Uitspraak
RECHTBANK Noord-Nederland
1.De procedure
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie
- de mondelinge behandeling van 29 mei 2024.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak, die op 12 juni 2024 door de Rechtbank Noord-Nederland is behandeld, gaat het om een kort geding tussen een man en een vrouw die een affectieve relatie hebben gehad en gezamenlijk eigenaar zijn van een woning. De man vordert in conventie dat de vrouw haar medewerking verleent aan de levering van haar eigendomsaandeel in de woning, terwijl de vrouw in reconventie vordert om de man te machtigen de woning te verkopen. De rechtbank oordeelt dat het spoedeisend belang van de man niet voldoende is aangetoond, en dat er onvoldoende aannemelijk is dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de uitkoop van de woning. De vrouw heeft ook onvoldoende spoedeisend belang aangetoond voor haar vorderingen. De rechtbank wijst beide vorderingen af en compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.