In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaar tegen een brief van DUO beoordeeld. Eiser had op 25 april 2023 een klacht ingediend bij DUO, die op 3 mei 2023 door verweerder werd beantwoord. Verweerder verklaarde het bezwaar van eiser op 29 juni 2023 niet-ontvankelijk, wat eiser aanvecht. De rechtbank behandelt de vraag of de brief van 3 mei 2023 als een besluit kan worden aangemerkt.
De rechtbank concludeert dat de brief van 3 mei 2023 geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat deze niet gericht was op rechtsgevolg. Eiser had in 2022 een aanvraag ingediend voor de geldelijke waarde van het studentenreisproduct, welke was afgewezen. De rechtbank stelt vast dat de brief van 3 mei 2023 geen beslissing bevatte over de rechten of verplichtingen van eiser, en dat er geen rechtsgeldig bezwaar kon worden gemaakt tegen deze brief.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser ongelijk krijgt. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan op 8 juli 2024, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.