ECLI:NL:RBNNE:2025:1536

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 april 2025
Publicatiedatum
24 april 2025
Zaaknummer
11301318 BU VERZ 24-2193
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van boete wegens niet-verzekeren van motorrijtuig dat door familielid is verduisterd

In deze zaak is aan de betrokkene een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) voor het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een motorrijtuig. De gedraging werd vastgesteld tijdens een registercontrole door de RDW op 21 december 2022. De boete bedroeg € 409,00, inclusief administratiekosten. Betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter, die de zaak op 7 april 2025 heeft behandeld. Tijdens de zitting was de officier van justitie vertegenwoordigd door mr. Z. Fluitsma.

De kantonrechter heeft het beroep beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van betrokkene. Betrokkene betwist de gedraging niet, maar stelt dat het voertuig niet meer in haar bezit was omdat het door een familielid was verduisterd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene geen zekerheid heeft gesteld en heeft aanleiding gezien om de boete te matigen tot nihil. De kantonrechter oordeelde dat betrokkene aannemelijk heeft gemaakt dat zij het voertuig niet in bezit had en heeft het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard, waarbij de sanctie werd gematigd tot nihil. De beslissing kan binnen zes weken na verzending worden aangevochten bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 255473214
zaaknummer: 11301318 BU VERZ 24-2193

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van7 april 2025

in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats] .
Zitting hebben
als kantonrechter: mr. H.J. Bastin
als griffier: D.W. Veenstra

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De gedraging waarvoor de boete is opgelegd is: A915 – ‘voor een motorrijtuig niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden’, geconstateerd bij een registercontrole bij de RDW in Veendam op 21 december 2022, om 17:03 uur, betreffende een land- of bosbouwtrekker met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 409,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op de zitting van 7 april 2025 behandeld. Daarbij was als vertegenwoordigster van de officier van justitie aanwezig mr. Z. Fluitsma.
1.3.
Na afloop van de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Beslissing

2. De kantonrechter beoordeelt het beroep aan de hand van de beroepsgronden van betrokkene. Hij oordeelt dat het beroep gegrond is en zal de boete matigen. De kantonrechter zal hierna uitleggen waarom.
Standpunten
3. Betrokkene betwist de gedraging niet maar stelt dat de quad niet meer in haar bezit was. De quad is verduisterd door een familielid, terwijl betrokkene steeds voor de schorsing opdraaide. Deze keer was betrokkene vergeten om tijdig voor schorsing te zorgen, dit heeft zij zo snel mogelijk opnieuw gedaan. Later heeft de RDW de quad van haar naam gehaald.
4. De vertegenwoordigster verzoekt de kantonrechter om de boete te matigen tot nihil. De sanctie is opgelegd op 21 december 2022. Het voertuig is geschorst op 3 januari 2023 en de aansprakelijkheid is geëindigd op 6 juni 2023. Daarna is geen nieuwe eigenaar geregistreerd, wat erop wijst dat de RDW het voertuig van de naam van betrokkene heeft gehaald.
Overwegingen
5. De kantonrechter constateert dat betrokkene geen zekerheid heeft gesteld. [1] In het gevoerde draagkrachtverweer ziet de kantonrechter aanleiding om de zekerheid op nihil te stellen en het beroep inhoudelijk te behandelen.
6. De gedraging kan worden vastgesteld omdat betrokkene deze niet betwist. Daarnaast blijkt uit de gegevens in het dossier dat op de peildatum geen verzekeringsgegevens bestonden.
7. De kantonrechter ziet aanleiding om de sanctie te matigen tot nihil. Betrokkene heeft aannemelijk gemaakt dat zij het voertuig niet in bezit had door toedoen van een familielid en krijgt het voordeel van de twijfel.

Conclusie

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gedeeltelijk gegrond;
  • wijzigt die beslissing in die zin dat het sanctiebedrag wordt gematigd tot nihil.
Waarvan proces-verbaal,
griffier kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Voetnoten

1.Artikel 11, tweede lid van de Wahv stelt het verplicht om de boete tot een hoogte van € 225,00 en de administratiekosten te betalen voordat de kantonrechter het beroep behandelt.