ECLI:NL:RBNNE:2024:4287

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
10 oktober 2024
Publicatiedatum
4 november 2024
Zaaknummer
196894
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van zelfbindingsverklaring in het kader van de Wvggz

Op 10 oktober 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging op basis van een zelfbindingsverklaring. De zaak betreft een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van verplichte zorg aan een betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, te weten een recidief psychotische decompensatie in het kader van een schizo-affectieve stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van ernstig nadeel, zoals ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang, en dat de omstandigheden zoals beschreven in de zelfbindingsverklaring zich voordoen. De rechtbank oordeelt dat de betrokkene zorg nodig heeft om het ernstig nadeel af te wenden en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, tot en met 10 april 2025, en wijst het meer of anders verzochte af. De beschikking is mondeling gegeven en later schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie: Leeuwarden
Zaak-/rekestnr.: C/17/196894 / FA RK 24-2083
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van
10 oktober 2024naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging naar aanleiding van een zelfbindingsverklaring als bedoeld in artikel 6:4 van de Wvggz, ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] ,
wonende aan de [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J. Oosterhof, kantoorhoudende te Heerenveen.

1.Het procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift van de officier van justitie, ingekomen bij de griffie op 7 oktober 2024, en van de volgende bijlagen:
  • de medische verklaring d.d. 3 oktober 2024;
  • het zorgplan d.d. 17 oktober 2024;
  • de zelfbindingsverklaring d.d. 2 november 2023;
  • een verklaring wilsbekwaamheid ten behoeve van een zelfbindingsverklaring d.d. 30 oktober 2023;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur als bedoeld in artikel 5:15 Wvggz en het door de geneesheer-directeur opgestelde voorstel voor een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 5:17 lid 4 Wvggz d.d. 4 oktober 2024;
  • gegevens over een eerder voor betrokkene afgegeven machtiging op grond van de Wet Bopz;
  • gegevens over een eerder afgegeven zorgmachtiging;
  • verklaring van de griffie dat het curatele- en bewindregister ten aanzien van betrokkene geen gegevens bevat.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 10 oktober 2024, bij betrokkene thuis. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door mr. J. Oosterhof;
  • A. Hoenderboom, psychiater en tevens de zorgverantwoordelijke;
  • [naam] , casemanager FACT.
De officier van justitie is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2.De beoordeling

2.1.
Betrokkene heeft samen met haar zorgverantwoordelijke een zelfbindingsverklaring
opgesteld op grond van artikel 4:1 Wvggz, vergezeld van een zorgplan. De
zelfbindingsverklaring is op grond van artikel 4:2 Wvggz op 2 november 2023 ondertekend door betrokkene, de zorgverantwoordelijke en de geneesheer-directeur. Psychiater C.M.J. van Litsenburg heeft op 30 oktober 2023 een verklaring op grond van artikel 4:1
lid 7 Wvggz opgesteld waaruit blijkt dat betrokkene ten tijde van het opstellen van de
zelfbindingsverklaring tot een redelijke waardering van haar belangen in staat was. Deze
verklaring is op 7 november 2023 door [naam] namens de geneesheer-directeur,
ondertekend.
2.2.
In de zelfbindingsverklaring worden, voor zover hier van belang, de volgende omstandigheden genoemd die noodzaken tot het verlenen van verplichte zorg:
“Als ik psychotisch ben heb ik hallucinaties, wanen en ben ik uit de realiteit. Door de wanen en hallucinaties lijd ik psychische schade. Ik vertoon dan onaangepast gedrag en er is sprake van financiële schade. Wat mensen aan mij zien bij een psychose:
-belgedrag verandert
-gespannen uitdrukking, mimiek verandert
-FACT mag binnen komen maar een gesprek is niet meer mogelijk. Ik ben nauwelijks in contact
-ik zeg onrealistische dingen
Onder welke omstandigheden geen verplichte zorg: zolang ik mezelf nog in de hand heb en er nog een gesprek met me mogelijk is.”
2.3.
Uit de overgelegde stukken en uit hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar
voren is gekomen, is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een recidief psychotische decompensatie in het kader van een schizo-affectieve stoornis.
2.4.
Namens betrokkene is gepleit voor afwijzing van het verzoek.
Er is met betrokkene afgesproken dat gesprekken vooraf worden aangekondigd. Dat gebeurt niet altijd. Als gesprekken worden aangekondigd doet zij open en is ze bereid te praten. Verder neemt betrokkene haar medicatie, verwaarloost ze zichzelf niet en komt ze weer buiten na eerdere heupproblemen die ze had. Nu er geen sprake is van ernstig nadeel moet het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging worden afgewezen, aldus de advocaat.
2.5.
Anders dan betrokkene is de rechtbank van oordeel dat deze stoornis wel leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
  • ernstige verwaarlozing;
  • maatschappelijke teloorgang;
  • de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
  • de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.6
Ten aanzien van het verweer dat thans geen sprake is van ernstig nadeel, overweegt de rechtbank overweegt als volgt. Gelet op artikel 4:1 lid 2 sub a Wvggz wordt in de zelfbindingsverklaring beschreven onder welke omstandigheden verplichte zorg aan betrokkene moet worden verleend om ernstig nadeel te voorkomen. Dat brengt naar het oordeel van de rechtbank mee dat voor het verlenen van een zorgmachtiging op basis van een zelfbindingsverklaring het ernstig nadeel zich op moment van de beoordeling van het verzoek zorgmachtiging nog niet voor hoeft te doen, maar dat het wel (ten minste) moet dreigen, gelet op hetgeen betrokkene hierover in de zelfbindingsverklaring aan omstandigheden heeft omschreven. Wat daar ook van zij, de rechtbank is van oordeel dat het ernstig nadeel, zoals omschreven in de medische verklaring, zich voordoet.
Betrokkene kent een uitgebreide psychiatrische voorgeschiedenis met meerdere (gedwongen) opnames. Sinds 2022 heeft betrokkene relatief stabiel gefunctioneerd. De rechtbank begrijpt uit de medische verklaring dat het de laatste periode zichtbaar slechter is gegaan met betrokkene. Zo is de samenwerking met haar steeds minder goed en gaat zij steeds meer uit contact. Ze is toenemend geagiteerd naar haar omgeving, waarbij er dreiging uitgaat van het contact. Betrokkene heeft zichtbaar gewicht verloren en is verminderd in zelfzorg. In het verleden is gebleken dat betrokkene verbaal en fysiek agressief kan zijn richting haar omgeving gedurende een psychiatrische decompensatie. Uit het voorgaande is de rechtbank gebleken dat het ernstig nadeel zoals genoemd in 2.5., zich voordoet.
2.7.
In de zelfbindingsverklaring staan omstandigheden vermeld waaronder verplichte zorg aan betrokkene moet worden verleend om ernstig nadeel te voorkomen.
Deze verklaring is mede door betrokkene zelf ondertekend en is nog steeds geldig. Uit de wilsbekwaamheidsverklaring van psychiater C.M.J. van Litsenburg volgt dat betrokkene destijds in staat was tot een redelijke waardering van haar belangen inzake deze zelfbindingsverklaring.
2.8.
Ook tijdens de mondelinge behandeling heeft de psychiater aangegeven dat sinds juni 2024 een afname in contact met betrokkene wordt waargenomen en dat sprake is van een toenemende achterdocht en weerstand bij betrokkene. Momenteel doet zij wel de deur open voor de verpleegkundigen die haar het depot komen geven, maar een gesprek met betrokkene is daarbij niet meer mogelijk. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de psychiater ter zitting voldoende onderbouwd waarom het huidige toestandsbeeld van betrokkene overeenkomt met de omstandigheden die vermeld staan in de zelfbindingsverklaring.
Gelet op het voorgaande verwerpt de rechtbank het pleidooi tot afwijzing van het verzoek en stelt de rechtbank vast dat genoegzaam is gebleken dat de omstandigheden waaronder verplichte zorg aan betrokkene moet worden verleend om het ernstig nadeel af te wenden, zoals beschreven in de zelfbindingsverklaring, zich nu voordoen.
2.9.
Voorgaande maakt dat betrokkene zorg nodig heeft voor:
  • het afwenden van ernstig nadeel;
  • het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van de psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor;
  • het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint;
  • het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
2.10.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de overlegde stukken en hetgeen ter zitting is besproken blijkt dat betrokkene momenteel vrijwillig in zorg is bij het FACT-team, maar dat de samenwerking niet goed verloopt. Betrokkene heeft op eigen initiatief haar medicatie verlaagd en hierbij was geen overleg mogelijk met betrokkene. De psychiater heeft aangegeven dat zij de voorgeschreven dosering uiteindelijk heeft aangepast aan de zelfgekozen dosering van betrokkene. Dit zodat de verpleegkundigen betrokkene nog wel enige medicatie konden toedienen, aangezien de toenmalige dosering niet werd geaccepteerd en de verpleegkundige zich bedreigd voelde.
Betrokkene is zeer achterdochtig over de medicatie en heeft onlangs een spuit uit de handen van een verpleegkundige gegrist, terwijl de spuit al in haar lichaam zat. Dit leverde een onveilige situatie op. De casemanager geeft aan betrokkene te kennen als open en aanspreekbaar, maar dat dit thans niet meer het geval is. Ze is momenteel boos en geagiteerd. Het gedrag bestaande uit verminderd in contact zijn met hulpverlening is conform haar eigen beschrijving van de psychotische symptomen in de zelfbindingsverklaring. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verplichte zorg nodig is om het ernstig nadeel af te wenden.
2.11.
De rechtbank sluit aan bij de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg. Deze zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
2.12.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.13.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.
2.14.
Na de mondelinge behandeling is een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de zorgaanbieder uitgereikt.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] , inhoudende dat gedurende de geldigheid van de machtiging bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 10 april 2025;
3.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is mondeling gegeven op 10 oktober 2024 door mr. H.J.M. Bellekom, rechter, bijgestaan door de griffier en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 25 oktober 2024.
fn. 1031
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.