Goednummer: PL0100-2024073902-1701783
Spooridentificatienummer: AAQX5058NL Merk/type:Blow, TR34
Wapennummer: Niet aanwezig
Het betreft hier een semiautomatisch pistool dat van origine bestemd is om weerloosmakende of traanverwekkende stoffen door een loop af te schieten. Dit pistool is echter getransformeerd en is geschikt gemaakt voor het verschieten van projectielen van centraalvuur kogelpatronen in het kaliber 7,65 mm. Dit pistool is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie.
Munitie:
Kogelpatronen aangetroffen in het genoemde patroonmagazijn AAQX5069NL. Aantal/eenheid: 1 stuks
Merk/type: GECO Kaliber: 7,65
Aantal/eenheid: 1 stuks Merk/type: Sellier&Bellot Kaliber: 7,65 Br.
Deze patronen zijn munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie.
4. Een proces-verbaal van verhoor verdachte bij de rechter-commissaris d.d. 22 maart 2024, voor zover inhoudende als zijn verklaring:
Ik had het vuurwapen in mijn hand geduwd gekregen en om de hoek werd ik aangehouden. U vraagt waar ik het wapen in mijn handen gedrukt heb gekregen. Daar vlakbij in de buurt.
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 18.314574.24
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 oktober 2024, opgenomen op pagina 30 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met 2024268977 d.d. 3 oktober 2024, inhoudend als verklaring van verdachte:
V: Wil je zelf op voorhand al iets verklaren over wat er afgelopen nacht is gebeurd?
A: Ik was gewoon op straat. Ik liep gewoon daarzo. En toen werd ik zomaar aangehouden. Ik had wel wat drugs op zak.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aanhouding verdachte d.d. 2 oktober 2024, opgenomen op pagina 21 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op 2 oktober 2024 reden wij, omstreeks 01.30 uur, met een verhoogde snelheid de [adres] in. Bij het inrijden van de [adres] zagen wij tevens dat een van de personen, naar later bleek verdachte [verdachte] , wegrende door de [adres] en in de richting van de [adres] te Groningen. Wij reden vervolgens achter verdachte aan. Wij zagen dat verdachte nu wandelde, daar hij enkele seconden hiervoor een sprint maakte in de richting waarin hij nu wandelde. Hierop controleerden wij verdachte. Ik, verbalisant [naam] , liep vanaf de locatie van staandehouding terug naar de kruising [adres] / [adres] , de kruising waar [verdachte] vandaan rende toen wij eraan kwamen. Ik keek tussen de kruising en locatie van staandehouding of er mogelijk verboden middelen waren weggegooid. Ik, verbalisant [naam] , zag dat er bij de ondergrondse afvalcontainer in de [adres] een schoudertas van het merk Calvin Klein lag. Gelet op het feit dat dit een in goede staat verkerende schoudertas betrof leek het mij onwaarschijnlijk dat deze als vuil was neergelegd. Mij is tevens bekend dat dergelijke schoudertassen van designermerken worden gebruikt door drugsdealers voor het vervoeren van drugs en/of wapens. Ik keek daarom in deze schoudertas en zag daar onmiddellijk een zwart/grijs handvuurwapen. Op het moment van staandehouding van verdachte, alsmede het moment van aantreffen vuurwapen, was verdachte de enige persoon in de [adres] , te weten het stuk tussen de [adres] en de [adres] te Groningen. Ik, verbalisant [naam] , voerde een veiligheidsfouillering uit bij verdachte [verdachte] . Verdachte overhandigde mij een zwart gripzakje met daarin verdovende middelen.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 oktober 2024, opgenomen op pagina 17 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik bekeek de geleverde beelden en zag het volgende. Ik zag dat de tijdslijn 02-10-2024, 01:26 uur, aangaf op het moment dat de beelden beginnen. Ik zag de situatie op de kruising [adres] met de [adres] en de [adres] te Groningen. Ik herkende de verdachte [verdachte] op beeld. Ik herkende de verdachte van de foto, welke de collega's tijdens de aanhouding van de verdachte gemaakt hebben. Tevens herkende ik de verdachte omdat ik hem eerder vandaag gehoord heb op het cellencomplex. Ik zag dat de verdachte voor de voormalig [naam] , gelegen in de [adres] te Groningen, stond. Ik zag dat de verdachte, op het moment dat de tijdslijn 01:29 uur aangeeft, rennend de [adres] richting de [adres] in gaat. Ik zag dat de verdachte een klein schoudertasje droeg. Ik zag dat de verdachte dit tasje schuin over zijn schouder droeg. Ik zag dat de verdachte, op het moment dat hij wegrende, langs een grondvuilcontainer rende en daar kort bleef staan. Te zien is dat de verdachte, nadat hij de vuilcontainer voorbij loopt uit beeld verdwijnt. Vervolgens zag ik een politie voertuig de straat in rijden. Wat opvallend is, is dat de verdachte een schoudertasje droeg. Op de beelden is te zien dat de verdachte dit tasje nog steeds droeg op het moment dat de verdachte voor de politie wegrent. Op de foto, welke tijdens de aanhouding door de collegas gemaakt is, is te zien dat de verdachte het schoudertasje niet meer draagt.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 oktober 2024, opgenomen op pagina 19 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Tijdens de insluitingsfouillering werden door de aangehouden verdachte twee gripzakjes overhandigd. Deze twee gripzakken werden vervolgens aan mij, verbalisant [naam] overhandigd. Ik, verbalisant [naam] opende het eerste gripzakje. Ik zag dat er in het gripzakje zich twee bruine bolletjes bevonden. Ik zag dat deze bolletjes omhuld waren met plastic. Ik, verbalisant [naam] opende het tweede gripzakje. Ik zag dat er in het gripzakje elf witte bolletjes zaten. Ik zag dat deze bolletjes omhuld waren met plastic. Ik zag dat er nog twee ponypacks in het gripzakje zaten. Ik zag dat er in beide ponypacks een witte poederachtige substantie zat.
5. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 2 oktober 2024, opgenomen op pagina 35 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudende:
Inbeslagneming
Plaats: [adres] , Groningen
Datum en tijd: 2 oktober 2024 te 02:10 uur
Goednummer: PL0100-2024268966-1759460
Object: Vuurwapen Sealbagnummer: AARW7805NL
Object: Vuurwapen (Patroonhouder) Sealbagnummer: AARW7856NL
6. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 2 oktober 2024, opgenomen op pagina 37 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudende:
Inbeslagneming Plaats: Groningen
Datum: 2 oktober 2024 te 02:12 uur
Beslagene
Achternaam: [verdachte] Voornamen: [verdachte]
Goednummer: PL0100-2024268967-1759461
Aantal/eenheid: 11 stuks
Goednummer: PL0100-2024268967-1759464
Bijzonderheden: 2 keer ponypack
Goednummer: PL0100-2024268967-1759465
Bijzonderheden: 3 keer bolletje
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt aanvullend proces-verbaal onderzoek wapen d.d. 15 november 2024, bijgevoegd bij voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Wapenomschrijving:
Goednummer: PL0100-2024268966-1759460
Merk/type: Blow, TR 914 Spooridentificatienummer: AARW7805NL
Bij het wapen werd een bijpassend patroonmagazijn (spooridentificatienummer AARW7856NL) aangeleverd.
Het inbeslaggenomen voorwerp is een semiautomatisch centraalvuur pistool geschikt om projectielen door een loop af te schieten. Derhalve is dit pistool een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie. Oorspronkelijk betreft het hier een gaspistool waarbij de loop voorzien was van een sper (blokkering). Voornoemde gesperde loop is in zijn geheel verwijderd en vervangen voor een stalen loop voorzien van trekken en velden en gekamerd in het kaliber 7,65 millimeter. Het wapen is hiermee geschikt gemaakt voor het verschieten van kogelpatronen in
het kaliber 7,65 millimeter. De oorspronkelijke merk-, type- en kaliberbenamingen zijn overgedrukt met valse opschriften: Walther 7,65.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt aanvullend proces-verbaal onderzoek verdovende middelen
d.d. 15 oktober 2024, bijgevoegd bij voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten: Uniek Voorwerp Nummer: AARW6436NL
BVH Goednummer: G1759465
Object omschrijving: Een groen plantaardig bolletje los in de sealbag en 2 dichtgebrande bolletjes van kleurloos plastic met daarin bruine brokjes
Onderzoek - afsplitsingen
Een groen plantaardig bolletje los in de sealbag en 2 dichtgebrande bolletjes van kleurloos plastic met daarin bruine brokjes (AARW6436NL)
Uniek Voorwerp Nummer: AAST4724NL
Object omschrijving: 2 dichtgebrande bolletjes van kleurloos plaste met daarin bruine brokjes
Onderzoek aan '11 dichtgeknoopte bolletjes van kleurloos plastic met daarin wit poeder en brokjes' (AARW6438NL)
BVH Goednummer: G1759461 Nettogewicht: 1,69 gram Resultaat: Positief voor cocaïne
Onderzoek aan '2 kleine witte wikkels met daarin wit poeder(AARW6437NL) BVH Goednummer: G1759464
Nettogewicht: 0,91 gram Resultaat: Positief voor cocaïne
Onderzoek aan '2 dichtgebrande bolletjes van kleurloos plastic met daarin bruine brokjes' (AAST4724NL) Nettogewicht: 0,29 gram
Resultaat: Positief voor heroïne
9. Een aanvullend deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2024.10.15.081, d.d. 16 oktober 2024, bijgevoegd bij voornoemd dossier, opgemaakt door ing. P.H. Walinga, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAST4724NL
brokvormig, bruin, uit 0,29 gram;
aantal bemonsteringen in onderzoek: een
bevat heroïne
Heroïne is vermeld op lijst I van de Opiumwet.
10. Een aanvullend deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2024.10.15.081, d.d. 15 oktober 2024, bijgevoegd bij voornoemd dossier, opgemaakt door ing. M. Visser-van Leeuwen, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AARW6438NL
poeder en brokvormig, wit, uit 1,69 gram;
bevat cocaïne
aantal bemonsteringen in onderzoek:
twee
Cocaïne is vermeld op lijst I van de Opiumwet.
11. Een aanvullend deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2024.10.15.081, d.d. 15 oktober 2024, bijgevoegd bij voornoemd dossier, opgemaakt door ing. M. Visser-van Leeuwen, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AARW6437NL
poeder, wit, uit 0,91 gram;
aantal bemonsteringen in onderzoek: een
bevat cocaïne
Cocaïne is vermeld op lijst I van de Opiumwet.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Op grond van de hiervoor vermelde bewijsmiddelen stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast. Op 2 oktober om 01:26 uur bevond verdachte zich op de kruising van de [adres] met de [adres] . Om 01:29 uur rende hij daarvandaan voor de politie weg de [adres] in richting de [adres] . Op dat moment en daarvoor is waargenomen dat verdachte een (schouder)tas droeg. Ook is
gezien dat hij in de [adres] langs een grondvuilcontainer rende, daar kort bleef staan en vervolgens verder wandelde. Daarna is verdachte staande gehouden, waarbij is geconstateerd dat hij geen tas bij zich had. Kort hierna is door een verbalisant bij dezelfde ondergrondse vuilcontainer een in goede staat verkerende designermerktas, waarin het vuurwapen zat, aangetroffen. Daarbij komt dat verdachte in de vorenbedoelde tijdspanne de enige persoon was in de directe nabijheid van de gevonden tas. Gelet op het plaatsvinden van de voorgaande gebeurtenissen in een kort tijdsbestek en het aantreffen van de tas in de beschreven uiterlijke verschijningsvorm, concludeert de rechtbank dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte het tasje met daarin het vuurwapen voorhanden heeft gehad.
Op grond van bovengenoemde bewijsmiddelen komt de rechtbank tot het oordeel dat het onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen is. Hetgeen verder door de raadsman is aangevoerd maakt dit oordeel niet anders.