ECLI:NL:RBNNE:2025:1465

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
18 april 2025
Publicatiedatum
17 april 2025
Zaaknummer
18-337928-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Criminele organisatie en bankhelpdeskfraude met meerdere verdachten

Op 18 april 2025 heeft de Noordelijke Fraude Kamer van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen vier verdachten die betrokken waren bij bankhelpdeskfraude. De verdachten werden op heterdaad betrapt in een vakantiehuisje waar zij een callcenter hadden ingericht. De rechtbank oordeelde dat de verdachten een criminele organisatie vormden die zich richtte op het plegen van bankhelpdeskfraude. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachten op verschillende data en locaties betrokken waren bij het verkrijgen van gegevens en het plegen van oplichting. De rechtbank legde hen een gevangenisstraf van vier jaar op en hevelde de voorlopige hechtenis op. Daarnaast werden schadevergoedingen toegekend aan slachtoffers en banken die hen hadden gecompenseerd. De rechtbank oordeelde dat de verdachten zich schuldig hadden gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder computervredebreuk en diefstal met valse sleutels, en dat hun handelen ernstige gevolgen had voor de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18.337928.23
ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18.048074-24
Vonnis van de meervoudige kamer, Noordelijke Fraudekamer, voor de behandeling van strafzaken d.d. 18 april 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] , thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 12 maart 2025, 13 maart 2025 en 15 april 2025.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R.P. van der Graaf, advocaat te Utrecht. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. B. Broerse.
Tenlastelegging
Aan verdachte is, na nadere omschrijving en daarna wijziging van de tenlastelegging onder parketnummer 18.337928.23, ten laste gelegd dat:
parketnummer 18.337928.23
1.
hij op of omstreeks 19 december 2023 te [plaatsnaam] en/of Groningen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander (en), althans alleen, stoffen, voorwerpen en/of gegevens, te weten (onder meer)
- VOIP programma's, waaronder Skype en/of Softphone en/of Zoiper en/of PortSIP, aangetroffen op (onder meer) de iphone 7 van verdachte heeft vervaardigd, ontvangen, zich heeft verschaft, verkocht, overgedragen, verworven, vervoerd, ingevoerd, verspreid, anderszins ter beschikking gesteld en/of voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren tot het plegen van een misdrijf omschreven in een van de artikelen 310, 311, 312, 317, 321 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, voor zover deze feiten betrekking hebben op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument;
2.
hij op of omstreeks 19 december 2023 te [plaatsnaam] en/of Groningen en/of elders in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander (en), althans alleen, stoffen, voorwerpen en/of gegevens, te weten (onder meer)
  • diverse lijsten met leads, met (onder meer) de bestandsnamen [naam] en/of [naam] , elk bevattende een groot aantal persoonsgegevens van een groot aantal personen, aangetroffen op de HP laptop in het vakantiehuisje
  • een of meer Remote access tools, te weten Anydesk en/of Teamviewer, aangetroffen op de HP laptop en/of Samsung J3 (p.302) in het vakantiehuisje
  • een of meer VOIP programma's, waaronder skype en/of Zoiper, aangetroffen op de HP laptop en Iphone 6s en/of Samsung J3 (p.302) in het vakantiehuisje
  • 126, althans een groot aantal simkaarten, aangetroffen in de gezamenlijke ruimtes van het
vakantiehuisje en de woning aan de [adres] heeft vervaardigd, ontvangen, zich heeft verschaft, verkocht, overgedragen, verworven, vervoerd, ingevoerd, verspreid, anderszins ter beschikking gesteld en/of voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren tot het plegen van een misdrijf omschreven in een van de artikelen 310, 311, 312, 317, 321 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, voor
zover deze feiten betrekking hebben op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument;
3.
hij in of omstreeks de periode van 5 december 2023 tot en met 19 december 2023 te [plaatsnaam] , gemeente Aa en Hunze en/of Groningen en/of elders in Nederland, heeft
deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) verdachte en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte] en/of een of meer andere personen,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het plegen van
  • oplichting als bedoeld in artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht en/of
  • diefstal met een valse sleutel als bedoeld in artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht en/of
  • computervredebreuk als bedoeld in artikel 138ab van het Wetboek van Strafrecht en/of
  • ( gewoonte)witwassen als bedoeld in artikel 420ter van het Wetboek van Strafrecht;
4.
hij in of omstreeks de periode van 10 oktober 2023 tot en met 19 december 2023 in
[plaatsnaam] en/of Groningen en/of elders in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging, althans alleen, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk is binnengedrongen in (een gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten een of meerdere computersyste(e)men en/of smartphone(s) van (onder meer)
  • [slachtoffer]
  • [slachtoffer]
  • [slachtoffer]
  • [slachtoffer]
  • [slachtoffer]
door het doorbreken van een beveiliging en/of
met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of
door het aannemen van een valse hoedanigheid,
te weten door zich voor te doen als bankhelpdeskmedewerker en die aangever(s) vanuit die (valse) hoedanigheid te overtuigen tot het installeren van Anydesk en/of een (andere) Remote Acces Tool en een verbinding met verdachte te accepteren;
5.
hij in of omstreeks de periode van 10 oktober 2023 tot en met 19 december 2023 te
[plaatsnaam] en/of Groningen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander (en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, de na te noemen geldbedrag(en), althans enig geldbedrag, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een of meer ander(en) toebehoorde(n), te weten aan (onder meer)
  • [slachtoffer] ( 975,-)
  • [slachtoffer] ( 1.999,-)
- [ slachtoffer] ( 16.600,-)
- [ slachtoffer] ( 58.335,75)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg
te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten (via Social Engineering/bankhelpdeskfraude en/of oplichting) onrechtmatig verkregen inloggegevens en/of (autorisatie)code(s) (zoals een code van een Random Reader en/of Webber en/of Digipas en/of e.dentifier en/of een TAN-code en/of een CVC code) voor het inloggen op de internetbankierenaccount(s) waartoe voornoemde aangevers/personen toegang hadden en/of het autoriseren van een overboeking
EN/OF
hij in of omstreeks de periode van 10 oktober 2023 tot en met 19 december 2023 te [plaatsnaam] en/of Groningen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, met het oogmerk om zich en/of een ander, wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meerdere perso(o)n(en)/aangever(s), te weten
  • [slachtoffer] ( 975,-)
  • [slachtoffer] ( 1.999,-)
- [ slachtoffer] ( 16.600,-)
- [ slachtoffer] ( 58.335,75)
heeft bewogen tot
- afgifte van voornoemd(e) geldbedrag(en), althans enig(e) geldbedrag(en), in elk geval enig goed, door valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zakelijk weergegeven
  • ( al dan niet met een gespoofed telefoonnummer) contact op te (laten) nemen met voornoemde (rechts)personen, daarbij gebruikmakend van verdachtes en/of medeverdachtes valse hoedanigheid van medewerker (van de fraudedesk) van een of meer bank(en) en/of een valse naam en/of in deze gesprekken de aangever(s) voor te houden dat geld was afgeschreven en/of gepoogd werd af te schrijven van haar/hun rekening en dat zij hem moest(en) helpen met het annuleren van de overboeking en/of enig geldbedrag op een zogenaamde kluisrekening te zetten en/of het terugboeken van onterecht gestorte gelden en/of op een andere wijze de aangever(s) voorgehouden dat er een probleem was met de bankrekening of computer en dat hij, verdachte en/of zijn medeverdachte(s), haar/hen zou helpen het probleem te verhelpen, en/of
  • aangever(s) te instrueren verdachte en/of medeverdachte de controle over haar/hun computer te geven door middel van een computerprogramma, al dan niet via Anydesk en/of Quicksupport Teamviewer en/of een andere Remote Acces Tool, waarbij verdachte al dan niet valselijk aangaf dat het programma een virusscanner betrof, waardoor verdachte en/of medeverdachte toegang verkreeg/verkregen tot de internetbankierenomgeving van aangever(s) en/of bankrekening(en) van andere personen of bedrijven tot wiens bankrekening aangever(s) gemachtigd was/waren, en/of
  • ( vervolgens) aangever(s) te instrueren al dan niet via Anydesk en/of Quicsupport Teamviewer en/of een andere Remote Access Tool- geld over te boeken (al dan niet via een betaalverzoek) naar bankrekeningen (al dan niet van katvangers) die in werkelijkheid onder controle stonden van verdachte en/of zijn medeverdachten, en/of
  • aangevers voor te houden dat de uit te voeren transacties fictieve transacties zouden zijn en het geld teruggestort zou worden
waardoor die perso(o)n(en)/aangever(s) werd/werden bewogen tot voornoemde afgifte en/of voornoemde terbeschikkingstellen;
parketnummer 18.048074-24
1. ​
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 maart 2023 tot en met 21 april 2023 te Groningen en/of elders in Nederland en/of België, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten een webserver van een bank met daarop het internetbankieren(account) van een of meerdere
perso(o)n(en)/aangever(s)/rechtspersonen en/of het/de computersyste(e)m(en) en/of smartphone(s) van een of meer perso(o)nen/aangever(s)/rechtspersonen, te weten
  • [slachtoffer]
  • [slachtoffer]
is binnengedrongen, door het doorbreken van een beveiliging en/of door een technische ingreep en/of met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten door die perso(o)n(en)/aangever(s) onder valse voorwendselen te bewegen tot het installeren van Anydesk of een andere Remote Acces Tool op zijn/haar computersysteem en/of smartphone, waardoor hij, verdachte en/of zijn medevedachte(n) toegang verkreeg/verkregen tot het/de computersyste(e)m(en) en/of smartphone(s) van die perso(o)n(en)/aangever(s) en/of de zich daarop bevindende online bankrekening(en)/online bankierenpagina(s);
2. primair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 februari 2023 tot en met 21 april te Groningen en/of elders in Nederland en/of België, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, met het oogmerk om zich en/of een ander, wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meerdere perso(o)n(en)/aangever(s), te weten
[slachtoffer] ( 714,-)
[slachtoffer] ( 3.396,87)
[slachtoffer] ( 7.512,-)
[slachtoffer] ( 15.000,-) heeft bewogen tot
- afgifte van voornoemd(e) geldbedrag(en), althans enig(e) geldbedrag(en), in elk geval enig
goed, door valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zakelijk weergegeven
  • ( al dan niet met een gespoofed telefoonnummer) contact op te (laten) nemen met voornoemde (rechts)personen, daarbij gebruikmakend van verdachtes en/of medeverdachtes valse hoedanigheid van medewerker (van de fraudedesk) van een of meer bank(en) en/of een valse naam en/of in deze gesprekken de aangever(s) voor te houden dat geld was afgeschreven en/of gepoogd werd af te schrijven van haar/hun rekening en dat zij hem moest(en) helpen met het annuleren van de overboeking en/of enig geldbedrag op een zogenaamde kluisrekening te zetten en/of het terugboeken van onterecht gestorte gelden en/of op een andere wijze de aangever(s) voorgehouden dat er een probleem was met de bankrekening of computer en dat hij, verdachte en/of zijn medeverdachte(s), haar/hen zou helpen het probleem te verhelpen, en/of
  • aangever(s) te instrueren verdachte en/of medeverdachte de controle over haar/hun computer te geven door middel van een computerprogramma, al dan niet via Anydesk en/of een andere Remote Acces Tool, waarbij verdachte al dan niet valselijk aangaf dat het programma een virusscanner betrof, waardoor verdachte en/of medeverdachte toegang verkreeg/verkregen tot de internetbankierenomgeving van
aangever(s) en/of bankrekening(en) van andere personen of bedrijven tot wiens bankrekening aangever(s) gemachtigd was/waren, en/of
- ( ( vervolgens) aangever(s) te instrueren al dan niet via Anydesk en/of een andere Remote Access Tool- geld over te boeken (al dan niet via een betaalverzoek) naar bankrekeningen (al dan niet van katvangers) die in werkelijkheid onder controle stonden van verdachte en/of zijn
medeverdachten, en/of
- aangevers voor te houden dat de uit te voeren transacties fictieve transacties zouden zijn en het geld teruggestort zou worden waardoor die perso(o)n(en)/aangever(s) werd/werden bewogen tot voornoemde afgifte en/of voornoemde terbeschikkingstellen;
hij op of omstreeks 3 februari 2023 te Groningen en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of
een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, een of meer persoon/personen, te weten [slachtoffer] , te bewegen tot het afgeven van enig geldbedrag, opzettelijk listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
  • contact heeft opgenomen met die [slachtoffer] , althans één of meer personen, daarbij gebruikmakend van verdachtes en/of medeverdachtes valse hoedanigheid van dochter van die [slachtoffer] en in dit bericht die [slachtoffer] voor te houden dat die dochter haar mobiel en bankpas kwijt was geraakt en dat het nodig was om een overboeking te verrichten van 4.548,-
  • die [slachtoffer] heeft geïnstrueerd 4.548,- over te boeken naar [rekeningnummer] t.n.v. [naam] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feit 1, 2, 3, 4 en 5 onder parketnummer 18.337928.23.
Ten aanzien van feit 4 en 5 zijn ook de diefstal met valse sleutel en de computervredebreuk die op 19 december 2023 gepleegd zijn ten aanzien van aangeefster [slachtoffer] bewezen. Op grond van het dossier kan worden vastgesteld dat alle vier de verdachten op 19 december 2023 aanwezig waren in het vakantiehuisje met het expliciete doel om vanuit dat huisje gezamenlijk cybercrimefeiten te plegen. Een dergelijk vooropgezet plan met het bundelen van krachten en verdelen van de winst levert medeplegen op.
Daarnaast heeft de officier van justitie veroordeling gevorderd voor feit 1, 2 en 3 onder parketnummer 18.048074.24.
Standpunt van de verdediging
parketnummer 18.337928.23
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van feit 1, 2, 3, 4, 5 en 6.
Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte op 19 december 2023 niet de gebruiker van de Iphone 7 is geweest. Weliswaar is deze telefoon via onder andere een gekoppeld emailadres aan verdachte te koppelen, tegelijkertijd is de telefoon aan tal van andere gebruikers te koppelen.
De raadsman heeft ook vrijspraak gevraagd voor feit 3. Nu de verdenking is dat de feiten hebben plaatsgevonden binnen een periode van 14 dagen, is de verdediging alleen daarom al van oordeel dat geen sprake is van een duurzaam samenwerkingsverband. Verdachte verbleef enkel op 18 en 19 december 2023 met zijn medeverdachte in het vakantiehuisje.
Tot slot biedt het dossier onvoldoende inzicht in de planmatigheid van de verrichte activiteiten en de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel.
Ten aanzien van de feiten 4, 5 en 6 heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte moet worden vrijgesproken ten aanzien van aangeefster [slachtoffer] .
Van het feit ten aanzien van aangever [slachtoffer] moet verdachte worden vrijgesproken, omdat van het totaal buitgemaakte bedrag slechts 285,- is overgemaakt naar een rekening van verdachte. Verdachte verklaart hierover dat dit bedrag betaald is voor de aanschaf van een telefoon. Daarnaast betwist verdachte dat hij de persoon is die te zien is op de beelden die geld opneemt van de bankrekening van [slachtoffer] .
Van enige connectie tussen verdachte, [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] is niet gebleken.
Tot slot heeft [slachtoffer] 1,- overgemaakt aan verdachte, maar dat vond een flinke periode voorafgaand aan de oplichting plaats.
Ook van het feit ten aanzien van aangever [slachtoffer] moet verdachte worden vrijgesproken. Op 10 oktober 2023 is er in deze zaak een bedrag 16.600,- in 4 delen is weggesluisd naar de Bunqrekening van [naam] . Fotos hiervan staan op de betreffende Iphone 7. Uit niets volgt dat verdachte die dag de gebruiker was van die betreffende Iphone 7.
Een paar dagen eerder is een bedrag van 2,- vanaf deze Bunqrekening naar een Belgische bankrekening van verdachte overgemaakt. Dit heeft echter plaatsgevonden vóór de betreffende oplichting. Uit dit alles kan niet volgen dat verdachte de beschikking had over de bankrekening van [naam] .
Ook de aangetroffen foto van de Bunq rekening op de Iphone 7 zegt in dit verband niet veel, nu niet duidelijk is of deze afbeelding door deze telefoon is verstuurd of met deze telefoon is gemaakt.
Ook moet verdachte worden vrijgesproken van het feit ten aanzien van aangever [slachtoffer] . Verdachte betwist die dag de gebruiker van de Iphone 7 te zijn geweest.
Tot slot moet verdachte worden vrijgesproken van het feit ten aanzien van aangever [slachtoffer] . De oplichting zou gepleegd zijn met de Iphone 7 die aan verdachte wordt gekoppeld. Dat is echter onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
parketnummer 18.048074.24
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde. Verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1 en 2 ten laste gelegde met
betrekking tot aangever [slachtoffer] .
Ook van het onder 1 en 2 ten laste gelegde met betrekking tot aangever [slachtoffer] moet verdachte worden vrijgesproken.
Dat het buitgemaakte geld is gestort op de rekening van [naam] en dat er gebeld is met het telefoonnummer [nummer] , welk telefoonnummer getuige [naam] aan verdachte koppelt, is onvoldoende bewijs.
Voorts moet verdachte worden vrijgesproken van de oplichting van aangeefster [slachtoffer] zoals onder 2 ten laste gelegd. Dat het buitgemaakte geld is gestort op de rekening van [naam] is onvoldoende bewijs.
Ook van de onder 2 ten laste gelegde oplichting van aangeefster [slachtoffer] moet verdachte worden vrijgesproken. Dat het buitgemaakte geld deels is gestort op de rekening van [naam] is onvoldoende bewijs. Hoewel het gebruikte telefoonnummer via informatie van de tandartsenpraktijk te koppelen is aan verdachte, staat niet vast dat verdachte de gebruiker was van dit telefoonnummer tijdens de oplichting. Daarnaast kunnen ook anderen dit telefoonnummer hebben gebruikt.
Oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feit 3 onder parketnummer 18.048074.24
De rechtbank acht het onder 3 ten laste gelegde onder parketnummer 18.048074.24 niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt. Uit het dossier blijkt dat mevrouw [slachtoffer] via Whatsapp is opgelicht. Zij heeft een geldbedrag overgemaakt op de ING-bankrekening van getuige [naam] . Getuige [naam] heeft zijn bankrekening ter beschikking gesteld aan verdachte en medeverdachte [medeverdachte] en heeft verklaard dat de beide verdachten bankhelpdeskfraude pleegden. Uit het dossier blijkt echter niet dat verdachte ook een bijdrage heeft geleverd aan dit geval van fraude (zogeheten vriend-in-nood-fraude) waarbij ten opzichte van de andere fraudegevallen (bankhelpdeskfraude) dus ook sprake was van een andere modus operandi. Zo is niet uitgesloten dat de medeverdachte [medeverdachte] deze oplichting alleen heeft gepleegd, of dat andere personen hiervoor verantwoordelijk zijn geweest.
parketnummer 18.048074.24
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring van feit 1 en 2 onder parketnummer 18.048074.24 redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Feiten 1 en 2
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 8 februari 2023, opgenomen op pagina 56 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023081698 d.d. 29 januari 2024, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Op 6 februari 2023 werd ik gebeld door een anoniem nummer. Ik had een persoon aan de lijn die vertelde dat hij van de [bedrijf] was. Hij noemde zich [naam] . Ik hoorde dat hij tussendoor met iemand anders een buitenlandse taal sprak. Ik hoorde de man zeggen dat er iemand probeerde in te loggen op mijn ING-
account. Diegene zou [naam] heten en proberen in te loggen met een IPhone8. Ik hoorde de man zeggen dat de ING dat tegen ging houden door het zetten van mijn geld op een kluisrekening voor 24 uur. Ik hoorde de man aan de telefoon zeggen dat ik het geld van mijn spaarrekening op mijn lopende rekening moest zetten. Ik moest dan het geld overmaken naar een zogenaamde kluisrekening. Ik heb dat geld, dat was 714,-, toen overgemaakt naar [rekeningnummer] op naam van [naam] .
De man zei nog tegen mij dat ik een collega van hem, die zou van de politie zijn, wel even kon spreken. Ik kreeg deze man toen aan de telefoon en deze man zei toen dat ik wel het geld over moest maken, dat alles in orde was.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 9 maart 2023, opgenomen op pagina 63 e.v. van voornoemd dossier inhoudend als verklaring van
[slachtoffer] :
Op 4 maart 2023 werd ik gebeld door een anoniem telefoonnummer en een persoon die zichzelf [naam] noemde gaf aan dat hij bij de bank werkzaam was en dat iemand probeerde in te breken op mijn rekening. Ter controle om te kijken of de rekening veilig was zou ik meerdere fictieve transacties moeten plegen, waarna ik het geld terug zou krijgen. Ik heb de volgende transacties uitgevoerd op verzoek van de beller:
498,12 euro naar [naam] : [rekeningnummer] 152,75 euro naar [naam] : [rekeningnummer] 935,25 euro naar [naam] : [rekeningnummer] 985,50 euro naar [naam] : [rekeningnummer] 825,25 euro naar [naam] : [rekeningnummer] .
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 april 2023, opgenomen op pagina 116 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Als uitslag van de vordering verkeersgegevens telefonie op telefoonnummer [nummer] bleek dat aangever [slachtoffer] op 4 maart 2023 om 01:02 uur, 03:27 uur en 16:48 uur is gebeld door telefoonnummer [nummer] .
Een schriftelijk bescheid, te weten een brief van [bedrijf] , opgenomen op pagina 134 van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Hierbij de gevraagde gegevens:
Dhr. [verdachte] [adres] [nummer]
Een schriftelijk bescheid, te weten een "Elk verhoor" van de Lokale politie [plaatsnaam] te België, opgenomen op pagina 13 e.v. van een aanvullend proces-verbaal, behorende bij voornoemd dossier:
Gisteren, 16 maart 2023, werd ik, [slachtoffer] , telefonisch gecontacteerd door het telefoonnummer [nummer] . De persoon aan de lijn heeft aangegeven naar mij toe dat hij een medewerker was van BNP Paribas Fortis. Hij gaf aan dat er een storting uitgevoerd is van mijn rekeningnummer naar een Spaans rekeningnummer. Ik heb Anydesk geïnstalleerd. De persoon heeft mij vervolgens gevraagd om een storting uit te voeren om zodoende na te gaan of alles werkte zoals het moest werken. Hij heeft mij een Spaans rekeningnummer [rekeningnummer] gegeven alsook een naam [naam] . Ik heb die zaken ingegeven in mijn applicatie en heb vervolgens de overschrijving uitgevoerd. De overschrijving was voor een bedrag van 5.000,00,-. Ik ben opgelicht voor een totaalbedrag van 15.000,-. Van deze 15.000,- staat
er nog
5.000,- in de wacht om overgeschreven te worden. De bank gaat trachten deze betaling nog te annuleren.
Een schriftelijk bescheid, te weten een brief van de Openbank van 3 augustus 2023, opgenomen op pagina 34 van een aanvullend proces-verbaal, behorende bij voornoemd dossier:
De rekening met nr. [rekeningnummer] wordt vermeld op naam van [naam] ( [nummer] ) als enige titularis, zonder gemachtigden.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 december 2023, opgenomen op pagina 120 e.v. van voornoemd aanvullend proces-verbaal, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op vrijdag 22 december 2023 heb ik, verbalisant [naam] een Iphone 7 voorzien van goednummer 1672523 onderzocht. Dit toestel is in beslaggenomen op dinsdag 19 december 2023 vanwege een onderzoek naar fraude/oplichting. Ik zie in de telefoon een document van transactiegegevens Ik zie dat het gaat om een bankrekening met nummer [rekeningnummer] . Ik zie dat de rekening staat op naam van verdachte [verdachte] . Op de telefoon staat de app van Openbank geïnstalleerd.
Ik zie dat het snapchataccount met username [verdachte] is gekoppeld aan het volgende mailadres [naam] en geboortedatum: [geboortedatum] 2001.
Ik zie dat voor de overige accounts onder andere de volgende gebruikersnaam is gebruikt: [naam] .
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 24 maart 2023, opgenomen op pagina 35 e.v. van voornoemd dossier inhoudend als verklaring van [naam] :
Ik ben vorige week op het bureau geweest als zelfmeldende geldezel. Ik ben destijds benaderd door ene [medeverdachte] en de andere noemt zichzelf [naam] . Ik heb een foto. Daar staat als naam bij [verdachte] . Mijn vriend heeft met [verdachte] in de gevangenis gezeten. Ik heb ooit een taxi voor hem moeten bestellen. Toen moest hij opgehaald worden aan de [adres] . [medeverdachte] kwam met [naam] mee.
Op 23 februari 2023 in de avond zijn [medeverdachte] en [naam] bij mij geweest aan de [adres] . Ik zag dat ze een laptop bij zich hadden. Ik hoorde hen zeggen dat ze daar allerlei gegevens op hadden staan van banken. Ik zag een bestand. Daarin stond de naam van een persoon, een telefoonnummer, een emailadres en een straat waar ze ingeschreven stonden en daarna een bankrekeningnummer. [medeverdachte] heeft nog een (1) keer met mijn vriend gebeld op 15 maart 2023. Hij belde toen met het telefoonnummer [nummer] .
Een schriftelijk bescheid, te weten een afbeelding van een telefoon, opgenomen op pagina 40 van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
[medeverdachte] .
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2023, opgenomen op pagina 49 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op donderdag 17 mei 2023 deed ik verbalisant onderzoek naar de identiteit van de verdachte die [medeverdachte] genoemd werd in de aangifte van bedreiging door aangeefster [naam] .
In de aangifte van [naam] stond dat deze [medeverdachte] gebruik maakte van het telefoonnummer [nummer] . Deze [medeverdachte] zou in [adres] woonachtig zijn en twee kinderen bij twee verschillende moeders hebben. In een mutatie uit 2021 stond dat dit telefoonnummer in gebruik was bij [medeverdachte] . Na een zoekslag in de beschikbare politiesystemen bleek deze [medeverdachte] woonachtig te zijn in Hoogezand. Deze [medeverdachte] bleek tevens vader te zijn van twee kinderen bij twee verschillende moeders.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 27 maart 2023, opgenomen op pagina 41 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
In de P.I. heb ik [verdachte] leren kennen. Hij heeft toen gezegd dat ik een baantje kon krijgen als ik vrij zou komen. Ik zou dan mijn bankpas en legitimatie moeten afgegeven aan hem en dan zou ik daarvoor 900 euro krijgen. Er is toen geld gestort op mijn bankrekening. [rekeningnummer] . Deze rekening staat op mijn naam. [naam] . Dat was op 6 februari 2023. Op 6 februari is er geld gepind vanaf de rekening in Emmen om 22.21 uur. Op 23 februari 2023 zijn [verdachte] en ene [medeverdachte] bij mij en [naam] geweest aan de [adres] te Groningen om de bankzaken voor Melissa te regelen.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor door de rechter-commissaris
d.d. 28 november 2024, opgenomen als losse bijlage bij voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
De eerste twee die kwamen stelden zich voor als [medeverdachte] en als [verdachte] . [naam] vertelde me dat hij aan hen zijn pinpas en inloggegevens van de bank had gegeven. Ik denk dat dat eerste bezoek in januari of februari 2023 was. Een week of drie a vier later kwamen dezelfde
twee mannen weer op bezoek. Op een gegeven moment zeiden ze dat als ik de pinpas en gegevens niet wilde verstrekken zij wel een pistool konden regelen of [naam] in de kofferbak mee konden nemen. Ik schrok daar wel van en toen heb mijn pinpas en inloggegevens afgegeven aan de mannen.
Op een avond dat de mannen met een laptop bij ons waren zijn er meerdere mensen achter elkaar gebeld. Ik moest tussendoor op mijn bankrekening kijken, dat hadden ze tegen mij gezegd. [medeverdachte] was degene die aan het bellen was met mensen.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor door de rechter-commissaris
d.d. 27 januari 2025, opgenomen als losse bijlage bij voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
Ik was er bij dat zij zich voordeden als bank en mensen belden en die moesten dan geld op die rekeningen storten. In hun telefoon hadden ze lijsten staan van mensen met hun adressen en bankrekeningnummers.
Ik heb wel drie keer meegemaakt dat ze belden, dat was dan op
dezelfde dag. Ze zijn zeker een keer of acht bij ons geweest. Ik zag ze heel veel in die tijd. Ze waren ook uren bij ons. Ze hadden een laptop bij zich en IPhones.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 21 november 2023, opgenomen op pagina 190 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
Voor deze jongens heb ik een Litouwse rekening vanuit de appstore geopend. N26 open bank en nog één. En nog een BUNQ bank. Zij hadden de passen en pincodes. [verdachte] en [medeverdachte] . Zij zaten achter de laptop. Hierin stonden namen, adres telefoonnummers. Zij gingen bellen en deden zich voor als een bank en bewogen de mensen om geld over te maken. Dit was [medeverdachte] ( [medeverdachte] ). [verdachte] was een soort van hulpje die was meer dingen aan het regelen voor [medeverdachte] . [verdachte] had beheer over de bankrekeningen op zijn telefoon. Het overgemaakte geld werd gepind door een derde persoon die er niet bij was. Dit was ook aan de [adres] . Op dit adres zijn [medeverdachte] en
[verdachte] ook geweest met die laptop enzo om oplichtingen te plegen. Ze zaten destijds op deze wifi. [medeverdachte] en [verdachte] trokken vaak het geld van de rekeningen af. Ze pleegden fraude in de periode februari/maart.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Geloofwaardigheid van de verklaringen van de getuige/aangever [naam] en de getuige/aangeefster [naam]
Op 15 maart 2023 hebben getuigen [naam] en [naam] zich gemeld bij de politie. Zij verklaarden dat ze gebruikt werden als geldezels. Op 24 maart 2023 heeft [naam] aangifte gedaan en op 27 maart 2023 deed [naam] aangifte. Op 21 november 2023 heeft de politie hen beiden als verdachte gehoord. Tot slot heeft de rechter-commissaris [naam] op 28 november 2024 gehoord en [naam] op 27 januari 2025.
In grote lijnen komen de hierboven genoemde verklaringen van beide getuigen erop neer dat verdachte [verdachte] getuige [naam] heeft voorgehouden dat hij en getuige [naam] geld konden verdienen als zij een bankrekening voor hem openden en deze rekening vervolgens aan hem ter beschikking stelden. [naam] heeft zijn bankpas, pincode en legitimatiebewijs afgegeven aan verdachte [verdachte] .
Verdachten [verdachte] en [medeverdachte] zijn meerdere keren in de woning van de getuigen geweest. Vanuit die woning hebben zij meerdere keren mensen gebeld. Daarbij hebben zij zich voorgedaan als bankmedewerker en hebben zij aangevers bewogen om geld over te maken. [naam] heeft verschillende bankrekeningen voor [verdachte] en [medeverdachte] geopend en verdachten hadden deze rekeningen in beheer. Ook [naam] heeft op enig moment haar bankrekening ter beschikking gesteld. Toen [naam] en [naam] niet meer mee wilden werken, werden zij bedreigd.
Dat de verschillende door [naam] en [naam] afgelegde verklaringen in deze zaak niet telkens geheel met elkaar overeenkomen, doet naar het oordeel van de rechtbank niet af aan de betrouwbaarheid van de verklaringen. Daarbij houdt de rechtbank er rekening mee dat de werking van het geheugen bij het tijdsverloop invloed heeft op de wijze van verklaren. Daarbij moet ook worden betrokken dat het hier gaat om jonge kwetsbare getuigen. De rechtbank stelt vast dat de getuigen in de kern blijven bij wat zij telkens eerder hebben verklaard.
De verklaringen van [naam] en [naam] ondersteunen elkaar en daarnaast is er naar het oordeel van de rechtbank ook steunbewijs aanwezig. De rechtbank wijst dan op de getuigenverklaring van [naam] daar waar het gaat over de bedreiging door verdachte en diverse vaststellingen die zijn gedaan in verband met de verweten oplichtingen (zoals het frauduleuze gebruik van de bankrekeningen van [naam] en [naam] en het gebruik van een telefoonnummer wat is gekoppeld aan verdachte [verdachte] ).
De rechtbank acht de verklaringen van de getuigen [naam] en [naam] geloofwaardig en zal deze verklaringen als uitgangspunt nemen voor het bewijs.
(Medeplegen van) bankhelpdeskfraude door middel van oplichting (feit 2)
De in deze zaak gepleegde oplichtingen hebben hierin bestaan dat de daders door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid (de beller) en door een samenweefsel van verdichtsels (de hele toedracht is gebaseerd op leugens) zich hebben voorgedaan als bonafide bankmedewerkers en op die manier de computers van de aangevers hebben overgenomen via een Remote Access Tool zoals Anydesk of Teamviewer. Op die manier kregen de daders de controle over de bankrekening van de slachtoffers en daarna hebben zij het geld doorgesluisd naar rekeningen van getuigen [naam] en [naam] , zogenaamde geldezels.
Het plegen van oplichting op deze manier vergt een gezamenlijke planmatige aanpak, intensieve en nauwe samenwerking en duidelijke afstemming tussen de verschillende daders. Zij verrichten namelijk handelingen die tegelijkertijd of kort na elkaar plaatsvinden en die moeten worden afgestemd om de bankhelpdeskfraude tot een geslaagd einde te kunnen brengen en het gezamenlijke doel te bereiken: in korte tijd zoveel mogelijk geld van de bankrekening van een slachtoffer halen. Deze handelingen kunnen dan ook niet los van elkaar worden gezien. In de zaken van de aangevers [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] is het geld terecht gekomen op de door [naam] en/of [naam] ter beschikking gestelde bankrekeningen. De rechtbank stelt op basis van hun verklaringen vast dat medeverdachte [medeverdachte] de beller is geweest en heeft samengewerkt met verdachte. Op grond van wat de rechtbank hierboven heeft overwogen levert dat medeplegen van de ten laste gelegde oplichtingen op.
Van de oplichting van aangever [slachtoffer] zal de rechtbank verdachte vrijspreken. De rechtbank overweegt daartoe dat uit het dossier niet blijkt dat de ING-rekening van getuige [naam] waarop een deel van het geld van aangever is gestort is geopend op instigatie van verdachte en/of zijn medeverdachte en/of dat zij daar op enig moment de beschikking over hebben gekregen, terwijl van concrete betrokkenheid bij die oplichting ook anderszins niet is gebleken.
(Medeplegen van) computervredebreuk (feit 1)
Van computervredebreuk als bedoeld in artikel 138ab van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) is onder meer sprake als iemand vanuit een valse hoedanigheid een slachtoffer overtuigt tot het installeren van een Remote Access Tool zoals Anydesk of Teamviewer en een verbinding met verdachte accepteert. Op die manier heeft de dader toegang tot de bancaire omgeving van het slachtoffer en dringt hij met een valse sleutel binnen op het netwerk van het slachtoffer.
Computervredebreuk op deze wijze maakte een essentieel onderdeel uit van de gepleegde oplichting van aangever [slachtoffer] en was daarmee onlosmakelijk verbonden. Zijn computer werd overgenomen om vervolgens geld van zijn rekening naar een Spaanse bankrekening op naam van een geldezel over te maken. Nu de rechtbank tot een bewezenverklaring komt van (medeplegen van) oplichting komt zij in dit geval daarom tevens tot een bewezenverklaring van (medeplegen van) computervredebreuk.
Van de computervredebreuk bij aangever [slachtoffer] zal de rechtbank vrijspreken, een en ander op hierboven reeds vermelden gronden (waar het ging om de oplichting).
parketnummer 18.337928.23
Inleiding
De volgende feiten en omstandigheden kunnen op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen als vaststaand worden aangemerkt.1
Op 19 december 2023 wordt verbalisant [naam] gebeld door zijn partner.2
Zij belt omdat ze een verdachte situatie heeft gezien in een vakantiehuisje tegenover hun huisje op een vakantiepark in [plaatsnaam] . Aan de keukentafel van dat vakantiehuisje ziet zij vier mannen achter laptops zitten. Ze klopt aan, omdat er een auto fout geparkeerd staat. Bij het opengaan van de deur ruikt ze een sterke wietgeur en ziet ze drugs op tafel liggen.
Verbalisant [naam] vraagt zijn partner de kentekens door te geven. Als hij die natrekt in de politiesystemen ziet hij registraties met betrekking tot cybercrime en handel in verdovende middelen. [naam] vermoedt dat in het vakantiehuisje bankhelpdeskfraude wordt gepleegd.
Vervolgens wordt de vakantiewoning binnengetreden op basis van de Opiumwet om drugs in beslag te nemen. De aangetroffen situatie, die de politie beschrijft als een callcenterachtige setting, is voor de politie aanleiding de situatie te bevriezen en de woning met een machtiging van de rechter-commissaris te doorzoeken. De vier verdachten, waarvan er twee uiteindelijk tevergeefs wegvluchten voor de politie, worden in en om de vakantiewoning aangehouden.3
Op de fotos die de politie heeft maakt is te zien dat aan de keukentafel 4 werkplekken zijn ingericht met telkens een laptop, een headset en meerdere mobiele telefoons.4 In totaal worden in het vakantiehuisje 4 laptops en 12 mobiele telefoons in beslag genomen. Daarnaast wordt een grote hoeveelheid simkaarten aangetroffen en in beslag genomen.5
Op één van de laptops is te zien dat kort daarvoor via Skype gebeld is naar een telefoonnummer dat ook voorkomt op een leadslijst die op diezelfde laptop open staat. Mevrouw [slachtoffer] blijkt die zelfde middag het slachtoffer van fraude te zijn geworden.6
Drie van de vier verdachten blijken op het adres [adres] te wonen. Bij een doorzoeking in hun kamers en in de gemeenschappelijke ruimte van die woning neemt de politie nog meer gegevensdragers en ruim 100 simkaarten in beslag.7
Oordeel van de rechtbank
Feit 1: de in beslag genomen gegevensdragers en de koppeling daarvan aan verdachte
Apple Iphone 7
Dit toestel is aangetroffen in het vakantiehuisje in [plaatsnaam] op 19 december 2023 waar ook verdachte op dat moment aanwezig was.8
In de telefoon wordt een document van transactiegegevens aangetroffen van de bankrekening met nummer: [rekeningnummer] . Deze rekening staat op naam van [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 2001, [adres] . Het toestel is verbonden met drie verschillende accounts op Snapchat te
weten:
Username: [verdachte] . Username: [verdachte] . Username: [naam] .
Het snapchataccount met username ' [verdachte] ' is gekoppeld aan het mailadres [naam] en geboortedatum: [geboortedatum] 2001.9
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij heeft ingelogd op de Iphone 7 en dat zijn accountnaam voor Snapchat “ [verdachte] ” is.10
De rechtbank concludeert dan ook dat verdachte de gebruiker was van deze Iphone 7.
Op het toestel zijn de volgende apps geïnstalleerd: Skype, Softphone, Zoiper, PortsSIP.11
Samsung A50
Dit toestel is aangetroffen in het vakantiehuisje in [plaatsnaam] op 19 december 2023 waar ook verdachte op dat moment aanwezig was.12
Op de telefoon is gebruik gemaakt van de gebruikersnaam “ [verdachte] ”. Voor Snapchat wordt gebruik gemaakt van het account ' [verdachte] ' gekoppeld aan het mailadres [naam] en geboortedatum: [geboortedatum] 2001.13
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat zijn accountnaam voor Snapchat “ [verdachte] ” is.
Bewijsoverweging feit 1
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte niet de exclusieve gebruiker is geweest van de Iphone 7 en Samsung A50. De verdediging heeft echter niet aangevoerd wanneer deze apparaten dan door een ander zouden zijn gebruikt en de verdediging heeft evenmin namen genoemd van andere mensen die de apparaten zouden hebben gebruikt. Als de apparaten op enig moment al door iemand anders zouden zijn gebruikt, betekent dat verder ook niet dat verdachte niet betrokken kan zijn geweest bij strafbare feiten die aan de telefoon worden gelinkt (in het kort: het voorhanden hebben van software en gegevens bestemd voor fraude en diverse gevallen van bankhelpdeskfraude). Daarbij is van belang dat bepaalde feiten, zoals de aangifte van [slachtoffer] , ook kunnen worden gelinkt aan een account (in dit geval
“ [verdachte] ”) dat duidelijk wél bij verdachte in gebruik was (dat heeft verdachte ter zitting immers erkend). Tegen die achtergrond oordeelt de rechtbank dat de Iphone 7 en Samsung A50 en datgene wat daarop is aangetroffen aan verdachte moeten worden toegeschreven.
Verdachte heeft apps als Skype, Softphone, Zoiper en PortsSIP voorhanden gehad. De rechtbank stelt hieronder vast dat verdachte en zijn medeverdachten intensief hebben gefraudeerd. De apps zoals hierboven beschreven waren dus bestemd voor het plegen van oplichtingen en diefstallen en verdachte wist dat ook.
Van het ten laste gelegde medeplegen onder feit 1 zal de rechtbank verdachte vrijspreken, nu ten aanzien van het voorhanden hebben van de gegevens op de gegevensdragers van verdachte telkens niet blijkt van een nauwe en bewuste samenwerking met zijn medeverdachten.
Feit 2: de in beslag genomen gegevensdragers in [plaatsnaam] voor algemeen gebruik
Vrijspraak feit 2
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het medeplegen van voorhanden hebben van gegevens die bestemd waren tot het plegen van een misdrijf, zoals ten laste gelegd onder feit 2. Het gaat hier om gegevens op apparaten waarvan niet is vastgesteld dat verdachte daarvan de gebruiker is geweest. Dat deze apparaten in het vakantiehuisje zijn aangetroffen en verdachte daar was om fraude te plegen, brengt naar het oordeel van de rechtbank nog niet mee dat verdachte enige bijdrage heeft geleverd aan het voorhanden hebben van deze gegevens. Ten aanzien van de HP-laptop blijkt bovendien dat [naam] de HP- laptop heeft verkocht aan medeverdachten [medeverdachte] , [medeverdachte] en [medeverdachte] , maar niet aan verdachte. Ten aanzien van de simkaarten geldt dat deze zijn aangetroffen op het adres [adres] , waar verdachte niet woonde.
Feit 3: deelname aan een criminele organisatie
Juridisch kader
Volgens vaste jurisprudentie moet onder een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr (hierna: een criminele organisatie) worden verstaan een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en tenminste één andere persoon. Het oogmerk van de organisatie moet zijn gericht op het plegen van misdrijven. Van deelneming aan een criminele organisatie is sprake als de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband én als de verdachte een aandeel heeft in gedragingen, dan wel gedragingen ondersteunt, die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van hierboven bedoeld oogmerk. In het bestanddeel “deelneming aan” ligt tevens het opzet van de verdachte besloten. Niet is vereist dat komt vast te staan dat een persoon om als deelnemer aan een criminele organisatie te kunnen worden aangemerkt moet hebben samengewerkt met, althans bekend moet zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is.
De vaststaande feiten
Op grond van het dossier stelt de rechtbank het volgende vast.
De verdachten [medeverdachte] , [verdachte] , [medeverdachte] en [medeverdachte] zijn op 19 december 2023 gezamenlijk aangetroffen in het vakantiehuisje in [plaatsnaam] .14 Dat vakantiehuisje was ingericht als professioneel callcenter.15 Er werd een tafel aangetroffen met vier openstaande laptops, gekoppeld aan headsets om mee te bellen. Bij iedere laptop werden telefoons aangetroffen. De laptops en telefoons bleken die dag en de dagen ervoor intensief te zijn gebruikt. Zo blijkt bijvoorbeeld dat met de aangetroffen HP laptop die dag 5 anydesk-sessies hebben plaatsgevonden.16
Met de aangetroffen iPhone 6s is tussen 7 en 19 december 2023 242 keer uitgebeld via Skype (waarvan 10 keer op 19 december 2023).17 Met de aangetroffen iPhone 7 van [verdachte] is tussen 8 en 19
december 2023 818 keer uitgebeld via Skype (waarvan 231 keer op 19 december 2023). Op 19 december
2023 zijn er met dit toestel gesprekken gevoerd die langer duurden dan 5 minuten, waaronder met [slachtoffer] , die dezelfde dag slachtoffer is geworden van bankhelpdeskfraude.18 Op dezelfde dag is ook [slachtoffer] daarvan slachtoffer geworden.19Op de aangetroffen HP-laptop is te zien dat kort daarvoor via Skype gebeld is naar het telefoonnummer van [slachtoffer] en dat dit telefoonnummer ook voorkomt op een leadslijst die op diezelfde laptop open staat.20 Op de iPhone 11 van [medeverdachte] staat een chat waarin instructies worden gegeven om een MacBook op te halen die met geld van de rekening van [slachtoffer] is besteld.21
Op de aangetroffen devices die konden worden onderzocht zijn steeds velerlei gegevens aangetroffen die duiden op het gebruik daarvan om fraude te plegen. Het gaat onder andere om leadslijsten, afbeeldingen gerelateerd aan bankrekeningen van slachtoffers en katvangers, chatgesprekken over fraude en applicaties die voor fraude gebruikt zijn of daarvoor kunnen worden gebruikt.22 Verder is in het vakantiehuisje een zeer grote hoeveelheid simkaarten en zijn meerdere bankpassen op naam van derden aangetroffen.23
Verder bleek dat [medeverdachte] , [medeverdachte] , en [medeverdachte] samenwonen in [adres] . Tijdens een doorzoeking van hun woning in [adres] is ook daar een grote hoeveelheid simkaarten aangetroffen.24 Bovendien zijn ook daar gegevensdragers in beslag genomen, waarop ook gegevens staan die kunnen worden gerelateerd aan het plegen van fraude.25
Uit het dossier blijkt verder dat er in de periode voorafgaand aan het aantreffen van de verdachten in [plaatsnaam] ook andere vakantiehuisjes zijn gehuurd. Van 5 tot en met 10 december 2023 werd er een vakantiehuisje op [naam] in Emmen gehuurd.26 Van 11 tot en met 18 december 2023 is met de betaalkaart van [naam] , huisgenoot van [medeverdachte] , [medeverdachte] en [medeverdachte] in Leeuwarden, een vakantiehuisje gehuurd in [plaatsnaam] .27 Vanaf 18 december 2023 werd het vakantiehuisje in [plaatsnaam] gehuurd, wat ook werd bekostigd vanaf de bankrekening van [naam] .28
Ter zitting heeft [verdachte] verklaard dat hij de huurder was van in ieder geval de huisjes in Emmen en [plaatsnaam] . In de periode van 5 tot en met 19 december 2023 heeft hij inderdaad in vakantiehuisjes verbleven.29
De Samsung A50 van [verdachte] heeft vanaf 5 december tot en met 8 december 2023 telefoonmasten in Emmen aangestraald, en op 11 en 12 december 2023 een mast in [plaatsnaam] (dus in de buurt van [plaatsnaam] ).30
De iPhone 11 van [medeverdachte] heeft op 7 en 8 december 2023 telefoonmasten in Emmen aangestraald, op 13 december 2023 een mast in [plaatsnaam] (dus in de buurt van [plaatsnaam] ) en op 18 en 19 december 2023 een mast in [plaatsnaam] .31
In de periode waarin de vakantiehuisjes zijn gehuurd zijn er meerdere personen slachtoffer geworden van bankhelpdeskfraude, waarbij betrokkenheid van diverse verdachten kan worden vastgesteld.
Zo is [slachtoffer] voor het eerst benaderd op 5 december 2023, waarbij vervolgens in enkele dagen tijd bijna 60.000,- is buitgemaakt.32 Een deel van het geld is gebruikt voor een bestelling bij de [bedrijf] , welke bestelling op naam staat van [medeverdachte] , waarvan de factuur in zijn telefoon staat en welke bestelling is opgehaald in Emmen.33
Het grootste deel van het geld wordt doorgeboekt naar diverse bankrekeningen, die om verschillende redenen aan [verdachte] worden gelinkt. Zo is [verdachte] bijvoorbeeld herkend op camerabeelden van pintransacties van bankrekeningen waar het geld heen is gegaan.34
Ook [slachtoffer] is in die periode benaderd, namelijk op 15 december 2023.35 De Skypegesprekken die met [slachtoffer] zijn gevoerd hebben plaatsgevonden met de iPhone 7 van [verdachte] . Ook het Skypegesprek met [slachtoffer] blijkt te zijn gevoerd met die iPhone 7.36 Zoals eerder vermeld is
[slachtoffer] op 19 december 2023 benaderd toen de verdachten in het vakantiehuisje in [plaatsnaam] verbleven. Op dezelfde dag is ook [slachtoffer] opgelicht vanuit dat vakantiehuisje.
Tot slot wijst de rechtbank op de chatgesprekken die zich in het dossier bevinden. Uit die chatgesprekken blijkt van intensief contact tussen de verdachten onderling, waarbij veelvuldig wordt gesproken over fraude, waarbij de gespreksdeelnemers elkaar tips geven, zich bedienen van schuilnamen en in versluierde taal spreken.
In het bijzonder wijst de rechtbank op een chatgesprek dat is aangetroffen op de Samsung A3 van [medeverdachte] .37 In de chats daterend van 9 tot en met 19 december 2023 wordt onder meer gesproken over “het overnemen van een leb”, “een vis aan de lijn”, en een “leb osso”. Aan dit gesprek wordt deelgenomen door ene “ [naam] ”, “ [naam] ”, “ [naam] ” , “ [naam] ” en “ [naam] ”. [medeverdachte] gebruikte het account “ [naam] ”, en volgens [naam] wordt hij ook “ [naam] ” genoemd.38 Het account van “ [naam] ” behoorde toe aan [medeverdachte] .
Daarnaast wijst de rechtbank in het bijzonder op een chat tussen de gebruikers “ [verdachte] ” en
“ [naam] ”.39 Deze chat is aangetroffen op de Samsung A50 van [verdachte] . Het account “ [verdachte] ” werd door hem gebruikt en “ [naam] ” betreft [medeverdachte] .
Het gesprek tussen hen dateert van 6 en 7 december 2023, op het moment dat de oplichting van [slachtoffer] plaatsvindt. In dat gesprek zegt [medeverdachte] onder andere tegen [verdachte] : “is t al geland op die revo”, terwijl even daarvoor een geldbedrag van 3.100,24, afkomstig van [slachtoffer] , is overgemaakt naar een Revolut-rekening. [verdachte] stuurt daarop een screenshot van die rekening waarop de bijschrijving zichtbaar is naar [medeverdachte] . Laatstgenoemde zegt even later: “is overgooi bro () huh, wat bedoel je. Iedereen 25% toch”, en weer later: “sterk man. 3K eraf. Lekker man. Iedereen 750 daar. Ik ga die boys ook melden.” Vervolgens gaat het gesprek verder over het “bellen van vissen” vanuit “die osso”. In die chat wordt ook gesproken over de aanwezigheid van “die boys” bij “die osso”, en wordt ook gevraagd of “ [naam] die 06 kan lebben”, waarop [verdachte] reageert dat “hij zegt kan niet”, vanwege “lijpe ontsteking in me kies”. Vervolgens zegt [medeverdachte] : “Kan jij die foin bellen dan delen wij die 25%”. Daarna volgen nog allerlei instructies van [medeverdachte] aan [verdachte] , zoals de wijze waarop hij een gesprek zou moeten voeren “zeg collega van [naam] ”, en uiteindelijk ook instructies om de sporen te wissen: “Alles verwijderen, Any verwijderen, En geschiedenis ook enzo, Oproepen logboek, Alles Bro”.
Conclusies rechtbank met betrekking tot het bestaan van een criminele organisatie
Uit de vaststellingen hierboven kan worden afgeleid dat de verdachten zich intensief, structureel en in georganiseerd verband hebben bezig gehouden met het plegen van (bankhelpdesk)fraude. In zijn algemeenheid vergen dergelijke feiten een zekere planmatige aanpak en onderlinge afstemming tussen betrokken personen om de uitvoering te laten slagen. Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachten daartoe inderdaad intensief met elkaar hebben gecommuniceerd, dat er tips en instructies werden uitgewisseld, bijvoorbeeld ook om sporen te wissen, dat ze zich bedienden van schuilnamen en in versluierde taal met elkaar spraken. In dit geval hadden de verdachten in de periode van 5 tot en met 19 december 2023 bovendien de beschikking over vakantiehuisjes als werkplek en blijkt dat ze vanuit die vakantiehuisjes ook daadwerkelijk slachtoffers hebben gemaakt. Verder blijkt in het bijzonder uit de aangehaalde chat tussen [verdachte] en [medeverdachte] dat er afspraken zijn gemaakt over de verdeling van buitgemaakte gelden.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond hiervan worden geconcludeerd dat in de periode van 5 tot en met 19 december 2023 sprake is geweest van een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, met het oogmerk om misdrijven te plegen, namelijk oplichting, diefstal (met valse sleutels), computervredebreuk en/of witwassen. Het gaat om een relatief beperkte periode, maar gelet op de intensiteit van de samenwerking is naar het oordeel van de rechtbank ook voldaan aan de eis
van een zekere duurzaamheid (vgl. ECLI:NL:GHARL:2019:10676).
Het dossier bevat sterke aanwijzingen dat sprake is geweest van een langer durende samenwerking en in enkele gevallen acht de rechtbank zelfs bewezen dat al eerder sprake is geweest van (het medeplegen van) soortgelijke feiten. Uit het dossier kan echter niet in voldoende mate worden afgeleid dat die samenwerking voor 5 december 2023 ook al een gestructureerd karakter had. Daarbij is vooral van belang dat niet vaststaat dat verdachten voor die datum ook al vanuit vakantiehuisjes werkten en/of de buit deelden.
Deelneming aan de criminele organisatie door verdachte
Hieronder wordt vastgesteld dat verdachte zich binnen het samenwerkingsverband zelf schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten vanuit een vakantiehuisje, waaronder de oplichting van [slachtoffer] vanaf 5 december 2023 en de oplichting van [slachtoffer] op 19 december 2023. Naar het oordeel van de rechtbank staat daarmee vast dat verdachte in de periode van 5 tot en met 19 december 2023 heeft deelgenomen aan de criminele organisatie.
Feiten 4 en 5
(Medeplegen van) bankhelpdeskfraude door middel van diefstal met valse sleutels (feit 5)
De in deze zaak gepleegde diefstallen met valse sleutels hebben hierin bestaan dat de daders zich hebben voorgedaan als bonafide bankmedewerkers en op die manier de computers van de aangevers hebben overgenomen via een Remote Access Tool zoals Anydesk of Teamviewer. Op die manier kregen de daders de controle over de bankrekening van de slachtoffers en daarna hebben zij het geld doorgesluisd naar rekeningen van katvangers in binnenland en buitenland, pinopnames verricht en/of online aankopen gedaan.
Het plegen van diefstal met valse sleutels op deze manier vergt een gezamenlijke planmatige aanpak, intensieve en nauwe samenwerking en duidelijke afstemming tussen de verschillende daders. Zij verrichten namelijk handelingen die tegelijkertijd of kort na elkaar plaatsvinden en die moeten worden afgestemd om de bankhelpdeskfraude tot een geslaagd einde te kunnen brengen en het gezamenlijke doel te bereiken: in korte tijd zoveel mogelijk geld van de bankrekening van een slachtoffer halen. Deze handelingen kunnen dan ook niet los van elkaar worden gezien. Dit betekent dat indien de rechtbank vaststelt dat verdachte de beller is geweest, hij een rol had in het wegsluizen van het buitgemaakte geld of een pakketje heeft opgehaald, dat medeplegen van de ten laste gelegde diefstal met valse sleutels oplevert.
(Medeplegen van) computervredebreuk (feit 4)
Van computervredebreuk als bedoeld in artikel 138ab van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) is onder meer sprake als iemand vanuit een valse hoedanigheid een slachtoffer overtuigt tot het installeren van een Remote Access Tool zoals Anydesk of Teamviewer en een verbinding met verdachte accepteert. Op die manier heeft de dader toegang tot de bancaire omgeving van het slachtoffer en dringt hij met een valse sleutel binnen op het netwerk van het slachtoffer.
Computervredebreuk op deze wijze maakte een essentieel onderdeel uit van de gepleegde oplichtingen en diefstallen met valse sleutels en was daarmee onlosmakelijk verbonden. De computers van de slachtoffers werden overgenomen om vervolgens geld van de spaarrekening naar de lopende bankrekening over te maken, er werden online aankopen gedaan met het geld van de slachtoffers en er werd geld overgeboekt naar bankrekeningen van katvangers. Indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt van (medeplegen van) oplichting of diefstal met valse sleutels, komt zij daarom tevens tot een bewezenverklaring van (medeplegen van) computervredebreuk in de zaak van dat slachtoffer.
Bij de beoordeling van de bewijsbaarheid van de feiten 4 en 5 heeft de rechtbank als vertrekpunt genomen dat vaststaat dat verdachte en zijn medeverdachten zich binnen een georganiseerd samenwerkingsverband intensief hebben bezig gehouden met fraude.
In dat licht bezien is betrokkenheid van verdachte als medepleger bij een afzonderlijke aangifte bewijsbaar indien die aangifte op enige wijze aan verdachte kan worden gelinkt. Dat dan niet vaststaat welke bijdrage verdachte precies heeft geleverd, maakt dat niet anders.
Vrijspraak [slachtoffer]
Uit de aangifte van de mevrouw [slachtoffer] blijkt dat zij op 19 december 2023 slachtoffer is geworden van bankhelpdeskfraude. Met geld van de rekening van het slachtoffer wordt een MacBook bij de [bedrijf] besteld.
Uit een chatgesprek dat wordt aangetroffen op de iPhone 11 van medeverdachte [medeverdachte] blijkt dat hij (“ [medeverdachte] ”) ene “ [naam] ” regelt om de MacBook op te halen. Op diezelfde telefoon is een foto zichtbaar van de beheerspagina van het mailadres [naam] waarmee de bestelling is gedaan.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het dossier geen bewijs bevat dat verdachte bij dit feit betrokken is geweest. Deze aangifte kan niet concreet aan verdachte worden gelinkt. Dat verdachte op het moment van dit feit als onderdeel van de criminele organisatie aanwezig was in het vakantiehuisje betekent nog niet dat hij ook aan dit concrete feit een strafrechtelijk relevante bijdrage heeft geleverd en dus als (mede)pleger moet worden aangemerkt. Verdachte wordt daarom van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijgesproken.
[slachtoffer]
Uit de aangifte van de heer [slachtoffer] blijkt dat hij op 19 december 2023 werd gebeld door een man die zich voordeed als iemand van de SNS bank. De man vertelde dat er pogingen waren gedaan om 20.000,- van de rekening van aangever af te schrijven. Aangever heeft vervolgens Anydesk en de Bunq-app op zijn telefoon geïnstalleerd en ingelogd op de SNS-app. Er is vervolgens 975,- overgemaakt naar een Bunq- rekening.40
Op de Iphone 7 van verdachte is een lijst met Skypegesprekken aangetroffen waaruit blijkt dat aangever is gebeld op 19 december 2023 om 15:15:03 uur. Het gesprek duurde 1 uur en 12 minuten.41
[slachtoffer]
Op 10 oktober 2023 werd aangever gebeld door [naam] van de fraudehelpdesk ABN-AMRO BANK. Hij waarschuwde aangever in verband met twee verdachte overboekingen die mogelijk fraudegevoelig waren. Aangever moest de app 'quicksupport teamviewer' installeren, waarna de bankmedewerker de controle kreeg over de bancaire omgeving van aangever. In opdracht van de bankmedewerker heeft aangever geldbedragen van 2 x
1800,-, 12.250,- en 750,- overgeboekt naar rekening [rekeningnummer] ten name van [naam] .42
Op de Iphone 7 van verdachte is een foto43 aangetroffen foto met daarop het rekeningnummer [rekeningnummer] . Dit bankrekeningnummer staat op naam van [naam] .44
Tussen de gevorderde gegevens van de bankrekening van [naam] staat een transactie van 2 euro van de bankrekening van [naam] naar de bankrekening van [verdachte] , te weten: [rekeningnummer] .45
[slachtoffer]
Op 5 december 2023 is aangeefster gebeld door twee mannen die zich voordeden als medewerker van de SNS-Bank over een verdachte transactie in de omgeving van Maastricht. Een van de mannen noemde zich [naam] . Aangever moest allerlei controles doen op zijn telefoon. In totaal is er een bedrag van 58.335,75 overgeboekt naar onder andere bankrekening [rekeningnummer] op naam van [slachtoffer] en bankrekening [rekeningnummer] op naam van [slachtoffer] .46
Uit het onderzoek naar de mobiele telefoon van aangeefster blijkt dat daarop in de betreffende periode de app Anydesk is geïnstalleerd en weer is verwijderd.47
Uit transactiegegevens van rekening [rekeningnummer] op naam van [slachtoffer] blijkt dat er op 7 december 2023 285,- naar bankrekening [rekeningnummer] op naam van [verdachte] is overgemaakt.48
Daarnaast vindt op 6 december 2023 een overboeking van een bedrag van 3.100,24 naar een rekening op naam van [slachtoffer] .49
In het vakantiehuisje in [plaatsnaam] zijn bankpassen van twee andere bankrekeningen op naam van [slachtoffer] zijn aangetroffen.50
Van de rekening op naam van [slachtoffer] wordt op 28 november 2023 een bedrag van 1 euro overgemaakt naar een bankrekening op naam van [verdachte] .51
Daarnaast blijkt uit gegevens van de [bedrijf] dat er op 7 december 2023 een iPhone 15 Pro ter waarde van 1.299,- euro is besteld, die is betaald vanaf de rekening [rekeningnummer] .52
De bestelling bij [bedrijf] (een iPhone 15 Pro) blijkt bij navraag te zijn gedaan door verdachte [medeverdachte] .53 In zijn telefoon is een factuur van de bestelling aangetroffen.54
Het bij de bestelling gebruikte mailadres komt voor in de user dictionairy van deze Samsung van [medeverdachte] .55
Op 7 december, wanneer een deel van de frauduleuze overboekingen plaatsvinden, logt eenzelfde type toestel als [verdachte] bezit (Samsung A505FN) in op de RABO-237 rekening van [slachtoffer] .56 Op 13 en 14 november vinden twee bijschrijvingen plaats op deze rekening van de hiervoor genoemde Litouwse bankrekening ( [rekeningnummer] ) van [verdachte] . Op 5 december 2023 vindt een contante storting van 50,- plaats en op 6 december een contante opname van 2.500,- .57 Op beelden van deze twee pintransacties wordt verdachte [verdachte] herkend.58
[slachtoffer]
Op 15 december 2023 om 18:23 werd aangeefster gebeld door een man die zich voordeed als
medewerker van de SNS bank. De man zei tegen aangeefster dat er in Enschede geprobeerd werd om geld van haar rekening te halen. Aangeefster heeft vervolgens Anydesk op haar Ipad gedownload en een code die in beeld kwam doorgeven aan de man. Zo kreeg de man controle over haar Ipad. Aangeefster werd later door een collega van de man gebeld en moest toen de Bunq-bank app installeren.59
In de telefoon van verdachte heeft de politie een lijst met Skypegesprekken aangetroffen met daarop gesprekken van 15 december 2023 tot en met 19 december 2023. Het telefoonnummer [nummer] is drie keer gebeld op 15 december 2023. Aan deze gesprekken is de aangifte van [slachtoffer] te koppelen.60
Gelet op hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen zijn de hiervoor opgesomde bevindingen voldoende voor een bewezenverklaring van de feiten ten aanzien van aangevers [slachtoffer] , [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] .
Bewezenverklaring
De rechtbank acht feit 1, 3, 4 en 5 onder parketnummer 18.337928.23 en feit 1 en 2 onder parketnummer 18.048074.24 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
parketnummer 18.337928.23
1.
hij op 19 december 2023 te [plaatsnaam] gegevens, te weten VOIP programma's, waaronder Skype en/of Softphone en/of Zoiper en/of PortSIP, aangetroffen op de iphone 7 van verdachte voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren tot het plegen van een misdrijf omschreven in een van de artikelen 310, 311, 312, 317, 321 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, voor zover deze feiten
betrekking hebben op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument;
3.
hij in de periode van 5 december 2023 tot en met 19 december 2023 te [plaatsnaam] , gemeente Aa en Hunze en/of elders in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten verdachte en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte] en/of een of meer andere personen,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het plegen van
  • oplichting als bedoeld in artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht en/of
  • diefstal met een valse sleutel als bedoeld in artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht en/of
  • computervredebreuk als bedoeld in artikel 138ab van het Wetboek van Strafrecht en/of
  • ( gewoonte)witwassen als bedoeld in artikel 420ter van het Wetboek van Strafrecht;
hij in de periode van 10 oktober 2023 tot en met 19 december 2023 in
[plaatsnaam] en/of elders in Nederland, meerdere malen, telkens tezamen en in vereniging, telkens opzettelijk en wederrechtelijk is binnengedrongen in (een gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten een of meerdere computersyste(e)men en/of smartphone(s) van (onder meer)
  • [slachtoffer]
  • [slachtoffer]
  • [slachtoffer]
  • [slachtoffer]
door het doorbreken van een beveiliging en/of
met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of
door het aannemen van een valse hoedanigheid,
te weten door zich voor te doen als bankhelpdeskmedewerker en die aangever(s) vanuit die (valse) hoedanigheid te overtuigen tot het installeren van Anydesk en/of een (andere) Remote Acces Tool en een verbinding met verdachte te accepteren;
hij in de periode van 10 oktober 2023 tot en met 19 december 2023 te
[plaatsnaam] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), meermalen, de na te noemen geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele aan een of meer ander(en) toebehoorde(n), te weten aan (onder meer)
  • [slachtoffer] ( 975,-)
  • [slachtoffer] ( 1.999,-)
- [ slachtoffer] ( 16.600,-)
- [ slachtoffer] ( 58.335,75)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten (via Social Engineering/bankhelpdeskfraude en/of oplichting) onrechtmatig verkregen inloggegevens
en/of (autorisatie)code(s) (zoals een code van een Random Reader en/of Webber en/of Digipas en/of e.dentifier en/of een TAN-code en/of een CVC code) voor het inloggen op de internetbankierenaccount(s) waartoe voornoemde aangevers/personen toegang hadden en/of het autoriseren van een overboeking;
parketnummer 18.048074-24
1. ​
hij op tijdstippen in de periode van 16 maart 2023 tot en met 21 april 2023 te Groningen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten een webserver van een bank met daarop het internetbankieren(account) van [slachtoffer] , is binnengedrongen, door het doorbreken van een beveiliging en/of door een technische ingreep en/of met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten door die personen onder valse voorwendselen te bewegen tot het installeren van Anydesk op zijn smartphone, waardoor hij, verdachte en/of zijn medeverdachte(n) toegang verkreeg/verkregen tot de smartphone van die personen en/of de zich daarop bevindende online bankrekening;
2. primair
hij op tijdstippen in de periode van 6 februari 2023 tot en met 21 april te Groningen, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), meermalen, met het oogmerk om zich en/of een ander, wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meerdere perso(o)n(en)/aangever(s), te weten
[slachtoffer] ( 714,-)
[slachtoffer] ( 3.396,87)
[slachtoffer] ( 15.000,-) heeft bewogen tot
  • afgifte van voornoemd(e) geldbedrag(en), door valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zakelijk weergegeven
  • contact op te (laten) nemen met voornoemde personen, daarbij gebruikmakend van verdachtes en/of medeverdachtes valse hoedanigheid van medewerker (van de fraudedesk) van een of meer bank(en) en/of een valse naam en/of in deze gesprekken de aangever(s) voor te houden dat geld was afgeschreven en/of gepoogd werd af te schrijven van haar/hun rekening en dat zij hem moest(en) helpen met het annuleren van de overboeking en/of enig geldbedrag op een zogenaamde kluisrekening te zetten en/of het terugboeken van onterecht gestorte gelden en/of op een andere wijze de aangever(s) voorgehouden dat er een probleem was met de bankrekening of computer en dat hij, verdachte en/of zijn medeverdachte(s), haar/hen zou helpen het probleem te verhelpen, en/of
  • aangever(s) te instrueren verdachte en/of medeverdachte de controle over haar/hun computer te geven door middel van een computerprogramma, al dan niet via Anydesk en/of een andere Remote Acces Tool, waarbij verdachte al dan niet valselijk aangaf dat het programma een virusscanner betrof, waardoor verdachte en/of medeverdachte toegang verkreeg/verkregen tot de internetbankierenomgeving van aangever(s) en/of
  • ( vervolgens) aangever(s) te instrueren al dan niet via Anydesk en/of een andere Remote Access Tool- geld over te boeken (al dan niet via een betaalverzoek) naar bankrekeningen (al dan niet van katvangers) die in werkelijkheid onder controle stonden van verdachte en/of zijn
medeverdachten, en/of
- aangevers voor te houden dat de uit te voeren transacties fictieve transacties zouden zijn en het geld teruggestort zou worden waardoor die aangevers werden bewogen tot voornoemde afgifte;
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
parketnummer 18.337928.23
1.
gegevens voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een misdrijf omschreven in artikel 310, 311, 312, 317, 321 en 326, voor zover het feit betrekking heeft op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument
3.
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven

4.medeplegen van computervredebreuk, meermalen gepleegd

5.
medeplegen van diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd
parketnummer 18.048074.24

2.medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd

Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feit 1, 2, 3, 4 en 5 onder parketnummer 18.337928.23 en feit 1, 2 en 3 onder parketnummer 18.048074.24 tot een gevangenisstraf voor de duur
van 5 jaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht om aansluiting te zoeken bij de
LOVS Oriëntatiepunten en uit te gaan van een benadelingsbedrag tussen de 75.000,- en 125.000,-. Het uitgangspunt is dan een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportages van de reclassering, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich gedurende een periode van opgeteld ruim 4 maanden samen met anderen, en in elk geval in een bepaalde periode in georganiseerd crimineel samenwerkingsverband, schuldig gemaakt aan het plegen van bankhelpdeskfraude.
Op 19 december 2023 zijn verdachte en zijn medeverdachten aangehouden in een vakantiehuisje dat ingericht was als een callcenter en van waaruit zij bankhelpdeskfraude pleegden. Meerdere personen en banken zijn daarvan het slachtoffer geworden en zijn voor duizenden of zelfs tienduizenden euros opgelicht. Verdachte en zijn medeverdachten maakten daarbij onder andere gebruik van illegaal verkregen lijsten met persoonsgegevens (leads), op welke lijsten de personen in voorkomende gevallen op leeftijd gesorteerd waren en belscripts speciaal ontwikkeld voor het plegen van bankhelpdeskfraude. Verdachte en zijn medeverdachten hebben zich in telefoongesprekken voorgedaan als een bankmedewerker en gezegd dat er een probleem was met hun bankrekening. Hierna moesten de slachtoffers een tool installeren op hun computer of tablet, waarna de zogenaamde bankmedewerker kon meekijken. Er werden vervolgens bedragen overgeschreven naar bankrekeningen van zogenaamde geldezels, over welke rekeningen verdachte en zijn medeverdachten het beheer hadden.
De fraudeconstructie was professioneel opgezet en “core business” voor verdachte en zijn medeverdachten. Het dossier bevat concrete aanwijzingen dat het bewezen verklaarde aantal slachtoffers slechts een fractie is van de daadwerkelijke gedupeerden van de door verdachte en zijn medeverdachten gepleegde bankhelpdeskfraudes.
De rechtbank rekent verdachte zijn berekenende, doortrapte en enkel op geld beluste handelen ernstig aan. Verdachte en zijn medeverdachten hebben moedwillig misbruik gemaakt van het gewekte vertrouwen bij kwetsbare slachtoffers, door hen te overrompelen met een leugen en zo uit hun evenwicht te brengen. Zij hebben niet alleen het geld van de slachtoffers afgenomen, maar in sommige gevallen ook hun zelfvertrouwen, gevoel van veiligheid en vertrouwen in de medemens in ernstige mate aangetast, zoals blijkt uit de aangiftes van de slachtoffers en/of de toelichting op hun schadevordering. Verder hebben sommige slachtoffers verklaard dat het handelen van verdachte en zijn medeverdachten voor gevoelens van schaamte, stress en angst hebben gezorgd.
Daarnaast is bankhelpdeskfraude een misdrijf dat het vertrouwen ondermijnt dat rekeninghouders in het algemeen in het betalingsverkeer en het bankwezen mogen hebben. Dit vertrouwen is van groot belang voor het maatschappelijk en economisch verkeer. Ook leidt bankhelpdeskfraude tot hoge kosten voor de banken.
De verdachte heeft zich niet bekommerd om de gevolgen van zijn handelen, maar alleen gedacht aan zijn eigen financiële gewin: een makkelijke manier om snel aan veel geld te komen.
Persoonlijke omstandigheden van verdachte
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte eerder is veroordeeld voor strafbare feiten, ook soortgelijke.
Reclassering Nederland heeft twee rapporten over de verdachte opgemaakt ten behoeve van de rechtszitting, gedateerd 12 maart 2024 en 24 december 2024. De rechtbank heeft acht geslagen op de inhoud van deze rapporten. De reclassering adviseert om de zaak af te doen zonder reclasseringsbemoeienis, nu de reclassering met de beschikbare informatie niet kan adviseren of interventies en/of toezicht nodig zijn.
Strafoplegging
De rechtbank is van oordeel dat vanwege de aard, ernst en duur van de bewezen verklaarde feiten niet kan worden volstaan met een andere straf dan een gevangenisstraf van forse duur. Daarbij wegen de doortrapte werkwijze, de professioneel opgezette fraude en de omvang van de schade mee.
De rechtbank houdt er rekening mee dat verdachte geen of een ontkennende verklaring heeft afgelegd ten aanzien van alle feiten, waardoor hij naar het oordeel van de rechtbank geen enkele verantwoordelijkheid voor zijn handelen heeft genomen.
De rechtbank ziet geen aanleiding om een deel van de op te leggen gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen, zoals de verdediging heeft verzocht. Omdat de verdachte van enkele feiten wordt vrijgesproken, komt de rechtbank wel tot een lagere straf dan de officier van justitie heeft geëist.
Alles afwegend acht de rechtbank het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Voorlopige hechtenis
Bij de beslissing van de rechtbank van 3 december 2024 om de voorlopige hechtenis van verdachte per 4 december 2024 te schorsen heeft de rechtbank betrokken dat de inhoudelijke behandeling van de zaak pas in maart 2025 zou gaan plaatsvinden. Mede daarom wogen de persoonlijke belangen van verdachte
destijds zwaarder dan de belangen van strafvordering. Die situatie is nu anders. Nu de strafzaak thans wordt afgedaan, waarbij een bewezenverklaring volgt en oplegging van een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf, is de rechtbank van oordeel dat het maatschappelijk belang op dit moment zwaarder weegt dan het persoonlijk belang van verdachte. De rechtbank zal daarom de schorsing van de voorlopige hechtenis met ingang van heden opheffen. Dat betekent dat verdachte direct terug moet naar de gevangenis.
In beslag genomen voorwerpen
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd:
  • de in beslag genomen simkaarten en datadragers verbeurd te verklaren;
  • het vuurwerk te onttrekken aan het verkeer;
  • het geldbedrag van 1.750,- (35 biljetten van 50,-) verbeurd te verklaren.
  • op de overige geldbedragen geen beslissing te nemen, nu deze bedragen niet te koppelen zijn aan de feiten op de tenlastelegging.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich niet uitgelaten over het beslag.
Beoordeling
De rechtbank constateert dat zij gelet op de inhoud van beslaglijst beslissingen moet nemen over de volgende inbeslaggenomen voorwerpen: een simkaart (volgnummer 1), vuurwerk (2), geldbedragen van 1.750,-, 106,75 en 130,- (3, 4 en 5) en diverse datadragers (6).
De rechtbank ziet aanleiding de simkaart, het geldbedrag van 1.750,- en de datadragers (volgnummers 1, 3 en 6) verbeurd te verklaren.
De rechtbank zal ten aanzien van het vuurwerk (volgnummer 2) gelasten dat dit aan het verkeer zal worden onttrokken.
Ten aanzien van de andere geldbedragen staat niet vast dat er een relatie is met de strafbare feiten, terwijl ook niet vaststaat wie de rechthebbende is. Ten aanzien daarvan zal de rechtbank bepalen dat die voorwerpen moeten worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende.
Benadeelde partijen
parketnummer 18.337928.23
De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
[slachtoffer] , tot een bedrag van 500,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer] , tot een bedrag van 32.112,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer] , tot een bedrag van 1.999,99 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
4. [ [bedrijf] , tot een bedrag van 47.499,71 ter vergoeding van materiële schade, (te weten 16.843,83
t.a.v. aangever [slachtoffer] , 29.167,88 t.a.v. aangever [slachtoffer] ,
888,- t.a.v. aangever [slachtoffer] en 600,- aan onderzoekskosten), vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
5. [ [bedrijf] , tot een bedrag van 16.021,- (t.a.v. aangever [slachtoffer] ) ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan en 120,- proceskosten;
5. [ [slachtoffer] , tot een bedrag van 29.932,87 ter zake van materiële schade en
10.000,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
7. [ [slachtoffer] . Deze benadeelde partij heeft geen ingevuld voegingsformulier ingediend, maar heeft bewijsstukken van zijn schade aan de rechtbank overgelegd.
7. [ [bedrijf] , tot een bedrag van 2.480,- ter vergoeding van materiële schade (t.a.v. aangever [slachtoffer] ), vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
parketnummer 18.048074.24
[slachtoffer] , tot een bedrag van 10.000,- ter zake van materiële schade en
500,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [ slachtoffer] , tot een bedrag van 2.461,62 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen kunnen worden toegewezen voor zover hij de feiten waaruit die vorderingen voortvloeien bewezen acht.
Standpunt van de verdediging
parketnummer 18.337928.23
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen niet- ontvankelijk verklaard moeten worden, vanwege de door hem bepleite vrijspraken.
parketnummer 18.048074.24
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen [slachtoffer] en [slachtoffer] niet ontvankelijk in hun vorderingen moeten worden verklaard vanwege de bepleite vrijspraken.
Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde immateriële schadevergoeding door de benadeelde partij [slachtoffer] niet moet worden toegewezen.
Daarnaast heeft de raadsman de rechtbank verzocht om geen hoofdelijke aansprakelijkheid toe te passen, maar eventuele toe te wijzen schadevergoeding pondspondsgewijs te verdelen over verdachte en zijn medeverdachte.
Oordeel van de rechtbankparketnummer 18.337928.23Benadeelde partij [slachtoffer]
De verdachte is vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten ten aanzien van [slachtoffer] . De rechtbank zal deze vordering daarom niet-ontvankelijk verklaren.
Benadeelde partij [bedrijf]
wordt niet ontvankelijk verklaard in de vordering van 17.731,83 ter zake van schadeloosstelling van [slachtoffer] en [slachtoffer] , omdat deze feiten niet aan verdachte ten laste zijn gelegd.
[bedrijf] heeft gemotiveerd en met stukken onderbouwd dat zij als gevolg van het onder 5 bewezen verklaarde rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van
29.167,88, doordat zij een deel van de financiële schade aan het slachtoffer [slachtoffer] heeft vergoed. Dit bedrag wordt daarom toegewezen.
De rechtbank is van oordeel dat ook de post onderzoekskosten voor toewijzing in aanmerking komt. Uit de toelichting is voldoende duidelijk waar het onderzoek door [bedrijf] uit heeft bestaan en het opgevoerde aantal uren per zaak en uurtarief komen de rechtbank niet onredelijk voor. Omdat het gevorderde bedrag van 600,- ziet op onderzoekskosten die zijn gemaakt in drie zaken, te weten de zaken van aangevers [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] , en alleen de zaak van aangever [slachtoffer] aan verdachte ten laste is gelegd, zal een derde van het gevorderde bedrag, te weten 200,-, worden toegewezen.
In totaal zal dus een bedrag van 29.367,88 worden toegewezen.
[bedrijf] heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met de wettelijke rente over 29.167,88 vanaf 5 januari 2024, de datum waarop [bedrijf] het geld heeft overgemaakt naar [slachtoffer] , en over 200,- vanaf 8 januari 2025, de datum waarop de vordering is ingediend.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander of anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte(n) deze al hebben betaald, en andersom.
De rechtbank zal geen schadevergoedingsmaatregel opleggen omdat [bedrijf] een professionele partij is die in staat moet worden geacht om zelfstandig de vordering te innen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Benadeelde partij de [bedrijf]
De [bedrijf] heeft gemotiveerd en met stukken onderbouwd dat zij als gevolg van het onder 5 bewezen verklaarde rechtstreeks schade heeft geleden doordat zij het slachtoffer [slachtoffer] schadeloos heeft gesteld. Ook de post onderzoekskosten komt voor toewijzing in aanmerking. Uit de toelichting is voldoende duidelijk waar het onderzoek door de [bedrijf] uit heeft bestaan en het opgevoerde aantal uren per zaak en uurtarief komen de rechtbank niet onredelijk voor. De rechtbank zal de vordering derhalve geheel toewijzen.
De [bedrijf] heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met de wettelijke rente over 16.021,- vanaf 16 november 2023, de datum waarop de [bedrijf] het geld heeft overgemaakt naar [slachtoffer] , en over 120,- vanaf 16 december 2024, de datum waarop de vordering is opgemaakt.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander of anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte(n) deze al hebben betaald, en andersom.
De rechtbank zal geen schadevergoedingsmaatregel opleggen omdat de [bedrijf] een professionele partij is die in staat moet worden geacht om zelfstandig de vordering te innen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Benadeelde partij [slachtoffer]
Met betrekking tot de gevorderde materiële schade is de rechtbank van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat de benadeelde partij 29.167,87 aan schade heeft geleden. Dit betreft het geld dat door middel van de onder 5 bewezenverklaarde diefstal met valse sleutel is weggenomen met aftrek van het geld dat reeds door [bedrijf] aan [slachtoffer] is vergoed. Dit deel van de vordering, waarvan de hoogte onvoldoende door de verdediging is betwist, zal daarom worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 december 2023. De vordering wordt voor het overige niet ontvankelijk verklaard.
[slachtoffer] heeft daarnaast gesteld dat zij immateriële schade heeft. Vergoeding van immateriële schade kan worden toegekend indien een benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Van aantasting op andere wijze kan sprake zijn indien de benadeelde psychische schade heeft opgelopen. Daartoe moet de benadeelde partij voldoende concrete gegevens aanvoeren waaruit naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Dat heeft [slachtoffer] onvoldoende gedaan. Het is ook niet zo dat de aard en de ernst van de normschending met zich brengt dat de nadelige gevolgen voor de benadeelden zó voor de hand liggen, dat aantasting in de persoon op andere wijze kan worden aangenomen. Een wettelijke grondslag voor vergoeding van immateriële schade ontbreekt daarom op dit moment. [slachtoffer] zal voor deze schadepost niet ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander of anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte(n) deze al hebben betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Benadeelde partijen Lagerweij, [slachtoffer] , [slachtoffer] en de [bedrijf]
De rechtbank constateert dat de zaken waarop deze vorderingen betrekking hebben niet zijn opgenomen in de tenlastelegging. Naar het oordeel van de rechtbank is door het bewezen verklaarde geen rechtstreekse schade toegebracht aan de benadeelde partijen. De rechtbank zal daarom de benadeelde partijen in de vordering niet ontvankelijk verklaren.
parketnummer 18.048074.24Benadeelde partij [slachtoffer]
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde materiële schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feit 2 bewezen verklaarde. De vordering, waarvan de hoogte onvoldoende door de verdediging is betwist, zal daarom worden toegewezen tot een bedrag van 10.000,-, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 16 maart 2023.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander of anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte(n) deze al hebben betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
De rechtbank verklaart de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk, nu de immateriële schade onvoldoende is onderbouwd.
Benadeelde partij [slachtoffer]
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feit 2 bewezen verklaarde. De vordering, waarvan de hoogte onvoldoende door de verdediging is betwist, zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 4 maart 2023.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander of anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte(n) deze al hebben betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 36b, 36d, 36f, 57, 138ab, 140, 234, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 2 onder parketnummer 18.337928.23 en onder 3 onder parketnummer 18.048074.24 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 3, 4 en 5 ten laste gelegde onder parketnummer 18.337928.23 en het onder 1 en 2 ten laste gelegde onder parketnummer 18.048074.24 bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op de schorsing van de voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Beslist ten aanzien van de voorwerpen op de lijst van in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
  • verklaart verbeurd de simkaart, het geldbedrag van 1.750,- en de datadragers (volgnummers 1, 3 en 6);
  • verklaart het vuurwerk (volgnummer 2) onttrokken aan het verkeer;
  • bepaalt ten aanzien van de geldbedragen van 106,75 en 130,- (volgnummers 4 en 5) dat deze voorwerpen moeten worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende.
Ten aanzien van parketnummer 18.337928.23 feit 5
Wijst de vorderingen van de benadeelde partij
[bedrijf]toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [bedrijf] te betalen:
  • het bedrag van
  • de wettelijke rente over 29.167,88 vanaf 5 januari 2024 en over 200,00 vanaf 8 januari 2025 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Verklaart de vordering van [bedrijf] voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Ten aanzien van parketnummer 18.337928.23 feit 5
Wijst de vorderingen van de benadeelde partij
[bedrijf]toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [bedrijf] te betalen:
  • het bedrag van
  • de wettelijke rente over 16.021,00 vanaf 16 november 2023 en over 120,00 vanaf 16 december 2024 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Ten aanzien van parketnummer 18.337928.23 feit 5
Wijst de vorderingen van de benadeelde partij
[slachtoffer]toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [slachtoffer] te betalen:
  • het bedrag van
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 december 2023 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Verklaart de vordering van [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat te betalen een bedrag van 29.167,87 (zegge: negenentwintigduizend honderd zevenenzestig euro en zevenentachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 december 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 180 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Verklaart de vordering van
[slachtoffer]niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Verklaart de vordering van
[slachtoffer]niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Verklaart de vordering van
[slachtoffer]niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Verklaart de vordering van
[slachtoffer]niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Verklaart de vordering van
de [bedrijf]niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Ten aanzien van parketnummer 18.048074.24 feit 2
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer]toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [slachtoffer] te betalen:
  • het bedrag van
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 maart 2023 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Verklaart de vordering van [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat te betalen een bedrag van 10.000,- (zegge: tienduizend euro); vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 85 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van parketnummer 18.048074.24 feit 2
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer]toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [slachtoffer] te betalen:
  • het bedrag van
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 4 maart 2023 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat te betalen een bedrag van 2.461,62 (zegge: tweeduizend vierhonderd eenenzestig euro en tweeënzestig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 maart 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 34 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mr. T.M.L. Wolters en
mr. L.W. Janssen, rechters, bijgestaan door mr. K.E. van Rhijn, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 april 2025.
Mr. Wolters is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1. Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpaginas betreft dit tenzij anders vermeld
delen van ambtsedige processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het dossier van onderzoek Barkentijn van de Politie Noord-Nederland met proces-verbaalnummer 2023336690, doorgenummerd van pagina 1 tot en met 1418.
2 Zaaksdossier Onderzoekswensen, p. 39.
3 p 58, 61, 69 e.v.
4 p 69-71
5 p 135
6 p 61
7 p 202
8 p 97
9 p 737 e.v.
10 de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 12 maart 2025
11 p 737 e.v.
12 p 64
13 p 707
14 p 56 en 977
15 p 58
16 p 62
17 p 296
18 p 737 e.v.
19 p 254 e.v.
20 p 61 e.v.
21 p 333 e.v.
22 p 335 e.v., 347 e.v., 385 e.v., 406 e.v., 409 e.v., 680 e.v., 683 e.v., 737 e.v., 749 e.v., 798 e.v. en p 33
e.v. van het aanvullend-proces-verbaal Zaak aanvullende stukken
23 p 35 en p 135
24 p 202
25 p 221 e.v., 243, 680 e.v. en 798 e.v.
26 p 854
27 p 849-850
28 p 843
29 de verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting van 12 maart 2025.
30 p 731-732.
31 p 363.
32 p 48 e.v.
33 Verklaring van verdachte [medeverdachte] bij de rechter-commissaris d.d. 10 december 2024
34 p 146 e.v. en 150 e.v. van het aanvullend-proces-verbaal Zaak aanvullende stukken
35 p 778 e.v.
36 p 749 e.v.
37 p 827 e.v.
38 p 1040.
39 p 711 e.v.
40 p 267 e.v.
41 p 749 e.v.
42 p 755 e.v.
43 p 741
44 p 737 e.v.
45 p 775 e.v.
46 p 48 e.v. van het proces-verbaal zaaksdossier Zaak aanvullende stukken
47 p 82
48 p 809 e.v.
49 p 154
50 p 88 e.v.
51 p 174
52 p 809
53 p 810
54 p 805
55 p 809
56 p 172
57 p 160
58 p 186 e.v. en 190 e.v. van het proces-verbaal zaaksdossier Zaak aanvullende stukken
59 p 778 e.v.
60 p 749 e.v.