ECLI:NL:RBNNE:2025:1890
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van aanvragen voor aanvullende tegemoetkoming op waardedaling door het Instituut Mijnbouwschade Groningen
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 16 mei 2025, worden de beroepen van eisers tegen de afwijzing van hun aanvragen voor een aanvullende tegemoetkoming op de waardedaling van hun woning door het Instituut Mijnbouwschade Groningen beoordeeld. Eisers, die sinds 1982 eigenaar waren van een woning in [woonplaats], hadden in 2019 hun woning verkocht voor € 287.500 en ontvingen een vergoeding van € 14.000 van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) voor waardedaling. In januari 2024 dienden zij aanvragen in bij het Instituut voor een aanvullende vergoeding, die echter werden afgewezen. De rechtbank oordeelt dat het Instituut terecht heeft afgewezen, omdat de ontvangen vergoeding van NAM hoger was dan de vergoeding die het Instituut zou hebben verstrekt, namelijk € 11.242,64. De rechtbank concludeert dat de beroepen ongegrond zijn, omdat eisers onvoldoende bewijs hebben geleverd dat de waardedaling van hun woning het gevolg was van de aardbevingsproblematiek. De rechtbank wijst erop dat de berekeningsmethode van het Instituut, gebaseerd op het model van Atlas voor gemeenten, redelijk en aanvaardbaar is. De rechtbank stelt vast dat eisers de waardedaling en de bijbehorende vergoeding van NAM hebben geaccepteerd en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven om van de standaard werkwijze af te wijken. De uitspraak bevestigt dat eisers geen recht hebben op een aanvullende tegemoetkoming en dat hun proceskosten niet vergoed worden.