Op 16 april 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin aan de betrokkene een boete was opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De boete van € 459,00 was opgelegd omdat de betrokkene geen verzekering had afgesloten voor zijn motorrijtuig, een land- of bosbouwtrekker, op 16 november 2023. Betrokkene had tegen deze boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 16 april 2025 heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. P. Veenstra, de zaak toegelicht. Betrokkene voerde aan dat het voertuig voor de datum van controle nog in reparatie was en dat hij tijdig had aangegeven dat het kentekenbewijs geschorst kon worden. De vertegenwoordiger van de officier van justitie was van mening dat de sanctie met 50% gematigd moest worden, gezien de omstandigheden dat betrokkene het voertuig niet op de openbare weg had gebruikt en het voertuig op 30 november 2023 alsnog was geschorst.
De kantonrechter heeft overwogen dat betrokkene aannemelijk heeft gemaakt dat het voertuig niet op de openbare weg is geweest en dat hij het voertuig tijdig heeft geschorst. Daarom heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen met 50% tot € 234,00, inclusief administratiekosten. De beslissing van de officier van justitie is vernietigd en de betrokkene krijgt het teveel betaalde bedrag aan zekerheidstelling terug. De uitspraak is gedaan door mr. V.A.G. van Dijk, kantonrechter, in aanwezigheid van mr. W.B. Jongsma, griffier.