ECLI:NL:RBNNE:2025:1988

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 april 2025
Publicatiedatum
22 mei 2025
Zaaknummer
18-183030-24
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meerdere opiumwetfeiten, het voorhanden hebben van een vuurwapen, ontucht, het vervaardigen en bezitten van kinderporno en een diefstal

Op 17 april 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere ernstige misdrijven. De zaak betreft onder andere opiumwetfeiten, het voorhanden hebben van een vuurwapen, ontucht met een minderjarige, het vervaardigen en bezitten van kinderporno, en diefstal. De verdachte is op 4 juni 2024 aangehouden en heeft in de periode van 3 juni 2024 tot en met 4 juni 2024, samen met anderen, voorbereidingshandelingen verricht voor de vervaardiging van cocaïne en heeft een grote hoeveelheid MDMA vervoerd. Daarnaast heeft hij ontuchtige handelingen gepleegd met een minderjarige, geboren in 2009, en heeft hij kinderpornografisch materiaal vervaardigd en in bezit gehad. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijf jaren, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers. De rechtbank heeft ook de inbeslaggenomen personenauto verbeurd verklaard, aangezien deze is gebruikt bij de gepleegde misdrijven. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/183030-24
ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18/344848-24 en 18/192970-24 vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 18/156106-23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 17 april 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats] , thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 3 april 2025.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door A.M.G. Wolffs, advocaat te Amsterdam. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L.J. van der Heide.

Tenlastelegging

Ten aanzien van parketnummer 18/183030-24
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 3 juni 2024 tot en met 4 juni 2024 te [plaatsnaam] , in de gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
  • het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken en/of
  • het opzettelijk vervaardigen van cocaïne, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
  • een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
  • zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
  • voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededaders, wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen, toen aldaar in een pand/loods gelegen aan of bij de [adres] , adaar, een of meer grondstof(fen), te weten (onder meer) 2 pallets met jerrycans met als inhoud
  • een vloeistof bevattende aceton en/of
  • een vloeistof bevattende zoutzuur en/of
  • een vloeistof bevattende ammonia
en/of een of meer andere technische appara(a)t(en)) en/of materialen, te weten (onder meer) een centrifuge voor het vervaardigen van cocaïne en/of voor een of meer ander(e) middel(en)/stof(fen) als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voorhanden gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
2.
hij in of omstreeks de periode van 28 mei 2024 tot en met 4 juni 2024 te [plaatsnaam] en/of te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, en/of op de [adres] ter hoogte van [plaatsnaam] , in de gemeente Oldambt, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (een) grote hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij in of omstreeks de periode van 3 juni 2024 tot en met 4 juni 2024 te [plaatsnaam] , in de gemeente
Leeuwarden en/of op de [adres] ter hoogte van [plaatsnaam] , in de gemeente Oldambt, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
  • in/bij een pand/loods, gelegen aan of bij de [adres] , aldaar, (ongeveer) 10233,99 gram MDMA en/of
  • op de [adres] , ter hoogte van [plaatsnaam] , in een voertuig (merk BMW, voorzien van kenteken [nummer] ) (ongeveer) 4723,26 gram MDMA, zijnde (in totaal) (ongeveer) 15.951,44 gram van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij op of omstreeks 4 juni 2024 te of bij [plaatsnaam] , in de gemeente Oldambt, op de [adres]
( [nummer] , (als passagier) rijdende in een voertuig, merk BMW, voorzien van kenteken [nummer] , in de richting van de Duitse grens, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (in totaal) (ongeveer) 4723,26 gram MDMA, in elk geval een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op of omstreeks 4 juni 2024 te of bij [plaatsnaam] , in de gemeente Leeuwarden en/of te of bij [plaatsnaam] , in de gemeente Oldambt, op de [adres] ( [nummer] , (als passagier) rijdende in een voertuig, merk BMW, voorzien van kenteken [nummer] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland te brengen, (in
totaal ) (ongeveer) 4723,26 gram MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, opzettelijk een koelbox met voornoemde MDMA op de carpoolplaats nabij [plaatsnaam] in (de kofferbak van) zijn (personen)auto heeft geplaatst en/of vervolgens met voornoemde (personen)auto en die koelbox met MDMA richting [land] is gereden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij op of omstreeks 4 juni 2024 te of bij [plaatsnaam] , in de gemeente Oldambt, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) of een ander, althans alleen, een vuurwapen, te weten een semi-automatisch centraalvuur pistool, merk type: Blow, TR 14: zwart, kaliber 9mm Kort (.380 auto) en/of een patroonhouder, inhoudende munitie, te weten drie centraalvuur kogelpatronen, merk Sellier 4 Bellot (S4B), kaliber 9mm, Kort type volmantel en/of één centraalvuur kogelpatroon, merk Maxx- tech Ammo (MXT), kaliber .380 auto type volmantel van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of munitie, voorhanden heeft gehad;
Ten aanzien van parketnummer 18-344848-24
Aan verdachte is, ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 8 april 2023 tot en met 30 juni 2024 te Leeuwarden, althans in Nederland, met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2009, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten het (meermaals):
- vasthouden van en/of knijpen in de borsten van die [slachtoffer 1] , en/of
  • betasten van en/of wrijven over de (ontblote) billen van die [slachtoffer 1] , en/of
  • brengen, duwen en/of bewegen van de penis in de mond van die [slachtoffer 1] , en/of
  • brengen, duwen en/of bewegen van de penis in de vagina van die [slachtoffer 1] , en/of
  • ejaculeren op het lichaam van die [slachtoffer 1] , en/of
  • likken aan de vagina en/of anus van die [slachtoffer 1] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 8 april 2023 tot en met 30 juni 2024 te Leeuwarden, althans in
Nederland, met een kind in de leeftijd van twaalf tot zestien jaren, te weten [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2009, een of meer seksuele handelingen heeft verricht, te weten het (meermaals)
  • vasthouden van en/of knijpen in de borsten van die [slachtoffer 1] , en/of
  • betasten van en/of wrijven over de (ontblote) billen van die [slachtoffer 1] , en/of
  • houden van zijn (stijve) penis bij het gezicht van die [slachtoffer 1] , en/of
  • ejaculeren op het lichaam van die [slachtoffer 1] , en/of
  • likken aan de vagina en/of anus van die [slachtoffer 1] ;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2024 tot en met 9 juli 2024 te Leeuwarden, althans in Nederland, met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2009, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten het (meermaals):
  • vasthouden van en/of knijpen in de borsten van die [slachtoffer 1] , en/of
  • betasten van en/of wrijven over de (ontblote) billen van die [slachtoffer 1] , en/of
  • brengen, duwen en/of bewegen van de penis in de mond van die [slachtoffer 1] , en/of
  • brengen, duwen en/of bewegen van de penis in de vagina van die [slachtoffer 1] , en/of
  • ejaculeren op het lichaam van die [slachtoffer 1] , en/of
  • likken aan de vagina en/of anus van die [slachtoffer 1] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2024 tot en met 9 juli 2024 te Leeuwarden, althans in Nederland, met een kind in de leeftijd van twaalf tot zestien jaren, te weten [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2009, een of meer seksuele handelingen heeft verricht, te weten het (meermaals)
  • vasthouden van en/of knijpen in de borsten van die [slachtoffer 1] , en/of
  • betasten van en/of wrijven over de (ontblote) billen van die [slachtoffer 1] , en/of
  • houden van zijn (stijve) penis bij het gezicht van die [slachtoffer 1] , en/of
  • ejaculeren op het lichaam van die [slachtoffer 1] , en/of
  • likken aan de vagina en/of anus van die [slachtoffer 1] ;
3.
hij in of omstreeks de periode van 18 januari 2024 tot en met 30 juni 2024 te Leeuwarden, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, een of meer afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 1] was betrokken en/of schijnbaar was betrokken heeft vervaardigd en/of heeft verworven en/of in bezit heeft gehad en/of een of meer visuele weergaven van seksuele aard en/of met onmiskenbaar seksuele strekking waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 1] was betrokken of schijnbaar was betrokken heeft vervaardigd en/of heeft verworven en/of in bezit heeft gehad te weten een iPhone 12 Pro Max (PL0100- 2024146468-31) en/of iPhone 15 (goednummer PL0100-2024146468-1734220) waarop te zien is dat: die persoon oraal, vaginaal en/of anaal wordt gepenetreerd met een vinger en/of een penis, (afbeeldingnummers in toonmap: foto 3, video 7, 8, 12, 13 en 14; p.2 collectiescan in het aanvullend procesdossier)
en/of
het eigen lichaam oraal, vaginaal en/of anaal wordt gepenetreerd met een vinger en/of een voorwerp, te weten een seksspeeltje, door die persoon (afbeeldingnummers in toonmap: foto 3, video 7, 8, 12, 13 en 14; p.2 collectiescan in het aanvullend procesdossier)
en/of de vagina/schaamlippen en/of de billen en/of de borsten van die persoon, te weten [slachtoffer 1] , met een hand en/of vingers en/of penis en/of tong wordt/worden aangeraakt en/of de penis en/of de billen van een ander persoon met een hand en/of vingers en/of tong wordt/worden aangeraakt door die [slachtoffer 1] en/of die persoon, te weten [slachtoffer 1] , het eigen geslachtsdeel en/of de eigen billen en/of de eigen borsten met haar hand en/of haar vingers aanraakt (afbeeldingnummers toonmap: foto 2, 3, video 10 en 15; p.2 collectiescan in het aanvullend procesdossier) en/of die persoon poserend of in een pose is afgebeeld, waarbij
  • die persoon geheel of gedeeltelijk naakt is en/of gekleed is en/of opgemaakt is en/of in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding op een wijze die niet bij zijn/haar leeftijd past en/of
  • die persoon zich in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of
  • door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die persoon en/of de uitsnede van de afbeeldingen nadrukkelijk het geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld worden gebracht (afbeeldingnummers in toonmap: foto 4, 5, 6, video 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 9; p.3 collectiescan in het aanvullend procesdossier) en/of
dat bij/op het gezicht en/of het lichaam van die persoon wordt gemasturbeerd en/of bij/op de billen en/of het lichaam van die persoon sperma is/wordt gespoten
en/of bij/naast het gezicht en/of het lichaam van die persoon een (stijve) penis wordt gehouden (afbeeldingnummers in toonmap: foto 7, video 11 en 16; p. 4 collectiescan in het aanvullend procesdossier)
terwijl van het begaan van dit feit een gewoonte werd gemaakt;
4.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2024 tot en met 9 juli 2024 te Leeuwarden, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, een of meer afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 1] was betrokken en/of schijnbaar was betrokken heeft vervaardigd en/of heeft verworven en/of in bezit heeft gehad en/of een of meer visuele weergaven van seksuele aard en/of met onmiskenbaar seksuele strekking waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 1] was betrokken of schijnbaar was betrokken heeft vervaardigd en/of heeft verworven en/of in bezit heeft gehad te weten een iPhone 12 Pro Max (PL0100-2024146468- 31) en/of iPhone 15 (goednummer PL0100-2024146468-1734220)
waarop te zien is dat:
die persoon oraal, vaginaal en/of anaal wordt gepenetreerd met een vinger en/of een penis, (afbeeldingnummers in toonmap: foto 3, video 7, 8, 12, 13 en 14; p.2 collectiescan in het aanvullend procesdossier)
en/of het eigen lichaam oraal, vaginaal en/of anaal wordt gepenetreerd met een vinger en/of een voorwerp, te weten een seksspeeltje, door die persoon (afbeeldingnummers in toonmap: foto 3, video 7, 8, 12, 13 en 14; p.2 collectiescan in het aanvullend procesdossier)
en/of de vagina/schaamlippen en/of de billen en/of de borsten van die persoon, te weten [slachtoffer 1] , met een hand en/of vingers en/of penis en/of tong wordt/worden aangeraakt en/of de penis en/of de billen van een ander persoon met een hand en/of vingers en/of tong wordt/worden aangeraakt door die [slachtoffer 1] en/of die persoon, te weten [slachtoffer 1] , het eigen geslachtsdeel en/of de eigen billen en/of de eigen borsten met haar hand en/of haar vingers aanraakt (afbeeldingnummers toonmap: foto 2, 3, video 10 en 15; p.2 collectiescan in het aanvullend procesdossier) en/of die persoon poserend of in een pose is afgebeeld, waarbij
  • die persoon geheel of gedeeltelijk naakt is en/of gekleed is en/of opgemaakt is en/of in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding op een wijze die niet bij zijn/haar leeftijd past en/of
  • die persoon zich in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of
  • door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die persoon en/of de uitsnede van de afbeeldingen nadrukkelijk het geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld worden gebracht (afbeeldingnummers in toonmap: foto 4, 5, 6, video 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 9; p.3 collectiescan in het aanvullend procesdossier)
en/of
dat bij/op het gezicht en/of het lichaam van die persoon wordt gemasturbeerd en/of bij/op de billen en/of het lichaam van die persoon sperma is/wordt gespoten en/of bij/naast het gezicht en/of het lichaam van die persoon een (stijve) penis wordt gehouden (afbeeldingnummers in toonmap: foto 7, video 11 en 16; p. 4 collectiescan in het aanvullend procesdossier)
terwijl van het begaan van dit feit een gewoonte werd gemaakt.
Ten aanzien van parketnummer 18-192970-24
Aan verdachte is, ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 22 oktober 2023 te [plaatsnaam] , gemeente Dantumadiel, een vlag van [land] , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
Ten aanzien van parketnummer 18/183030-24
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feit 1, 2, 3, 4 primair en 5. Voor wat betreft feit 3, 4 primair en 5 heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van het medeplegen.
Ten aanzien van feit 2 heeft de officier van justitie aangevoerd dat sprake is van het medeplegen van het verkopen, afleveren en vervoeren van een grote hoeveelheid MDMA.
Ten aanzien van parketnummer 18-344848-24
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van feit 2 primair en subsidiair en feit 4.
Ten aanzien van parketnummer 18-192970-24
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor dit tenlastegelegde feit.
Standpunt van de verdediging
Ten aanzien van parketnummer 18/183030-24
Voor wat betreft feit 1 heeft de raadsvrouw bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken, nu niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte een voldoende wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het plegen van voorbereidingshandelingen voor het vervaardigen van drugs.
De raadsvrouw heeft ten aanzien van feit 2 betoogd dat geen sprake is van medeplegen en dat enkel bewezen kan worden dat verdachte op 4 juni 2024 een hoeveelheid van 4723 gram MDMA heeft vervoerd.
De raadsvrouw heeft geen verweer gevoerd op feit 3.
Ten aanzien van feit 4 primair en subsidiair heeft de raadsvrouw betoogd dat verdachte hiervan dient te worden vrijgesproken, nu niet kan worden vastgesteld dat verdachte voornemens was om de MDMA naar [land] te vervoeren.
Voor wat betreft feit 5 heeft de raadsvrouw bepleit dat dit feit wettig en overtuigend bewezen kan worden, met uitzondering van het medeplegen.
Ten aanzien van parketnummer 18-344848-24
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van feit 2 primair en subsidiair en feit 4.
De raadsvrouw heeft ten aanzien van feit 1 aangevoerd dat de pleegperiode dient te worden ingekort, gelet op het feit dat op de telefoon van verdachte enkel op de filmpjes van 2 februari 2024, 4 maart 2024 en 21 maart 2024 seksuele handelingen met een minderjarige te zien zijn. Derhalve dient te worden uitgegaan van een pleegperiode van 2 februari 2024 tot 21 maart 2024.
Voor wat betreft feit 3 heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat ook bij dit feit de pleegperiode dient te worden ingekort. Zij heeft daartoe overwogen dat op het filmpje van 18 februari (de rechtbank begrijpt: 18 januari 2024) geen seksuele handelingen bij, met of van een minderjarige te zien zijn. Verdachte is op 4 juni 2024 aangehouden en heeft vanaf dat moment geen toegang meer gehad tot zijn telefoon. Derhalve dient te worden uitgegaan van een pleegperiode van 2 februari 2024 tot en met 4 juni 2024.
Ten aanzien van parketnummer 18-192970-24
De raadsvrouw heeft betoogd dat dit feit wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van parketnummer 18/183030-24
De rechtbank acht feit 1, 2, 3, 4 primair en 5 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Feit 1
De rechtbank acht feit 1 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 3 april 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Het klopt dat ik wel eens bij de loods kwam aan de [adres] te [plaatsnaam] . Ik huurde die loods en ik had onderhuurders die de loods van mij huurden. Ik wist dat er een jerrycan met aceton in de loods stond.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juni 2024, opgenomen op pagina 52 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024146468 d.d. 19 oktober 2024, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Op 3 juni 2024 werd door mij, verbalisant, voor een doorzoeking ter inbeslagneming binnengetreden een loods, gevestigd aan de [adres] te [plaatsnaam] . Tijdens de doorzoeking werd onder andere het volgende in beslag genomen:
2 pallets met jerrycans. De inhoud testte positief op aceton en zoutzuur. Op de jerrycans zaten valse
etiketten. Aceton en zoutzuur zijn precursoren, gebruikt bij de productie van harddrugs.
  • Overige goederen bedoeld voor de productie van harddrugs.
  • Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 oktober 2024, opgenomen op pagina 215 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [naam] en [naam] :
SIN
Omschrijving
Uitslag NFI
[nummer]
[nummer]
26x een zwarte 20 liter jerrycan. Alle geheel gevuld met een heldere kleurloze neutrale vloeistof.
lx een zwarte 20 liter jerrycan geheel gevuld met een heldere kleurloze sterk zure rokende vloeistof.
aceton
zoutzuur
[nummer]
2x een zwarte 20 liter jerrycan. Waarvan lx geheel gevuld en lx gevuld met circa 7 liter heldere kleurloze
sterk basische vloeistof.
ammonia
lx een centrifuge met daarin een stoffen tasje van de Action met daarop paars gekleurde vlekken.
Vermoedelijk door kaliumpermanganaat.
2x een doos met daarin een inductiekookplaat
[nummer]
zilverkleurige zak voorzien van het etiket “Lithopone” en Chinese tekens, geheel gevuld met circa 25 kilogram wit poeder.
lx een grijze vuilniszak met daarin een transparante zak inhoudende circa 24 kilogram wit poeder.
bevat lidocaïne
7x een maatbeker
4. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2024.08.08.040, d.d. 19 september 2024 opgemaakt door ing. A.G.A. Sprong, op de door hem afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, opgenomen op pagina 225 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudende:
In het onderzoeksmateriaal werden aceton, zoutzuur, ammonia, lidocaïne HCI aangetoond. Aceton, zoutzuur en ammonia worden in de chemische industrie veelvuldig toegepast. In relatie tot drugs kunnen deze stoffen worden gebruikt bij de vervaardiging en/of bewerking van diverse drugs. In relatie tot drugs is lidocaïne MCI een versnijdingsmiddel voor cocaïne; het wordt ook wel gezien als vervalsing van cocaïne.
Bewijsoverweging
Op basis van bovenstaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte de huurder was van de loods aan de [adres] te [plaatsnaam] . Verdachte heeft verklaard dat hij de loods onderverhuurde aan andere, onbekend gebleven, personen en dat hij zelf wel eens in de loods kwam. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat zich in de loods verschillende goederen bevonden, waaronder jerrycans met aceton, zoutzuur en ammonia, een centrifuge, maatbekers, een kookplaat en lidocaïne. Het LFO concludeert dat de aangetroffen goederen in combinatie zeer typisch zijn voor de vervaardiging en/of bewerking van cocaïne. Verdachte heeft verklaard dat hij op de hoogte was van de aanwezigheid aceton, maar dat hij niets afwist van de andere aangetroffen goederen. Dat laatste acht de rechtbank niet geloofwaardig. Daarbij is verdachtes verklaring over verhuur aan derden oncontroleerbaar. De rechtbank is van oordeel dat verdachte als huurder van de loods verantwoordelijk is voor hetgeen zich in de loods bevond. Het is een feit van algemene bekendheid dat aceton in dergelijke hoeveelheden gebruikt wordt voor de bewerking en vervaardiging van verschillende harddrugs, waaronder cocaïne.
De rechtbank is daarom van oordeel dat verdachte in de periode van 3 juni 2024 tot en met 4 juni 2024, tezamen en in vereniging met anderen, voorbereidingshandelingen voor het bewerken, verwerken en vervaardigen heeft verricht, door zich en een ander gelegenheid te verschaffen, te weten een loods om de spullen in op te slaan en het voorhanden hebben van stoffen en goederen die bestemd zijn voor de productie van cocaïne.
Feit 2
De rechtbank acht feit 2 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 3 april 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik huurde een loods aan de [adres] te [plaatsnaam] . Het klopt dat ik een koelbox met daarin MDMA naar [naam] heb gebracht.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 12 juni 2024, opgenomen op pagina 361 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
[verdachte] bracht een koelbox bij mij thuis in [plaatsnaam] . Ik had de koelbox twee dagen in bezit toen mijn zusje, [naam] , vroeg of ik de koelbox naar [verdachte] kon brengen. Bij carpool [plaatsnaam] heb ik de koelbox overgegeven aan [verdachte] . Hij pakte deze uit mijn kofferbak.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 juni 2024, opgenomen op pagina 55 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisanten met dienstnummers 973, 801 en 821:
Op 4 juni 2024 zag ik, verbalisant met dienstnummer 821, dat een BMW 1 serie, parkeerde op de carpoolplaats [plaatsnaam] . Ik zag dat er Daihatsu Sirion naast de BMW parkeerde. Ik zag dat er een man uitstapte aan de bijrijderszijde van de BMW en ik herkende deze man als [verdachte] . Ik zag dat [verdachte] naar de kofferbak van de Daihatsu liep en ik zag dat [verdachte] de kofferbak opende. Ik zag dat [verdachte] uit de kofferbak van de Daihatsu een blauwe koelbox haalde en nog wat andere spullen. Ik zag dat [verdachte] deze koelbox en spullen in de kofferbak van de BMW legde en de kofferbak afsloot. Ik zag vervolgens dat [verdachte] weer als bijrijder in de BMW stapte en dat de BMW vertrok.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juni 2024, opgenomen op pagina 57 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant [naam] ;
Op 4 juni 2024 is verdachte [verdachte] aangehouden op de [adres] ter hoogte van [plaatsnaam] in een personenauto. Bij het openen van de achterbak zagen wij een koelbox staan. Na het openen van de koelbox zagen wij verbalisanten dat er twee doorzichtige zakken in deze koelbox lagen. Wij zagen dat er twee doorzichtige zakken gevuld waren met blauwe en roze pillen. Deze roze pillen hebben een uil als vorm. Tevens lagen er diverse losse boterhamzakjes gevuld met blauwe pillen in de koelbox. De blauwe pillen zijn voorzien van de tekst squit game.
5. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 4 juni 2024, opgenomen op pagina 199 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudende:
Plaats: [adres] Datum 4 juni 2024
Beslagene
Achternaam [verdachte] Voornamen [verdachte]
Volgnummer 1
Goednummer PL0100-2024146468-1723762
Object Verdovende mid (Xtc) Totale hoeveelheid 2,523 kg Kleur Paars
Volgnummer 2
Goednummer PL0100-2024146468-1723764
Object Verdovende mid (Xtc) Totale hoeveelheid 2,305 kg Kleur Blauw
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 6 juni 2024, opgenomen op 203 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [naam] en [naam]
Uniek voorwerp: [nummer] BVH Goednummer: 723762
Object omschrijving: Een open, kleurloze sealbag (er zit een scheur in) met
daarin paarse tabletten in de vorm van en met een diepdruk van een "uilenkop" en op de andere zijde in diepdruk "panama" en een ster.
Netto gewicht: 2499,50 gram
Uniek voorwerp: [nummer] BVH Goednummer: 1723764
Object omschrijving: Een open, kleurloze sealbag (er zit een scheur in), 3 zippbags waar met zwart schrijvende pen "100" op is gezet, een zippbag waarop met zwart schrijvende stift "30 10x5" is gezet met daarin 10 gripzakjes en een
zippbag waarop met zwart schrijvende stift "50 10x10" is gezet met daarin 9 gripzakjes, met daarin blauwe tabletten in de vorm van en met een hoogdruk van een "masker" en op de andere zijde in diepdruk "Squid game".
Netto gewicht: 2223,76 gram
7. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2024.06.05.160 (aanvraag 001), d.d. 6 juni 2024, opgemaakt door ing.
P.H. Walinga, op de door hem afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, opgenomen op pagina 209 van voornoemd dossier, voor zover inhoudende:
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
[nummer]
gleuftablet, uit 2499,50 gram
bevat MDMA
8. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2024.06.05.160 (aanvraag 002), d.d. 6 juni 2024, opgemaakt door ing.
P.H. Walinga, op de door hem afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, opgenomen op pagina 210 van voornoemd dossier, voor zover inhoudende:
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
[nummer]
gleuftablet, uit 2233,76 gram
bevat MDMA
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt op basis van bovenstaande bewijsmiddelen vast dat verdachte een koelbox met daarin een grote hoeveelheid MDMA op 2 juni 2024 vanuit de loods in [plaatsnaam] naar [naam] heeft vervoerd. [naam] heeft deze koelbox op 4 juni 2024 naar de carpoolplaats in [plaatsnaam] gebracht, waarna verdachte deze koelbox uit de auto van [naam] heeft gehaald en in zijn BMW heeft geplaatst. Vervolgens is hij samen met [naam] vertrokken. Enige tijd later is verdachte op de A7 ter hoogte van [plaatsnaam] aangehouden. Op grond van vorenstaande bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat verdachte in de periode van 28 mei 2024 tot en met 4 juni 2024, immers op 2 en 4 juni 2024, meermalen een grote hoeveelheid MDMA heeft vervoerd.
Partiële vrijspraak
In feit 2, is -kortgezegd- ten laste gelegd het medeplegen van verkopen, afleveren en vervoeren van een grote hoeveelheid MDMA. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat voor het ten laste gelegde verkopen en afleveren van MDMA. Ook is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van medeplegen, zodat verdachte slechts als pleger deze drugs vervoerd heeft.
Feit 3
De rechtbank acht feit 3 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
Bewijsmiddelen
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 3 april 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juni 2024, opgenomen op pagina 52 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant [naam] ;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juni 2024, opgenomen op pagina 57 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant [naam] ;
Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 3 juni 2024, opgenomen op pagina 167 e.v. van voornoemd dossier;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 14 juni 2024, opgenomen op pagina 185 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisanten [naam] en [naam] ;
Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2024.06.05.160 (aanvraag 008) d.d. 10 juni 2024, opgenomen op pagina 193 van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. C.M.M. Diever-Heezen op de door haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige;
Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2024.06.05.160 (aanvraag 005) d.d. 10 juni 2024, opgenomen op pagina 194 van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. C.M.M. Diever-Heezen op de door haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige;
Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2024.06.05.160 (aanvraag 004) d.d. 10 juni 2024, opgenomen op pagina 195 van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. C.M.M. Diever-Heezen op de door haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige;
Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2024.06.05.160 (aanvraag 006) d.d. 10 juni 2024, opgenomen op pagina 196 van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. C.M.M. Diever-Heezen op de door haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige;
Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2024.06.05.160 (aanvraag 003) d.d. 10 juni 2024, opgenomen op pagina 197 van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. C.M.M. Diever-Heezen op de door haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige;
Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2024.06.05.160 (aanvraag 007) d.d. 10 juni 2024, opgenomen op pagina 198 van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. C.M.M. Diever-Heezen op de door haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige.
Bewijsoverweging
In feit 3 is -kortgezegd- ten laste gelegd het medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van 10233,99 gram MDMA in de loods gelegen aan de [adres] en het aanwezig hebben van 4723,26 gram
MDMA op de [adres] ter hoogte van [plaatsnaam] . De rechtbank merkt op dat dit in totaal een hoeveelheid van 14957,25 gram bedraagt en zal deze hoeveelheid bewezen verklaren. Verdachte wordt vrijgesproken voor het overige gedeelte.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van medeplegen, zodat verdachte van dit deel van de tenlastelegging zal worden vrijgesproken.
Feit 4, primair
De rechtbank acht feit 4 primair wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juni 2024, opgenomen op pagina 57 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant [naam] :
Op 4 juni 2024 is verdachte [verdachte] als bijrijder aangehouden in een personenauto voorzien van het kenteken [nummer] van het merk BMW. Bij het openen van de achterbak zagen wij een koelbox staan. Na het openen van de koelbox zagen wij verbalisanten dat er twee doorzichtige zakken in deze koelbox lagen. Wij zagen dat er twee doorzichtige zakken gevuld waren met blauwe en roze pillen. Deze roze pillen hebben een uil als vorm. Tevens lagen er diverse losse boterhamzakjes gevuld met blauwe pillen in de koelbox. De blauwe pillen zijn voorzien van de tekst squit game.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juni 2024, opgenomen op pagina 136 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant [naam] :
Verdachte [verdachte] is op 4 juni 2024 aangehouden op de [adres] ter hoogte van hectometerpaal 242.6 rechts. Dit is op de route naar de grens van [land] . De [adres] heeft als eindhectometerpaal 253.2 [verdachte] is dus op een afstand van 10,6 kilometer van de Duitse grens aangehouden met in totaal 4723,26 gram aan verdovende middelen (MDMA pillen) in zijn voertuig.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 5 juni 2024, opgenomen op pagina 341 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
Op 4 juni 2024 was ik de bestuurder van de BMW, voorzien van kenteken [nummer] . [verdachte] en ik zijn naar een parkeerplaats gegaan. Hij legde iets in de kofferbak. Daarna gingen we richting [land] . Via [plaatsnaam] , [plaatsnaam] . Onderweg vroeg ik of hij echt naar [land] wilde. Hij zei ja waarom niet. We zouden naar [plaatsnaam] gaan, dat had ik ook ingetoetst.
4. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 4 juni 2024, opgenomen op pagina 199 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudende:
Plaats: [adres] Datum 4 juni 2024
Beslagene
Achternaam [verdachte] Voornamen [verdachte]
Volgnummer 1
Goednummer PL0100-2024146468-1723762
Object Verdovende mid (Xtc) Totale hoeveelheid 2,523 kg Kleur Paars
Volgnummer 2
Goednummer PL0100-2024146468-1723764
Object Verdovende mid (Xtc) Totale hoeveelheid 2,305 kg Kleur Blauw
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 6 juni 2024, opgenomen op 203 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [naam] en [naam] :
Uniek voorwerp: [nummer] BVH Goednummer: 723762
Object omschrijving: Een open, kleurloze sealbag (er zit een scheur in) met
daarin paarse tabletten in de vorm van en met een diepdruk van een "uilenkop" en op de andere zijde in diepdruk "panama" en een ster.
Netto gewicht: 2499,50 gram
Uniek voorwerp: [nummer] BVH Goednummer: 1723764
Object omschrijving: Een open, kleurloze sealbag (er zit een scheur in), 3 zippbags waar met zwart schrijvende pen "100" op is gezet, een zippbag waarop met zwart schrijvende stift "30 10x5" is gezet met daarin 10 gripzakjes en een
zippbag waarop met zwart schrijvende stift "50 10x10" is gezet met daarin 9 gripzakjes, met daarin blauwe tabletten in de vorm van en met een hoogdruk van een "masker" en op de andere zijde in diepdruk "Squid
game".
Netto gewicht: 2223,76 gram
6. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2024.06.05.160 (aanvraag 001), d.d. 6 juni 2024, opgemaakt door ing.
P.H. Walinga, op de door hem afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, opgenomen op pagina 209 van voornoemd dossier, voor zover inhoudende:
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
[nummer]
gleuftablet, uit 2499,50 gram
bevat MDMA
7. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2024.06.05.160 (aanvraag 002), d.d. 6 juni 2024, opgemaakt door ing.
P.H. Walinga, op de door hem afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, opgenomen op
pagina 210 van voornoemd dossier, voor zover inhoudende:
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
[nummer]
gleuftablet, uit 2233,76 gram
bevat MDMA
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt op basis van bovenstaande bewijsmiddelen vast dat verdachte op 4 juni 2024 op een afstand van 10,6 kilometer van de Duitse grens aangehouden is in zijn voertuig met een koelbox met daarin 4723,26 gram MDMA. De verklaring van verdachte, dat het plan was om de koelbox vóór de Duitse grens ergens te dumpen, schuift de rechtbank als ongeloofwaardig ter zijde. De bestuurder van de auto, [naam] , heeft immers verklaard dat zij en verdachte onderweg waren naar [land] . Verder merkt de rechtbank op dat voor een bewezenverklaring van het ten laste gelegde bestanddeel “buiten het grondgebied van Nederland brengen” niet is vereist dat de verdovende middelen al over de grens zijn gebracht. Ook het aanwezig hebben van die middelen in een voertuig met bestemming buitenland, waar in onderhavig geval sprake van is, kan dit bestanddeel vervullen. De rechtbank is derhalve van oordeel dat verdachte zich op 4 juni 2024 schuldig heeft gemaakt aan de uitvoer van 4723,26 gram MDMA. Met de officier van justitie en de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van medeplegen, zodat verdachte van dit deel van de tenlastelegging zal worden vrijgesproken.
Feit 5
De rechtbank acht feit 5 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
Bewijsmiddelen
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 3 april 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 4 juni 2024, opgenomen op pagina 57
e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant [naam] ;
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 19 juni 2024, opgenomen op pagina 230
e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant [naam] .
Ten aanzien van parketnummer 18/344848-24
De rechtbank acht feit 2 primair en subsidiair en feit 4 in de zaak met parketnummer 18/344848-24 niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank is, evenals de officier van justitie en de raadsman, van oordeel dat de tenlastegelegde periode niet kan worden bewezen.
Feit 1, primair
De rechtbank acht feit 1 primair wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 juli 2024, opgenomen op pagina 33 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024146468 d.d. 8 oktober 2024, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Tijdens de aanhouding van verdachte [verdachte] op 4 juni 2024 werden er telefoons inbeslaggenomen. Ik verbalisant heb de veiliggestelde gegevens vanuit de Iphone 12 pro Max bekeken in verband met mogelijk bezit dan wel vervaardigen van kinderpornografisch beeldmateriaal.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 januari 2025 met nummer JM162, opgenomen op pagina 1 e.v., behorend bij voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :

Betrokkene:

Naam: [slachtoffer 1]
Voornamen: [slachtoffer 1]
Geboortedatum: [geboortedatum] 2009

Afbeeldingen

Foto 7.

Er werd een foto aangetroffen waarbij [slachtoffer 1] voorover op een bed ligt. Haar blote billen zijn zichtbaar met hierop een witte substantie wat op sperma lijkt.

Video opname

Video 2 februari 2024

Video 14.Hierop is een naakt geknield jong meisjes/dames lichaam te zien, gefilmd vanaf de bovenzijde, waarbij de rug zichtbaar is. De camera werd richting het hoofd van de dame gedraaid. Hierop was lang donker/zwart haar op te zien. Daarbij is een linkerhand zichtbaar, met op deze hand een tatoeage die ik herken als zijnde van [verdachte] . Deze hand heeft het achterhoofd van de dame vast. Naast het hoofd van deze dame is een blote knie zichtbaar. Het hoofd maakt een op en neer gaande beweging en daarbij zijn smak geluiden te horen.

Video 4 maart 2024

Video 12-13.De linkerhand met tatoeage maakt een aaiende beweging over het rechterbil van het meisje. De linkerhand van [verdachte] gaat tussen de billen van het meisje. Met zijn rechterhand duwt hij het rechterbil van het meisje aan de kant zodat haar billen iets gespreid worden. Vervolgens is zijn linker wijsvinger zichtbaar en houdt die tegen de anus van het meisje aan. Kort is zichtbaar dat [verdachte] zijn tong uit zijn mond heeft en dat zijn gezicht verder naar de anus/vagina van het meisje gaat. Met zijn linker wijsvinger gaat hij in de vagina van het meisje.

Video 21 maart 2024

Video 10.Ik zag dat [verdachte] de beide borsten van [slachtoffer 1] vasthad, hier enigszins in kneep.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juli 2024, opgenomen op pagina 5 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Hieronder is een samenvatting van de gesprekken tussen [verdachte] en [slachtoffer 1] weergegeven. Datum: 06-07-2024
- [ slachtoffer 1] zegt dat zij en [verdachte] over 2 dagen, 1 jaar en een kwartaal samen zijn.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 20 februari 2025 met nummer PL0100-2024239448-8, opgenomen op pagina 8 e.v., behorend bij voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
A: [verdachte] en ik waren op een gegeven moment veel bij elkaar. Af en toe sliep ik bij hem. V: Wat heeft er op seksueel gebied plaatsgevonden tussen jou en [verdachte] ?
A: Dat staat dan wel op die foto's denk ik dan.
V: Heb jij seks met [verdachte] gehad? A: Ja.
V: Dat is bij jullie gebeurd, dat de piemel van [verdachte] in jouw vagina ging? A: Ja.
V: Hoe oud was je toen?
A: Toen was ik 14.
V: Hoe vaak is dat gebeurd dat jullie seks hadden? A: Drie keer.
Bewijsoverweging
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte een relatie heeft gehad met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2009. [slachtoffer 1] verklaart dat zij en verdachte drie keer seks hebben gehad en dat hetgeen op seksueel gebied tussen haar en verdachte heeft plaatsgevonden te zien is op de fotos die zijn aangetroffen op de telefoon van verdachte. [slachtoffer 1] heeft in een telefoongesprek met verdachte op 6 juli 2024 gezegd dat zij over een twee dagen, een jaar en een kwartaal samen zijn. De rechtbank stelt op basis hiervan vast dat de seksuele relatie tussen hen op 8 april 2023 is aangevangen. Verdachte is op 4 juni 2024 aangehouden en zit sindsdien in voorlopige hechtenis. De rechtbank is derhalve van oordeel dat de ontuchtige handelingen tussen verdachte en [slachtoffer 1] , die mede bestonden uit seksueel binnendringen, hebben plaatsgevonden in de periode van 8 april 2023 tot en met 4 juni 2024. Het door de raadsvrouw op dit punt gevoerde verweer kan niet slagen.
Feit 3, primair
De rechtbank acht feit 3 primair wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 juli 2024, opgenomen op pagina 33 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024146468 d.d. 8 oktober 2024, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Tijdens de aanhouding van verdachte [verdachte] op 4 juni 2024 werden er telefoons inbeslaggenomen. Ik verbalisant heb de veiliggestelde gegeven vanuit de Iphone 12 pro Max bekeken in verband met mogelijk bezit dan wel vervaardigen van kinderpornografisch beeldmateriaal.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 januari 2025 met nummer JM162, opgenomen op pagina 1 e.v., behorend bij voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Van [slachtoffer 1] zijn onder andere afbeeldingen/videos te zien:
- Poserende door minderjarige of minderjarige in onnatuurlijke houding, met nadruk op
geslachtsdelen/borsten en billen, gedeeltelijk naakt, geheel naakt, met onnatuurlijke voorwerpen, houding en camerastandpunt betreft.
- Ontuchtige handelingen door een minderjarige bij zichzelf betasten/ aanraken vagina met vinger/hand betreft.

Betrokkene:

Naam: [slachtoffer 1]
Voornamen: [slachtoffer 1]
Geboortedatum: [geboortedatum] 2009

Afbeeldingen

Foto 3.

Op bovenstaande afbeelding is op de niet bewerkte foto te zien dat [slachtoffer 1] geknield op bed zit. Achter haar staat [verdachte] met ontbloot bovenlichaam Zijn rechterhand ligt op de rechterbil/onderrug van [slachtoffer 1] en zijn linkerhand zit tussen [slachtoffer 1] s billen en het geslachtsdeel van [verdachte] .

Foto 7.

Er werd een foto aangetroffen waarbij [slachtoffer 1] voorover op een bed ligt. Haar blote billen zijn zichtbaar met hierop een witte substantie wat op sperma lijkt.

Video opname

Op een video opname is een jongedame te zien die zichzelf aan het bevredigen is middels vingeren. Vervolgens duwt zij met haar rechterhand een zwart shirt omhoog waardoor haar beide borsten zichtbaar worden. Ze raakt met haar rechterhand haar rechterborst aan en knijpt hierin. Vervolgens brengt zij haar hand weer richting haar vagina en begint weer te vingeren. Daarna draait de camera naar haar gezicht en doet de vingers van haar rechterhand in haar mond Het gezicht van deze jongedame is zichtbaar in beeld. Ik herken haar als zijnde: [slachtoffer 1] .

Video 1-5

In een andere opname zag ik een dame poseren voor de camera, blote borsten zijn ook zichtbaar en draait zich om, met de billen naar de camera. Vervolgens trok de jongedame zelf de slip/string uit en pakt met haar rechterhand haar rechterbil vast en trekt deze naar buiten.

Video 6

In een filmpje is een naakte jongedame zichtbaar. Met haar rechterhand pakt ze haar rechterborst en knijpt erin.

Video 2 februari 2024

Video 14.Hierop is een naakt geknield jong meisjes/dames lichaam te zien, gefilmd vanaf de bovenzijde, waarbij de rug zichtbaar is. De camera werd richting het hoofd van de dame gedraaid. Daarbij is een linkerhand zichtbaar, met op deze hand een tatoeage die ik herken als zijnde van [verdachte] . Deze hand heeft het achterhoofd van de dame vast. Naast het hoofd van deze dame is een blote knie zichtbaar. Het hoofd maakt een op en neer gaande beweging en daarbij zijn smak geluiden te horen.

Video 4 maart 2024

Video 12-13.De linkerhand met tatoeage maakt een aaiende beweging over het rechterbil van het meisje. De linkerhand van [verdachte] gaat tussen de billen van het meisje. Vervolgens is zijn linker wijsvinger zichtbaar en houdt die tegen de anus van het meisje aan. Kort is zichtbaar dat [verdachte] zijn tong uit zijn mond heeft en dat zijn gezicht verder naar de anus/vagina van het meisje gaat. Met zijn linker wijsvinger gaat hij in de vagina van het meisje.

Video 21 maart 2024

Video 9.[slachtoffer 1] gaat op het bed liggen, filmt zichzelf en zegt: “Hallo vlog, (onverstaanbaar) Ik ben een pornstar, dus volg mijn [naam] voor als ik achttien ben. Ja, oh ja, nu kan je de kinderlichaam zien, nu kan je de kinderlichaam zien”. Hierbij filmt [slachtoffer 1] haar onderlichaam terwijl zij op het bed zit.
Vervolgens richt zij de camera weer op haar gezicht en zegt: “Hmm, ik zie er wel lekker uit, hé?”
Video 10.Ik zag dat [verdachte] de beide borsten van [slachtoffer 1] vasthad, hier enigszins in kneep.
Video 15.De rechterhand van [verdachte] gaat over de onderbroek van [slachtoffer 1] naar haar billen.
Video 11.Ik zag dat [slachtoffer 1] geknield tussen de benen van [verdachte] zat. Ik zag dat [verdachte] zijn broek een stukje naar beneden trok en dat zijn kennelijk stijve penis zichtbaar voor de camera werd. Ik zag dat [slachtoffer 1] iets achteroverleunde, bij het kruis van [verdachte] vandaan.
Video 16.Hier is ingezoomd op het hoofd van [slachtoffer 1] . Rechts achter haar is een ontbloot mannenlichaam te zien met een kennelijke stijve penis.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juli 2024, opgenomen op pagina 5 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Hieronder is een samenvatting van de gesprekken tussen [verdachte] en [slachtoffer 1] weergegeven. Datum: 06-07-2024
- [ [slachtoffer 1] zegt dat zij en [verdachte] over 2 dagen, 1 jaar en een kwartaal samen zijn.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 20 februari 2025 met nummer PL0100-2024239448-8, opgenomen op pagina 8 e.v., behorend bij voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
A: [verdachte] en ik waren op een gegeven moment veel bij elkaar. Af en toe sliep ik bij hem. V: Wat heeft er op seksueel gebied plaatsgevonden tussen jou en [verdachte] ?
A: Dat staat dan wel op die foto's denk ik dan.
V: Heb jij seks met [verdachte] gehad? A: Ja.
V: Dat is bij jullie gebeurd, dat de piemel van [verdachte] in jouw vagina ging? A: Ja.
V: Hoe oud was je toen?
A: Toen was ik 14.
Bewijsoverweging
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen blijkt dat verdachte op 4 juni 2024 is aangehouden en dat zijn telefoon tijdens de aanhouding in beslag is genomen. Op de telefoon zijn afbeeldingen en videos aangetroffen waarop verdachte seksuele of seksueel getinte handelingen met of bij [slachtoffer 1] verricht. Dit wordt ondersteund door [slachtoffer 1] , die verklaart dat hetgeen op seksueel gebied tussen haar en verdachte heeft plaatsgevonden te zien is op de fotos. Verdachte ontkent dit feit niet, maar heeft een zwijgende proceshouding aangenomen. Verdachte is op 4 juni 2024 aangehouden en zit sindsdien in voorlopige hechtenis. Hij heeft vanaf deze dag zijn telefoon niet meer in bezit gehad. De rechtbank is derhalve, evenals de raadsvrouw, van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bezitten en vervaardigen van kinderpornografisch materiaal van [slachtoffer 1] in de periode van 2 februari 2024 tot en met 4 juni 2024.
Ten aanzien van parketnummer 18/192970-24
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 3 april 2025;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 23 oktober 2023, opgenomen op pagina 2 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2023284168, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 2] .
Bewezenverklaring
De rechtbank acht feiten 1, 2, 3, 4 primair en 5 in de zaak met parketnummer 18/183030-24, feiten 1 primair en 3 in de zaak met parketnummer 18/344848-24 en het tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 18/192970-24 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
Ten aanzien van parketnummer 18/183030-24
1. ​
hij in de periode van 3 juni 2024 tot en met 4 juni 2024 te [plaatsnaam] , in de gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden, te weten
  • het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken en
  • het opzettelijk vervaardigen
van cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
  • een ander heeft getracht te bewegen om dat feit mede te plegen,
  • zich en een ander gelegenheid en middelen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
  • voorwerpen en stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en zijn mededaders, wisten of ernstige reden hadden om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
tezamen en in vereniging met zijn mededaders, toen aldaar in een loods gelegen aan of bij de [adres] , aldaar, grondstoffen, te weten onder meer 2 pallets met jerrycans met als inhoud
  • een vloeistof bevattende aceton en
  • een vloeistof bevattende zoutzuur en
  • een vloeistof bevattende ammonia
en een technisch apparaat, te weten een centrifuge voor het vervaardigen van cocaïne, een middel als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voorhanden gehad, waarvan verdachte en verdachtes mededaders wisten of ernstige redenen hadden te vermoeden, dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten;
hij in de periode van 28 mei 2024 tot en met 4 juni 2024 te [plaatsnaam] en op de [adres] ter hoogte van [plaatsnaam] , meermalen, opzettelijk heeft vervoerd, een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij in de periode van 3 juni 2024 tot en met 4 juni 2024 te [plaatsnaam] , en op de [adres] ter hoogte van [plaatsnaam] , opzettelijk aanwezig heeft gehad
  • in/bij een loods, gelegen aan de [adres] , 10233,99 gram MDMA en
  • op de [adres] , ter hoogte van [plaatsnaam] , in een voertuig (merk BMW, voorzien van kenteken [nummer] ) 4723,26 gram MDMA,
zijnde in totaal 14957,25 gram van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
4. primair
hij op 4 juni 2024 bij [plaatsnaam] , op de [adres] ( [nummer] , als passagier rijdende in een voertuig, merk BMW, voorzien van kenteken [nummer] , in de richting van de Duitse grens opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht in totaal 4723,26 gram MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij op 4 juni 2024 bij [plaatsnaam] , een vuurwapen, te weten een semi-automatisch centraalvuur pistool, merk type: Blow, TR 14: zwart, kaliber 9mm Kort (.380 auto) en een patroonhouder, inhoudende munitie, te weten drie centraalvuur kogelpatronen, merk Sellier 4 Bellot (S4B), kaliber 9mm, Kort type volmantel en één centraalvuur kogelpatroon, merk Maxx-tech Ammo (MXT), kaliber .380 auto type volmantel van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool en munitie, voorhanden heeft gehad.
Ten aanzien van parketnummer 18/344848-24
1. primair
hij in de periode van 8 april 2023 tot en met 4 juni 2024 in Nederland, met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2009, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten het meermaals:
  • vasthouden van en knijpen in de borsten van die [slachtoffer 1] , en
  • betasten van en wrijven over de ontblote billen van die [slachtoffer 1] , en
  • brengen, duwen en bewegen van de penis in de mond van die [slachtoffer 1] , en
  • brengen, duwen en bewegen van de penis in de vagina van die [slachtoffer 1] , en
  • ejaculeren op het lichaam van die [slachtoffer 1] , en
  • likken aan de vagina en anus van die [slachtoffer 1] ; 3.
hij in de periode van 18 januari 2024 tot en met 4 juni 2024 in Nederland,
meermalen,
een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen, van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 1] was betrokken,
heeft vervaardigd en in bezit heeft gehad en
een of meer visuele weergaven van seksuele aard en/of met onmiskenbaar seksuele strekking waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 1] was betrokken
heeft vervaardigd en in bezit heeft gehad te weten een iPhone 12 Pro Max
waarop te zien is dat: die persoon oraal en vaginaal wordt gepenetreerd met een vinger en een penis, en
het eigen lichaam oraal en vaginaal wordt gepenetreerd met een vinger, door die persoon
en de vagina/schaamlippen en de billen en de borsten van die persoon, te weten [slachtoffer 1] , met een hand en vingers en penis en tong worden aangeraakt
en de penis en de billen van een ander persoon met een hand en vingers en tong worden aangeraakt door die [slachtoffer 1]
en die persoon, te weten [slachtoffer 1] , het eigen geslachtsdeel en de eigen billen en de eigen borsten met haar hand en haar vingers aanraakt
en die persoon poserend of in een pose is afgebeeld, waarbij
- die persoon geheel of gedeeltelijk naakt is en gekleed is en in een omgeving en in een (erotisch getinte) houding op een wijze die niet bij haar leeftijd past
en
  • die persoon zich in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar kleding ontdoet en
  • door het camerastandpunt en de (onnatuurlijke) pose en de wijze van kleden van die persoon en de uitsnede van de afbeeldingen nadrukkelijk het geslachtsdeel, de borsten en billen van die persoon in beeld
worden gebracht
en
dat bij het gezicht en het lichaam van die persoon wordt gemasturbeerd en op de billen van die persoon sperma is gespoten
en bij het gezicht en het lichaam van die persoon een (stijve) penis wordt gehouden
terwijl van het begaan van dit feit een gewoonte werd gemaakt.
Ten aanzien van parketnummer 18/192970-24
Hij op 22 oktober 2023 te [plaatsnaam] , een vlag van [land] , toebehorend aan [slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van parketnummer 18/183030-24
1. medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, zich en een ander, gelegenheid en middelen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen
en
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en stoffen hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
2. opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
3. opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
4. primair opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod;
5. handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Ten aanzien van parketnummer 18/344848-24
1. primair met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van
zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.
3. een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt.
Ten aanzien van parketnummer 18/192970-24
diefstal.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feiten 1, 2, 3, 4 primair en 5 in de zaak met parketnummer 18/183030-24, feiten 1 primair en 3 in de zaak met parketnummer 18/344848-24 en het tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 18/192970-24 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor een grotendeels voorwaardelijke gevangenisstraf, zodat verdachte klinisch kan worden opgenomen op de Forensische Polikliniek van de Verslavingszorg Noord Nederland. Zij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte een kwetsbaar persoon is en de intentie heeft om zijn leven weer op de rails te krijgen.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting de rapportages van Verslavingszorg Noord-Nederland van 19 augustus 2024 en 11 maart 2025, het uittreksel uit de justitiële documentatie van 27 februari 2025, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verschillende opiumfeiten, te weten het medeplegen van voorbereidingshandelingen voor het vervaardigen van cocaïne en het bezitten, vervoeren en uitvoeren van een grote hoeveelheid MDMA. Door aldus te handelen heeft verdachte bijgedragen aan de instandhouding van het drugscircuit en de vele daarmee gepaard gaande vormen van criminaliteit, waardoor de samenleving schade werd berokkend. Het is algemeen bekend dat harddrugs zeer schadelijk zijn voor de gezondheid. Daarnaast heeft verdachte op 4 juni 2024 een vuurwapen en munitie voorhanden gehad. De rechtbank is van oordeel dat het ongecontroleerde bezit van wapens onaanvaardbare risicos met zich meebrengt, te meer nu dit ook gepaard ging met de handel in drugs. Wapens worden gebruikt in het criminele circuit bij het plegen van ernstige strafbare feiten en vormen daardoor een ernstige bedreiging voor de veiligheid van de samenleving.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan ontuchtige handelingen met een minderjarige, mede bestaande uit seksueel binnendringen, en het vervaardigen en bezitten van kinderpornografisch materiaal. De minderjarige verkeerde vanwege haar leeftijd en problematiek in een kwetsbare en afhankelijke positie ten opzichte van verdachte. De verdachte heeft, mede gelet op zijn uit het leeftijdsverschil voortvloeiende overwicht, ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van de minderjarige. Ter zitting heeft verdachte er blijk van gegeven geen enkele verantwoordelijkheid te nemen voor deze feiten.
Tot slot heeft verdachte een diefstal gepleegd. Met zijn handelen heeft hij aangetoond geen respect te hebben voor andermans eigendommen.
Bij de rechtbank is de indruk ontstaan dat verdachte niet doordrongen is van de ernst van deze feiten en de gevaren die deze met zich meebrengen. De rechtbank rekent dit verdachte dan ook zwaar aan.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld wegens soortgelijke feiten.
De rechtbank heeft daarnaast gelet op de over verdachte opgemaakte reclasseringsadviezen. Uit het reclasseringsadvies van Verslavingszorg Noord Nederland van 19 augustus 2024 blijkt dat bij verdachte ADHD is vastgesteld, hetgeen impulsiviteit met zich meebrengt. Verdachte is reeds twee jaar in beeld bij VNN en dit kent een wisselend verloop, wat voornamelijk met zijn middelengebruik te maken heeft. Het ontbreekt verdachte aan huisvesting, dagbesteding en een inkomen. Verdachte heeft schulden. De reclassering adviseert een deels voorwaardelijke straf met een aantal bijzondere voorwaarden.
In aanvulling op dit advies heeft de reclassering op 11 maart 2025 gerapporteerd. Hierin wordt geadviseerd een diagnostisch onderzoek te laten plaatsvinden, gelet op de mogelijke aanwezige psychosociale problematiek. Verdachte geeft jegens de reclassering aan hier niet aan mee te willen werken, waardoor de rechtbank het niet zinvol acht het geadviseerde diagnostisch onderzoek alsnog op te dragen.
Op te leggen straf
Gelet op de hierboven genoemde omstandigheden en de aard, ernst en hoeveelheid van de door verdachte gepleegde misdrijven, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij het bepalen van de hoogte van de gevangenisstraf heeft de rechtbank rekening gehouden met hetgeen in vergelijkbare zaken is opgelegd. Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden. Deze straf is lager dan de straf die de officier van
justitie heeft gevorderd, nu de rechtbank in strafverminderende zin rekening houdt met de samenloop ten aanzien van de bewezenverklaarde opiumfeiten. De rechtbank ziet geen aanleiding om een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen, zoals door de verdediging is verzocht.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Inbeslaggenomen goederen

Standpunt van de officier van justitie
De officier heeft zich op het standpunt gesteld dat de inbeslaggenomen personenauto verbeurd verklaard dient te worden.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen opmerkingen gemaakt ten aanzien van het beslag.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de inbeslaggenomen personenauto verbeurd verklaren, nu de bewezenverklaarde feiten 3 en 4 primair in de zaak met parketnummer 18/183030-24 met behulp van dit voertuig zijn begaan.

Vordering na voorwaardelijke veroordeling

Bij onherroepelijk vonnis van 25 januari 2024 van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland te Leeuwarden, is verdachte veroordeeld tot -onder meer- een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden, met een proeftijd van 3 jaren. De proeftijd is ingegaan op 9 februari 2024. Daarbij is als algemene voorwaarde gesteld dat veroordeelde voor het einde van de proeftijd geen strafbare feiten zal plegen.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft bij vordering van 28 februari 2025 de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf. Ter zitting heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in deze vordering, nu de voorwaardelijke veroordeling van latere datum is dan het in de zaak met parketnummer 18/192970-24 bewezenverklaarde feit.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot voorwaardelijke veroordeling dient te worden afgewezen, nu het bewezenverklaarde feit voor het onherroepelijk worden van de voorwaardelijke straf is gepleegd.
Oordeel van de rechtbank
Mede gelet op de bewoordingen van artikel 14c, eerste lid, Sr en de ratio van de algemene voorwaarde, moet worden aangenomen dat de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde straf vanwege niet naleving van de algemene voorwaarde niet kan worden gelast ter zake van een strafbaar feit waaraan de verdachte zich heeft schuldig gemaakt vóór de uitspraak waarbij de voorwaardelijke straf is opgelegd.
Omdat de voorwaardelijke veroordeling van latere datum is dan het bewezenverklaarde feit in de zaak met parketnummer 18/192970-24 wijst de rechtbank de vordering af.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 33 en 33a, 47, 55, 57, 63, 240b, 245, 310 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet en de artikelen 26 en 55 Wet wapens en munitie. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte in de zaak met parketnummer 18/344848-24 onder feit 2 en 4 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 18/183030-24 onder feit 1, 2, 3, 4 primair en 5, alsmede het in de zaak met parketnummer 18/344848-24 onder feit 1 primair en 3, en het feit in de zaak met parketnummer 18/192970-24 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van vijf (5) jaren.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart verbeurd het volgende inbeslaggenomen goed:
- Personenauto (goednummer: PL0100-2024146468-1723760).
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 18/156106- 23:
Wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf, opgelegd bij vonnis van de politierechter van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden van 25 januari 2024.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M Dölle, voorzitter, en
mr. M. Brinksma en mr. H.P. Eckert, rechters, bijgestaan door mr. J.R. Dijkstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 april 2025.
Mr. M. Brinksma en mr. H.P. Eckert zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.