBM);
  • een zaagmachine (omschrijving: NNRBB20006_613310, HBL);
  • een verfspuit (omschrijving: NNRBB20006_613311, Industrial);
  • een verfbrander (omschrijving: NNRBB20006_613312);
  • een ijzerknipper (omschrijving: NNRBB20006_613313, Logilic);
  • een schuurmachine (omschrijving: NNRBB20006_613314);
  • een lintzaag (omschrijving: NNRBB20006_613315, HBM);
  • een bovenfrees (omschrijving: NNRBB20006_613316, Industrial);
  • een gereedschapskoffer (omschrijving: bouten en moeren NNRBB20006_613317);
  • een gereedschap (omschrijving: NNRBB20006_613318, Industrial);
  • een klopboor (omschrijving: NNRBB20006_613319, Black&Decker);
  • een dopsleutelset (omschrijving: NNRBB20006_613320, Meister);
  • een decoupeerzaag (omschrijving: NNRBB20006_613321, Parkside);
  • een doormeetapparatuur (omschrijving: NNRBB20006_613322);
  • een slijptol (omschrijving: NNRBB20006_613323, Bosch);
  • een netwerkopspoorder (omschrijving: NNRBB20006_613324, Mastertool);
  • een magnetron (omschrijving: NNRBB20006_613325, Aro);
  • een gasstel (omschrijving: NNRBB20006_613326, Dometic);
  • een koelkast (omschrijving: NNRBB20006_613327, Exquist);
  • een zandstraler (omschrijving: NNRBB20006_613328, HBM);
  • een draadtapset (omschrijving: NNRBB20006_613329);
  • een werkbank (omschrijving: NNRBB20006_613330, HBM);
  • een zaag (omschrijving: NNRBB20006_613331);
  • een lier (omschrijving: NNRBB20006_613332, EWP 3600);
  • vier spikes autobanden (omschrijving: NNRBB20006_613333, Michelin);
  • vier banden en velgen (omschrijving: Wheels);
  • vier terreinbanden (omschrijving: NNRBB20006_613335, Dakar);
  • vier banden (omschrijving: NNRBB20006_613336, Mercedes);
  • vier banden (omschrijving: NNRBB20006_613337, Mercedes);
  • een autobrug (omschrijving: NNRBB20006_613418);
  • een led-lamp (omschrijving: NNRB20006_613418 A, Ryobi);
  • een sloep (omschrijving: NNRBB20006_613491, Topcraft); - een trailer (omschrijving: NNRBB20006_613490, Pega),
vatbaar zijn voor verbeurdverklaring nu dit voorwerpen zijn die aan verdachte toebehoren of die hij geel of ten dele te eigen bate kan aanwenden en die geheel of grotendeels uit de baten van het onder 1 bewezenverklaarde strafbare feit zijn verkregen.

Benadeelde partij

Coöperatieve Rabobank U.A. heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 1.009.755,99 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering benadeelde partij kan worden toegewezen tot een bedrag van € 987.000,00, zijnde de hoofdsom van het verstrekte krediet, met vermeerdering met de wettelijke rente. Aangezien de Rabobank een grote, professionele partij is, moet deze in staat worden geacht de schadevergoeding zelf te incasseren. Daarom is door de officier van justitie verzocht geen schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering benadeelde partij nietontvankelijk verklaard dient te worden. Door de raadsvrouw is bepleit dat er mogelijk ook sprake is van eigen schuld van de Rabobank. De mate van eigen schuld kan van belang zijn voor het vaststellen van de hoogte van de schade en hier dient nader onderzoek naar plaats te vinden. Een dergelijk onderzoek zal echter leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding, zodat de vordering niet-ontvankelijk verklaard moet worden. Ook heeft de raadsvrouw opgemerkt dat de vordering ten onrechte alleen bij verdachte aanhangig is gemaakt, terwijl aantoonbaar ook andere personen hebben geprofiteerd van het verleende krediet.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 bewezen verklaarde. De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is geweest van dusdanige eigen schuld van de zijde van de Rabobank dat dit tot gevolg zou moeten hebben dat de toe te kennen schadevergoeding gematigd dient te worden. Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de hoofdsom van het verleende krediet, te weten € 987.000,00, voor toewijzing vatbaar is met vermeerdering met de wettelijke rente. De vordering zal daarom in zoverre worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 8 oktober 2019. Voor het overige zal de vordering nietontvankelijk verklaard worden.
Met betrekking tot de schadevergoedingsmaatregel overweegt de rechtbank als volgt. Voor de verdachte kleven, gelet op zijn persoonlijke omstandigheden, grote nadelen aan het opleggen van deze maatregel in verband met het risico dat hij wegens betalingsonmacht gegijzeld kan worden. Daar komt bij dat de benadeelde partij als professionele organisatie in staat geacht moet worden zelfstandig de schade te verhalen, nu met de toewijzing van de vordering de aansprakelijkheid van de verdachte een gegeven is. Alle belangen afwegend zal de rechtbank niet tot het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel overgaan.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 45, 47, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1 primair en onder 2 primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.

Verklaart verbeurd de in beslag genomen:

  • personenauto met kenteken [kenteken] (omschrijving: NNRBB20006_613489, Ford);
  • twee kompassen (omschrijving: NNRBB20006_613493, Target);
  • box (omschrijving: Speakers NNRBB20006_613496, Fusion);
  • marifoon (omschrijving: NNRBB20006_613497, Fusion);
  • krik (omschrijving: NNRBB20006_613300, Omega);
  • gereedschapskoffer (omschrijving: bouten en moeren NNRBB20006_613301);
  • compressor (omschrijving: NNRBB20006_613302, Pattfield); - gereedschapskist (omschrijving: NNRBB20006_613303);
  • pijpenbuiger (omschrijving: NNRBB20006_613304, Datona);
  • zaagmachine (omschrijving: NNRBB20006_613305, Schappach);
  • lasapparaat (omschrijving: NNRBB20006_613306, HBM);
  • zaagtafel (omschrijving: NNRBB20006_613307, Husema);
  • poetsmachine (omschrijving: NNRBB20006_613308, Höttech);
  • hydraulische plaatpons (omschrijving: NNRBB20006_613309, HBM);
  • zaagmachine (omschrijving: NNRBB20006_613310, HBL);
  • verfspuit (omschrijving: NNRBB20006_613311, Industrial);
  • verfbrander (omschrijving: NNRBB20006_613312);
  • ijzerknipper (omschrijving: NNRBB20006_613313, Logilic);
  • schuurmachine (omschrijving: NNRBB20006_613314);
  • lintzaag (omschrijving: NNRBB20006_613315, HBM);
  • bovenfrees (omschrijving: NNRBB20006_613316, Industrial);
  • gereedschapskoffer (omschrijving: bouten en moeren NNRBB20006_613317);
  • gereedschap (omschrijving: NNRBB20006_613318, Industrial);
  • klopboor (omschrijving: NNRBB20006_613319, Black&Decker);
  • dopsleutelset (omschrijving: NNRBB20006_613320, Meister);
  • decoupeerzaag (omschrijving: NNRBB20006_613321, Parkside);
  • doormeetapparatuur (omschrijving: NNRBB20006_613322);
  • slijptol (omschrijving: NNRBB20006_613323, Bosch);
  • netwerkopspoorder (omschrijving: NNRBB20006_613324, Mastertool);
  • magnetron (omschrijving: NNRBB20006_613325, Aro);
  • gasstel (omschrijving: NNRBB20006_613326, Dometic);
  • koelkast (omschrijving: NNRBB20006_613327, Exquist); - zandstraler (omschrijving: NNRBB20006_613328, HBM);
  • draadtapset (omschrijving: NNRBB20006_613329);
  • werkbank (omschrijving: NNRBB20006_613330, HBM);
  • zaag (omschrijving: NNRBB20006_613331);
  • lier (omschrijving: NNRBB20006_613332, EWP 3600);
  • vier spikes autobanden (omschrijving: NNRBB20006_613333, Michelin);
  • vier banden en velgen (omschrijving: Wheels);
  • vier terreinbanden (omschrijving: NNRBB20006_613335, Dakar);
  • vier banden (omschrijving: NNRBB20006_613336, Mercedes);
  • vier banden (omschrijving: NNRBB20006_613337, Mercedes);
  • autobrug (omschrijving: NNRBB20006_613418);
  • led-lamp (omschrijving: NNRB20006_613418 A, Ryobi); - sloep (omschrijving: NNRBB20006_613491, Topcraft); - trailer (omschrijving: NNRBB20006_613490, Pega).
Ten aanzien van feit 1
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan Coöperatieve Rabobank U.A. te betalen:
  • het bedrag van € 987.000,00 (zegge: negenhonderdzevenentachtigduizend euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 oktober 2019 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Verklaart de vordering van Coöperatieve Rabobank U.A. voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.M.L. Wolters, voorzitter, mr. F. Sieders en mr. H. Brouwer, rechters, bijgestaan door mr. E.E. de Vries, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 maart 2023.
Mr. F. Sieders en mr. T.M.L. Wolters zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar met paginanummer aangeduide processen-verbaal en andere stukken betreft dit op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal dan wel andere bescheiden, als bijlagen opgenomen bij het proces-verbaal van het opsporingsonderzoek van Team Financieel-economische Criminaliteit (NN), onderzoek Slijmprik met het kenmerk NNRBB20006, met als sluitingsdatum 30 maart 2022.
Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 3] , d.d. 31 mei 2021, p. 3204 e.v.
Een schriftelijk bescheid, te weten een uittreksel van de Kamer van Koophandel d.d. 19 juni 2019, p. 19.
Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 1] , d.d. 28 juli 2020, p. 2793 e.v.
Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2] , d.d. 11 augustus 2021, p. 3222 e.v.
Verklaring ter terechtzitting van 8 februari 2023.
Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 1] , d.d. 28 juli 2020, p. 2793 e.v.
Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 3] , d.d. 31 mei 2021, p. 3214.
Een schriftelijk bescheid, te weten een businessplan d.d. 12 september 2019, p. 31 e.v.
Een schriftelijk bescheid, te weten een businessplan d.d. 12 september 2019, p. 52.
Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2] , d.d. 11 augustus 2021, p. 3222 e.v.
Verklaring verdachte ter terechtzitting van 8 februari 2023.
Een schriftelijk bescheid, te weten een businessplan d.d. 12 september 2019, p. 52.
Een schriftelijk bescheid, te weten een e-mail afkomstig van
[e-mailadres], d.d. 18 juni 2020, p. 2599 e.v.
Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 4] , d.d. 24 september 2020, p. 3083 e.v.
Een schriftelijk bescheid, te weten een businessplan d.d. 12 september 2019, p. 55 e.v.
Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 5] , d.d. 4 augustus 2020, p. 3060 e.v.
Een schriftelijk bescheid, te weten een e-mailbericht d.d. 7 augustus 2020 van
[e-mailadres], p.
2298
19. Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 6] , d.d. 6 augustus 2020, p. 3065 e.v.
20. Een schriftelijk bescheid, te weten een businessplan d.d. 12 september 2019, p. 55 e.v.
21. Een schriftelijk bescheid, te weten een octrooi verleend op 29 mei 2020, p. 3301.
22. Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 7] , d.d. 7 januari 2022, p. 3276 e.v.
23. Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , d.d. 8 april 2021, p. 1289 e.v.
24. Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 8] , d.d. 14 augustus 2020, p. 3077 e.v.
25. Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 9] , d.d. 3 augustus 2020, p. 2749 e.v.
26. Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 10] , d.d. 25 augustus 2021, p. 3254 e.v.
27. Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 11] , d.d. 7 augustus 2020, p. 3070 e.v.
28. Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 3] , d.d. 31 mei 2021, p. 3204 e.v.
29. Een schriftelijk bescheid, te weten een businessplan d.d. 12 september 2019, p. 45 e.v.
30. Proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte] , d.d. 7 april 2021, p. 1271 e.v.
31. Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2] , d.d. 11 augustus 2021, p. 3222 e.v.
32. Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 12] , d.d. 21 juli 2020, p. 2744 e.v.
33. Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 9] , d.d. 3 augustus 2020, p. 2749 e.v.
34. Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 13] , d.d. 3 augustus 2020, p. p. 2760 e.v.
35. Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 8] , d.d. 14 augustus 2020, p. 3077 e.v.
36. Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 1] , d.d. 28 juli 2020, p. 2793 e.v.
37. Een schriftelijk bescheid, te weten een gespreksverslag tussen [naam 15] en verdachte d.d. 2 juni 2020, p. 130 e.v.
38. Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 1] , d.d. 15 maart 2022, p. 3283.
39. Een schriftelijk bescheid, te weten een gespreksverslag tussen [naam 15] en verdachte d.d. 2 juni 2020, p. 163.
40. Een schriftelijk bescheid, te weten een aangifte d.d. 12 juli 2020 opgesteld door [naam 15] namens de Rabobank, p. 12 e.v.
41. Een schriftelijk bescheid, te weten een overeenkomst tot zakelijke financiering, d.d. 4 oktober 2019
42. Een schriftelijk bescheid, te weten een aangifte d.d. 12 juli 2020 opgesteld door [naam 15] namens de Rabobank, p. 12 e.v.
43. Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 3] , d.d. 31 mei 2021, p. 3204 e.v.
44. Een schriftelijk bescheid, te weten een aangifte d.d. 12 juli 2020 opgesteld door [naam 15] namens de Rabobank, p. 12 e.v.
45. Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , d.d. 9 april 2021, p. 1321.
46. Een schriftelijk bescheid, te weten een e-mailbericht van 25 maart 2020 van Gijs Hol en [naam 15] , p. 999 e.v.
47. Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 10] , d.d. 25 augustus 2021, p. 3254 e.v.
48. Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 14] , d.d. 24 september 2020, p. 3115 e.v.
49. Een schriftelijk bescheid, te weten een Request for Proposal d.d. 27 februari 2020, p. 832 e.v.
50. Een schriftelijk bescheid, te weten een gespreksverslag tussen [bedrijf 2] en Rabobank d.d. 13 maart 2020, p. 960 e.v.
51. Een schriftelijk bescheid, te weten een e-mailbericht met bijlage van verdachte aan [naam 3] , d.d. 18 maart 2020, p. 964 e.v.
52. Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 2] , d.d. 26 augustus 2021, p. 1917 e.v.
53. Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 13] , d.d. 3 augustus 2020, p. 2760 e.v.
54. Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 9] , d.d. 3 augustus 2020, p. 2749 e.v.
55. Een schriftelijk bescheid, te weten een aangifte d.d. 12 juli 2020 opgesteld door [naam 15] namens de Rabobank, p. 12 e.v.