ECLI:NL:RBNNE:2024:3861
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake erfbelasting door te late indiening
Op 9 oktober 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de inspecteur van de Belastingdienst Particulieren, kantoor Zwolle. De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiser niet ontvankelijk is omdat het te laat is ingediend. Eiser had op 20 februari 2024 een beroepschrift moeten indienen, maar dit is pas op 14 mei 2024 ontvangen, wat buiten de beroepstermijn valt. De inspecteur had eerder een aanslag erfbelasting opgelegd aan eiser in verband met de verkrijging van de nalatenschap van zijn moeder, en had het bezwaar van eiser afgewezen. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en vastgesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij tijdig beroep heeft ingesteld. De rechtbank wijst erop dat de belastingrechter niet bevoegd is om te oordelen over de kwijtschelding van de aanslag, en dat eiser hiervoor bij de ontvanger van de Belastingdienst moet zijn. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en stelt dat eiser het griffierecht niet terugkrijgt. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.