In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 27 februari 2025, wordt het beroep van eiser tegen de vaststelling van een projectplan door het waterschap Noorderzijlvest beoordeeld. Eiser, eigenaar van een agrarisch perceel in Kantens, heeft bezwaar gemaakt tegen de verwijdering van een dam en duiker die zijn perceel verbond met dat van een derde-partij. Het waterschap heeft op 16 november 2023 besloten om de dam te verwijderen, wat eiser als onterecht beschouwt omdat hij de dam als ontsluitingsroute voor zijn perceel wenst te behouden. De rechtbank heeft het beroep op 21 januari 2025 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde, evenals de gemachtigden van het waterschap en de derde-partij aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is. Eiser heeft procesbelang, ondanks dat de dam al is verwijderd, omdat hij zich verzet tegen de beslissing om de dam te verwijderen. De rechtbank stelt vast dat het waterschap beleidsvrijheid heeft bij het vaststellen van een projectplan en dat het bevoegd gezag alle betrokken belangen moet afwegen. Eiser stelt dat zijn belangen onvoldoende zijn meegewogen en dat de bezwaarschriftprocedure niet correct is verlopen. De rechtbank erkent dat het procesverloop niet geheel zorgvuldig is geweest, maar concludeert dat dit geen materiële aantasting van het besluit met zich meebrengt. De rechtbank oordeelt dat de belangen van eiser voldoende zijn onderzocht en dat het waterschap in redelijkheid het projectplan heeft kunnen vaststellen. De uitspraak bevestigt dat het projectbesluit in stand blijft en dat eiser geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.