ECLI:NL:RBNNE:2025:1783
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Oude Lohuis
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding tussen een vrouw van Afghaanse nationaliteit en een man van Nederlandse nationaliteit, gehuwd in Pakistan
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 9 mei 2025 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw van Afghaanse nationaliteit en een man van Nederlandse nationaliteit, die in Pakistan zijn gehuwd. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. F.P. van Dalen, heeft op 10 september 2024 een verzoekschrift ingediend voor echtscheiding, terwijl de man, vertegenwoordigd door advocaat mr. D. Rezaie, verweer heeft gevoerd. Tijdens de zitting op 22 april 2025 was er een tolk aanwezig voor de vrouw. De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft om over het verzoek tot echtscheiding te oordelen, aangezien de gewone verblijfplaats van partijen zich in Nederland bevond.
De rechtbank heeft ook de geldigheid van het huwelijk beoordeeld, dat volgens islamitisch recht in Pakistan is gesloten. De vrouw heeft gesteld dat zij gedwongen is tot het huwelijk, maar de rechtbank heeft deze stelling niet onderbouwd geacht. Het verzoek tot echtscheiding is toegewezen, maar het verzoek van de vrouw om partneralimentatie is afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de vrouw haar behoefte en de draagkracht van de man onvoldoende had onderbouwd. De vrouw verbleef op dat moment in een asielzoekerscentrum en ontving een uitkering van het COA, wat de rechtbank leidde tot de conclusie dat haar behoefte niet meer bedraagt dan de hoogte van deze uitkering. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en het verzoek tot partneralimentatie afgewezen.