Uitspraak
1.De procesgang
2.2. De feiten
3.De vordering
4.Het geschil
5.De beoordeling
€ 14,35 € 33,50
€ 14,35 € 33,50
- salaris gemachtigde € 408,00 (2 punten × € 204,-)
- nakosten
- totaal € 510,00.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 4 maart 2025, gaat het om een huurgeschil tussen een eiseres en een gedaagde over de hoogte van de servicekosten. Eiseres, die sinds 1 juli 2020 een zelfstandige woonruimte huurt, heeft de huurcommissie verzocht om de eindafrekeningen van de servicekosten over 2020 en 2021 te beoordelen. De huurcommissie heeft op 26 mei 2023 uitspraak gedaan, waarbij de betalingsverplichtingen voor de servicekosten zijn vastgesteld. Eiseres vordert dat de kantonrechter deze bedragen lager vaststelt en dat gedaagde legeskosten vergoedt. De kantonrechter oordeelt dat de wet niet verbiedt dat kosten voor zonnepanelen en een zonneboiler als servicekosten worden doorberekend, tenzij er sprake is van een evident onredelijk voordeel voor de verhuurder. De kantonrechter concludeert dat de zonnepanelen en zonneboiler als roerende zaken moeten worden gekwalificeerd en dat de doorberekening van de kosten niet leidt tot een onredelijk voordeel voor gedaagde. Daarnaast wordt het geschil over het tuinonderhoud beoordeeld, waarbij de kantonrechter oordeelt dat de kosten voor het onderhoud van openbaar groen niet aan eiseres kunnen worden doorberekend. De kantonrechter stelt de servicekosten vast en wijst de vordering van eiseres gedeeltelijk toe, waarbij gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van legeskosten en eiseres in de proceskosten wordt veroordeeld.