ECLI:NL:RBNNE:2024:3755

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
2 september 2024
Publicatiedatum
1 oktober 2024
Zaaknummer
196304
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.M. Oude Lohuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging van de machtiging voortzetting crisismatregel en zorgmachtiging

Op 2 september 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verzoeken tot wijziging van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel en het verlenen van een zorgmachtiging. De rechtbank heeft het verzoek om een zorgmachtiging toegewezen, terwijl het verzoek tot wijziging van de voortzetting van de crisismaatregel is afgewezen. De zaak betreft een betrokkene, geboren in 1985, die lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt door haar psychische toestand, wat leidt tot verwaarlozing en gevaar voor de veiligheid van anderen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden zijn voor zorg op vrijwillige basis en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft ook overwogen dat de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is komen te vervallen door de toewijzing van de zorgmachtiging, waardoor het verzoek tot wijziging van de crisismaatregel geen grondslag meer heeft.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie: Leeuwarden
Zaak-/rekestnr.: C/17/196304 / FA RK 24-1727 en C/17/196396 / FA RK 24-1787
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg en afwijzing verzoek tot het wijzigen van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van
2 september 2024naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene] ,

geboren op [geboortedatum] 1985,
wonende [adres] ,
thans verblijvende bij [verblijfsadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. H.C.L. Crozier, kantoorhoudende te Sneek.
1. Het procesverloop
Zorgmachtiging (met zaaknummer C/17/196304 / FA RK 24-1727)
1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift van de officier van justitie, ingekomen bij de griffie op 21 augustus 2024, en van de volgende bijlagen:
  • de medische verklaring d.d. 20 augustus 2024;
  • de zorgkaart d.d. 16 augustus 2024;
  • het zorgplan d.d. 15 augustus 2024;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur als bedoeld in artikel 5:15 Wvggz en het door de geneesheer-directeur opgestelde voorstel voor een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 5:17 lid 4 Wvggz d.d. 20 augustus 2024;
  • gegevens over een eerder afgegeven crisismaatregel en machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel;
  • politiegegevens als bedoeld in de Wet Politiegegevens;
  • strafvorderlijke en justitiële gegevens als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;
  • een verklaring van de griffie dat het curatele- en bewindregister ten aanzien van betrokkene geen gegevens bevat.
Wijziging van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel (met zaaknummer C/17/196396 / FA RK 24-1787)
1.2.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift van de officier van justitie, ingekomen bij de griffie op 28 augustus 2024, en van de volgende bijlagen:
  • de aanvraag wijziging crisismaatregel d.d. 22 augustus 2024;
  • de medische verklaring aanvraag wijziging crisismaatregel d.d. 28 augustus 2024;
  • de wvggz bevindingen aanvraag wijziging crisismaatregel;
  • de onvoorziene tijdelijk verplichte zorg noodsituatie d.d. 22 augustus 2024;
  • het zorgplan d.d. 15 augustus 2024;
  • politiegegevens als bedoeld in de Wet Politiegegevens;
  • strafvorderlijke en justitiële gegevens als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;
  • een verklaring van de griffie dat het curatele- en bewindregister ten aanzien van betrokkene geen gegevens bevat;
  • gegevens over de eerder afgegeven crisismaatregel en de voortzetting van de crisismaatregel.
1.3.
De rechtbank heeft op 2 september 2024 het verzoek tot wijziging van de voortzetting van de crisismaatregel gelijktijdig met het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging behandeld. De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op het verblijfadres van betrokkene. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door mr. H.C.L. Crozier;
  • A. van der Kuur, psychiater en tevens de zorgverantwoordelijke.
De officier van justitie is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.
2. De beoordeling
Ten aanzien van de zorgmachtiging
2.1.
De rechter kan op verzoek van de officier van justitie een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Wanneer het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, mits er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er geen minder bezwarende alternatieven zijn, het verlenen van verplichte zorg evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door een psychische stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen.
De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en uit hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gekomen, is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, bipolaire-stemmingsstoornissen en middelgerelateerde- en verslavingstoornissen.
2.3.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
  • ernstige psychische schade;
  • ernstige verwaarlozing;
  • maatschappelijke teloorgang;
  • de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
  • de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Betrokkene is bekend met een manisch psychotische ontregeling vermoedelijk geluxeerd door middelengebruik. Voorafgaand aan de opname was er sprake van overlast. Betrokkene was verward en liet allemaal voorwerpen in de buurt achter. Tevens was er sprake van verbale agressie en dreiging van fysieke agressie. Tijdens opname is betrokkene meermalen fors fysiek agressief geweest naar de verpleegkundigen en zorgbeveiliger. Zij heeft hen geslagen, geduwd, gestompt, in het gezicht gespuugd, uitgescholden, bedreigd en onheus bejegend. Betrokkene stond niet achter de medicamenteuze behandeling en heeft de medicatie op enkele dagen geweigerd.
2.4.
Tijdens de mondelinge behandeling van het verzoek is gebleken dat het toestandsbeeld van betrokkene sterk verbeterd is. Echter is het herstel nog pril. Er is sprake van een sterke verbetering in de samenwerking en betrokkene heeft meer vrijheden gekregen.
Betrokkene heeft kennis gemaakt met de VNN en er wordt momenteel een plan gemaakt zodat betrokkene naar huis kan met de juiste zorg. Een zorgmachtiging is nodig als stok achter de deur voor als het in de thuissituatie minder goed gaat met betrokkene.
2.5.
Voorgaande maakt dat betrokkene langer zorg nodig heeft voor:
  • het afwenden van ernstig nadeel;
  • het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van de psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor;
  • het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint;
  • het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
2.6.
Door en namens betrokkene is afwijzing van het verzoek bepleit. De samenwerking is sterk verbeterd en betrokkene zou graag in een vrijwillig kader de behandeling voortzetten. Anders dan betrokkene is de rechtbank van oordeel dat gebleken is dat er nog geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. Hoewel het toestandsbeeld van betrokkene sterk is verbeterd en zij op dit moment achter de behandeling staat, heeft betrokkene zich recent nog ernstig verzet tegen de opname. Daarnaast is betrokkene wisselend in de bereidheid de voorgeschreven medicatie te gebruiken en heeft betrokkene tijdens opname nog middelen gebruikt waardoor zij ontregelde. De rechtbank vindt het nu nog te vroeg en de andere houding van betrokkene te pril om er al geheel op te kunnen vertrouwen dat betrokkene de behandeling zal voortzetten en de medicatie langdurig vrijwillig blijft innemen. De rechtbank is van oordeel dat onder andere (medicamenteuze) behandeling noodzakelijk is en een zorgmachtiging als vangnet en stok achter de deur helpend kan zijn om ernstig nadeel te voorkomen. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.7.
De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
  • opnemen in een accommodatie.
2.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.
2.10.
Na de mondelinge behandeling is een kennisgeving van de mondelinge uitspraak aan de zorgaanbieder uitgereikt.
Ten aanzien van de wijziging van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
2.11.
Ten aanzien van betrokkene is op 31 juli 2024 een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel afgegeven. Uit de aanvraag van de zorgverantwoordelijke van 22 augustus 2024 en het advies van de geneesheer-directeur blijkt dat de in de voortzetting van de crisismaatregel genoemde vormen van verplichte zorg niet (langer) volstonden, waardoor er sprake was van een (dreigende) noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz.
2.12.
Betrokkene heeft aangegeven een relatie te hebben met een patiënt die bekend is met middelengebruik en dat zij met deze patiënt tijdens de opname middelen heeft gebruikt. Deze patiënt heeft na zijn ontslag voor de deur van de kliniek gestaan en wilde graag met betrokkene afspreken. Er was een vermoeden dat hij betrokkene voorzag in middelen. Het gebruik van middelen zorgt voor instandhouding en ontregeling van de manische symptomen wat het herstel van betrokkene belemmerde. Daarnaast was betrokkene ontremd en had zij tijdens opname innig contact met deze patiënt waarbij zij meermaals zoenend op de gang van de afdeling zijn aangetroffen. Om deze noodsituatie af te wenden heeft de zorgverantwoordelijke, bij wijze van tijdelijke maatregel, de volgende vorm van verplichte zorg toegepast: ´beperken van het recht op het ontvangen van bezoek
'.
2.13.
De rechtbank overweegt dat gelijktijdig met het onderhavige verzoek, het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op grond van de Wvggz is behandeld. Gelet op het feit dat de rechtbank het verzoek tot verlening van een zorgmachtiging heeft toegewezen, waarbij 'beperken van het recht op het ontvangen van bezoek' als verplichte vorm van zorg is opgenomen, blijkt dat de rechtbank van oordeel is dat de genoemde vorm van verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank legt deze vorm van zorg namelijk op, om de in 2.12 genoemde redenen. Met het toewijzen van de zorgmachtiging is de machtiging tot voortzetten crisismaatregel komen te vervallen. Nu er geen lopende crisismaatregel meer is, ontbreekt een grondslag voor het toewijzen van het verzoek tot wijziging van de machtiging voortzetting crisismaateregel. Een eventuele toewijzing vindt immers niet met terugwerkende kracht plaats, maar per datum van deze beschikking. De zorgmachtiging voorziet ook in een mogelijkheid om de vriend van betrokkene te weren. Om die reden zal het verzoek tot wijziging van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel dan ook worden afgewezen.
3. De beslissing
De rechtbank:
ten aanzien van de zorgmachtiging (C/17/196304 / FA RK 24-1727)
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1985, inhoudende dat gedurende de geldigheid van de machtiging bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
  • opnemen in een accommodatie.
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 2 maart 2025;
ten aanzien van de wijziging van de machtiging tot voortzetting crisismaatregel (zaaknummer C/17/196396 / FA RK 24-1787)
3.3.
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven op 2 september 2024 door mr. J.M. Oude Lohuis, rechter, bijgestaan door de griffier en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 12 september 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
..
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
fn. 998
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.