ECLI:NL:RBNNE:2024:120

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
11 januari 2024
Publicatiedatum
22 januari 2024
Zaaknummer
10739638
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van een bewindvoerder, mentor en curator wegens financiële onregelmatigheden en slecht bewind

Op 11 januari 2024 heeft de kantonrechter in Leeuwarden de professionele bewindvoerder ontslagen uit zijn functie als bewindvoerder, mentor en curator in alle zaken die onder toezicht van de rechtbank Noord-Nederland vallen. Dit ontslag volgde op een schorsing die eerder was uitgesproken op 6 oktober 2023, na signalen van financiële onregelmatigheden en een gebrek aan zorgvuldigheid in de uitvoering van zijn taken. Uit een voorlopig onderzoeksrapport van Kompas Zuidlaren BV bleek dat de bewindvoerder in meerdere dossiers geen zorgvuldige financiële administratie heeft gevoerd, wat heeft geleid tot financieel nadeel voor de rechthebbenden. Er zijn aanzienlijke bedragen zonder aantoonbare grondslag overgemaakt naar de rekeningen van de bewindvoerder, en de ingediende rekeningen en verantwoordingen zijn onjuist gebleken. De kantonrechter oordeelde dat er gewichtige redenen waren voor ontslag, aangezien de bewindvoerder niet in het belang van de kwetsbare doelgroep heeft gehandeld. Kompas Zuidlaren BV is benoemd als opvolgend bewindvoerder, en de rechthebbenden krijgen de gelegenheid om een andere bewindvoerder voor te stellen. De kantonrechter heeft tevens bepaald dat de bewindvoerder geen eindrekening en -verantwoording hoeft af te leggen, en dat de kosten van het deskundigenonderzoek voor rekening van de bewindvoerder komen. Deze beslissing is genomen na een zorgvuldige afweging van de tekortkomingen van de bewindvoerder en de gevolgen daarvan voor de rechthebbenden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak/rolnr: 10739638 VO VERZ 23-2217
Datum uitspraak: 11 januari 2024
Beschikking inzake:
[de bewindvoerder]
[adres]
hierna te noemen: [de bewindvoerder] of [de bewindvoerder]
gemachtigde: mr. H.L. Thiescheffer, advocaat te Leeuwarden
in hoedanigheid van bewindvoerder ten behoeve van:

[rechthebbende] ,

geboren te Heerenveen op [geboortedatum] 1995,
wonende te [adres] ,
hierna te noemen: rechthebbende.

De procedure

1.1.
Bij beschikking van de kantonrechter is een bewindingesteld ten behoeve van rechthebbende. [de bewindvoerder] is nu de bewindvoerder.
1.2.
Bij beschikking van 6 oktober 2023, waarvan de inhoud hier als herhaald en ingelast dient te worden beschouwd, heeft de toezichthoudende kantonrechter [de bewindvoerder] geschorst als bewindvoerder, mentor en curator in alle zaken die onder het toezicht van de rechtbank Noord-Nederland vallen.
De toezichthoudende kantonrechter heeft in die zaken Kompas Zuidlaren BV en Kompas Mentorschap BV (hierna: Kompas) benoemd tot tijdelijke bewindvoerder en mentor dan wel curator.
Kompas is daarnaast door de toezichthoudende kantonrechter tot deskundige benoemd met de opdracht om onderzoek te doen naar de gang van zaken bij [de bewindvoerder] , waaronder aanwijzingen voor verduistering dan wel andere (financiële) onregelmatigheden, waarbij in overleg met de kantonrechter derden kunnen worden ingeschakeld, en daarover zo snel als mogelijk maar uiterlijk 1 februari 2024 aan de toezichthoudende kantonrechter te rapporteren.
1.3.
Op 27 november 2023 heeft Kompas een voorlopig onderzoeksrapport ingediend bij de toezichthoudende kantonrechter. Een kopie van dit rapport is op 27 november 2023 zowel per aangetekende post als per e-mail verzonden aan [de bewindvoerder] .
1.4.
De toezichthoudende kantonrechter heeft [de bewindvoerder] op 4 december 2023 voorgedragen voor ontslag in alle zaken die onder toezicht van de rechtbank Noord-Nederland vallen.
1.5.
Op 12 december 2023 is een verweerschrift met bijlagen ontvangen van mr. Thiescheffer. Een kopie van het verweerschrift is op 13 december 2023 toegestuurd aan Kompas.
1.6.
Op 21 december 2023 is ter griffie van de rechtbank een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 14 december 2023 ontvangen, waarin het Gerechtshof de beschikking van de kantonrechter van 6 oktober 2023 heeft bekrachtigd.
1.7.
Op 15 december 2023 heeft Kompas in het kader van het door haar te verrichten onderzoek aan de toezichthoudende kantonrechter doen toekomen een document houdende logbestanden van het door [de bewindvoerder] gebruikte softwaresysteem Smart FMS. Een kopie van deze logbestanden is op 18 december 2023 verstuurd aan de advocaat van [de bewindvoerder] en aan de behandelend kantonrechter.
1.8.
Naar aanleiding van de ontslagvoordracht heeft op 19 december 2023 een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Ter zitting zijn verschenen en gehoord:
- [de bewindvoerder] namens [de bewindvoerder] ;
- mr. H.L. Thiescheffer, advocaat van de heer [de bewindvoerder] ;
- [naam] namens Kompas.
De griffier heeft hiervan aantekeningen gemaakt. [naam] heeft een pleitnota overgelegd.

De beoordeling

2.
Ontslagvoordracht
2.1.
De toezichthoudende kantonrechter CBM heeft [de bewindvoerder] op 4 december 2023 voorgedragen voor ontslag als bewindvoerder, mentor en curator in alle zaken die onder toezicht van de rechtbank Noord-Nederland vallen. Aan deze voordracht ligt ten grondslag dat er sprake is van gewichtige redenen tot ontslag doordat [de bewindvoerder] niet heeft gehandeld in het belang van de kwetsbare doelgroep wiens belangen hij geacht wordt te beschermen. Dit blijkt naar het oordeel van de toezichthoudende kantonrechter uit het volgende.
2.2.
In het voorlopig onderzoeksrapport heeft Kompas op basis van de geconstateerde bevindingen de volgende conclusies opgenomen:
a. De bedrijfsvoering van de organisatie is zeer kwetsbaar en gevoelig voor fouten en fraude.
b. Gebleken en aangetoond is dat de uitvoering van de werkzaamheden door [de bewindvoerder] als curator, bewindvoerder en mentor kwalitatief onvoldoende is geweest door schending van art 1:444 BW en art. 7 Besluit kwaliteitseisen curatoren, bewindvoerders en mentoren, waardoor de belangen van rechthebbenden onvoldoende zijn waargenomen en vertegenwoordigd.
c. Gebleken is dat er bedragen zijn onttrokken aan de rekeningen van de cliënten zonder duidelijk aantoonbare grondslag daarvoor.
2.3.1.
De bevindingen en conclusies in het rapport tonen naar het oordeel van de toezichthoudende kantonrechter aan dat [de bewindvoerder] toerekenbaar tekort is geschoten in de zorg van een goed bewindvoerder, mentor en curator. Zij bevestigen het beeld dat de oud-medewerkers van [de bewindvoerder] in hun brief hebben geschetst met hun waarnemingen over de administratieve en financiële onregelmatigheden.
Het totaalbedrag aan onttrekkingen aan de rekeningen van rechthebbenden zonder aantoonbare grondslag bedroeg bij indiening van het voorlopig onderzoeksrapport
€ 198.191,36.
Hetgeen in het rapport is vermeld over de onttrokken bedragen zonder aantoonbare grondslag en aangebrachte mutaties in de softwaresystemen (OnView en SmartFMS) wijst er naar het oordeel van de toezichthoudende kantonrechter op dat de door [de bewindvoerder] bij de rechtbank ingediende rekening en verantwoordingen in de betreffende dossiers niet naar waarheid zijn opgemaakt.
2.3.2.
Uit de in het rapport opgenomen constateringen over de mentorschapsdossiers blijkt dat [de bewindvoerder] in hoge mate onvoldoende invulling heeft gegeven aan zijn taak als mentor, hetgeen in individuele gevallen heeft geleid tot schrijnende situaties. De constatering dat [de bewindvoerder] na de datum van schorsing contact met rechthebbenden heeft gezocht teneinde hen te bewegen om een verzoek tot opheffing van het bewind en mentorschap in te dienen en daarna in budgetbeheer te komen bij een onderneming van [de bewindvoerder] dan wel zijn vrouw duidt er op dat [de bewindvoerder] zijn eigen belang voor dat van rechthebbende laat gaan, hetgeen niet strookt met zijn taken als mentor en bewindvoerder, dan wel curator.
3.
Standpunt [de bewindvoerder]
3.1.
erkent dat er fouten zijn opgetreden in de uitvoering van de werkzaamheden. Deze fouten zijn volgens [de bewindvoerder] veroorzaakt doordat onvoldoende accuratesse is betrokken ten aanzien van het doen van betalingen. [de bewindvoerder] ontkent dat er hierbij sprake is geweest van opzet en bewuste verrijking. [de bewindvoerder] stelt dat hij zelf ook onderzoek heeft gedaan en heeft geconstateerd dat er “een schade aan rechthebbenden is toegekend van € 39.118,69 ter zake van dubbele omzetboekingen en een bedrag van € 26.921,34 ter zake van overige schades”. Aan het verweerschrift zijn 34 producties toegevoegd waarin [de bewindvoerder] per dossier zijn eigen onderzoeksresultaten weergeeft. [de bewindvoerder] geeft aan dat dit onderzoek nog niet compleet is maar verwacht zijn onderzoek voor 18 januari 2023 afgerond te hebben. [de bewindvoerder] heeft in het verweerschrift en ter zitting gemeld dat hij deze schade ten spoedigste middels het doen van betalingen aan de rechthebbenden zal corrigeren. Daarover heeft [de bewindvoerder] ter zitting nog aangegeven dat hij in overleg met zijn verzekeraar bezig is met een schema voor het oplossen van de ontstane schade.
3.2.
[de bewindvoerder] heeft in het verweerschrift het standpunt ingenomen dat er geen gewichtige redenen zijn voor ontslag omdat er geen sprake is van opzet of grove schuld, maar vooral onachtzaamheid en te weinig controle acties. [de bewindvoerder] is daarbij van mening dat hij weer in de gelegenheid moet worden gesteld om benoembaar te worden in het uitoefenen van beschermingsmaatregelen nadat de benodigde controlewerkzaamheden en het schadeloos stellen van de rechthebbenden is afgerond. Ter zitting heeft [de bewindvoerder] daarentegen erkend dat er voldoende gewichtige redenen aanwezig zijn voor een ontslag in alle zaken.
4.
Inhoudelijke beoordeling van de voordracht
4.1.
[de bewindvoerder] is sinds 17 mei 2011 werkzaam als professioneel bewindvoerder, mentor en curator, eerst alleen onder zijn eigen naam maar in een later stadium ook onder de handelsnamen [naam] . Op dit moment is [de bewindvoerder] benoemd in 118 zaken die onder toezicht van de rechtbank Noord-Nederland vallen.
Ten tijde van het onderzoek door Kompas waren naast [de bewindvoerder] zelf als eigenaar nog vier andere personen als bewindvoerder werkzaam bij [de bewindvoerder] . Daarnaast waren er twee administratief medewerkers in dienst bij [de bewindvoerder] . De partner van [de bewindvoerder] , mevrouw [naam] , was een van de administratief medewerkers. Ook is gebleken dat de zoon en dochter van het echtpaar [naam] enige tijd werkzaam zijn geweest in het bedrijf.
4.2.
[de bewindvoerder] is door zijn benoeming onderworpen aan de verplichtingen die voortvloeien uit titel 16, 19 en 20 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Bij de uitvoering van de werkzaamheden is [de bewindvoerder] daarnaast gebonden aan de bepalingen in het Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren (Besluit kwaliteitseisen). Verder is in de Aanbevelingen Meerderjarigenbewind, Curatele en Mentorschap, die zijn vastgesteld door respectievelijk het LOVT en het LOVCK&T, door de rechtbanken een nadere invulling gegeven aan de verantwoordelijkheden van een professionele uitvoerder. Op [de bewindvoerder] rust bovendien de taak om de aan hem toevertrouwde werkzaamheden met de grootste zorgvuldigheid uit te voeren, omdat de rechthebbenden zelf niet in staat zijn tot de behartiging van hun financiële en persoonlijke belangen en aangelegenheden.
4.3.
De kantonrechter kan een bewindvoerder, mentor dan wel curator op grond van de artikelen 1:448 lid 2, 1:461 lid 2 en 1:385 lid 1 sub d van het BW ambtshalve ontslaan wegens gewichtige redenen. Hiervan is bijvoorbeeld sprake wanneer de bewindvoerder dan wel curator slecht bewind heeft gevoerd en/of nalatig is geweest en rechthebbende hiervan financieel nadeel van heeft ondervonden, of wanneer de bewindvoerder dan wel curator nalatig is geweest bij het tijdig en juist afleggen van de rekening en verantwoording, bij het informeren van de kantonrechter of bij het regelen van de benodigde zorg.
4.4.
De voordracht tot ontslag wegens gewichtige redenen betreft een vergaande maatregel waartoe pas zal worden overgegaan na een zorgvuldige afweging.
Gelet hierop heeft de toezichthoudende kantonrechter niet alleen acht geslagen op de conclusies in het onderzoeksrapport van Kompas, maar zijn tevens alle rekeningen en verantwoordingen van dossiers waarin [de bewindvoerder] als bewindvoerder en mentor dan wel curator is benoemd doorgenomen, en zijn de brief met waarnemingen van twee oud-medewerkers van [de bewindvoerder] en een tweetal ingediende klachten over [de bewindvoerder] na wederhoor van [de bewindvoerder] beoordeeld. De toezichthoudende kantonrechter heeft daarnaast bij haar oordeel betrokken het feit dat al eerder op diverse momenten door de toezichthoudende kantonrechter met [de bewindvoerder] gesprekken zijn gevoerd inzake een verbetertraject met betrekking tot de kwaliteit van de door hem verrichte werkzaamheden, te weten op 8 april 2022 en 26 augustus 2022. Dat traject is in het laatste gesprek afgesloten met de verklaring van [de bewindvoerder] dat de bedrijfsvoering van [de bewindvoerder] weer op orde was.
5. Omdat ontslag in alle zaken een vergaande maatregel is zal de kantonrechter daartoe niet lichtvaardig overgaan. De kantonrechter zal hierna de in ontslagvoordracht aangevoerde tekortkomingen van [de bewindvoerder] toetsen en beoordelen of deze moeten leiden tot ambtshalve ontslag van [de bewindvoerder] in alle zaken wegens gewichtige redenen.
5.1.
Op 27 november 2023 heeft Kompas het voorlopig onderzoeksrapport toegestuurd. Het rapport is voorlopig in de zin dat het rapport nog niet is afgerond maar de reeds gedane bevindingen staan vast. Hierin zijn de volgende conclusies opgenomen.
5.2.
De bedrijfsvoering van de organisatie is zeer kwetsbaar en gevoelig voor fouten en fraude.Er is geen sprake van functiescheiding. Vrijwel alle medewerkers hebben de bevoegdheid om alle werkzaamheden in de individuele dossiers uit te kunnen voeren. Alle medewerkers met administratorrechten (zes van de zeven actieve medewerkers) hebben de mogelijkheid om zelfstandig de bankrekeningen van crediteuren te wijzigen, zonder dat hierop toezicht is dan wel meldingen volgen dat er sprake is van een aanpassing. Deugdelijke controle en administratie van het betalingsverkeer is onvoldoende gewaarborgd als gevolg van de afwezigheid van het zogenaamde meer-ogen principe. Het gehele betalingsverkeer van aanmaken van de betaling tot de feitelijke overboeking kan door één persoon uitgevoerd worden.
5.3.
[de bewindvoerder] erkent dat dit zo is en geeft aan dat een tekort aan personeel hiervoor een reden is. Hij voert op dit punt verder geen verweer.
5.4.
De kantonrechter is van oordeel dat [de bewindvoerder] op dit punt ernstig toerekenbaar tekort is geschoten. [de bewindvoerder] had moeten zorgdragen voor een dusdanige bedrijfsvoering die het toepassen van het zogenaamde meer-ogen principe mogelijk maakte, zodat er voldoende waarborg aanwezig was voor een deugdelijke controle en administratie van het betalingsverkeer. De kantonrechter overweegt dat uit de gegevens van het Landelijk Kwaliteitsbureau en het onderzoeksrapport van Kompas is gebleken dat [de bewindvoerder] voldoende werknemers in dienst had om het meer-ogen principe toe te passen in de bedrijfsvoering. Het is dan ook niet duidelijk waarom bijna alle medewerkers beschikten over administratorrechten waardoor zij in staat waren om het gehele betalingstraject van het aanmaken van de betaling tot de feitelijke overboeking alleen uit te voeren. Daarbij is opvallend dat ook aan de administratief medewerkers, waaronder de partner van [de bewindvoerder] , die geen betalingen mogen uitvoeren in de dossiers van cliënten, administratorrechten zijn toegekend, en daarnaast ook voor medewerkers die reeds uit dienst zijn nog accounts openstaan.
Het door hem aangevoerde argument van een tekort aan personeel kan hem dan ook niet baten. Ook bij een organisatie waarin slechts twee personen werkzaam zijn moet worden gezorgd voor een deugdelijke controle van het betalingsverkeer.
5.5.
Gebleken en aangetoond is dat de uitvoering van de werkzaamheden door [de bewindvoerder] als curator, bewindvoerder en mentor kwalitatief onvoldoende is geweest door schending van art. 1:444 BW en art. 7 Besluit kwaliteitseisen waardoor de belangen van rechthebbenden onvoldoende zijn waargenomen en vertegenwoordigd.
Aangetoond is dat in diverse dossiers zaken niet geregeld zijn, afwezig zijn of onjuist zijn vastgelegd/gerubriceerd. Rechthebbenden zijn onvoldoende vertegenwoordigd en benadeeld. Dit geldt ook voor de mentorschapsdossiers. Hierin is gebleken dat de werkzaamheden als mentor niet zijn uitgevoerd, dan wel tot het absolute minimum zijn beperkt.
5.6.
[de bewindvoerder] erkent dat er fouten zijn opgetreden in de uitvoering van de werkzaamheden.
Ter zake van de mentorzaken is [de bewindvoerder] van mening dat er binnen de organisatie te weinig tijd dan wel capaciteit beschikbaar was om de mentortaken afdoende uit te voeren. [de bewindvoerder] had afspraken gemaakt met [naam mentor] om een besloten vennootschap op te richten waarbinnen [de bewindvoerder] voor 50% zou participeren in het aandelenkapitaal terwijl de werkzaamheden door [naam mentor] zouden worden uitgevoerd. Bij de uitvoering van de overdracht van de werkzaamheden is naar zeggen van [de bewindvoerder] vertraging opgetreden vanwege problemen aan de kant van [naam mentor] .
5.7.
De kantonrechter stelt voorop dat het essentieel is dat [de bewindvoerder] zijn taak als bewindvoerder, mentor en curator nauwgezet en correct uitvoert, omdat hij de belangen moet beschermen van een kwetsbare doelgroep die daartoe zelf niet in staat is.
5.8.
De resultaten van het voorlopig onderzoeksrapport tonen aan dat [de bewindvoerder] zijn administratie niet op orde heeft zoals van een professioneel bewindvoerder, mentor en curator verwacht mag worden.
Zo is gebleken dat veel informatie nergens is geregistreerd maar als parate inhoudelijke dossierkennis ‘in het hoofd’ van [de bewindvoerder] zit. De wel aanwezige informatie en documenten worden op verschillende plekken bewaard, waarin geen logisch verband is te ontdekken. De medewerkers van [de bewindvoerder] hebben in het gesprek, dat Kompas op 19 oktober 2023 met hen heeft gevoerd, aangegeven dat er in de mailbox van [de bewindvoerder] submappen op cliëntniveau zouden moeten staan waarin gegevens zijn opgeslagen. Omdat [de bewindvoerder] dit heeft betwist heeft Kompas dit niet verder kunnen toetsen. In dit verband heeft Kompas verder nog gerapporteerd dat zij [de bewindvoerder] menigmaal heeft moeten rappelleren op het nakomen van toezeggingen en afspraken voor het overdragen van gegevens, en dat de data vervolgens mondjesmaat en met vertraging door hem zijn aangeleverd.
Ook zijn door Kompas meerdere dossier specifieke slordigheden waargenomen, zoals het afwezig zijn van een AVP-, inboedel- en uitvaartverzekering, het ontstaan van nieuwe schulden na doorlopen van een schuldenregeling, en het betalen van dubbele huurpenningen.
[de bewindvoerder] heeft verder ter zitting als verklaring voor het ontbreken van bepaalde verzekeringspolissen aangevoerd dat deze wel in OnView aanwezig zijn maar niet zijn overgezet naar SmartFMS. [de bewindvoerder] heeft verder geen verklaring gegeven waarom deze gegevens niet zijn overgezet en waarom hij de polissen niet al eerder aan Kompas heeft overhandigd, maar pas heeft overgelegd bij het verweerschrift.
Een rekening en verantwoording moet de werkelijke inkomsten en uitgaven bevatten zodat de kantonrechter zijn toezichthoudende taak goed kan uitvoeren. Van een professionele bewindvoerder mag daarom worden verwacht dat hij de rekening en verantwoording op correcte wijze en naar waarheid invult. Uit het onderzoek van Kompas is echter gebleken dat in meerdere dossiers uitgaven verschillend en onjuist zijn gerubriceerd, waardoor geen duidelijk beeld aanwezig is van het uitgavenpatroon. Dat heeft tot gevolg dat niet direct duidelijk is of aan bepaalde betalingsverplichtingen is voldaan. Kompas heeft in het rapport meerdere voorbeelden genoemd van onjuiste rubriceringen, zoals betalingen aan de belastingdienst die zijn vermeld onder de post “advocaatkosten” en betalingen aan de kledingwinkel die zijn vermeld onder “vervoersmiddel”.
5.9.
Het verweer dat [de bewindvoerder] voert ten aanzien van zijn taken als mentor en het zorgdeel van de curatele doet niet af aan het feit dat van een professioneel mentor en curator mag worden verwacht dat hij voldoende tijd en capaciteit beschikbaar heeft om de taken ook naar behoren uit te voeren indien hij zich als zodanig laat benoemen. [de bewindvoerder] had daarom tijdig voor waarneming moeten zorgdragen op het moment dat hij constateerde dat hij niet langer in staat was om de zorgtaken naar behoren uit te voeren. Daarmee had hij kunnen voorkomen dat de uitvoering van de zorgtaken in het gedrang zouden komen, zoals zich in een aantal schrijnende gevallen heeft voorgedaan.
5.10.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat [de bewindvoerder] niet gemotiveerd heeft betwist dat de werkzaamheden kwalitatief onvoldoende waren waardoor de belangen van rechthebbenden onvoldoende zijn waargenomen en vertegenwoordigd. De kantonrechter is van oordeel dat [de bewindvoerder] op dit onderdeel ernstig en toerekenbaar tekort is geschoten in zijn taak en rekent dit [de bewindvoerder] zwaar aan.
5.11.
Gebleken is dat er bedragen zijn onttrokken aan de rekening van de cliënten zonder duidelijk aantoonbare grondslag hiervoorEr is aangetoond dat er aanzienlijke bedragen naar de rekeningen van [het bewindvoerderskantoor] dan wel [de bewindvoerder] privé zijn overgeboekt van de beheerrekeningen van de cliënten waarvan het vermogen onder bewind dan wel onder curatele is gesteld. Hiervoor zijn geen geldige documenten of redenen aangetroffen in de dossiers zodat aangenomen kan worden dat deze bedragen onrechtmatig onttrokken zijn uit het vermogen van rechthebbenden. Deze aanname wordt versterkt door de wijze waarop de data in de door [de bewindvoerder] gebruikte software is aangepast, teneinde deze overboeking niet direct herleidbaar te laten zijn naar rekeningen van [de bewindvoerder] .
5.12.
[de bewindvoerder] erkent dat er fouten zijn opgetreden in de uitvoering van de werkzaamheden. Deze fouten zijn volgens hem veroorzaakt doordat onvoldoende accuratesse is betrokken ten aanzien van het doen van betalingen. [de bewindvoerder] heeft zelf ook onderzoek gedaan en stelt dat hij heeft geconstateerd “dat er een schade aan rechthebbenden is toegekend van € 39.118,69 ter zake van dubbele omzetboekingen en een bedrag van € 26.921,34 ter zake van overige schades”.
[de bewindvoerder] benadrukt dat er geen sprake is van opzettelijk handelen dan wel grove schuld. Hij voert aan dat zijn personeel onvoldoende nauwgezetheid heeft betrokken. De oorzaak van de dubbele boekingen ligt voornamelijk bij de conversie van OnView naar SmartFMS. Het personeel had de instructie om te controleren dat deze boekingen niet dubbel waren gedaan. Door een voor hem onbegrijpelijke reden was zijn zakelijke rekening gekoppeld aan de rekening van een rechthebbende.
[de bewindvoerder] geeft in zijn verweerschrift aan dat “de schades die door hem zijn geconstateerd en daarbij de gelden die hij ten onrechte heeft ontvangen nog immer aanwezig zijn”. Deze omissies zouden volgens [de bewindvoerder] ook aan het licht zijn gekomen bij het opmaken van de rekening en verantwoording van het kalenderjaar 2023.
[de bewindvoerder] stelt dat de door hemzelf geconstateerde schade zo spoedig mogelijk middels het doen van betalingen aan rechthebbenden zal worden gecorrigeerd. Hij zal daarbij volledig transparant zijn richting Kompas om tot “een alles omvattende oplossing te komen”.
[de bewindvoerder] ontkent dat hij op 6 oktober 2023 na de uitgesproken schorsing mutaties heeft aangebracht in het systeem omdat hij op dat moment onderweg was. Wel zou het systeem opnieuw zijn ingelezen omdat er problemen waren met saldoverschillen.
5.13.1.
De kantonrechter overweegt op dit punt als volgt. Ter zitting van 19 december 2023 heeft [de bewindvoerder] erkend dat er onterechte afschrijvingen hebben plaatsgevonden, maar gaat het volgens hem om een lager bedrag dan is opgenomen in het onderzoeksrapport. [de bewindvoerder] heeft eerder op de zitting van 6 oktober 2023 verklaard dat er naar schatting in 10 tot 15 dossiers dubbele betalingen zijn geweest en die hadden volgens hem betrekking op premiebetalingen. Die issues waren volgens [de bewindvoerder] allemaal naar voren gekomen en gesignaleerd.
[de bewindvoerder] wijt de dubbele overboekingen grotendeels aan de conversie van het softwarepakket OnView naar SmartFMS. Uit de gegevens zoals opgenomen in het onderzoeksrapport blijkt echter dat er in meerdere dossiers gedurende meerdere jaren, dus ook vóór de conversie van het softwarepakket per 1 januari 2023, sprake is van onrechtmatige afschrijvingen van de rekeningen van rechthebbenden naar de rekening van [de bewindvoerder] dan wel de privérekening van [de bewindvoerder] . Dit betreffen in de meeste gevallen geen dubbele betalingen maar overboekingen van aanzienlijke bedragen zonder aantoonbare grondslag die in het systeem niet herkenbaar zijn als overboekingen naar [de bewindvoerder] .
[de bewindvoerder] heeft verder geen afdoende verklaring kunnen geven voor de aanzienlijke geldbedragen die naar zijn zakelijke dan wel privérekeningen zijn overgeboekt vanaf de beheerrekeningen van cliënten, anders dan de gestelde conversie van het softwaresysteem.
[de bewindvoerder] betoogt daarnaast dat de omissies ook geconstateerd zouden zijn bij het opmaken van de rekening en verantwoording van het kalenderjaar 2023. Dit argument pleit niet in het voordeel van [de bewindvoerder] .
De kantonrechter acht het ontoelaatbaar dat dergelijke aanzienlijke bedragen pas na zo lange tijd aan het licht zouden zijn gekomen in plaats van direct te worden hersteld. Het gaat immers om het geld van kwetsbare personen wier vermogen hij geacht wordt te beschermen. Daarbij zijn de overboekingen zonder grondslag die gedaan zijn vòòr 2023 door [de bewindvoerder] kennelijk niet opgemerkt bij het opmaken van de rekeningen en verantwoordingen over de voorgaande jaren. Het onderzoek van Kompas wijst namelijk uit dat deze overboekingen tot op heden niet door hem zijn gecorrigeerd.
5.13.2.
Uit opgevraagde logbestanden van het softwarepakket SmartFMS is gebleken dat door [de bewindvoerder] zelf of door een ander persoon via het gebruikersaccount van [de bewindvoerder] in een tijdsbestek van circa een half uur tussen de schorsing en het bezoek aan zijn kantoor in [plaatsnaam] nog mutaties zijn aangebracht in het softwaresysteem met als doel om overboekingen naar zijn eigen rekening aan het zicht te onttrekken.
Alhoewel van de zijde van [de bewindvoerder] opzet wordt ontkend en is aangegeven dat zo spoedig mogelijk voor terugbetaling zal worden gezorgd, wijzen de uit de logbestanden van SmartFMS gebleken mutaties en de data en tijdstippen daarvan op een bewuste handelwijze met het doel om de betreffende afschrijvingen aan het zicht te onttrekken.
De toezichthoudende kantonrechter heeft daarnaast geconstateerd dat in de dossiers waarin zich onrechtmatige afschrijvingen hebben voorgedaan een sluitende rekening en verantwoording is ingediend waarin geen melding is gemaakt van de betreffende onterechte afschrijvingen. De kantonrechter kan hieruit niet anders concluderen dan dat deze rekening en verantwoordingen onjuist moeten zijn opgemaakt en dat ook hier sprake lijkt te zijn geweest van een doelbewuste handelwijze.
5.13.3.
Maar ook indien er geen sprake zou zijn van opzet, is de kantonrechter van oordeel dat van een goed bewindvoerder/curator mag worden verwacht dat dergelijke onterechte overboekingen van de rekening van rechthebbenden naar de eigen ondernemingsrekening in een eerder stadium worden opgemerkt en gecorrigeerd. De kantonrechter moet erop kunnen vertrouwen dat door [de bewindvoerder] gedane verklaringen juist zijn, echter blijkt dit achteraf niet altijd het geval te zijn. [de bewindvoerder] is niet alleen ernstig tekortgeschoten in de uitvoering van haar taak als bewindvoerder, mentor en curator maar heeft rechthebbenden ook ernstig financieel benadeeld.
Alhoewel er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat dit doelbewust is gedaan is opzet niet noodzakelijk om te bepalen of er sprake is van gewichtige redenen. Nu de onterechte overboekingen structureel en over langere periode hebben plaatsgevonden zonder eerder ingrijpen en correctie van de kant van [de bewindvoerder] , kwalificeert de kantonrechter deze handelwijze als slecht bewind.
Rekening en verantwoording
6.1.
Op grond van artikel 1:445 lid 1/artikel 1: 386 lid 1 BW is een bewindvoerder/curator verplicht om jaarlijks rekening en verantwoording af te leggen aan de rechthebbende ten overstaan van de kantonrechter. Indien de rechthebbende niet in staat is de rekening en verantwoording op te nemen dan wordt de rekening en verantwoording afgelegd aan de kantonrechter. De rekening en verantwoording moet de werkelijke inkomsten en uitgaven bevatten en deze mutaties dienen onder de daarvoor bestemde posten in de rekening en verantwoording te worden vermeld. De rekening en verantwoording behoort immers een weerspiegeling te zijn van de wijze waarop het bewind is uitgevoerd, zodat de kantonrechter zijn toezichthoudende taak goed kan uitvoeren.
6.2.
De door [de bewindvoerder] ingediende rekeningen en verantwoordingen zijn door de medewerkers van de rechtbank beoordeeld. Daaruit is gebleken dat in het merendeel van de dossiers een sluitende rekening en verantwoording is ingediend. Gelet op hetgeen in het rapport is vermeld over de onttrokken bedragen zonder aantoonbare grondslag en aangebrachte mutaties in de softwaresystemen (OnView en SmartFMS) zijn deze rekeningen en verantwoordingen in de betreffende dossiers niet naar waarheid opgemaakt door [de bewindvoerder] . Ter zitting is door de heer [naam] aangegeven dat de medewerkers van [de bewindvoerder] aan hem hebben verklaard dat zij de rekening en verantwoordingen niet zelf bij de rechtbank mochten indienen en dat dit altijd door [de bewindvoerder] zelf werd gedaan.
[de bewindvoerder] heeft dit ter zitting niet weersproken. [de bewindvoerder] heeft daarmee de kantonrechter belemmerd om zijn toezichthoudende taak goed uit kunnen voeren.
Waarnemingen oud-medewerkers
7.1.
Ter griffie van de rechtbank is op 29 augustus 2023 een brief ontvangen van een aantal oud-medewerkers van [de bewindvoerder] over de door hen waargenomen onregelmatigheden in de financiële en administratieve bedrijfsvoering. [de bewindvoerder] stelt zich op het standpunt dat deze medewerkers zich niet hebben gekweten van hun taak die [de bewindvoerder] aan hen had opgedragen, maar daarentegen een klacht bij de rechtbank hebben neergelegd. Het personeel had de instructie om te controleren of boekingen niet dubbel werden gedaan tijdens de conversie van het softwarepakket OnView naar SmartFMS. In plaats van hun werkgever daaromtrent te informeren hebben deze medewerkers geheel buiten [de bewindvoerder] om gemeend een klacht in te moeten dienen bij de rechtbank.
7.2.
De kantonrechter overweegt dat de werkgever conform artikel 7:661 BW aansprakelijk is voor schade die de werknemer bij de uitvoering van de overeenkomst heeft toegebracht aan de werkgever of een derde, tenzij er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. Daarbij had [de bewindvoerder] regelmatig moeten controleren of de conversie goed verliep. Hij kan deze verantwoordelijkheid niet afschuiven op medewerkers die kort in dienst waren. Het getuigt van moed en onbaatzuchtigheid om de (vermoedens van) misstanden aan de kantonrechter te melden. Dit is mede de aanleiding geweest voor een uitgebreid onderzoek waaruit de nodige misstanden naar voren zijn gekomen.
Benadering rechthebbenden tijdens schorsing
8.1.
Op 2 november 2023 is [de bewindvoerder] wederom opgeroepen voor verhoor vanwege signalen dat [de bewindvoerder] na de datum van schorsing cliënten heeft benaderd ten aanzien van wie hij als bewindvoerder/mentor/curator is geschorst en met hen de mogelijkheid heeft besproken van een opheffingsverzoek en aansluitend budgetbeheer bij een (nieuwe) onderneming van hem en/of zijn vrouw. Tijdens dit verhoor heeft [de bewindvoerder] verklaard dat zijn vrouw al jarenlang de wens had om een eigen onderneming te starten. Het moment van de schorsing zag zij als een kans om dit daadwerkelijk te doen maar zij heeft toch besloten om dit niet te doen. Er komt geen onderneming in budgetbeheer van zijn vrouw. In het verweerschrift van [de bewindvoerder] dat is ontvangen op 12 december 2023 staat echter dat het klopt dat zijn vrouw een nieuwe onderneming heeft opgericht waarbinnen zijn vrouw zich bezig zal houden met budgetbeheer.
8.2.
[de bewindvoerder] ontkent na de schorsing actief cliënten te hebben benaderd. Er zijn wel ongeveer zes reguliere opheffingsverzoeken ingediend omdat de grondslag voor het bewind is verdwenen.
Kompas heeft tijdens huisbezoeken van meerdere rechthebbenden verklaringen ontvangen die dit weerspreken. Tijdens deze bezoeken is gebleken dat [de bewindvoerder] , samen met zijn echtgenote, na de schorsing op 6 oktober 2023 op bezoek is geweest bij rechthebbenden om hen te overtuigen een opheffingsverzoek voor bewindvoering en mentorschap bij de kantonrechter in te dienen en gebruik te maken van de mogelijkheid van budgetbeheer door [de bewindvoerder] , dan wel de nieuwe onderneming van [de bewindvoerder] . Er wordt gebruik gemaakt van reeds ingevulde verzoekschriften die ter ondertekening worden voorgelegd aan rechthebbenden die niet kunnen lezen en schrijven. Kompas heeft twee brieven toegevoegd aan het voorlopig onderzoeksrapport.
8.3.
Alhoewel de kantonrechter (nog) niet vast heeft kunnen stellen bij hoeveel rechthebbenden de heer [de bewindvoerder] langs is geweest en nog niet in elk individueel dossier heeft kunnen onderzoeken of er sprake was van beïnvloeding en/of misbruik van zijn positie, spreekt het feit dat er nu toch een nieuwe onderneming is gestart ondanks de eerdere toezegging dat dit niet het geval was, niet in het voordeel van [de bewindvoerder] . De reeds ontvangen opheffingsverzoeken zullen door de kantonrechter zorgvuldig worden beoordeeld met kennisneming van de informatie van Kompas.
Klachten
9. Van twee gemeenten zijn in juli en augustus 2023 klachten ontvangen over het functioneren van [de bewindvoerder] als bewindvoerder. [de bewindvoerder] heeft niet (tijdig) op vragen van de gemeenten gereageerd waardoor voor rechthebbenden noodzakelijke voorzieningen in het gedrag zijn gekomen. [de bewindvoerder] ontkent niet (tijdig) op de vragen te hebben gereageerd, maar onderbouwt dit standpunt niet met bewijsstukken. Daarbij heeft [de bewindvoerder] niet (tijdig) gereageerd op vragen van de rechtbank over deze twee klachten. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat niet is gebleken [de bewindvoerder] adequaat en tijdig op vragen van de gemeenten en de rechtbank heeft gereageerd.
Conclusie
10. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen komt de kantonrechter tot het oordeel dat het functioneren van [de bewindvoerder] onder de maat is geweest en dat is gebleken van forse financiële onregelmatigheden met financieel nadeel voor rechthebbenden tot gevolg. [de bewindvoerder] heeft de aan haar opgelegde verplichtingen, zoals beschreven in rechtsoverweging 4.2, niet nageleefd en is daarin ernstig toerekenbaar tekortgeschoten. Deze geconstateerde tekortkomingen vormen gewichtige redenen om tot een ontslag in alle zaken te komen, inclusief de zaken waarin zij als curator en mentor is benoemd.
De kantonrechter zal [de bewindvoerder] daarom ontslaan in alle zaken die onder toezicht van de rechtbank Noord-Nederland vallen.
11. Kompas Zuidlaren BV heeft zich bereid verklaard om tot opvolgend bewindvoerder of curator te worden benoemd. Uit de artikelen 1:435 lid 3 en 1:383 lid 2 BW volgt dat de kantonrechter bij de benoeming van een bewindvoerder of curator de uitdrukkelijke voorkeur van rechthebbende moet volgen, tenzij gegronde redenen zich tegen die benoeming verzetten. De kantonrechter zal daarom rechthebbenden in de gelegenheid stellen om – indien zij dat wensen – zelf een andere opvolgend bewindvoerder of curator voor te stellen en hier eventueel over te worden gehoord.
12. De Hoge Raad heeft in de uitspraak van 23 juni 2023 geoordeeld dat ook de eerste werkzaamheden van een opvolgend bewindvoerder, mentor of curator vallen onder de reikwijdte van het begrip ‘aanvangswerkzaamheden’ zoals opgenomen in artikel 3 lid 5 onder a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren. De kantonrechter zal de beloning van de te benoemen opvolgend bewindvoerder, mentor of curator voor de aanvangswerkzaamheden daarom vaststellen conform artikel 3 lid 5 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
De kantonrechter zal het aan de toezichthoudende kantonrechter CBM overlaten om in afzonderlijke beschikkingen de door rechthebbenden als gevolg van de handelwijze van [de bewindvoerder] geleden schade vast te stellen. De toezichthoudende kantonrechter CBM kan bij die schadevaststelling eveneens oordelen over de vraag of de hiervoor genoemde kosten voor de aanvangswerkzaamheden als door rechthebbende geleden schade ten laste van [de bewindvoerder] dienen te komen.
13. De kantonrechter zal de jaarbeloning van de te benoemen bewindvoerder, mentor of curator, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig de toepasselijke artikelen van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
14. Gelet op de gewichtige redenen die aanleiding vormen voor het ontslag van [de bewindvoerder] in alle zaken zal [de bewindvoerder] worden vrijgesteld van de verplichting om eindrekening en -verantwoording af te leggen.
15.1.
De toezichthoudende kantonrechter heeft in de beschikking van 6 oktober 2023 Kompas tot deskundige benoemd en beslist dat de kosten van het onderzoek aan Kompas zullen worden vergoed op basis van een urenspecificatie tegen het uurtarief gebaseerd op de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren. Zij heeft daarbij overwogen dat na de uitkomst van het onderzoek zal worden besloten of de door Kompas in het kader van het onderzoek gemaakte kosten ten laste moeten komen van [de bewindvoerder] .
15.2.
Nu hiervoor is vastgesteld dat er sprake is van slecht bewind door [de bewindvoerder] ziet de kantonrechter aanleiding om [de bewindvoerder] overeenkomstig het bepaalde in artikel 1:360 lid 3 juncto artikel 1:445 lid 4 BW te veroordelen in de kosten die Kompas als deskundige in het kader van het onderzoek heeft gemaakt.
De hoogte van de kosten zal worden vastgesteld op [bedrag] conform de door Kompas bij de rechtbank ingediende factuur.
De kantonrechter zal verder bepalen dat de kosten voor het deskundigenonderzoek voorlopig als voorschot ten laste van 's Rijks kas zullen komen en zullen worden voldaan door de griffier van de rechtbank.

Beslissing

De kantonrechter:
- ontslaat [de bewindvoerder] , gevestigd te [adres] , met ingang van 16 februari 2024 als bewindvoerder, mentor en curator in alle zaken die onder het toezicht vallen van de rechtbank Noord-Nederland;
- benoemt met ingang van 16 februari 2024 Kompas Zuidlaren BV ( [adres] ) tot opvolgend bewindvoerder, maar stelt rechthebbende in de gelegenheid om een andere bewindvoerder voor deze benoeming voor te stellen aan de kantonrechter op de wijze zoals beschreven in het begeleidend schrijven bij deze beschikking;
- bepaalt dat [de bewindvoerder] geen eindrekening- en verantwoording hoeft af te leggen;
- gelast [de bewindvoerder] om het papieren en digitale dossier van rechthebbende, alle elektronische en/of digitale gegevensdragers waarop zich gegevens van rechthebbende bevinden en alle inlogcodes en wachtwoorden die toegang bieden tot gegevens van rechthebbende over te dragen aan de opvolgend bewindvoerder, mentor of curator;
- bepaalt dat het ontslag van de [de bewindvoerder] en de benoeming van de opvolgend bewindvoerder of curator wordt ingeschreven in het openbaar Centraal Curatele- en Bewindregister, voor zover daarvan reeds sprake is;
- stelt vast dat de opvolgend bewindvoerder, mentor of curator gerechtigd is om een éénmalige vergoeding voor zijn/haar aanvangswerkzaamheden in rekening te brengen conform de toepasselijke artikelen van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
- stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder, mentor of curator vast overeenkomstig de toepasselijke artikelen van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
- stelt de hoogte van de kosten van de deskundige vast op het door haar gefactureerde bedrag van [bedrag] ;
- bepaalt dat de kosten van de deskundige voorlopig als voorschot ten laste van 's Rijks kas zullen komen en zullen worden voldaan door de griffier van de rechtbank;
- veroordeelt [de bewindvoerder] om de kosten van de deskundige, vastgesteld op [bedrag] te voldoen aan de rechtbank Noord-Nederland;
- verklaart deze beschikking -voor zover nodig- uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.J.R. de Locht, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 11 januari 2024.
C 375/C 57707
Beschikking verzonden op:
Tegen deze beschikking kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.