In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 21 juni 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot beëindiging van het gezamenlijk gezag over de minderjarigen [namen kinderen]. De vrouw, bijgestaan door haar advocaat mr. M.M.E. Rietjens, heeft verzocht om het gezamenlijk gezag te beëindigen en haar voortaan met het eenhoofdig gezag over de kinderen te belasten. De man, die sinds september 2023 naar het zuiden van Europa is verhuisd, heeft geen verweer gevoerd en heeft per e-mail aangegeven in te stemmen met het verzoek van de vrouw. De rechtbank heeft vastgesteld dat de omstandigheden zijn gewijzigd door de verhuizing van de man, waardoor de vrouw alle verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de kinderen alleen draagt. De rechtbank oordeelt dat het gezamenlijk gezag niet meer in het belang van de kinderen is, aangezien de man slecht bereikbaar is en nauwelijks betrokken bij hun leven. De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw toegewezen en het gezamenlijk gezag beëindigd, waarbij het gezag voortaan alleen aan de vrouw is toegewezen. De rechtbank benadrukt het belang van de rol van de man in het leven van de kinderen, ondanks de beëindiging van zijn gezag.