ECLI:NL:RBNNE:2025:1824

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 april 2025
Publicatiedatum
13 mei 2025
Zaaknummer
11340491 BU VERZ 24-2347
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een verkeersboete opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) met betrekking tot een versleten koppeling

Op 22 april 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verkeersboete die aan de betrokkene was opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De boete van € 289,00 was opgelegd omdat de (hulp)koppeling van de aanhangwagen niet voldeed aan de gestelde eisen. De overtreding vond plaats op 30 september 2023 op de Schoterlandseweg in Jubbega, gemeente Heerenveen. De betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting was de betrokkene aanwezig, evenals de vertegenwoordigster van de officier van justitie, mr. S. Bayram. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van de betrokkene, die betwistte dat de koppeling versleten was. Hij voerde aan dat hij na de staandehouding een nieuwe koppeling had gemonteerd en dat de indicator op de nieuwe koppeling ook tegen het rode vakje aanzat. De vertegenwoordigster van de officier van justitie stelde echter dat de visuele controle door de verbalisant voldoende was om de overtreding vast te stellen.

De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag biedt voor de vaststelling van de gedraging. De foto’s van de koppeling toonden aan dat de slijtage indicator in het rode vakje stond, wat betekende dat de koppeling versleten was. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en verklaarde het beroep ongegrond. De betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 261340855
zaaknummer: 11340491 BU VERZ 24-2347
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van 22 april 2025
in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats] .

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘de (hulp)koppeling voldoet niet aan de gestelde eisen’, verricht op 30 september 2023, om 09:56 uur, op de Schoterlandseweg in Jubbega, gemeente Heerenveen, met een aanhanger (80 km/h), met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 289,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 22 april 2025 op de zitting behandeld. Daarbij waren aanwezig: betrokkene en als vertegenwoordigster van de officier van justitie mr. S. Bayram (hierna: de vertegenwoordigster).
1.3.
Na afloop van de behandeling heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Beslissing

2. De kantonrechter beoordeelt het beroep aan de hand van de beroepsgronden van betrokkene. Hij oordeelt dat het beroep ongegrond is. De kantonrechter zal hierna uitleggen waarom hij dat doet.
Standpunten
3. Betrokkene betwist de verweten gedraging en voert verweer. Hij heeft aangevoerd dat hij na de staandehouding een nieuwe koppeling heeft gemonteerd en dat hij zelf weinig verschil zag met de oude koppeling waarvoor hij deze boete heeft ontvangen. Betrokkene begrijpt niet hoe er aan de hand van de indicator (de sticker op de koppeling) kan worden vastgesteld dat de koppeling daadwerkelijk versleten is. Dit dient volgens betrokkene te worden opgemeten. Bij zijn nieuwe koppeling zit de indicator, net als op de oude koppeling die gefotografeerd is door de verbalisant, namelijk ook tegen het rode vakje aan. Uit eigen ervaring met het aankoppelen van de aanhanger kan betrokkene het al merken als een koppeling versleten is; hij is dagelijks op de weg als vrachtwagenchauffeur. Hierdoor is hij altijd alert op het aankoppelen.
3.1
De vertegenwoordigster heeft aangevoerd dat betrokkene onvoldoende heeft onderbouwd dat de hulpkoppeling niet versleten is en dat de gedraging op basis van de beschikbare gegevens voldoende kan worden vastgesteld. Daarnaast heeft zij aangevoerd dat een meting niet vereist is en dat de visuele controle door de verbalisant voldoende is. De vertegenwoordigster heeft de kantonrechter verzocht het beroep ongegrond te verklaren.
Overwegingen
4. In Wahv-zaken biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel een voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders als de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert die aanleiding geven te twijfelen aan de juistheid van één of meer onderdelen van de verklaring of als uit het dossier zulke feiten en omstandigheden blijken.
4.1
Uit de verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht blijkt dat de op de koppeling van de aanhangwagen aanwezige slijtage indicator aangaf dat de koppeling versleten was. De verbalisant verklaart dat de aanhangwagen juist was aangekoppeld, maar dat de indicator ernstige mate van slijtage aangaf, wat niet conform het bepaalde in artikel 5.13.66, tweede lid, van de Regeling Voertuigen is. Hij verwijst hierbij naar de foto’s van de gedraging. Betrokkene is staande gehouden en heeft de volgende verklaring afgelegd:
“ik wist het niet”.
4.2
Artikel 5.13.66, tweede lid, van de Regeling Voertuigen bepaalt dat de koppeling en de trekdriehoek of trekboom van aanhangwagens deugdelijk bevestigd moeten zijn en niet gescheurd, ernstig vervormd, gebroken dan wel overmatig gesleten mogen zijn. De kantonrechter overweegt dat op de foto’s van de gedraging de koppeling van de aanhangwagen van betrokkene is te zien, met daarop de slijtage indicator. Deze indicator is bedoeld om de slijtage van de koppeling te controleren. Uit onderzoek van de griffier op het internet is gebleken dat deze indicator in aangekoppelde stand in het groen moet staan. Als dit niet zo is, dient de koppeling te worden vervangen.
4.3
De foto van de gedraging is weliswaar vanuit een hoek genomen, maar toch is daarop te zien dat de slijtage indicator in het rode vakje staat, wat inhoudt dat de koppeling is versleten en vervangen dient te worden. Betrokkene heeft aangevoerd dat hij na de boete zijn koppeling heeft vervangen, en dat deze weinig verschilt van de oude koppeling. Hij heeft een foto van de nieuwe koppeling overgelegd, waarop de slijtage indicator is te zien. De kantonrechter overweegt dat op die foto is te zien dat de slijtage indicator nét in het groene vakje valt.
4.4
Hoewel hij het met betrokkene eens is dat het een klein verschil betreft, kan de gedraging aan de hand van de foto’s van de gedraging voldoende worden vastgesteld. Dat de slijtage indicator op de nieuwe koppeling ook tegen het rode vakje aanzit, maakt dit niet anders, nu deze gedraging over de oude hulpkoppeling gaat en de kantonrechter alleen naar die oude koppeling kijkt. Al met al vindt hij dat de boete terecht aan betrokkene is opgelegd. Verder ziet de kantonrechter in de door betrokkene aangevoerde omstandigheden geen aanleiding de boete te matigen.

Conclusie

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Waarvan proces-verbaal,
R. de Hoop, griffier mr. P.G. Wijtsma, kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op: