Op 24 december 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot het verlenen van een rechterlijke machtiging voor opname en verblijf, ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het verzoek was gericht op de betrokkene, geboren in 1947, die in een schrijnende woonsituatie verkeerde. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift dat op 10 december 2024 bij de griffie was ingekomen, evenals van verschillende bijlagen, waaronder een indicatiebesluit en een medische verklaring.
De mondelinge behandeling vond plaats op 24 december 2024, maar de betrokkene weigerde de deur te openen en was niet bereid om zich te laten horen. Ook was er geen zorgverlener of mentor aanwezig om het verzoek toe te lichten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de oproep voor de mondelinge behandeling op de juiste manier was gedaan, maar gezien de afwezigheid van de betrokkenen en het gebrek aan toelichting, heeft de rechtbank besloten het verzoek tot machtiging af te wijzen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling aangegeven dat een rechterlijke machtiging alleen kan worden verleend indien het gedrag van de betrokkene leidt tot ernstig nadeel en er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om dit nadeel te voorkomen. Aangezien de betrokkene niet aanwezig was en er geen ondersteuning was van zorgverleners, kon de rechtbank niet tot een positieve beslissing komen. De beschikking is gegeven door rechter J.M. Oude Lohuis en is schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op dezelfde dag.