Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
"Franekeradeel-Harlingen"en vastgesteld door:
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de enkelvoudige landinrichtingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland op 6 december 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [A] c.s. tegen de Lijst der Geldelijke Regelingen (LGR) die was vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Fryslân. De procedure betreft een herverkaveling in het kader van de Wet inrichting landelijke gebied (Wilg), die per 1 januari 2024 is ingetrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat het ontwerp-LGR ter inzage heeft gelegen vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet, waardoor de oude regelgeving van toepassing blijft.
De verzoekers, [A] en [B], hebben bezwaar gemaakt tegen de aanleg van een sloot op de nieuwe eigendomsgrens, die volgens hen schade zou veroorzaken. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de verzoekers niet duidelijk hebben gemaakt wat hun bezwaar precies inhield en dat de gestelde schade niet voldoende onderbouwd is. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek om het bezwaar gegrond te verklaren ongegrond is, omdat de verzoekers niet aan de vereisten van een duidelijk verzoekschrift hebben voldaan.
De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Tegen deze beschikking staat voor belanghebbenden beroep in cassatie open bij de Hoge Raad, binnen drie maanden na de uitspraak.