Uitspraak
1.De procedure
- de producties 7 en 8 van [eiseres]
- de mondelinge behandeling van 22 april 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie
- de pleitnota van [eiseres].
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 6 mei 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en Stichting KwadrantGroep. [eiseres], werkzaam als helpende bij KwadrantGroep op basis van een nul-urencontract, vorderde loondoorbetaling tijdens ziekte. De kantonrechter oordeelde dat [eiseres] recht had op doorbetaling van haar salaris, omdat zij gemiddeld 18 uur per week werkte voordat zij ziek werd. KwadrantGroep had zich op het standpunt gesteld dat [eiseres] alleen aanspraak kon maken op loon tijdens ziekte indien zij een beroep deed op het rechtsvermoeden en een contract met vaste arbeidsomvang accepteerde. De kantonrechter verwierp dit verweer en oordeelde dat op grond van artikel 7:629 BW [eiseres] recht had op loondoorbetaling, omdat zij arbeid zou hebben verricht indien de ziekte niet was opgetreden. De kantonrechter stelde vast dat KwadrantGroep een onjuiste uitleg gaf aan de cao-bepaling over loondoorbetaling tijdens ziekte. De vordering van [eiseres] werd grotendeels toegewezen, met uitzondering van het loon over februari 2024, dat zij al had ontvangen. KwadrantGroep werd veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon, wettelijke verhoging en proceskosten.