Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 september 2024 in de zaak tussen
Omwonenden Noord Lheederes:
)
Rechtbank Noord-Nederland
Op 24 september 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen omwonenden van Noord Lheederes en het college van Gedeputeerde Staten van Drenthe. De omwonenden hadden in 2021 verzocht om handhavend op te treden tegen het gebruik van een perceel aan de Lhee in Dwingeloo, omdat zij meenden dat er sprake was van overtreding van de Wet natuurbescherming door intensief gebruik van bestrijdingsmiddelen. Dit gebruik zou schadelijk zijn voor het nabijgelegen Natura 2000-gebied Dwingelderveld. Het college heeft het verzoek afgewezen en ook het bezwaar dat hiertegen was ingediend, werd afgewezen. De omwonenden hebben hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 15 juli 2024 zijn de eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigden, verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat niet alle eisers ontvankelijk zijn in hun beroep, omdat zij niet hebben deelgenomen aan de bezwaarprocedure of omdat hun machtigingen te laat zijn ingediend. De rechtbank heeft ook overwogen dat de eisers niet kunnen worden aangemerkt als belanghebbenden, omdat de afstand van hun percelen tot het Natura 2000-gebied te groot is om te spreken van een directe relatie met de natuurwaarden die beschermd worden door de Wet natuurbescherming.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het beroep van de niet-ontvankelijke eisers niet-ontvankelijk is verklaard en het beroep van de overige eisers ongegrond is verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.