Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
- meermalen met kracht en al dan niet met gebalde vuist in het gezicht/op het hoofd van die [slachtoffer] heeft geslagen
- meermalen met kracht en al dan niet met gebalde vuist in de zij van die [slachtoffer] , althans op het lichaam heeft geslagen
- terwijl die [slachtoffer] bewegingloos op de grond lag, meermalen, althans eenmaal tegen het hoofd/gezicht van die [slachtoffer] heeft getrapt/geschopt terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
- meermalen met kracht en al dan niet met gebalde vuist in het gezicht/op het hoofd van die [slachtoffer] te slaan
- meermalen met kracht en al dan niet met gebalde vuist in de zij van die [slachtoffer] , althans op het lichaam te slaan
- terwijl die [slachtoffer] bewegingloos op de grond lag, meermalen, althans eenmaal tegen het hoofd/gezicht van die [slachtoffer] te trappen/schoppen.
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de verdediging
Bewezenverklaring
- meermalen met kracht en met gebalde vuist in het gezicht van die [slachtoffer] heeft geslagen
- en meermalen met kracht en met gebalde vuist in de zij van die [slachtoffer] heeft geslagen
- en terwijl die [slachtoffer] bewegingloos op de grond lag eenmaal tegen het gezicht van die [slachtoffer] heeft getrapt
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 300 dagen.
een gedeelte, groot 283 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
een taakstraf voor de duur van 240 uren.
- het bedrag van 20.772,24 (zegge: twintigduizend zevenhonderdtweeënzeventig euro en vierentwintig eurocent);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 december 2023 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.