Op 16 april 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarbij aan de betrokkene een boete was opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De boete van € 429,00 was opgelegd omdat de betrokkene geen verzekering had afgesloten voor zijn bromfiets, die op 27 september 2023 was vastgesteld als niet verzekerd. Betrokkene heeft echter aangevoerd dat zijn scooter in 2022 was gestolen en dat hij pas na de boete vernam dat de scooter was teruggevonden door de politie. De kantonrechter heeft de zaak behandeld in aanwezigheid van de betrokkene en de vertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. P. Veenstra. Na de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan en geconcludeerd dat de boete gematigd moest worden tot nul euro, omdat betrokkene aannemelijk had gemaakt dat hij niet op de hoogte was van de verplichting om zijn voertuig opnieuw te verzekeren. Daarnaast heeft de kantonrechter de officier van justitie veroordeeld tot vergoeding van de reiskosten van de betrokkene tot een bedrag van € 44,68, inclusief verletkosten. De beslissing van de officier van justitie werd vernietigd en de inleidende beschikking werd gewijzigd.