In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 29 augustus 2024, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van de heffingsambtenaar van de gemeente Leeuwarden beoordeeld. Eiser had op 11 januari 2023 een verzoek ingediend op grond van de Wet open overheid (Woo) om openbaarmaking van documenten met betrekking tot de naheffingsaanslagen parkeerbelasting. Het primaire besluit van 7 februari 2023, genomen door het hoofd van de afdeling belastingen, werd door eiser betwist, omdat hij vond dat niet alle gevraagde informatie was verstrekt en dat het besluit onbevoegd was genomen.
De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit van 6 april 2023, waarin verweerder het primaire besluit handhaafde, vernietigd moet worden. De rechtbank stelt vast dat eiser niet is gehoord op zijn bezwaar, wat in strijd is met de hoorplicht zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat deze schending van de hoorplicht eiser in zijn belangen heeft geschaad, omdat hij niet de gelegenheid heeft gehad om zijn verzoek verder toe te lichten en om verduidelijking te vragen over de verstrekte informatie.
De rechtbank draagt verweerder op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak, waarbij eiser in de gelegenheid moet worden gesteld om te worden gehoord. Tevens moet verweerder het griffierecht en de proceskosten aan eiser vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van de hoorplicht in bestuursrechtelijke procedures en de noodzaak voor bestuursorganen om transparant te zijn in hun besluitvorming.