Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[betrokkene] (de betrokkene),
Inleiding
Beoordeling door de kantonrechter
Beslissing
“ik wist het niet”.
Rechtbank Noord-Nederland
Op 22 april 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verkeersboete die aan de betrokkene was opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De boete van € 289,00 was opgelegd omdat de (hulp)koppeling van de aanhangwagen niet voldeed aan de gestelde eisen. De overtreding vond plaats op 30 september 2023 op de Schoterlandseweg in Jubbega, gemeente Heerenveen. De betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting was de betrokkene aanwezig, evenals de vertegenwoordigster van de officier van justitie, mr. S. Bayram. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van de betrokkene, die betwistte dat de koppeling versleten was. Hij voerde aan dat hij na de staandehouding een nieuwe koppeling had gemonteerd en dat de indicator op de nieuwe koppeling ook tegen het rode vakje aanzat. De vertegenwoordigster van de officier van justitie stelde echter dat de visuele controle door de verbalisant voldoende was om de overtreding vast te stellen.
De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag biedt voor de vaststelling van de gedraging. De foto’s van de koppeling toonden aan dat de slijtage indicator in het rode vakje stond, wat betekende dat de koppeling versleten was. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en verklaarde het beroep ongegrond. De betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden.