ECLI:NL:RBNNE:2025:1278
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.H. de Groot
- R. Krikke
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen boete voor snelheidsovertreding binnen bebouwde kom
Op 11 maart 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een opgelegde boete op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene had een boete van € 213,00 ontvangen voor het rijden van 19 km per uur boven de toegestane snelheid binnen de bebouwde kom op 28 mei 2023. De betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld, maar de officier van justitie verklaarde het beroep ongegrond. Hierna heeft de kantonrechter de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van de betrokkene, mr. I.N.D.J. Rissema, aanwezig was, evenals de vertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. P. Belopavlovic.
Tijdens de zitting heeft de gemachtigde aangevoerd dat de betrokkene de gedraging ontkent en dat er geen H1 bebording zou zijn gepasseerd. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft echter gesteld dat er drie toegangswegen met H1 bebording zijn en heeft verwezen naar aanvullend proces-verbaal. De kantonrechter heeft de verklaring van de verbalisant als voldoende betrouwbaar beoordeeld, aangezien deze ter plaatse was en de bebording voorafgaand aan de controle heeft gecontroleerd. De kantonrechter concludeert dat de gedraging door de betrokkene is verricht en dat er geen aanleiding is om de opgelegde sanctie te wijzigen.
De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en er is geen proceskostenvergoeding toegewezen. De beslissing kan binnen zes weken na de datum van toezending in hoger beroep worden aangevochten bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, mits het (hoger) beroepschrift tijdig wordt ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen.