ECLI:NL:RBNNE:2025:1987

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 mei 2025
Publicatiedatum
22 mei 2025
Zaaknummer
18-161023-24
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Online seksueel misbruik van minderjarige slachtoffers door verdachte gedurende een periode van 10 jaar met gebruik van sociale media

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 22 mei 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich gedurende een periode van 10 jaar schuldig heeft gemaakt aan online seksueel misbruik van een groot aantal minderjarige vrouwelijke slachtoffers, variërend in leeftijd van 10 tot 15 jaar. De verdachte zocht via sociale media naar jonge slachtoffers en deed zich in verschillende gevallen voor als een meisje of jongen. Hij vroeg de meisjes om naaktfoto's en video's van zichzelf te maken en deze naar hem te sturen. Wanneer de slachtoffers weigerden, dreigde hij met het openbaar maken van eerder verzonden beelden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno, en dat hij ontuchtige handelingen heeft gepleegd met meerdere minderjarige meisjes. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, met daarnaast de maatregel van tbs met voorwaarden opgelegd. Tevens is de verdachte verplicht om schadevergoeding te betalen aan verschillende slachtoffers. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer 18-161023-24
Ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18-319276-22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken van 22 mei 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] ,
thans gedetineerd in de [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 8 mei 2025.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. Th.U. Hiddema, advocaat te Maastricht.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. H. Mous.

Tenlastelegging

Aan verdachte is in de zaak met parketnummer 18-161023-24 kort gezegd ten laste gelegd dat:
Feit 1:hij in de periode van 1 januari 2019 tot en met 13 mei 2024 een gewoonte heeft gemaakt van het vervaardigen, verspreiden, invoeren, doorvoeren, uitvoeren, verwerven, in bezit hebben en/of zich toegang verschaffen tot kinderporno;
Feit 2 t/m 5 en 8 t/m 12:hij in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 31 januari 2024 via sociale media ontucht heeft gepleegd met negen meisjes jonger dan 16 jaar, dan wel het verleiden van deze minderjarige meisjes tot het plegen van ontucht;
Feit 6 en 7:hij in de periode van 1 april 2014 tot en met 1 april 2015 ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een minderjarig meisje, waarbij mede sprake is geweest van seksueel binnendringen, en het verleiden van dit minderjarige meisje tot het plegen van ontucht.
Aan verdachte is in de zaak met parketnummer 18-319276-22 kort gezegd ten laste gelegd dat hij in de periode van 22 januari 2022 tot en met 27 januari 2022 heeft geprobeerd een minderjarig meisje te dwingen tot afgifte van naaktfotos en/of -videos, dan wel dit minderjarige meisje heeft bedreigd.
De volledige tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
Parketnummer 18-161023-24
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard, met dien verstande dat het onder feit 5, 8 en 9 primair en het onder feit 2, 3, 4, 10, 11 en 12 subsidiair ten laste gelegde kan worden bewezen. Ten aanzien van feit 1 heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat niet bewezen kan worden dat verdachte zich ook schuldig heeft gemaakt aan het verspreiden van kinderporno. Ten aanzien van feit 2, 3, 4, 10, 11 en 12 heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat niet bewezen kan worden dat verdachte ontuchtige handelingen heeft gepleegd met de minderjarige meisjes, omdat er, anders dan bij feit 5, 8 en 9, geen sprake is geweest van een duidelijke seksuele interactie tussen deze meisjes en verdachte, welke wel vereist is voor een bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde. Verdachte dient ten aanzien van deze feiten dan ook vrijgesproken te worden van het primair ten laste gelegde.
Aangezien verdachte wel misbruik heeft gemaakt van zijn psychisch overwicht en er in sommige gevallen ook sprake is geweest van misleiding, kan verdachte worden veroordeeld voor het subsidiair ten laste gelegde onder feit 2, 3, 4, 10, 11 en 12.
Parketnummer 18-319276-22
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde bewezen kan worden verklaard. Hoewel er geen klacht is opgemaakt, is de wil tot vervolging overduidelijk kenbaar gemaakt door aangeefster. Verdachte heeft dit feit ook bekend.

Standpunt van de verdediging

Parketnummer 18-161023-24
De raadsman heeft geen bewijsverweer gevoerd ten aanzien van feit 2 tot en met 12. De raadsman heeft ten aanzien van feit 1 vrijspraak bepleit voor het onderdeel verspreiden van kinderporno. Verdachte heeft dit feit voor het overige bekend.
Parketnummer 18-319276-22
De raadsman heeft geen bewijsverweer gevoerd ten aanzien van het ten laste gelegde onder dit parketnummer.

Oordeel van de rechtbank

Parketnummer 18-161023-24
De rechtbank komt, op grond van de bewijsmiddelen die hieronder zijn opgenomen, tot een bewezenverklaring van feit 1, 6 en 7. De rechtbank komt daarnaast tot een bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde onder feit 2, 4, 5, 8, 9 en 10 en het subsidiair ten laste gelegde onder feit 3, 11
en 12.
De rechtbank zal hierna eerst feit 1 bespreken. Vervolgens worden de feiten besproken waarbij de rechtbank tot een bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde komt. Daarna worden de feiten besproken waarbij de rechtbank tot een bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde komt en
tot slot worden feit 6 en 7 besproken.

Feit 1 (kinderporno)

De verdachte heeft bekend dat hij dit feit heeft gepleegd, zoals hierna blijkt uit de bewezenverklaring. De rechtbank volstaat daarom met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering. Deze opgave luidt als volgt:
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 mei 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 19 mei 2022 met als bijlage een collectiescan, opgenomen op pagina 99 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met procesverbaalnummer PL0100-202277731 van 23 november 2022, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] ;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 14 oktober 2024 met als bijlagen een collectiescan en een overzicht geselecteerde visuele weergaven, opgenomen op pagina 103 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRBC23272 van 10 oktober 2024, inhoudend het relaas van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] ;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 19 februari 2024, opgenomen op pagina 140 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] ;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 9 april 2024, opgenomen op pagina 161 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] ;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 4 maart 2024, opgenomen op pagina 208 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] ;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 21 februari 2024, opgenomen op pagina 241 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] .
Bewijsoverweging feit 1
De rechtbank acht op basis van voornoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van de in de bewezenverklaring opgenomen gedragingen. Verdachte heeft over een periode van meer dan vijf jaren kinderporno (kort gezegd) vervaardigd en in bezit gehad. Verdachte deed zich in online gesprekken met minderjarige meisjes regelmatig voor als een meisje of als een jonger iemand. Hij vroeg de meisjes om naaktfotos en -videos van zichzelf te maken en naar hem toe te sturen. Naarmate de gesprekken voortduurden, dwong hij de meisjes om meer fotos en videos van vergaande seksuele handelingen te sturen. Verdachte heeft vervolgens met een app schermopnames gemaakt van de fotos en videos die hij ontving. Verdachte sloeg de fotos en videos op in mappen die hij had aangemaakt op zijn telefoons en laptop. Op de gegevensdragers van verdachte is een grote en gestructureerde hoeveelheid mappen aangetroffen met namen en leeftijden van meisjes. Onder meer de hiervoor genoemde schermopnames zijn in die mappen aangetroffen. Ook is er een zogenaamde “Veilige Map” aangetroffen op de telefoon van verdachte. Die map was beveiligd met een extra code. Verdachte heeft verklaard dat hij daarin de fotos en videos bewaarde van meisjes waar hij langer contact mee had. Naast dat verdachte op deze manier zelf naaktfotos en -videos vervaardigde van minderjarige meisjes, kreeg hij ook fotos en videos toegestuurd van anderen. Gelet op deze omstandigheden is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van het maken van een gewoonte van het vervaardigen, verwerven en in bezit hebben van kinderporno.
De rechtbank is van oordeel dat niet bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verspreiden, invoeren, doorvoeren en uitvoeren van kinderporno, zodat de rechtbank verdachte van deze onderdelen van de tenlastelegging zal vrijspreken. Daarnaast blijkt uit voernoemde bewijsmiddelen niet dat de onder het derde gedachtestreepje (onderzoek 2022) van de tenlastelegging opgenomen gedraging(en) te zien is/zijn op (één van) de bestanden die zijn gevonden op de gegevensdragers van verdachte, zodat de rechtbank verdachte ook vrijspreekt van dit onderdeel van de tenlastelegging.

Feit 2, 4, 5, 8, 9 en 10 primair (ontucht plegen met minderjarige meisjes)

Verdachte heeft bekend dat hij deze feiten heeft gepleegd, zoals hierna blijkt uit de bewezenverklaring. De rechtbank volstaat daarom met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering. Deze opgave luidt als volgt:
Feit 2 primair
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 mei 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 21 april 2024, opgenomen op pagina 148 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRBC23272 van 10 oktober 2024, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 1] 2009;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 19 februari 2024, opgenomen op pagina 140 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] .
Feit 4 primair
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 mei 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 12 april 2024, opgenomen op pagina 222 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRBC23272 van 10 oktober 2024, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 2] 2005;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 4 maart 2024, opgenomen op pagina 208 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] .
Feit 5 primair
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 mei 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van het Gerechtelijk arrondissement Antwerpen van 21 mei 2024, opgenomen op pagina 281 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRBC23272 van 10 oktober 2024, inhoudend de verklaring van [naam 1] ;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 21 februari 2024, opgenomen op pagina 241 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] .
Feit 8 primair
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 mei 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van 17 juli 2024, opgenomen op pagina 444 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRBC23272
van 10 oktober 2024, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 3] 2010;
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 22 mei 2024, opgenomen op pagina 422 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] .
Feit 9 primair
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 mei 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 28 juni 2024, opgenomen op pagina 480 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRBC23272 van 10 oktober 2024, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 4] 2008;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 26 mei 2024, opgenomen op pagina 463 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] .
Feit 10 primair
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 mei 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 1 augustus 2024 met als bijlage een schriftelijke verklaring van [slachtoffer 6] 2012, opgenomen op pagina 498 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRBC23272 van 10 oktober 2024, inhoudend de verklaring van [naam 1] ;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 22 mei 2024, opgenomen op pagina 492 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] .
Bewijsoverweging ten aanzien van voornoemde feiten
De rechtbank overweegt dat van het plegen van ontuchtige handelingen
meteen minderjarige, zoals bedoeld in artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht ook sprake kan zijn als geen lichamelijke aanraking tussen de dader en het slachtoffer heeft plaatsgevonden. Of in een zodanig geval de gedragingen van de dader al dan niet in hun onderlinge samenhang bezien het plegen van ontuchtige handelingen met het slachtoffer opleveren, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij komt in het bijzonder betekenis toe aan het antwoord op de vraag of en zo ja, in hoeverre, tussen de dader en het slachtoffer enige voor het plegen of dulden van ontucht relevante interactie heeft plaatsgevonden (vgl. HR 30 november 2004, ECLI:NL:HR:2004:AQ0950).
De rechtbank stelt op basis van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen vast dat verdachte via Snapchat contact had met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 6] . In een aantal gevallen deed verdachte zich in die gesprekken voor als een meisje of als een jongen die aanzienlijk jonger was dan verdachte in werkelijkheid was. Verdachte vroeg de meisjes naaktfotos en -videos van zichzelf te maken en naar hem te sturen en maakte via Snapsaver schermopnames van deze fotos en videos. Vervolgens werden de meisjes gedwongen om meer naaktfotos en -videos van zichzelf te sturen. Deden zij dit niet, dan dreigde verdachte met het openbaar maken van de eerder gestuurde fotos en videos. Daarnaast heeft verdachte gedreigd een aantal van de meisjes thuis op te zoeken. In het geval van [slachtoffer 3] heeft hij ook gedreigd met ontvoering en verkrachting. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] hebben beiden verklaard dat zij een video van verdachte hebben gekregen waarop te zien was dat verdachte een mes vast hield. [slachtoffer 2] heeft verklaard dat verdachte zichzelf wat aan zou doen met dat mes als zij hem zou verwijderen. [slachtoffer 4] heeft verklaard dat verdachte haar wat aan zou doen met het mes als zij niet deed wat verdachte zei.
De rechtbank stelt ook vast dat verdachte al deze meisjes opdrachten gaf over de wijze waarop zij moesten poseren, over de seksuele handelingen die zij moesten verrichten bij zichzelf en op welke wijze
zij dit moesten doen. Zo dwong hij de meisjes onder meer zichzelf te vingeren of voorwerpen, voornamelijk haarborstels, in hun vagina te stoppen. In het geval van [slachtoffer 4] heeft verdachte ook opdrachten gegeven ten aanzien van seksuele handelingen die [slachtoffer 4] met een ander moest verrichten. Verdachte was daarbij erg dwingend en accepteerde geen nee, zo blijkt uit de verklaringen van de meisjes en de Snapchatgesprekken die (deels) zijn opgenomen in de voornoemde processen-verbaal van bevindingen. Ook wanneer de meisjes aangaven dat ze de handelingen niet wilden verrichten en aangaven dat ze pijn hadden, accepteerde verdachte geen nee en moesten zij van verdachte doorgaan met het verrichten van de seksuele handelingen.
De rechtbank is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat de interactie tussen verdachte en [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 6] dusdanig is geweest dat, ondanks het gebrek aan fysiek contact tussen hen, sprake is van het plegen van ontuchtige handelingen
metdeze meisjes. De rechtbank komt ten aanzien van deze slachtoffers dan ook tot een bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde.
Feit 3, 11 en 12 subsidiair (verleiden van minderjarige meisjes tot het plegen van ontucht)
Verdachte heeft bekend dat hij deze feiten heeft gepleegd, zoals hierna blijkt uit de bewezenverklaring. De rechtbank volstaat daarom met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering. Deze opgave luidt als volgt:
Feit 3 subsidiair
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 mei 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 22 mei 2024, opgenomen op pagina 172 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRBC23272 van 10 oktober 2024, inhoudend de verklaring van de moeder van [slachtoffer 7] 2007;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 9 april 2024, opgenomen op pagina 161 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] .
Feit 11 subsidiair
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 mei 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van 30 augustus 2024, opgenomen op pagina 542 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRBC23272 van 10 oktober 2024, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 8] 2010;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 25 juni 2024, opgenomen op pagina 527 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] .
Feit 12 subsidiair
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 mei 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 14 oktober 2024, opgenomen op pagina 564 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRBC23272 van 10 oktober 2024, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 9] 2013;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 25 september 2024, opgenomen op pagina 560 van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] .
Bewijsoverweging ten aanzien van voornoemde feiten
De rechtbank kan op basis van het dossier onvoldoende vaststellen dat er, anders dan bij de andere slachtoffers, tussen verdachte en [slachtoffer 7] , [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] ook sprake is geweest van de hiervoor genoemde relevante interactie, die vereist is voor een bewezenverklaring van het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van het onder feit 3, 11 en 12 primair ten laste gelegde.
Op basis van voornoemde bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van verdachte, kan wel bewezen worden verklaard dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het subsidiair ten laste gelegde verleiden van minderjarige meisjes tot het plegen van ontucht. Verdachte heeft ook aan [slachtoffer 7] , [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] gevraagd om naaktfotos en -videos van zichzelf te sturen. Deze fotos en videos zijn ook aangetroffen op zijn gegevensdragers. Daarnaast heeft verdachte verklaard dat hij zich tijdens de gesprekken met de meisjes voordeed als een meisje of als een jongen die aanzienlijk jonger was dan hij in werkelijkheid was. [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] verklaren hier ook over. Zij waren in de veronderstelling dat verdachte 14 of 15 jaar oud was. Door zich voor te doen als een jonger iemand of als een meisje is er sprake geweest van misleiding door verdachte.
De rechtbank overweegt verder dat [slachtoffer 7] , [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] ten tijde van de ten laste gelegde feiten respectievelijk 14, 12 en 10 jaar oud waren. Verdachte was toen respectievelijk 26, 27 en 28 jaar oud. Gelet op dit aanzienlijke leeftijdsverschil tussen de meisjes en verdachte, is de rechtbank van oordeel dat verdachte een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht op de meisjes had waarvan hij zich ook bewust was en waarvan hij misbruik heeft gemaakt.
Feit 6 en 7 (seksueel binnendringen en verleiding van een minderjarige tot ontucht)
De rechtbank acht feit 6 en 7 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is ook in onderdelen slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. ​
De door verdachte ter zitting van 8 mei 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik heb een relatie gehad met [slachtoffer 10] . Dat was ongeveer 10 jaar geleden. Het klopt dat dit in april 2014 begon. Ik was ongeveer 4 jaar ouder dan [slachtoffer 10] . Het klopt dat ik mappen met naaktfotos van [slachtoffer 10] op mijn apparaten had staan. Het klopt dat ik [slachtoffer 10] vroeg om fotos te maken van seksuele handelingen. Ik ben daarin wat doorgedraaid. Het klopt dat ik wilde dat zij fotos maakte van seksuele handelingen die zij niet wilde doen. Ik werd boos als zij dit niet deed. [slachtoffer 10] deed het daardoor toch. Ik sloeg de fotos op via Snapsaver. [slachtoffer 10] wist dat niet. [slachtoffer 10] en ik hebben seks met elkaar gehad.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 27 mei 2024 met als bijlage screenshots van WhatsApp-berichten, opgenomen op pagina 303 e.v. van het dossier van Politie Noord- Nederland met nummer NNRBC23272 van 10 oktober 2024, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 10] 1999:
Sinds april 2014 had ik een relatie met [verdachte] . In april 2014 was ik 14 jaar oud. Op een gegeven moment ging ik op vakantie en hij mocht niet mee. Hij veranderde, hij werd boos als ik dingen niet deed. Toen is het ook begonnen met fotos sturen. Eerst alleen van mijn gezicht en daarna vroeg hij steeds meer dingen. Het moest eerst zonder BH, alleen het gedeelte van mijn tieten. Het ging steeds verder, heel mijn
lichaam moest er op en ook filmpjes. Ik moest mezelf bevredigen met deo flessen en ook moest ik anaal dingen doen. Ik moest mezelf bevredigen met een elektrische tandenborstel. Ik stond daar helemaal niet achter. Ik probeerde uit te stellen waar hij om vroeg. Ik was bang dat hij het materiaal van mij online zou gaan zetten. We hebben 1 keer anale seks gehad. Dat was niet vrijwillig. Elke keer als hij na die eerste keer bij mij was, wilde hij met de hond wandelen en dan moest ik hem pijpen in de bosjes. Ik heb meerdere keren gezegd dat ik het niet wilde. Maar als ik zei dat ik niet wilde dan werd hij boos. Hij zei: “Je helpt mij de tyfus in, je helpt mij de tering in.” Hij zei dan: “We gaan het doen.” Ik ben ook altijd super bang geweest dat hij iets met die fotos zou gaan doen. Nee was voor hem geen antwoord. Ik durfde op een gegeven moment geen nee meer te zeggen. We hadden er dagelijks ruzie over. De ruzie begon elke keer, omdat ik iets niet wilde. Hij bleef maar doorgaan.
WhatsApp Chat [verdachte] (
opmerking rechtbank: WhatsApp-berichten tussen verdachte en [slachtoffer 10] 1999 op pagina 337 e.v.)
28-07-14 23:51:41: [verdachte] : Je houd je nu stil
28-07-14 23:51:41: [verdachte] : Je komt gewoon klaar
28-07-14 23:31:43: [verdachte] : Zie jij niet dat je me naar de tivus helpt 28-07-14 23:32: 15: [verdachte] : Je helpt me ook de tering in
28-07-14 23:22:57: [verdachte] : Je moet verder gaan
25-07-14 22:29:57: [verdachte] : Ik zit er gvd al 3 dagen op te wachten. Dus ik verwacht die foto. 25-07-14 22:00:47: [verdachte] : Jij maakt een goeie foto en hoe kan me niks schelen
25-07-14 22:01:17: [verdachte] : Al ga je midden op die camping staan je maakt een goeie en duidelijke foto
25-07-14 22:26:28: [verdachte] : Blijf maar k heb al een idee
25-07-14 22:26: 38: [verdachte] : Maar als k nee hoor is het niet best 25-07-14 22: 18:54: [verdachte] : T is geen foto van je kut
25-07-14 22: 18:57: [verdachte] : T zijn je tieten
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever van 28 mei 2024, opgenomen op pagina 403 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 10] 1999:
De seks tussen [verdachte] en mij bestond uit voorspel, vingeren, pijpen, aftrekken en daarna seks hebben.
Bewijsoverweging ten aanzien van voornoemde feiten
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij maar één keer seks heeft gehad met [slachtoffer 10] , dit was vrijwillig. Verdachte heeft ter zitting ontkend dat er verder seksueel contact is geweest tussen hem en [slachtoffer 10] . De rechtbank acht deze verklaring van verdachte ongeloofwaardig. Verdachte en [slachtoffer 10] hebben enige tijd, in ieder geval gedurende één jaar, een relatie met elkaar gehad. Zij hebben beiden verklaard dat zij seks met elkaar hebben gehad. Verdachte heeft ter zitting pas voor het eerst verklaard dat dit maar één keer zou zijn gebeurd. Tijdens de verschillende verhoren bij de politie heeft hij dit niet verklaard. De verklaring die [slachtoffer 10] bij de politie heeft afgelegd, is erg gedetailleerd en wordt grotendeels ondersteund door de verklaring van verdachte. Zo verklaart [slachtoffer 10] dat zij thuis geen seks kon hebben met verdachte, omdat zij bij haar ouders woonde. Verdachte wilde daarom elke keer met de hond gaan wandelen als hij bij haar was. Tijdens die wandelingen moest [slachtoffer 10] seksuele handelingen verrichten bij en met verdachte. Verdachte heeft ook verklaard dat zij altijd de hond gingen uitlaten als hij bij [slachtoffer 10] was. Bovendien vindt de verklaring van [slachtoffer 10] voor een groot deel steun in de berichten die als bijlage bij de aangifte zijn gevoegd. Uit die berichten volgt immers dat verdachte [slachtoffer 10] dwong om seksuele handelingen (bij zichzelf) te verrichten, terwijl zij dit helemaal niet wilde. Onder druk van verdachte deed zij dit dan toch. De bijgevoegde WhatsApp-berichten hebben overigens ook allemaal een verregaande seksuele strekking en
zijn in die zin ook ondersteunend voor de verklaring van [slachtoffer 10] . De rechtbank gaat er op basis van het voorgaande dan ook van uit dat er vaker dan één keer sprake is geweest van het verrichten van seksuele handelingen, waaronder ook seksueel binnendringen, tussen [slachtoffer 10] en verdachte.
De wetgever heeft met artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht bedoeld de seksuele integriteit van personen beneden de leeftijd van zestien jaar te beschermen, omdat zij zelf de draagwijdte van hun handelen nog niet kunnen overzien. Volgens de Hoge Raad kan onder omstandigheden aan seksuele handelingen met een persoon tussen de twaalf en zestien jaren het ontuchtig karakter ontbreken. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als het gaat om een vrijwillig contact tussen personen die slechts in geringe mate in leeftijd verschillen en eventueel een affectieve relatie hebben. Het gaat bij ontuchtige handelingen om handelingen van seksuele aard die in strijd zijn met de sociaal-ethische norm.
De rechtbank overweegt dat [slachtoffer 10] en verdachte begin 2014 een relatie met elkaar kregen. [slachtoffer 10] was toen 14 jaar oud en verdachte was 18 jaar oud. Ondanks dat [slachtoffer 10] en verdachte een relatie met elkaar hadden en het leeftijdsverschil van vier jaren niet per definitie kan worden aangemerkt als een aanzienlijk leeftijdsverschil, is de rechtbank van oordeel dat de seksuele handelingen die hebben plaatsgevonden tussen [slachtoffer 10] en verdachte aangemerkt kunnen worden als ontuchtige handelingen. De rechtbank is namelijk van oordeel dat er niet gesproken kan worden van een gelijkwaardige relatie tussen [slachtoffer 10] en verdachte. Uit de verklaringen van [slachtoffer 10] en de berichten die bij haar verklaring zijn gevoegd, blijkt dat verdachte enorm dwingend was tegenover haar. [slachtoffer 10] moest naaktfotos en -videos van zichzelf sturen. Verdachte gaf haar opdrachten ten aanzien van de vergaande seksuele handelingen die zij moest verrichten. Hij duldde daarbij geen “nee”.
Als [slachtoffer 10] aangaf dat zij bepaalde dingen niet wilde doen, bleef verdachte er, in niet mis te verstane woorden, op aandringen dat zij dit wel moest doen. Verdachte sloeg de fotos die hij van [slachtoffer 10] kreeg op. [slachtoffer 10] heeft verklaard dat zij bang was dat verdachte die fotos online zou zetten. Uiteindelijk heeft het gedrag van verdachte er toe geleid dat [slachtoffer 10] geen “nee” durfde te zeggen tegen hem. Er was dan ook geen sprake van vrijwilligheid aan de kant van [slachtoffer 10] .
Hierin speelt ook de leeftijd van [slachtoffer 10] een grote rol. Hoewel er in jaren niet per definitie sprake is van een aanzienlijk leeftijdsverschil, is er op deze leeftijden (14 en 18) wel een verschil in seksuele, fysieke en emotionele ontwikkeling. Verdachte had daardoor een overwicht op [slachtoffer 10] en respecteerde de grenzen die zij aangaf niet. Onder deze omstandigheden kunnen de seksuele handelingen die tussen verdachte en [slachtoffer 10] zijn verricht, naar het oordeel van de rechtbank niet als algemeen sociaal-ethisch aanvaard worden gezien.
Op basis van hetgeen hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat ook feit 7 bewezen kan worden verklaard.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het seksueel binnendringen met de penis in de vagina, omdat [slachtoffer 10] , op de ene keer dat dit met wederzijdse instemming is gebeurd na, niet expliciet heeft verklaard over het seksueel binnendringen in de vagina.
Parketnummer 18-319276-22Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
De primair ten laste gelegde afdreiging is op grond van artikel 318 lid 3 van het Wetboek van Strafrecht een klachtdelict. Een formele en tijdige klacht ontbreekt in dit dossier. Uit de aangifte en het later opgemaakte proces-verbaal van bevindingen blijkt echter de onmiskenbare wens van aangeefster dat vervolging zou worden ingesteld tegen verdachte. De officier van justitie is dan ook ontvankelijk in de
vervolging ten aanzien van het primair ten laste gelegde.
Bewezenverklaring
De verdachte heeft bekend dat hij het primair ten laste gelegde heeft gepleegd, zoals hierna blijkt uit de bewezenverklaring. De rechtbank volstaat daarom met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering. Deze opgave luidt als volgt:
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 mei 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 27 januari 2022 met als bijlage screenshots van Snapchatberichten, opgenomen op pagina 14 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met procesverbaalnummer PL0100-202277731 van 23 november 2022, inhoudend de verklaring van [naam] .

Bewezenverklaring

De rechtbank acht hetgeen onder parketnummer 18-161023-24 onder feit 1, 2 primair, 3 subsidiair, 4
primair, 5 primair, 6, 7, 8 primair, 9 primair, 10 primair, 11 subsidiair en 12 subsidiair en hetgeen onder parketnummer 18-319276-22 primair ten laste is gelegd wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
Parketnummer 18-161023-24
1. ​
hij in de periode van 1 januari 2019 tot en met 13 mei 2024 in Nederland, meermalen, telkens een grote hoeveelheid digitale afbeeldingen en gegevensdragers, te weten een notebook van het merk Samsung en telefoontoestellen van het merk Samsung en een USB stick, bevattende afbeeldingen, te weten digitale video/film- en foto bestanden/afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd en verworven en in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen zakelijk weergegeven bestonden uit:
ONDERZOEK 2022 (parketnummer 18-319276-22)
  • het met de penis oraal en
  • het met de penis en vinger/hand en een voorwerp vaginaal en
  • het met de vinger/hand anaal penetreren van het lichaam van een (andere) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
  • het met de vinger/hand en een voorwerp vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt bij zichzelf,
en
- het betasten en aanraken met de penis en vinger/hand van de geslachtsdelen en
  • het betasten en aanraken met de vinger/hand van de billen en
  • het betasten en aanraken met vinger/hand van de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt en
  • het betasten en aanraken met de penis en een voorwerp van de geslachtsdelen en
  • het betasten en aanraken met de vinger/hand van de billen van een (andere) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt en
  • het betasten en aanraken met de vinger/hand van de geslachtsdelen en
  • het betasten en aanraken met de vinger/hand van de billen en
  • het betasten en aanraken met vinger/hand van de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt bij zichzelf,
en
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed en/of opgemaakt was en/of poseerde in een omgeving en/of met een of meer voorwerpen en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar/zijn leeftijd paste en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/zijn kleding ontdeed en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht werden waarbij de afbeeldingen aldus een onmiskenbaar seksuele strekking hadden en/of strekten tot seksuele prikkeling,
en
- het houden van een (stijve) penis bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
en
ONDERZOEK 2024
  • het met de penis en mond/tong oraal en
  • het met de penis vaginaal en
  • het met een voorwerp anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
  • het met de mond/tong oraal penetreren van het lichaam van een (andere) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
  • het met een voorwerp vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt bij zichzelf,
afbeeldingsnummers in overzicht geselecteerde afbeeldingen en toon map: foto #01, #05, #08, #16,
#17, #18 en #22
en
  • het betasten en aanraken met vinger/hand van de geslachtsdelen en
  • het betasten en aanraken met vinger/hand van de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt bij zichzelf,
afbeeldingsnummers in overzicht geselecteerde afbeeldingen en toon map: foto #07, #10, #19 en #20
en
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed en/of opgemaakt was en/of poseerde in een omgeving en/of met een of meer voorwerpen en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar/zijn leeftijd paste en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/zijn kleding ontdeed
en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote)
geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht werden waarbij de afbeeldingen aldus een onmiskenbaar seksuele strekking hadden en/of strekten tot seksuele prikkeling,
afbeeldingsnummers in overzicht geselecteerde afbeeldingen en toon map: foto #02, #03, #04, #05,
#09, #11, #12 en #13
en
terwijl dat vervaardigen hierin bestond dat verdachte met gebruikmaking van telefoontoestellen en via Snapchat en WhatsApp en Snapsaver, van (onder meer) de navolgende meisjes digitale video/film- en/of foto bestanden/afbeeldingen heeft vervaardigd:
  • [slachtoffer 3] (2010) en
  • [slachtoffer 4] (2008) en
  • [slachtoffer 6] (2012) en
  • [slachtoffer 8] (2010) en
  • [slachtoffer 9] (2013) en
  • [slachtoffer 1] (2009) en
  • [slachtoffer 7] (2007) en
  • [slachtoffer 2] (2005) en
  • [slachtoffer 5] (2007) en
  • [slachtoffer 10] (1999),
van welke misdrijven verdachte een gewoonte heeft gemaakt;
2. primair
hij in de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 januari 2022 in Nederland, meermalen, door gebruikmaking van anonieme en fictieve accounts via sociale media, te weten via Snapchat en Snapsaver, met [slachtoffer 1] 2009 die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten via voornoemde sociale media het voor een camera laten vingeren
van de vagina van die [slachtoffer 1] 2009 door haar zelf en verdachte daarvan getuige te laten zijn en het laten tonen van de vagina en billen en borsten van die [slachtoffer 1] 2009 aan verdachte, waarbij verdachte in voornoemde periode via die voornoemde sociale media
  • dreigde met het openbaar maken/online publiceren van eerder gemaakte naaktfotos en naaktvideos van die [slachtoffer 1] 2009 en
  • die [slachtoffer 1] 2009 (mede gelet op voornoemd dreigement) dwingende opdrachten gaf seksuele handelingen bij haar zelf te verrichten en zichzelf naakt aan verdachte te tonen, waarbij verdachte telkens opzettelijk misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van voornoemd minderjarig slachtoffer en een psychisch overwicht welke verdachte, mede gelet op
  • verdachtes leeftijd en
  • verdachtes geestelijke overwicht en
  • de minderjarige leeftijd van die [slachtoffer 1] 2009, telkens op die [slachtoffer 1] 2009 had;
  • subsidiair
hij in de maand november 2021 in Nederland door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en misleiding [slachtoffer 7] 2007, die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, immers heeft verdachte in voornoemde periode meermalen door gebruikmaking van anonieme en fictieve accounts via sociale media, te weten via Snapchat en Snapsaver, die [slachtoffer 7] 2007 opzettelijk bewogen voor een camera ontuchtige handelingen te plegen met zichzelf, te weten via voornoemde sociale media het voor een camera laten vingeren van de vagina van die [slachtoffer 7] 2007 door haar zelf en het inbrengen van een handvat van een haarborstel in de vagina van die [slachtoffer 7] 2007 door haar zelf en verdachte daarvan getuige te laten zijn en het laten tonen van de vagina en billen en borsten van die [slachtoffer 7] 2007 aan verdachte, waarbij verdachte in voornoemde periode via die voornoemde sociale media
- die [slachtoffer 7] 2007 dwingende opdrachten gaf die seksuele handelingen bij haar zelf te verrichten en zichzelf naakt aan verdachte te tonen, waarbij verdachte telkens opzettelijk
misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van voornoemd minderjarig slachtoffer en een psychisch overwicht welke verdachte, mede gelet op
  • verdachtes leeftijd en
  • verdachtes geestelijke overwicht en
  • de minderjarige leeftijd van die [slachtoffer 7] 2007, telkens op die [slachtoffer 7] 2007 had;
  • primair
hij in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 6 mei 2021 in Nederland, meermalen, door gebruikmaking van accounts via sociale media, te weten via Snapchat en Snapsaver, met [slachtoffer 2] 2005 die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten via voornoemde sociale media het voor een camera laten vingeren van de vagina van die [slachtoffer 2] 2005 door haar zelf en verdachte daarvan getuige te laten zijn en het laten tonen van de vagina en billen en borsten van die [slachtoffer 2] 2005 aan verdachte, waarbij verdachte in voornoemde periode via die voornoemde sociale media
  • zich aanvankelijk heeft voorgedaan als jongen van 19 jaar oud en later ouder (27) en
  • dreigde met het openbaar maken/online publiceren van eerder gemaakte naaktfotos en naaktvideos van die [slachtoffer 2] 2005 en
  • die [slachtoffer 2] 2005 dreigend een mes bij verdachtes keel heeft getoond en
  • dreigde dat hij bij die [slachtoffer 2] 2005 thuis langs zou komen en
  • die [slachtoffer 2] 2005 (mede gelet op voornoemde dreigementen) dwingende opdrachten gaf die seksuele handelingen bij zichzelf te verrichten en zichzelf naakt aan verdachte te tonen,
waarbij verdachte telkens opzettelijk misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van voornoemd minderjarig slachtoffer en een psychisch overwicht welke verdachte, mede gelet op
  • verdachtes leeftijd en
  • verdachtes geestelijke overwicht en
  • de minderjarige leeftijd van die [slachtoffer 2] 2005, telkens op die [slachtoffer 2] 2005 had;
  • primair
hij in de periode van 1 juni 2021 tot en met 30 juni 2021 te [adres] , meermalen, door
gebruikmaking van anonieme en fictieve accounts via sociale media, te weten via Snapchat en Snapsaver, met [slachtoffer 5] 2007 die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten via voornoemde sociale media het voor een camera laten vingeren van de vagina van die [slachtoffer 5] 2007 door haar zelf en het inbrengen van een handvat van een borstel en andere voorwerpen in de vagina van die [slachtoffer 5] 2007 door haar zelf en verdachte daarvan getuige te laten zijn en het laten tonen van de vagina en billen en anus en borsten van die [slachtoffer 5] 2007 aan verdachte, waarbij verdachte in voornoemde periode via die voornoemde sociale media
  • zich heeft voorgedaan als jongen van 15 jaar oud en
  • die [slachtoffer 5] 2007 dwingende opdrachten gaf, die seksuele handelingen bij zichzelf te verrichten en zichzelf naakt aan verdachte te tonen, waarbij verdachte telkens opzettelijk
misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van voornoemd minderjarig slachtoffer en een psychisch overwicht welke verdachte, mede gelet op
  • verdachtes leeftijd en
  • verdachtes geestelijke overwicht en
  • de minderjarige leeftijd van die [slachtoffer 5] 2007, telkens op die [slachtoffer 5] 2007 had;
hij in de periode van 1 april 2014 tot en met 1 april 2015 in Nederland met [slachtoffer 10] 1999 die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 10] 1999, hebbende verdachte in voornoemde periode meermalen,
  • zijn penis in de mond van die [slachtoffer 10] 1999 gebracht en zich door die [slachtoffer 10] 1999 laten pijpen en
  • meerdere andere seksuele handelingen met/aan het lichaam van die [slachtoffer 10] 1999
verricht en door die [slachtoffer 10] 1999 bij verdachte laten verrichten, waarbij verdachte telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van voornoemd minderjarig slachtoffer en van een psychisch overwicht welke verdachte, mede gelet op
  • verdachtes leeftijd en
  • verdachtes geestelijke overwicht en
  • de minderjarige leeftijd van die [slachtoffer 10] 1999, telkens op die [slachtoffer 10] 1999 had;
hij in de periode van 1 juli 2014 tot en met 1 april 2015 in Nederland door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht [slachtoffer 10] 1999, waarvan hij wist dat zij de leeftijd van
achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, immers heeft verdachte
  • door gebruikmaking van accounts via sociale media die [slachtoffer 10] 1999 voor een camera ontuchtige handelingen laten plegen, te weten het laten vingeren van de vagina van die [slachtoffer 10] 1999 door haar zelf en het inbrengen van een deobus in de vagina van die [slachtoffer 10] 1999 door haar zelf en verdachte daarvan getuige te laten zijn en het laten tonen van de vagina en billen en borsten van die [slachtoffer 10] 1999 aan verdachte, waarbij verdachte in voornoemde periode via die voornoemde sociale media
  • die [slachtoffer 10] 1999 op dwingende en dreigende wijze opdrachten gaf die seksuele handelingen bij zichzelf te verrichten en zichzelf naakt aan verdachte te tonen, waarbij verdachte telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een psychisch overwicht welke verdachte, mede gelet op
  • verdachtes leeftijd
  • verdachtes geestelijke overwicht en
  • de minderjarige leeftijd van die [slachtoffer 10] 1999, telkens op die [slachtoffer 10] 1999 had;
  • primair
hij in de periode van 1 juni 2023 tot en met 31 januari 2024 in Nederland, meermalen, door gebruikmaking van accounts via sociale media, te weten via Snapchat en Snapsaver, met [slachtoffer 3] 2010 die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten via voornoemde sociale media het voor een camera laten vingeren van de vagina van die [slachtoffer 3] 2010 door haar zelf en het inbrengen van voorwerpen in de vagina van die [slachtoffer 3] 2010 door haar zelf en verdachte daarvan getuige te laten zijn en het laten tonen van de vagina en billen en anus en borsten van die [slachtoffer 3] 2010 aan verdachte, waarbij verdachte in voornoemde periode via die voornoemde sociale media
  • dreigde met het openbaar maken/online publiceren van eerder gemaakt naaktfotos en naaktvideos van die [slachtoffer 3] 2010 en
  • dreigde bij die [slachtoffer 3] 2010 thuis langs te komen en die [slachtoffer 3] 2010 te ontvoeren en die [slachtoffer 3] 2010 in een kelder te verkrachten en zwanger te maken en
  • die [slachtoffer 3] 2010 (mede gelet op voornoemde dreigementen) dwingende opdrachten gaf, die
seksuele handelingen bij zichzelf te verrichten en zichzelf naakt aan verdachte te tonen,
waarbij verdachte telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een psychisch overwicht welke verdachte, mede gelet op
  • verdachtes leeftijd en
  • verdachtes geestelijke overwicht en
  • de minderjarige leeftijd van die [slachtoffer 3] 2010, telkens op die [slachtoffer 3] 2010 had;
  • primair
hij in de periode van 1 februari 2023 tot en met 31 januari 2024 in Nederland, meermalen, met gebruikmaking van anonieme accounts via sociale media, te weten via Snapchat en Snapsaver, met [slachtoffer 4] 2008 die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten via voornoemde sociale media het voor een camera laten vingeren van de vagina van die [slachtoffer 4] 2008 door haar zelf en het inbrengen van voorwerpen in de vagina en anus van die [slachtoffer 4] 2008 door haar zelf en verdachte daarvan getuige te laten zijn en het laten tonen van de vagina en billen en anus en borsten van die [slachtoffer 4] 2008 aan verdachte en het laten tonen dat die [slachtoffer 4] 2008 vaginaal en oraal gepenetreerd werd door een andere persoon, waarbij verdachte in voornoemde periode via die voornoemde sociale media
  • zich aanvankelijk heeft voorgedaan als een meisje en
  • die [slachtoffer 4] 2008 dreigend een mes heeft getoond en stekende bewegingen heeft gemaakt en daarbij die [slachtoffer 4] 2008 heeft opgedragen voornoemde seksuele handelingen te verrichten en
  • heeft gedreigd dat hij bij die [slachtoffer 4] 2008 langs zou komen, terwijl verdachte op de hoogte was van de locatie waar die [slachtoffer 4] 2008 zich bevond en
  • die [slachtoffer 4] 2008 (mede gelet op voornoemde dreigementen) dwingende opdrachten heeft
gegeven, die seksuele handelingen bij zichzelf te verrichten en bij een andere persoon te verrichten en door een andere persoon bij haar te doen en laten verrichten en zichzelf
naakt aan verdachte te tonen, waarbij verdachte telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een psychisch overwicht welke verdachte, mede gelet op
  • verdachtes leeftijd en
  • verdachtes geestelijke overwicht en
  • de minderjarige leeftijd van die [slachtoffer 4] 2008, telkens op die [slachtoffer 4] 2008 had;
  • primair
hij in de maand november 2023 in Nederland, meermalen, met gebruikmaking van anonieme en fictieve accounts via sociale media, te weten via Snapchat en Snapsaver, met [slachtoffer 6] 2012 die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten via voornoemde sociale media het voor een camera laten tonen van de vagina van die [slachtoffer 6] 2012 aan verdachte, waarbij verdachte in voornoemde periode via die voornoemde sociale media
  • zich heeft voorgedaan als een persoon die een jaartje, althans iets ouder was dan die [slachtoffer 6] 2012 en
  • dreigde met het openbaar maken/online publiceren van een eerder gemaakte naaktfoto van die [slachtoffer 6] 2012 en
  • die [slachtoffer 6] 2012 (mede gelet op voornoemd dreigement) dwingende opdrachten heeft gegeven zichzelf naakt aan verdachte te tonen, waarbij verdachte telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een psychisch overwicht welke verdachte, mede gelet op
  • verdachtes leeftijd en
  • verdachtes geestelijke overwicht en
  • de minderjarige leeftijd van die [slachtoffer 6] 2012, telkens op die [slachtoffer 6] 2012 had;
  • subsidiair
hij in de maand augustus 2022 in Nederland door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en misleiding [slachtoffer 8] 2010 die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, immers heeft verdachte in voornoemde periode meermalen door gebruikmaking van anonieme en fictieve accounts via sociale media, te weten via Snapchat en Snapsaver, die [slachtoffer 8] 2010 opzettelijk bewogen voor een camera ontuchtige handelingen te plegen met zichzelf, te weten via voornoemde sociale media het voor een camera laten tonen van de vagina en borsten en het naakte lichaam van die [slachtoffer 8] 2010 aan verdachte, waarbij verdachte in voornoemde periode via die voornoemde sociale media
  • zich heeft voorgedaan als een persoon van 14 of 15 jaar oud en
  • dreigde met het openbaar maken/online publiceren van eerder gemaakt naaktfotos van die [slachtoffer 8] 2010 en
  • die [slachtoffer 8] 2010 (mede gelet op voornoemd dreigement) dwingende opdrachten heeft gegeven zichzelf naakt aan verdachte te tonen, waarbij verdachte telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van
een psychisch overwicht welke verdachte, mede gelet op
  • verdachtes leeftijd en
  • verdachtes geestelijke overwicht en
  • de minderjarige leeftijd van die [slachtoffer 8] 2010, telkens op die [slachtoffer 8] 2010 had;
  • subsidiair
hij in de maand december 2023 in Nederland door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en misleiding [slachtoffer 9] 2013 die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, immers heeft verdachte in voornoemde periode meermalen door gebruikmaking van anonieme en fictieve accounts via sociale media, te weten via Snapchat en Snapsaver, die [slachtoffer 9] 2013 opzettelijk bewogen voor een camera ontuchtige handelingen te plegen met zichzelf, te weten via voornoemde sociale media het voor een camera laten tonen van de borsten van die [slachtoffer 9] 2013 aan verdachte, waarbij verdachte in voornoemde periode via die voornoemde sociale media
  • zich heeft voorgedaan als een persoon van 14 jaar oud en
  • die [slachtoffer 9] 2013 dwingende opdrachten heeft gegeven zichzelf naakt aan verdachte te tonen, waarbij verdachte telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een psychisch overwicht welke verdachte, mede gelet op
  • verdachtes leeftijd en
  • verdachtes geestelijke overwicht en
  • de minderjarige leeftijd van die [slachtoffer 9] 2013, telkens op die [slachtoffer 9] 2013 had.
Parketnummer 18-319276-22
Primair
hij omstreeks de periode van 22 januari 2022 tot en met 27 januari 2022 te [adres] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met openbaring van een geheim (te weten dat verdachte eerder aan hem toegezonden digitale foto- en filmbestanden, waarop [naam] naakt staat afgebeeld, openbaar zou maken), [naam] te dwingen tot afgifte van andere/nieuwe digitale foto- en/of filmbestanden van die [naam] , met voornoemd oogmerk die [naam] opzettelijk dreigend via Snapchat en WhatsApp, de navolgende woorden heeft toegevoegd/berichten heeft gezonden met de navolgende teksten:
  • ' Dus nu blok je me in eens op WhatsApp omdat ik alles van je weet?' en
  • ' S niet slim eh aangezien k je fotos filmpjes nog steeds heb' en
  • ' Dus je gaat blijven negeren? Wat zal jou school genieten van al je fotos' en
  • ' Ik heb alles opgeslagen wat je stuurde, maar je hebt een keus als je nu naar boven gaat doe ik er niets mee'
  • ' K wil ook wel gewoon een keertje bij je langs gaan hoor' en
  • ' Je bent echt bang eh. Niet huilen als je verkracht word eh' en
  • ' K ga je kutje likke of je t nou wil of niet' en
  • ' Als je mij negeert kan ik niet beloven dat ik de foto's en filmpjes voor mezelf hou' en
  • ' De keus is helemaal aan jou, ik wil dit helemaal niet doen maar op deze manier nemen wij helemaal geen afscheid',
en welke woorden/berichten in voornoemde periode door die [naam] zijn ontvangen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
Parketnummer 18-161023-24
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, verwerven, in bezit hebben, zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
primair met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
subsidiair door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht/misleiding een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen, meermalen gepleegd;
primair met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
primair met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht/misleiding een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen, meermalen gepleegd;
primair met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
primair met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
primair met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
subsidiair door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht/misleiding een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen, meermalen gepleegd;
subsidiair door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht/misleiding een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft
bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen, meermalen gepleegd;
Parketnummer 18-319276-22
Primair poging tot afdreiging.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor alle ten laste gelegde feiten, met dien verstande dat verdachte ten aanzien van het onder parketnummer 18-161023-24 onder feit 5, 8 en 9 primair ten laste gelegde, het onder feit 2, 3, 4, 10, 11 en 12 subsidiair ten laste gelegde en het onder parketnummer 18-319276-22 primair ten laste gelegde, wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden. De officier van justitie heeft daarnaast gevorderd dat aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden wordt opgelegd en aan die maatregel de door de reclassering geadviseerde voorwaarden te verbinden. Daarnaast dient er een contactverbod met [slachtoffer 10] in de bijzondere voorwaarden opgenomen te worden. De bijzondere voorwaarden dienen dadelijk uitvoerbaar te worden verklaard. Tot slot heeft de officier van justitie gevorderd de Gedragsbeïnvloedende en Vrijheidsbeperkende Maatregel (hierna: GVM) op te leggen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich, onder verwijzing naar een uitspraak van rechtbank Overijssel van 29 april 2025 (ECLI:NL:RBOVE:2025:2609), op het standpunt gesteld dat de aan verdachte op te leggen gevangenisstraf lager moet zijn dan door de officier van justitie is geëist.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich gedurende een periode van 10 jaren schuldig gemaakt aan online seksueel misbruik van een groot aantal minderjarige vrouwelijke slachtoffers in de leeftijd van 10 tot 15 jaar oud. Bij één
slachtoffer, [slachtoffer 10] , was in eerste instantie sprake van een affectieve relatie. Verdachte was aan het begin van deze relatie 18 jaar oud, terwijl [slachtoffer 10] 14 jaar oud was. Korte tijd nadat deze relatie begon werd verdachte op, onder meer, seksueel gebied zeer dwingend richting [slachtoffer 10] en ging hij ver over haar grenzen heen. Met [slachtoffer 10] heeft verdachte ook ontucht gepleegd dat mede bestond uit het seksueel binnendringen.
Ook heeft verdachte een gewoonte gemaakt van het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno door de fotos en filmpjes die hij de slachtoffers (onder dwang) liet maken, op te slaan. Daarnaast kwam verdachte via contacten op internet aan grote hoeveelheden kinderporno die hij op zijn gegevensdragers bewaarde. Op de gegevensdragers van verdachte is een grote en gestructureerde hoeveelheid mappen aangetroffen met de namen en leeftijden van in ieder geval 250 meisjes. Slechts enkele slachtoffers konden geïdentificeerd worden en hebben uiteindelijk aangifte gedaan.
De rechtbank rekent verdachte deze feiten zwaar aan. Hij is zeer berekenend en manipulatief te werk gegaan. Verdachte is binnen verschillende social media doelbewust op zoek gegaan naar jonge slachtoffers en heeft in meerdere gevallen onder de valse identiteit van een meisje of jongen contact met hen gelegd. Nadat hij contact had gemaakt, probeerde hij op geraffineerde wijze hun vertrouwen te winnen. Als hij eenmaal in bezit was van een foto van hun (deels) ontklede lichaam, gebruikte hij deze foto om hen daarmee te dwingen om vergaande seksueel getinte fotos en videos van zichzelf op te sturen. Als de slachtoffers eenmaal in de greep van verdachte waren, dwong hij hen om ver over hun grenzen te gaan en liet hij niet meer los. Daarbij dreigde hij met het online verspreiden van de fotos en videos of het verspreiden van de fotos onder familie of op school of met het aanplakken van de fotos op lantaarnpalen in de omgeving van het slachtoffer. Als gevolg van zijn dreigementen waren de slachtoffers zo bang dat ze geëxposeerd zouden worden, dat ze uiteindelijk toch maar deden wat hij van ze eiste. Verdachte heeft daarmee alleen oog gehad voor zijn eigen seksuele behoefte.
Het leven van de slachtoffers, maar ook dat van de gezinnen waar zij deel van uitmaken, is hierdoor ernstig ontwricht. In de slachtofferverklaringen die op de zitting zijn afgelegd, is op indrukwekkende wijze verwoord welk effect het handelen van verdachte heeft gehad. Hij heeft een grote inbreuk op de lichamelijke en psychische integriteit en de persoonlijke levenssfeer van de verschillende slachtoffers gemaakt. De angst, schaamte en verdriet die de slachtoffers ervaren, is dan ook zeer groot.
In het onderzoek van de zaak met parketnummer 18-319276-22 is verdachte door de politie op 10 februari 2022 aangehouden en verhoord en hij is later op 16 november 2022 nogmaals door de politie verhoord. Verdachte had op dat moment doordrongen moeten zijn van het feit dat zijn laakbare en schadelijke gedrag moest stoppen en dat hij hulp nodig had bij het beëindigen van zijn gedrag en hij had deze hulp daadwerkelijk moeten inschakelen. Verdachte heeft ervoor gekozen om dit niet te doen en door te gaan met zijn schadelijke gedrag. Ook dit rekent de rechtbank hem zwaar aan.
Gezien de ernst, duur en impact van de feiten is enkel het opleggen van een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend. Dit ter vergelding van het leed dat de verdachte de slachtoffers heeft aangedaan, maar ook als duidelijk signaal dat tegen dit gedrag hard wordt opgetreden. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank rekening gehouden met straffen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd.
De rechtbank heeft bij het opleggen van de straf ook gelet op de rapportage van 15 oktober 2024 van psychiater J.M. Westenbroek en de rapportage van 23 oktober 2024 van GZ-psycholoog D.R. van der Velden. De conclusies in deze rapporten luiden dat bij verdachte sprake is van een parafiele stoornis en een licht verstandelijke beperking. Daarnaast zijn er aanwijzingen voor een autismespectrumstoornis of een persoonlijkheidsstoornis. De deskundigen adviseren de feiten in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen.
De rechtbank neemt die conclusies en het advies over. De bewezenverklaarde feiten worden verdachte daarom in verminderde mate toegerekend.
De rechtbank heeft daarbij in strafmatigende zin in aanmerking genomen dat verdachte niet eerder voor strafbare feiten is veroordeeld.
Alles overwegende legt de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf op voor de duur van 42 maanden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Terbeschikkingstelling met voorwaarden
De rechtbank legt aan verdachte ook de maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: tbs) op.
Uit de rapportage van de psychiater en de psycholoog blijkt dat tijdens het begaan van de delicten sprake was van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestesvermogens. De door verdachte begane delicten zijn misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld. Het gaat bovendien om misdrijven die gericht zijn of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Verder eist de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de oplegging van die maatregel.
De rechtbank grondt haar oordeel op de adviezen van de psychiater en de psycholoog. Deze adviezen houden zakelijk weergegeven in, dat het risico op herhaling hoog is en dat een klinische behandeling aangewezen is. Deze behandeling dient plaats te vinden in het kader van een tbs met voorwaarden.
Ook de reclassering schat de kans op herhaling in als hoog en komt tot de conclusie dat een klinische behandeling noodzakelijk is. In het maatregelenrapport van de reclassering GGZ/Tactus van 30 april 2025 wordt dan ook geadviseerd om verdachte de maatregel van tbs met voorwaarden op te leggen. Hoewel verdachte in eerste instantie niet wilde meewerken aan een klinische behandeling, heeft hij in een later gesprek met de reclassering aangegeven zich te willen houden aan de voorwaarden. Ook ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij wil meewerken aan de door de reclassering opgestelde voorwaarden.
De rechtbank zal de maatregel opleggen onder de voorwaarden genoemd in voornoemd rapport, zoals uitgewerkt in het dictum. De rechtbank ziet in afwijking van het advies, geen reden om de verplichting tot het innemen van medicatie in de bijzondere voorwaarden op te nemen. Daarnaast legt de rechtbank als bijzondere voorwaarde een contactverbod aan verdachte op. Hij mag op geen enkele wijze (direct of indirect) contact opnemen met [slachtoffer 10] , geboren [geboortedatum] 1999.
Zoals hiervoor benoemd betreffen de bewezenverklaarde feiten, ter zake waarvan de tbs met voorwaarden wordt opgelegd, misdrijven als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, aanhef en onder 2, Wetboek van Strafrecht. Daarnaast betreffen het misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Het voorgaande brengt met zich mee dat ingeval van omzetting naar een tbs met dwangverpleging, de totale duur van deze tbs een periode van vier jaar te boven kan gaan.
De rechtbank ziet geen aanleiding de dadelijke uitvoerbaarheid te gelasten, zoals door de officier van justitie is gevorderd. Een dergelijke beslissing impliceert dat de maatregel meteen na de uitspraak kan worden ten uitvoer gelegd, ook al is de uitspraak niet onherroepelijk. Dat is in dit geval niet zinvol, omdat verdachte ook wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanmerkelijk langere duur dan het voorarrest en de gevangenisstraf als eerste zal worden ten uitvoer gelegd.
Gedragsbeïnvloedende en/of vrijheidsbeperkende maatregel
De rechtbank stelt vast dat voldaan is aan de voorwaarden voor het opleggen van een gedragsbeïnvloedende en/of vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z Wetboek van Strafrecht en zal deze maatregel ook opleggen. De rechtbank acht het ter bescherming van de algemene veiligheid van anderen nodig dat na de tbs gedragsbeïnvloedende en/of vrijheidsbeperkende voorwaarden toegepast kunnen worden.

Benadeelde partijen

Parketnummer 18-161023-24
[slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 9] hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding.
[slachtoffer 1] vordert een bedrag van 5.000,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan. De vordering is ingediend door de vader van [slachtoffer 1] .
[slachtoffer 2] vordert een bedrag van 8.500,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan. De vordering is ingediend en ter terechtzitting toegelicht door mr. Bruinsma-Woudstra.
[slachtoffer 10] vordert een bedrag van 2.494,76 ter vergoeding van materiële schade en 18.500,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan. De vordering is ingediend en ter terechtzitting toegelicht door mr. Bruinsma-Woudstra.
[slachtoffer 3] vordert een bedrag van 20.000,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan. De vordering is ingediend door de moeder van [slachtoffer 3] . Voorafgaand aan de zitting is de vordering onderbouwd door mr. Bruinsma-Woudstra. Ter terechtzitting heeft zij de vordering nader toegelicht. De raadsvrouw heeft daarbij verwezen naar een uitspraak van rechtbank Rotterdam van 18 januari 2022. In de situatie van [slachtoffer 3] zou destijds een schadevergoeding van 7.500,- passend zijn geweest. Geïndexeerd zou dat nu een bedrag van ongeveer 8.800,- zijn.
[slachtoffer 6] vordert een bedrag van 2.500,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan. De vordering is ingediend en ter terechtzitting toegelicht door mr. Boonen.
Tot slot vordert [slachtoffer 9] een bedrag van 300,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan. De vordering is ingediend door de moeder van [slachtoffer 9] .
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen dienen te worden. De vordering van [slachtoffer 3] dient wel gematigd te worden tot een bedrag van 7.500,-.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van [slachtoffer 3] gematigd dient te worden. Ten aanzien van de overige vorderingen refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 9] de gestelde schade hebben geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde. De vorderingen, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, worden daarom toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de data, zoals hieronder opgenomen in het dictum.
De rechtbank zal de door [slachtoffer 10] gevorderde proceskosten, die bestaan uit reiskosten naar Slachtofferhulp Nederland en parkeerkosten, afwijzen, aangezien er op basis van de civielrechtelijke proceskostenregeling geen wettelijke grondslag is om deze kosten te kunnen toewijzen.
De rechtbank overweegt verder dat voldoende aannemelijk is dat ook [slachtoffer 3] schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde. De rechtbank stelt de immateriële schade van [slachtoffer 3] naar billijkheid vast op een bedrag van 8.800,-. De rechtbank heeft daarbij gelet op vergoedingen die in soortgelijke zaken zijn toegekend. De vordering zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard, aangezien dat deel van de vordering onvoldoende is onderbouwd. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om dit deel van de vordering alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. Dit deel van de vordering kan
daarom slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Schadevergoedingsmaatregel
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden. De rechtbank past artikel 36f, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering toe in combinatie met het bepaalde in artikel 60a van het Wetboek van Strafrecht. Dit houdt in dat in totaal maximaal 360 dagen aan gijzeling kan worden opgelegd. De rechtbank zal deze 360 dagen evenredig verdelen over de opgelegde bedragen.
Proceskosten
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met de vorderingen hebben gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moeten maken.

Inbeslaggenomen goederen

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de inbeslaggenomen telefoons, de computer, de usb-stick en het mes verbeurd dienen te worden verklaard. De raadsman heeft hier geen verweer tegen gevoerd.
De rechtbank zal de inbeslaggenomen telefoons, de computer, de usb-stick en het mes onttrekken aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36b, 36c, 36d, 36f, 38, 38a, 38z, 45, 57, 240b (oud), 245 (oud), 247 (oud), 248a (oud) en 318 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte in de zaak met parketnummer 18-161023-24 onder feit 3 primair, feit 11 primair en feit 12 primair ten laste is gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart hetgeen in de zaak met parketnummer 18-161023-24 onder feit 1, feit 2 primair, feit 3 subsidiair, feit 4 primair, feit 5 primair, feit 6, feit 7, feit 8 primair, feit 9 primair, feit 10 primair, feit 11 subsidiair en feit 12 subsidiair en hetgeen in de zaak met parketnummer 18-319276-22 primair ten laste is gelegd bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Gelast dat verdachte ter beschikking zal worden gesteld en stelt daarbij de volgende voorwaarden:
1. de veroordeelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
2. de veroordeelde verleent medewerking aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
dat de veroordeelde meewerkt aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of het ter inzage aanbieden van een geldig identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ten behoeve van het vaststellen van de identiteit;
dat de veroordeelde zich meldt op afspraken met de reclassering, zolang en zo vaak als de reclassering dat nodig vindt;
dat de veroordeelde zich houdt aan de voorschriften of aanwijzingen van de reclassering die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om veroordeelde te bewegen tot het naleven van de voorwaarden;
dat de veroordeelde meewerkt aan huisbezoeken;
dat de veroordeelde inzicht geeft aan de reclassering over de voortgang van begeleiding of behandeling door (een) andere instelling(en)/hulpverleners;
dat de veroordeelde niet verhuist of van adres verandert zonder toestemming van de reclassering;
dat de veroordeelde meewerkt aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met veroordeelde als dat van belang is voor het toezicht;
3. de veroordeelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden zonder toestemming van de reclassering;
4. de veroordeelde werkt mee aan het verstrekken van een actuele foto aan de reclassering ten behoeve van eventuele opsporing;
5. als de reclassering dat nodig vindt en de veroordeelde daarmee instemt, kan veroordeelde voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of
veroordeelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
6. de veroordeelde laat zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering en de zorginstelling dit nodig vinden. Veroordeelde volgt de aanwijzingen van de behandelaars conform de op te stellen behandelovereenkomst en het nader te formuleren behandelplan op;
7. de veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling aan hem geeft in het kader van de behandeling;
8. indien tijdens de behandeling een overgang naar een [instelling] , ambulante zorg, begeleid wonen instelling of maatschappelijke opvang naar het oordeel van de reclassering gewenst is, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing. Veroordeelde zal meewerken aan het nazorgtraject waaraan te zijner tijd invulling gegeven wordt. Dit omvat tevens het bepalen van een woonplek na overleg met en toestemming van de reclassering;
9. de veroordeelde laat zich begeleiden/behandelen door een ambulante zorgverlener of een nader te bepalen forensische polikliniek/forensisch FACT, te bepalen door de reclassering. De behandeling start na de klinische opname en duurt zolang de reclassering dit nodig vindt;
10. de veroordeelde geeft inzicht in zijn sociale netwerk en werkt mee aan het betrekken van zijn sociale netwerk bij de behandeling;
11. de veroordeelde werkt mee aan het verkrijgen en/of behouden van een dagbesteding, indien en zolang de reclassering dit nodig vindt;
12. de veroordeelde vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
Het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
Het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
Het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers. Veroordeelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Veroordeelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor controle. De controle is gericht op de vraag of veroordeelde kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van veroordeelde. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige
meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
13. de veroordeelde neemt of zoekt op geen enkele wijze direct of indirect contact op met [slachtoffer 10] , geboren [geboortedatum] 1990, zolang de reclassering dit nodig vindt. De politie houdt toezicht op de naleving van dit verbod.
Draagt de reclassering op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Legt op de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
Ten aanzien van benadeelde partij [slachtoffer 1] 2009 (feit 2 primair)
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1] 2009toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 1] 2009 te betalen:
  • het bedrag van 5.000,- (zegge: vijfduizend euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 januari 2022 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van
[slachtoffer 1] 2009aan de Staat te betalen een bedrag van 5.000,- (zegge: vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 januari 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag betreft immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 44 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van benadeelde partij [slachtoffer 2] 2005 (feit 4 primair)
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 2] 2005toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 2] 2005 te betalen:
  • het bedrag van 8.500,- (zegge: achtduizend vijfhonderd euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 mei 2021 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van
[slachtoffer 2] 2005aan de Staat te betalen een bedrag van 8.500,- (zegge: achtduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
6 mei 2021 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag betreft immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 75 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van benadeelde partij [slachtoffer 10] 1999 (feit 6 en 7)
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 10] 1999toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 10] 1999 te betalen:
  • het bedrag van 20.994,76,- (zegge: twintigduizend negenhonderdvierennegentig euro en zesenzeventig eurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 april 2015 tot de dag van algehele voldoening;
  • wijst af de gevorderde reiskosten naar slachtofferhulp en bijbehorende parkeerkosten van totaal 38,28;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van
[slachtoffer 10] 1999aan de Staat te betalen een bedrag van 20.994,76 (zegge: twintigduizend negenhonderdvierennegentig euro en zesenzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 april 2015 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit 2.494,76 aan materiële schade en 18.500 aan immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 139 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van benadeelde partij [slachtoffer 3] 2010 (feit 8 primair)
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 3] 2010toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 3] 2010 te betalen:
  • het bedrag van 8.800,- (zegge: achtduizend achthonderd euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 januari 2024 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van
[slachtoffer 3] 2010aan de Staat te betalen een bedrag van 8.800,- (zegge: achtduizend achthonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente
vanaf 31 januari 2024 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag betreft immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 77 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Verklaart de vordering van
[slachtoffer 3] 2010voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Ten aanzien van benadeelde partij [slachtoffer 6] 2012 (feit 10 primair)
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 6] 2012toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 6] 2012 te betalen:
  • het bedrag van 2.500,- (zegge: tweeduizend vijfhonderd euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 november 2023 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van
[slachtoffer 6] 2012aan de Staat te betalen een bedrag van 2.500,- (zegge: tweeduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 november 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag betreft immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 22 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van benadeelde partij [slachtoffer 9] 2013 (feit 12 subsidiair)
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 9] 2013toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 9] 2013 te betalen:
  • het bedrag van 300,- (zegge: driehonderd euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 december 2023 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van
[slachtoffer 9] 2013aan de Staat te betalen een bedrag van 300,- (zegge: driehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 december 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag betreft immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 3 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Verklaart onttrokken aan het verkeer het inbeslaggenomen:
  • GSM, merk Samsung, goednummer PL0100-2022029994-1464897;
  • Computer, merk Samsung, goednummer PL0100-2022029994-1464961;
  • GSM, merk Samsung, goednummer PL0100-2023300928-1717256;
- USB-stick, goednummer PL0100-2023300928-1717258;
  • GSM, merk Samsung, goednummer PL0100-2023300928-1717249.
  • Kapmes in foudraal, goednummer PL0100-2023300928-1717274.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Dijkstra, voorzitter, mr. M.E. Joha en mr. H.P. Eckert, rechters, bijgestaan door mr. E.M. Boskma, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 mei 2025.