Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
Je meldt je weer beter
Je komt naar [plaatsnaam] om alles door te spreken met [naam] en [naam]
wij maken dezelfde middag het geld aan jou over.
3.Het verzoek en het verweer
4.Het tegenverzoek en het verweer
5.De beoordeling
“Op 12-11-2024 vertelde [verzoeker] mij dat Vema failliet is”. [naam] heeft in dit kader verklaard dat de heer [naam] hem heeft verteld dat [verzoeker] tegen zijn vrouw heeft gezegd dat Vema failliet is. Hiertegenover staat de verklaring van [verzoeker] ter zitting. Ter zitting heeft [verzoeker] uitgelegd dat er discussie bestond tussen hem en [naam] over het al dan niet afgeven van reeds door [naam] betaalde kozijnen, en dat [verzoeker] en [naam] elkaars uitlatingen verkeerd hebben opgevat. [verzoeker] heeft daarbij uitdrukkelijk betwist dat hij heeft gezegd dat VEMA failliet is. Op grond van het vorenstaande kan naar het oordeel van de kantonrechter niet worden vastgesteld wat er precies is voorgevallen en gezegd tussen [verzoeker] en [naam] . Aldus is niet komen vast te staan dat [verzoeker] zich schuldig heeft gemaakt aan laster c.q. smaad. Deze onduidelijkheid komt voor risico voor VEMA die op dit punt de bewijslast draagt van de dringende reden.