ECLI:NL:RBNNE:2025:2014

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 mei 2025
Publicatiedatum
23 mei 2025
Zaaknummer
18-286563-24
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor seksueel misbruik van minderjarige jongens met oplegging van TBS

Op 23 mei 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het seksueel benaderen van minderjarige jongens. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling (TBS) met verpleging van overheidswege opgelegd. De zaak betreft meerdere feiten die zich hebben voorgedaan tussen 1 juli 2024 en 5 september 2024, waarbij de verdachte zich online voordeed als een minderjarige jongen om contact te leggen met kwetsbare jongens in de leeftijd van 12 tot 16 jaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte via sociale media indringend seksueel contact heeft gezocht met deze jongens, waarbij ook daadwerkelijk seksuele handelingen hebben plaatsgevonden met twee van hen. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers als betrouwbaar beoordeeld, ondersteund door chatgesprekken en ander bewijs. De verdachte heeft zijn daden ontkend en geen verantwoordelijkheid genomen, wat de rechtbank zwaar heeft meegewogen in de strafmaat. De rechtbank heeft ook de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers in aanmerking genomen, evenals het recidiverisico van de verdachte, wat heeft geleid tot de oplegging van TBS.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht Locatie Assen
parketnummer 18.286563.24
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 23 mei 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum 1] 1984 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] , thans gedetineerd te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 9 mei 2025.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. G.G. Compagner, advocaat te Hoogeveen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. D. Roggen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juli 2024 tot en met 5 september 2024 te [plaats] en/of [plaats] , en/of elders in
Nederland, met een kind in de leeftijd van twaalf tot zestien jaren, te weten [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2009 een of meer seksuele handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam heeft verricht, te weten
- het door verdachte betasten en/of aftrekken van de penis van die [slachtoffer 1] en/of het in de mondnemen en/of pijpen van de penis van die
[slachtoffer 1] en/of
  • het door die [slachtoffer 1] laten betasten en/of vasthouden en/of aftrekken van zijn, verdachtes, penisen/of
  • het brengen van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 1] en/of zichzelf laten pijpendoor die [slachtoffer 1] ;
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 augustus 2024 tot en met 6 september 2024 te [plaats] en/of [plaats] en/of
Groningen, een kind beneden de leeftijd van zestien jaren, te weten [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2010, indringend mondeling en/of schriftelijk seksueel heeft benaderd en/of een ontmoeting heeft voorgesteld voor seksuele doeleinden op een wijze die schadelijk te achten was voor kinderen beneden de leeftijd van zestien jaren, doordat
  • verdachte via sms en/of WhatsApp en/of Snapchat, althans via social media en/of een berichtenservice,contact heeft gelegd/gezocht met voornoemde [slachtoffer 2] en/of
  • verdachte zich, digitaal/online via sms en/of WhatsApp en/of Snapchat, althans via social media en/ofeen berichtenservice, heeft voorgedaan als [naam] en/of (vervolgens) (onder eigen naam en/of de naam [naam] ) via sms en/of WhatsApp en/of snapchat, althans via social media en/of een berichtenservice, contact heeft gelegd met [slachtoffer 2] en/of
  • verdachte seksueel getinte gesprekken heeft gevoerd met die [slachtoffer 2] over aftrekken en/of zuigenen/of hoeveel centimeter zijn, verdachte, en/of die [slachtoffer 2] hun penissen zijn en/of heeft voorgesteld seks te hebben en/of
  • verdachte heeft voorgesteld om af te spreken met die [slachtoffer 2] in een hotel in Zandvoort en/of[plaats] ;
3. hij op of omstreeks 17 augustus 2024 te [plaats] en/of elders in Nederland, met een kind in de leeftijd van twaalf tot zestien jaren, te weten [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2009, een of meer seksuele handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam heeft verricht, te weten
  • het door verdachte betasten en/of aftrekken van de penis van die [slachtoffer 3] en/of het in de mondnemen en/of pijpen van de penis van die [slachtoffer 3] en/of
  • het door die [slachtoffer 3] laten betasten en/of vasthouden en/of aftrekken van zijn, verdachtes, penisen/of
  • het brengen van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 3] en/of zichzelf laten pijpendoor die [slachtoffer 3] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 augustus 2024 tot en met 2 september 2024 te [plaats] en/of [plaats] en/ [plaats] , een kind beneden de leeftijd van zestien jaren, te weten [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2009, indringend mondeling en/of schriftelijk seksueel heeft benaderd en/of een ontmoeting heeft voorgesteld voor seksuele doeleinden op een wijze die schadelijk te achten was voor kinderen beneden de leeftijd van zestien jaren, doordat
  • verdachte via sms en/of WhatsApp en/of Snapchat, althans via social media en/of een berichtenservice,contact heeft gelegd/gezocht met voornoemde [slachtoffer 3] en/of
  • verdachte zich, digitaal/online via sms en/of WhatsApp en/of snapchat, althans via social media en/ofeen berichtenservice, heeft voorgedaan als [naam] en/of (vervolgens) (onder eigen gegevens en/of de naam [naam] ) via sms en/of WhatsApp en/of snapchat, althansvia social media en/of een berichtenservice, contact heeft gelegd met [slachtoffer 3] en/of
  • verdachte seksueel getinte gesprekken heeft gevoerd met die [slachtoffer 3] over pijpen en/of in demond klaarkomen en/of pik vasthouden en/of heeft voorgesteld seks te hebben en/of - verdachte heeft voorgesteld om af te spreken met die [slachtoffer 3] in [plaats] ;
4.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 augustus 2024 tot en met 5 september 2024 te [plaats] en/of [plaats] en/of [naam] , een kind beneden de leeftijd van zestien jaren, te weten [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 3] 2010, indringend mondeling en/of schriftelijk seksueel heeft benaderd en/of getuige heeft doen zijn van een handeling en/of een visuele weergave van seksuele aard en/of met een onmiskenbaar seksuele strekking en/of een ontmoeting heeft voorgesteld voor seksuele doeleinden op een wijze die schadelijk te achten was voor kinderen beneden de leeftijd van zestien jaren, doordat
  • verdachte via sms en/of WhatsApp, althans via social media en/of een berichtenservice, contact heeftgelegd/gezocht met voornoemde [slachtoffer 4] en/of
  • verdachte zich, digitaal/online via sms en/of WhatsApp en/of snapchat, althans via social media en/ofeen berichtenservice, heeft voorgedaan als [naam] en/of (vervolgens) (onder eigen naam en/of de naam [naam] ) via sms en/of WhatsApp en/of snapchat, althans via social media en/of een berichtenservice, contact heeft gelegd met [slachtoffer 4] en/of
  • verdachte die [slachtoffer 4] heeft gevraagd een foto van het (ontblote) geslachtsdeel van die[slachtoffer 4] te sturen en/of
  • verdachte een of meer naaktfoto's van hemzelf aan die [slachtoffer 4] heeft gestuurd en/of
  • verdachte (vervolgens) een foto van het (ontblote) geslachtsdeel en/of naaktfoto van die [slachtoffer 4] heeft ontvangen en/of
  • verdachte seksueel getinte gesprekken heeft gevoerd met die [slachtoffer 4] waarbij verdachte de vraagstelt “wil je met mij neuken” en/of
  • verdachte heeft voorgesteld om af te spreken met die [slachtoffer 4] in [naam] en/of [naam] en/of heeftvoorgesteld om naar het zwembad in [naam] en/of het pretpark in [naam] te gaan.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1, 2, 3 primair en 4 ten laste gelegde.
Met betrekking tot feit 2 en feit 4 heeft zij aangevoerd dat uit de op de telefoon van verdachte aangetroffen chats blijkt dat verdachte [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] via WhatsApp indringend seksueel heeft benaderd, waarbij verdachte onder meer heeft verzocht om (naakt)fotos toe te sturen en geprobeerd heeft om afspraken te maken op een fysieke locatie met een seksueel karakter. De officier van justitie heeft zich daarbij ook op het standpunt gesteld dat bewezen kan worden dat verdachte zich heeft voorgedaan als [naam] , een minderjarige jongen, om op die manier contact te leggen met [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] . Ten aanzien van feit 4 acht de officier van justitie ook bewezen dat [slachtoffer 4] in
het contact met verdachte, die hij voor [naam] hield, naaktfotos heeft uitgewisseld.
Met betrekking tot feit 3 heeft de officier van justitie aangevoerd dat uit de op de telefoon van verdachte aangetroffen chats blijkt dat er een fysieke ontmoeting heeft plaatsgevonden tussen verdachte en [slachtoffer 3] . Gelet op de inhoud van deze gesprekken kan worden vastgesteld dat tijdens die ontmoeting ook seksuele handelingen hebben plaatsgevonden, waarbij [slachtoffer 3] in ieder geval het geslachtsdeel van verdachte heeft aangeraakt. Volgens de officier van justitie kan op basis van de inhoud van de chats echter niet worden vastgesteld of ook sprake is geweest van seksueel binnendringen, zodat verdachte van dat gedeelte van de tenlastelegging moet worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 1 heeft de officier van justitie aangevoerd dat de betrouwbaar geachte verklaring van [slachtoffer 1] wordt ondersteund door de inhoud van de aangetroffen chats, de verklaringen van de ouders van [slachtoffer 1] , de verklaring van [naam] en de overeenkomsten met de andere ten laste gelegde feiten nu hieruit een specifieke modus operandi blijkt.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1, 3 primair en 4 ten laste gelegde. De raadsvrouw heeft betoogd dat niet bewezen kan worden dat verdachte en [naam] dezelfde persoon zijn, zodat verdachte van de ten laste gelegde gedragingen met betrekking tot die [naam] moet worden vrijgesproken.
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit voor het onder 1 ten laste gelegde. Zij heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de verklaring van [slachtoffer 1] dat er op drie momenten seksuele handelingen tussen hem en verdachte hebben plaatsgevonden, en de verklaring van de de auditu getuigen te onduidelijk zijn. Subsidiair heeft zij aangevoerd dat het nodige steunbewijs ontbreekt, waardoor niet is voldaan aan het bewijsminimum.
Met betrekking tot feit 3 primair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat op basis van de inhoud van de chats tussen verdachte en [slachtoffer 3] niet kan worden vastgesteld dat sprake is geweest van seksuele handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer 3] .
Ten aanzien van feit 4 heeft de raadsvrouw aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte
[slachtoffer 4] opzettelijk indringend seksueel heeft benaderd of dat verdachte met een seksuele intentie [slachtoffer 4] heeft uitgenodigd om met hem naar een zwembad of een pretpark te gaan, zodat verdachte ook van dit feit moet worden vrijgesproken.
De raadsvrouw heeft zich voor wat betreft het onder 3 subsidiair en het onder feit 2 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
[naam]
Op basis van de inhoud van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat zowel [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] als [slachtoffer 4] via snapchat zijn benaderd door iemand die zich [naam] noemde. Geen van deze jongens heeft [naam] ooit in levende lijve ontmoet of met hem gesproken. Het contact is beperkt gebleven tot chatten en het uitwisselen van (naakt)fotos, waarbij [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] hebben verklaard dat zij via deze [naam] in contact zijn gekomen met verdachte.
De rechtbank stelt vast dat de politie deze [naam] niet heeft kunnen traceren op basis van de informatie die verdachte over hem heeft gegeven. Niet in de basisregistratie personen, maar ook niet bij het uitzendbureau [naam] waar [naam] volgens verdachte zou hebben gewerkt. De concrete gegevens die kunnen worden gekoppeld aan [naam] wijzen naar het oordeel van de rechtbank allemaal in de richting van verdachte. Zo blijkt dat het telefoonnummer dat [naam] heeft gebruikt ( [nummer] ) eerder door verdachte is gebruikt, onder meer in online advertenties voor zijn bedrijf [bedrijf] . Op de laptop van verdachte is bovendien met dit telefoonnummer ingelogd op de applicatie WhatsApp-web en uit de historische gegevens van het telefoonnummer blijkt dat alle nummers waarmee dit nummer contact heeft gehad, ook contacten van verdachte zijn. Daar komt bij dat het snapchataccount van [naam] gekoppeld is aan het e-mailadres [emailadres] en dat de oude naam van het account [naam] was. Dit betreft dezelfde naam als het Instagram-account van verdachte.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat op geen enkele manier is gebleken dat [naam] echt bestaat. Dat verdachte zijn oude telefoon aan [naam] heeft gegeven, zoals verdachte heeft verklaard, acht de rechtbank ongeloofwaardig en biedt bovendien geen verklaring voor hetgeen de rechtbank hiervoor heeft vastgesteld.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat [naam] een fictief persoon was en dat verdachte zich online heeft voorgedaan als deze persoon. Met behulp van deze [naam] , een minderjarige jongen, maakte verdachte het zich mogelijk, althans gemakkelijk om contact te leggen met en het vertrouwen te winnen van de hiervoor genoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] .
Ten aanzien van feit 2 ( [slachtoffer 2] )
Uit de inhoud van de in bijlage opgenomen bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte in de periode van 19 augustus 2024 tot en met 6 september 2024 de destijds 14-jarige [slachtoffer 2] indringend schriftelijk seksueel heeft benaderd en een ontmoeting heeft voorgesteld voor seksuele doeleinden op een manier die schadelijk te achten is voor kinderen beneden de leeftijd van zestien jaar. De rechtbank overweegt daarbij dat de op de telefoon van verdachte aangetroffen chats met [slachtoffer 2] evident een seksuele strekking hebben, zoals verdachte ter terechtzitting ook heeft erkend. Daarbij heeft verdachte ook voorgesteld om af te spreken in [plaats] , al dan niet in een hotel, waarbij uitdrukkelijk is gesproken over seksuele handelingen die dan zouden kunnen plaatsvinden.
Zoals hiervoor reeds is overwogen, is de rechtbank tevens van oordeel dat verdachte zich heeft voorgedaan als [naam] en dat hij op die manier via Snapchat contact heeft gelegd met [slachtoffer 2] om vervolgens onder de naam [naam] , eveneens een alias waarvan verdachte zich bediende, het contact voort te zetten.
Ten aanzien van feit 3 ( [slachtoffer 3] )
Uit de inhoud van de in bijlage opgenomen bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte in de periode van 16 augustus 2024 tot en met 2 september 2024 chatcontact heeft gehad met de destijds 15jarige [slachtoffer 3] . Uit de inhoud van deze chats volgt dat op 17 augustus 2024 in [plaats] een ontmoeting heeft plaatsgevonden tussen verdachte en die [slachtoffer 3] .
Op basis van de inhoud van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat voorafgaand aan deze ontmoeting door zowel verdachte als [slachtoffer 3] is gesproken over pijpen. Wanneer verdachte aan [slachtoffer 3] vraagt wat hij wil doen, antwoordt [slachtoffer 3] dat hij de pik van verdachte wil vasthouden. Ongeveer 30 minuten na deze gesprekken, die naar het oordeel van de rechtbank onmiskenbaar seksueel getint zijn, vindt tussen verdachte en [slachtoffer 3] een fysieke ontmoeting plaats in [plaats] . Over hetgeen zich daar heeft afgespeeld heeft [slachtoffer 3] in gesprek met de politie niet veel verklaard. Zijn antwoorden zijn ontwijkend en wanneer de politie [slachtoffer 3] confronteert met de inhoud van de chats en aangeeft dat het er op lijkt dat er meer is gebeurd, verklaart [slachtoffer 3] dat hij bang is dat zijn ouders boos worden. Verdachte heeft ontkent dat er seksueel contact heeft plaatsgevonden.
De rechtbank overweegt dat in het chatgesprek tussen verdachte en [slachtoffer 3] op 18 augustus 2024, daags na de ontmoeting tussen verdachte en [slachtoffer 3] , concreet gesproken is over de seksuele handelingen die de dag ervoor (17 augustus 2024) hebben plaatsgevonden. Zo wordt door [slachtoffer 3] aangegeven dat hij het leuk vond, waarna verdachte vraagt of [slachtoffer 3] nog een keer wil. [slachtoffer 3] wil dat wel, maar alleen als [naam] (de rechtbank begrijpt: [naam] ) ook kan. Verdachte heeft hierna meerdere keren gevraagd of [slachtoffer 3] het nog een keer op dezelfde manier wil doen en op dezelfde plaats. Verdachte probeert vervolgens een afspraak te maken voor de week daarna. Ook geeft verdachte aan dat [slachtoffer 3] de berichten weer moet verwijderen. Een week later, op 25 augustus 2024, geeft [slachtoffer 3] als antwoord op de vraag van verdachte of hij honger heeft: ik niet, maar wel voor je pik.
Nadat verdachte en [slachtoffer 3] proberen om een nieuwe afspraak te maken vraagt verdachte aan [slachtoffer 3] nogmaals: weer zelfde?, waarop [slachtoffer 3] antwoordt: ja en dan mag jij in me mond klaarkomen. Op de vraag van verdachte of [slachtoffer 3] het zo leuk vond antwoordt [slachtoffer 3] bevestigend.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de verklaring van verdachte dat er geen sprake is geweest van seksueel contact tussen hem en [slachtoffer 3] ongeloofwaardig. Verdachte heeft ook erkend dat hij, voorafgaand aan de ontmoeting met [slachtoffer 3] en na afloop daarvan, seksueel getinte gesprekken over pijpen heeft gevoerd. Nu in de gesprekken meerdere malen is benadrukt dat bij een volgende afspraak dezelfde handelingen zouden moeten plaatsvinden, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat de seksuele handelingen die feitelijk hebben plaatsgevonden mede bestonden uit pijpen van verdachte door [slachtoffer 3] . [slachtoffer 3] zegt immers dat hij honger heeft voor de pik van verdachte en spreekt erover dat verdachte de volgende keer in zijn mond mag klaarkomen.
Daarmee kan het primair ten laste gelegde seksueel binnendringen naar het oordeel van de rechtbank ook wettig en overtuigend worden bewezen.
Ten aanzien van feit 4 ( [slachtoffer 4] )
Uit de inhoud van de in bijlage opgenomen bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte in de periode van 18 augustus 2024 tot en met 5 september 2024 de destijds 14-jarige [slachtoffer 4] indringend schriftelijk seksueel heeft benaderd en een ontmoeting heeft voorgesteld voor seksuele doeleinden op een manier die schadelijk te achten is voor kinderen beneden de leeftijd van zestien jaar. De rechtbank heeft daarbij met name gelet op de verklaring van [slachtoffer 4] . Deze verklaring vindt in grote mate ondersteuning in de aangetroffen chatgesprekken en acht de rechtbank daarmee ook betrouwbaar. [slachtoffer 4] heeft verklaard dat [naam] via Snapchat contact met hem heeft gezocht en dat hij met die [naam] meerdere naaktfotos heeft uitgewisseld. Zoals hiervoor reeds is overwogen is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich heeft voorgedaan als [naam] , zodat het contact tussen [slachtoffer 4] en [naam] feitelijk beschouwd kan worden als contact tussen verdachte en [slachtoffer 4] .
Over het contact tussen hem en verdachte heeft [slachtoffer 4] verklaard dat verdachte, onder de naam [naam] , aan hem meerdere keren om naaktfotos heeft gevraagd en dat verdachte hem ook meerdere keren fotos heeft gestuurd. Deze fotos werden vervolgens verwijderd, zodat [slachtoffer 4] deze fotos niet heeft gezien. Ook heeft verdachte hem één keer een bericht gestuurd met de vraag of hij wilde neuken. Verdachte heeft erkend dat dit bericht is gestuurd, maar hij heeft hierover verklaard dat dit door iemand anders zou zijn gestuurd op een moment dat hij op een openbare computer was vergeten uit te loggen.
De rechtbank constateert dat op basis van de beschikbare chats tussen [slachtoffer 4] en verdachte kan worden vastgesteld dat verdachte op 30 augustus 2024 een foto heeft gestuurd aan [slachtoffer 4] waarbij verdachte heeft aangegeven dat hij deze per ongeluk zou hebben verstuurd. Wanneer [slachtoffer 4] vraagt wat voor foto het dan was antwoordt verdachte: “buik en zo, niet zo leuk xd en kort daarna wou je zien xd. [slachtoffer 4] antwoordt dat het hem niet uitmaakt en dat hij wel wat gewend is. Hierop vraagt verdachte aan [slachtoffer 4] of hij ook een foto stuurt en hoe oud [slachtoffer 4] is. [slachtoffer 4] geeft uiteindelijk aan maar als we het doen, doen we t op snap. Naar het oordeel van de rechtbank hebben deze berichten onmiskenbaar een seksuele lading.
Op basis van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat ook de ontmoetingen die verdachte heeft voorgesteld met een seksueel doeleinde zijn gedaan. De rechtbank merkt daarbij op dat verdachte bij deze ontmoetingen ook regelmatig [naam] heeft betrokken, terwijl verdachte wist dat [slachtoffer 4] in het contact met de fictieve [naam] naaktfotos heeft uitgewisseld. De rechtbank komt daarmee ook tot een bewezenverklaring van het onder feit 4 ten laste gelegde.
Ten aanzien van feit 1 ( [slachtoffer 1] )
Bij de beoordeling van het bewijs stelt de rechtbank voorop dat ten aanzien van feit 1, zoals vaak het geval is bij seksuele misdrijven, slechts twee personen aanwezig waren bij de ten laste gelegde seksuele handelingen: het vermeende slachtoffer en verdachte. Nu verdachte de ten laste gelegde gedragingen heeft ontkend, brengt dit met zich dat in beginsel slechts de verklaring van [slachtoffer 1] voorhanden is als mogelijk wettig bewijsmiddel.
De rechtbank zal allereerst de betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer 1] toetsen. In het geval dat de verklaringen van [slachtoffer 1] betrouwbaar kunnen worden geacht en daarmee bruikbaar zijn om als bewijsmiddel te worden gebruikt, dient vervolgens te worden bezien of er sprake is van steunbewijs. Op grond van artikel 342, tweede lid, Wetboek van Strafvordering kan het bewijs dat iemand een strafbaar feit heeft gepleegd namelijk niet uitsluitend worden aangenomen op grond van de verklaring van één getuige. Dat betekent dat de enkele verklaring van het slachtoffer onvoldoende is. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen als deze moet steunen op alleen de verklaring van één persoon die met betrekking tot de feiten en omstandigheden op zichzelf staat en onvoldoende steun vindt in ander bewijsmateriaal. Om tot een bewezenverklaring te kunnen komen dient aldus sprake te zijn van steunbewijs. Die ondersteuning hoeft niet te zien op alle onderdelen van de tenlastelegging. Het gaat erom dat de verklaring op specifieke punten steun vindt in ander bewijsmateriaal, zodat die verklaring niet op zichzelf staat, maar als het ware is ingebed in een concrete context die bevestiging vindt in een andere bron.
Op basis van de in bijlage opgenomen bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat [slachtoffer 1] op meerdere momenten een verklaring heeft afgelegd tegenover de politie. Allereerst bij het “informatief gesprek zeden” dat plaatsvond op 6 september 2024, waarna zowel op 12 september als op 26 december 2024 een studioverhoor heeft plaatsgevonden met [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] heeft daarbij consequent verklaard dat hij verdachte drie keer heeft gepijpt en dat verdachte hem ook drie keer heeft gepijpt. De laatste keer zou hebben plaatsgevonden op 4 september 2024. In zijn verklaringen heeft [slachtoffer 1] verder aangegeven dat hij het geslachtsdeel van verdachte met zijn hand heeft aangeraakt en dat verdachte [slachtoffer 1] bij zijn kont heeft vastgepakt terwijl [slachtoffer 1] verdachte aan het pijpen was.
Ten aanzien van de inhoud van de verklaringen van [slachtoffer 1] overweegt de rechtbank dat hij op gedetailleerde wijze beschrijft in welke context de seksuele handelingen hebben plaatsgevonden en dat hij consistent is in die beschrijving. Hij geeft daarbij specifiek aan dat de penis van verdachte erg nat was en dat verdachte hem bij zijn kont pakte toen hij hem aan pijpen was. Ook heeft [slachtoffer 1] de geografische locaties waar de seksuele handelingen hebben plaatsgevonden zo nauwkeurig mogelijk omschreven. Daar komt bij dat verdachte heeft verklaard dat hij in de ten laste gelegde periode meerdere keren alleen met [slachtoffer 1] op pad is geweest met zijn auto. Het feit dat [slachtoffer 1] wisselend heeft verklaard over de dagen waarop de seksuele handelingen hebben plaatsgevonden doet naar het oordeel van de rechtbank niet af aan de betrouwbaarheid van zijn verklaring. Het enkele feit dat in verklaringen op onderdelen tegenstrijdigheden voorkomen, maakt deze verklaringen op zichzelf namelijk nog niet onbetrouwbaar. Dat kan immers te wijten zijn aan de feilbaarheid van het menselijk geheugen, veroorzaakt door emoties dan wel veroorzaakt door het delict of door tijdsverloop.
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer 1] voldoende geloofwaardig en betrouwbaar kan worden geacht om als bewijs te kunnen gebruiken.
Naar het oordeel van de rechtbank is er echter onvoldoende steunbewijs voorhanden waaruit blijkt dat de concrete seksuele handelingen, zoals door [slachtoffer 1] omschreven, hebben plaatsgevonden. De inhoud van de chatgesprekken tussen verdachte en [slachtoffer 1] waarin seksueel getinte opmerkingen worden gemaakt en het feit dat verdachte samen met [slachtoffer 1] is afgereisd naar afspraken met prostituees is daarvoor naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende. Nu daarin geen steunbewijs kan worden gevonden, zal de rechtbank beoordelen of ten aanzien van feit 1 steunbewijs kan worden gevonden in de vorm van schakelbewijs.
Schakelbewijs
Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat het gebruik van andere, aan soortgelijke feiten ten grondslag liggende bewijsmiddelen onder omstandigheden als steunbewijs (in de vorm van zogenaamd schakelbewijs) is toegelaten. Voor de bewezenverklaring van een feit wordt in dat geval mede redengevend geacht de - uit één of meer bewijsmiddelen blijkende - omstandigheid dat de verdachte bij één of meer andere vergelijkbare strafbare feiten betrokken was.
Daarbij moet het dus gaan om bewijsmateriaal ten aanzien van die andere feiten dat op essentiële punten belangrijke overeenkomsten of kenmerkende gelijkenissen vertoont met het bewijsmateriaal van het te bewijzen feit, zoals een herkenbaar gelijksoortig patroon in de handelingen van de verdachte - ook wel aangeduid als modus operandi. Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een overeenkomende modus operandi kunnen betrokken worden de feitelijke gang van zaken ten aanzien van de betreffende feiten, waaronder begrepen de context waarbinnen zij zich hebben afgespeeld, de omstandigheden waarmee zij zijn omgeven en het desbetreffende handelen van de verdachte alsmede de verklaringen die de verdachte daarover heeft afgelegd. Daarbij kan het bewijs in verschillende zaken over en weer redengevend worden geacht.
Modus operandi
De rechtbank stelt vast dat uit de hiervoor besproken feiten ten aanzien van [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] volgt dat er sprake is van een specifieke modus operandi en context. Er bestaan naar het oordeel van de rechtbank op essentiële punten kenmerkende overeenkomsten in de wijze waarop en de omstandigheden waaronder de betreffende feiten zijn gepleegd. In de eerste plaats geldt dat het bij alle feiten gaat om kwetsbare jongens die ten tijde van de ten laste gelegde feiten 14 of 15 jaar oud waren. Ook werden alle vier de jongens via Snapchat benaderd door [naam] en is het contact met verdachte via die [naam] tot stand gekomen met de insteek dat verdachte mogelijk werk voor deze jongens zou kunnen regelen. Zoals hiervoor reeds is overwogen heeft de rechtbank vastgesteld dat verdachte zich heeft voorgedaan als [naam] om op die manier contact te leggen met minderjarige jongens. Vervolgens heeft verdachte seksueel getinte gesprekken gevoerd en geprobeerd om ontmoetingen te regelen met als doel om seksuele handelingen te verrichten. De rechtbank is van oordeel dat de wijze waarop, de context waarbinnen en de omstandigheden waaronder de ontuchtige handelingen zijn begaan op essentiële punten met elkaar overeenkomen en elkaar over en weer ondersteunen. De rechtbank zal voornoemde bewijsmiddelen dan ook over en weer - middels een schakelbewijsconstructie gebruiken als steunbewijs voor de ten laste gelegde feiten. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat zij ten aanzien van de onder 2, 3 primair en 4 ten laste gelegde feiten, wél tot een zelfstandige bewijsconstructie komt. De rechtbank zal deze drie wettig en overtuigend te bewijzen feiten mede als uitgangspunt nemen voor het toetsen van de gelijkenissen in modus operandi met het overige ten laste gelegde feit.
Met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde constateert de rechtbank dat de manier van in contact komen, de opbouw in het contact en de manier van communiceren grote overeenkomsten vertoont met de andere feiten. Het contact tussen [slachtoffer 1] en verdachte blijkt, net als in de zaken van [slachtoffer 4] en [slachtoffer 2] , tot stand te zijn gekomen door de inzet van de fictieve persoon, [naam] . Zoals hiervoor reeds is overwogen is bij feit 2, 3 en 4 sprake geweest van chats met een expliciete seksuele strekking, zoals ook door verdachte deels is erkend. Ook de chats tussen verdachte en [slachtoffer 1] bevatten seksueel getinte opmerkingen. Zo wordt door [slachtoffer 1] op enig moment geschreven: “ben trouwens nog steeds supergeil” en is gebleken dat verdachte met [slachtoffer 1] afspraken heeft gemaakt met prostituees. De vader van [slachtoffer 1] verklaart bovendien dat hij heeft gezien dat [slachtoffer 1] aan verdachte heeft aangeboden om hem te pijpen in ruil voor sigaretten. [slachtoffer 1] heeft verder verklaard dat hij Flügel kreeg van verdachte voor het pijpen, terwijl verdachte ook aan [slachtoffer 4] (feit 4) op enig moment Flügel heeft aangeboden.
De rechtbank is van oordeel dat de geconstateerde overeenkomsten met de bewezenverklaarde feiten 2, 3 primair en 4 de hiervoor geschetste context en modus operandi van de verdachte bevestigen. De bewijsmiddelen die ten grondslag liggen aan de bewezenverklaring van de andere slachtoffers kunnen naar het oordeel van de rechtbank dan ook dienen als bewijs voor het onder 1 ten laste gelegde.
Op grond van het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank het onder 1 ten laste gelegde - ook ten aanzien van het seksueel binnendringen - dan ook wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank acht feit 1, 2, 3 primair en 4 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. hij in de periode van 1 juli 2024 tot en met 5 september 2024 te [plaats] en [plaats] , met een kind in de leeftijd van twaalf tot zestien jaren, te weten [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2009 seksuele handelingen, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, heeft verricht, te weten
  • het pijpen van de penis van die [slachtoffer 1] en
  • het door die [slachtoffer 1] laten betasten van zijn, verdachtes, penis en
  • het brengen van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 1] en zich laten pijpen door die[slachtoffer 1] ;
2. hij in de periode van 19 augustus 2024 tot en met 6 september 2024 te [plaats] en/of [plaats] en/of Groningen, een kind beneden de leeftijd van zestien jaren, te weten [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2010, indringend schriftelijk seksueel heeft benaderd en een ontmoeting heeft voorgesteld voor seksuele doeleinden op een wijze die schadelijk te achten was voor kinderen beneden de leeftijd van zestien jaren, doordat
  • verdachte via sms en WhatsApp en Snapchat, contact heeft gelegd met voornoemde [slachtoffer 2] en
  • verdachte zich, digitaal via Snapchat, heeft voorgedaan als [naam] envervolgens onder de naam [naam] via sms en/of WhatsApp, contact heeft gelegd met [slachtoffer 2] en - verdachte seksueel getinte gesprekken heeft gevoerd met die [slachtoffer 2] over aftrekken en zuigen en hoeveel centimeter zijn, verdachte, en die [slachtoffer 2] hun penissen zijn en heeft voorgesteld seks te hebben en
  • verdachte heeft voorgesteld om af te spreken met die [slachtoffer 2] in een hotel in [plaats] ;
3.
hij op 17 augustus 2024 te [plaats] , met een kind in de leeftijd van twaalf tot zestien jaren, te weten [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2009, seksuele handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam heeft verricht, te weten het brengen van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 3] en zichlaten pijpen door die [slachtoffer 3] ;
4. hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 18 augustus 2024 tot en met 5 september 2024 te [plaats] en/of [plaats] en/of [naam] , een kind beneden de leeftijd van zestien jaren, te weten [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 3] 2010, indringend schriftelijk seksueel heeft benaderd en getuige heeft doen zijn van een visuele weergave van seksuele aard en een ontmoeting heeft voorgesteld voor seksuele doeleinden op een wijze die schadelijk te achten was voor kinderen beneden de leeftijd van zestien jaren, doordat
  • verdachte via WhatsApp contact heeft gelegd met voornoemde [slachtoffer 4] en
  • verdachte zich, digitaal via snapchat heeft voorgedaan als [naam] en vervolgens onder de naam [naam] via WhatsApp contact heeft gelegd met [slachtoffer 4] en
  • verdachte die [slachtoffer 4] heeft gevraagd een foto van het (ontblote) geslachtsdeel van die[slachtoffer 4] te sturen en
  • verdachte een of meer naaktfoto's van hemzelf aan die [slachtoffer 4] heeft gestuurd en- verdachte een foto van het ontblote geslachtsdeel en/of naaktfoto van die [slachtoffer 4] heeft ontvangen en
  • verdachte seksueel getinte gesprekken heeft gevoerd met die [slachtoffer 4] waarbij verdachte de vraagstelt “wil je met mij neuken” en
  • verdachte heeft voorgesteld om af te spreken met die [slachtoffer 4] in [naam] en [naam] en heeftvoorgesteld om naar het zwembad in [naam] en het pretpark in [naam] te gaan.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het bewezen verklaarde levert op:
1. verkrachting in de leeftijdscategorie van twaalf tot zestien jaren,
meermalen gepleegd;
2. indringend mondeling of schriftelijk seksueel benaderen van een kind beneden de leeftijd van zestienjaren op een wijze die schadelijk te achten is voor kinderen beneden de leeftijd van zestien jaren, en een ontmoeting voorstellen voor seksuele doeleinden aan een kind beneden de leeftijd van zestien jaren en enige handeling ondernemen tot het verwezenlijken van die ontmoeting, meermalen gepleegd;
3 primair. verkrachting in de leeftijdscategorie van twaalf tot zestien jaren;
4. indringend mondeling of schriftelijk seksueel benaderen van een kind beneden de leeftijd van zestien jaren op een wijze die schadelijk te achten is voor kinderen beneden de leeftijd van zestien jaren, en
een ontmoeting voorstellen voor seksuele doeleinden aan een kind beneden de leeftijd van zestien jaren en enige handeling ondernemen tot het verwezenlijken van die ontmoeting, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3 primair en 4 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden. Daarnaast heeft zij gevorderd dat aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege (hierna: tbs met verpleging van overheidswege) wordt opgelegd. Daartoe heeft de officier van justitie aangevoerd dat het opleggen van tbs met voorwaarden niet mogelijk is, omdat niet verwacht wordt dat verdachte zich aan gestelde voorwaarden kan houden. Een lichtere modaliteit dan tbs met verpleging van overheidswege is niet mogelijk om de noodzakelijke behandeling te garanderen en de maatschappij voldoende te beschermen.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit voor een deel van de tenlastegelegde feiten. Daarom heeft zij primair verzocht om aan verdachte een straf op te leggen gelijk aan de periode die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
Subsidiair heeft zij aangevoerd dat oplegging van tbs met verpleging van overheidswege niet proportioneel is, mede gelet op het feit dat verdachte niet eerder behandeld is voor zijn problematiek. De raadsvrouw heeft daarom subsidiair verzocht om aan verdachte een tbs met voorwaarden op te leggen, zoals ook door de psycholoog is geadviseerd.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf en/of maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft vier minderjarige en kwetsbare jongens online seksueel benaderd. Daarbij heeft verdachte zich voorgedaan als een leeftijdsgenoot om zodoende vertrouwen te wekken en contact te leggen. Verdachte heeft als die leeftijdsgenoot seksueel getinte gesprekken gevoerd en op een gegeven moment de minderjarige slachtoffers met hemzelf in contact gebracht. Vervolgens heeft verdachte getracht om ontmoetingen met deze jongens te realiseren met het doel om seksuele handelingen te verrichten. Bij twee jongens, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] , hebben ook daadwerkelijk seksuele handelingen plaatsgevonden die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam. Daarmee heeft verdachte zich tevens schuldig gemaakt aan verkrachting van deze jongens.
De rechtbank merkt daarbij op dat verdachte zeer berekenend en manipulatief te werk is gegaan, terwijl hij wist dat de jongens waarmee hij contact had kwetsbaar en beïnvloedbaar waren en in verdachte een vertrouwensfiguur zagen. Verdachte heeft misbruik gemaakt van deze situatie en van het vertrouwen dat deze jongens in hem hadden. Door dit seksuele misbruik heeft verdachte een zeer ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers en hun normale en gezonde seksuele ontwikkeling ernstig verstoord. Verdachte heeft door zijn handelen de slachtoffers en hun ouders veel leed bezorgd, zoals ook is gebleken uit de verklaring van [slachtoffer 1] en de verklaring van zijn ouders ter terechtzitting. Het is daarnaast een feit van algemene bekendheid dat personen die op jonge leeftijd te maken krijgen met seksueel misbruik daarvan langdurig psychisch leed ondervinden. Dit blijkt naar het oordeel van de rechtbank ook uit de gesprekken die de politie heeft gevoerd met de slachtoffers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en hun ouders. Zo heeft de moeder van [slachtoffer 2] aan de politie laten weten dat [slachtoffer 2] zodanig overstuur is geraakt door de gebeurtenissen, dat zij ervoor hebben gekozen om geen aangifte te doen. [slachtoffer 2] heeft om die reden ook geen verklaring afgelegd tegenover de politie. Ook de moeder van [slachtoffer 3] heeft aangegeven dat [slachtoffer 3] geen nadere verklaring heeft willen afleggen en zij heeft benadrukt dat de gebeurtenissen een enorme impact hebben gehad op het leven van [slachtoffer 3] en op het gezin.
De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn daden, wat blijkt uit het feit dat hij nagenoeg alles ontkent, ook die feitelijkheden waarvan de waarachtigheid evident is. Ook heeft verdachte op geen enkele manier spijt betuigd.
De rechtbank heeft bij het opleggen van de straf en/of maatregel ook gelet op de inhoud van de psychiatrische rapportage van 2 april 2025, opgemaakt door dr. T.W.D.P. van Os, en de psychologische rapportage van 19 februari 2025, opgemaakt door D.R. [naam] Velden (GZ-psycholoog).
De conclusie van het psychiatrisch rapport luidt -samengevat- dat bij verdachte sprake is van zwakbegaafdheid, een persoonlijkheidsstoornis en een parafiele stoornis waarvan ook sprake was ten tijde van de feiten. Door de psycholoog wordt eveneens geconcludeerd dat bij verdachte sprake is van een persoonlijkheidsstoornis, maar volgens de psycholoog is sprake van een zwakbegaafde tot gemiddelde intelligentie en kan een parafiele stoornis niet met zekerheid worden vastgesteld, maar ook niet worden uitgesloten.
Zowel de psychiater als de psycholoog hebben zich onthouden van advies omtrent de toerekeningsvatbaarheid van verdachte gelet op de volledig ontkennende houding van verdachte. Wel wordt gesteld dat het aannemelijk is dat de psychische stoornissen van invloed waren op de gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van de ten laste gelegde gedragingen.
Ten aanzien van het recidiverisico wordt door de psychiater opgemerkt dat door de ontkenning van verdachte onvoldoende informatie beschikbaar is om een onderbouwd en op het individu toegespitst risicoprofiel op te stellen over het gevaar van recidive van soortgelijke feiten. Wel wordt door de psychiater opgemerkt dat vanuit de gestructureerde risicotaxatie gesteld kan worden dat het risico op een zedendelict in de toekomst als matig moet worden ingeschat.
Door de psycholoog wordt het risico op recidive als bovengemiddeld ingeschat. Daarbij wordt opgemerkt dat vanuit het psychologisch onderzoek het beeld van een ongrijpbare man bestaat die weinig van zichzelf prijsgeeft en mogelijk niet volledig zicht geeft op zijn deviante driften, waardoor de dynamische risicofactoren mogelijk hoger kunnen zijn. Objectief zicht op beschermende factoren is beperkt.
De psychiater onthoudt zich van advies rondom zorgprognose en beïnvloedingsmogelijkheden, interventiemogelijkheden en -condities. De psycholoog komt bij een bewezenverklaring tot de conclusie dat verdachte baat heeft bij een klinische forensische zedenbehandeling om het recidiverisico op vergelijkbaar seksueel delictgedrag te verminderen. De psycholoog geeft dan ook in overweging om een klinische zedenbehandeling op te leggen als voorwaarde bij een terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met voorwaarden, eventueel met oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel om ook na afloop van de tbs met voorwaarden langdurig toezicht te kunnen monitoren. Daarbij is wel opgemerkt dat uit een maatregelrapportage van de reclassering moet blijken of een tbs met voorwaarden als uitvoerbaar wordt gezien.
Gelet op het voorgaande heeft Reclassering Nederland op 17 april 2025 een rapportage uitgebracht waarbij onderzoek is gedaan naar de mogelijkheden voor oplegging van tbs met voorwaarden. De reclassering heeft hieromtrent opgemerkt dat zij overleg heeft gehad met het IFZ (Indicatiestelling Forensische Zorg) over de situatie van verdachte. Door het IFZ is geconcludeerd dat zij geen mogelijkheden zien om verdachte te behandelen binnen het kader van een tbs met voorwaarden.
Het baart de reclassering ernstige zorgen dat verdachte bij een bewezenverklaring niet bij machte is gebleken om te stoppen met het delictgedrag, ondanks meerdere stopgesprekken die de politie voorafgaand aan onderhavige feiten met verdachte heeft gevoerd. Dit in combinatie met het door de reclassering als hoog ingeschatte recidiverisico, de ontkennende proceshouding van verdachte en zijn ambivalente houding aangaande een klinische behandeling in een forensisch kader, maakt dat de reclassering geen mogelijkheden ziet voor een tbs met voorwaarden.
Ter terechtzitting heeft [naam] het rapport van de reclassering toegelicht en bevestigd. Hierbij heeft de deskundige benadrukt dat verwacht wordt dat verdachte, mede gelet op de bij hem geconstateerde stoornissen, zijn ontkennende proceshouding en het gebrek aan intrinsieke motivatie, niet in staat is om zich vrijwillig aan voorwaarden te houden in het kader van tbs met voorwaarden. Geadviseerd wordt om aan verdachte de maatregel tbs met verpleging van overheidswege op te leggen.
De rechtbank is, mede gelet op de toedracht van de feiten en de adviezen van de deskundigen, van oordeel dat de bewezenverklaarde feiten aan verdachte kunnen worden toegerekend, zij het in verminderde mate.
Naar het oordeel van de rechtbank is oplegging van de maatregel tot tbs met verpleging van overheidswege noodzakelijk. De rechtbank stelt vast dat wordt voldaan aan de eisen die de wet stelt aan oplegging van tbs. Bij verdachte bestonden ten tijde van het plegen van het feit ziekelijke stoornissen van zijn geestvermogens. Zo blijkt uit de rapportages van de gedragsdeskundigen dat bij de verdachte sprake is van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis die ook aanwezig was ten tijde van de ten laste gelegde gedragingen in combinatie met mogelijke zwakbegaafdheid. Tevens is de rechtbank met de psychiater van oordeel dat bij verdachte sprake is van een parafiele stoornis. Op het gepleegde misdrijf is een gevangenisstraf van vier jaren of meer gesteld en de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist de maatregel.
De rechtbank benadrukt de ernst van de bewezenverklaarde feiten, maar ook de omstandigheid dat verdachte in 2009 voor het eerst met politie en justitie in aanraking is gekomen in verband met soortgelijke feiten en er sindsdien meerdere meldingen zijn geweest dat verdachte zich opnieuw heeft beziggehouden met het seksueel benaderen van minderjarige jongens. Verdachte heeft ook ter terechtzitting erkend dat de politie met hem op meerdere momenten een (stop)gesprek heeft gevoerd met betrekking tot zijn gedrag ten aanzien van minderjarigen. De rechtbank is gelet op de hardnekkigheid van de problematiek van verdachte dan ook van oordeel dat sprake is van een hoog risico op recidive en verdere escalatie. Gelet op het hoge recidiverisico en de door de deskundigen beschreven zeer beperkte behandelmotivatie en probleeminzicht bij verdachte kan een tbs met voorwaarden de veiligheid van de maatschappij naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende waarborgen. De rechtbank merkt hierbij op dat het heel goed mogelijk is dat het gebrek aan probleeminzicht onderdeel is van de bij verdachte vastgestelde problematiek en dat hij als gevolg van zijn problematiek niet in staat is om langdurig op vrijwillige basis medewerking te verlenen aan voorwaarden in het kader van tbs met voorwaarden.
Dit alles maakt ook dat de rechtbank van oordeel is dat de veiligheid van de maatschappij alleen met de oplegging van tbs met verpleging van overheidswege voldoende kan worden gegarandeerd. Daarmee is er een stevig kader waarin de noodzakelijk geachte langdurige behandeling van verdachte kan plaatsvinden.
Gelet op wat hiervoor is overwogen, is aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit voldaan. Anders dan door de verdediging is betoogd, eist de wet niet dat eerst een minder ingrijpende sanctie moet worden opgelegd of een vrijwillig of minder ingrijpend behandeltraject moet worden gevolgd voordat de maatregel tbs met verpleging van overheidswege kan worden opgelegd. De rechtbank realiseert zich evenwel dat dit een zware maatregel is, maar het is naar haar oordeel de enige passende maatregel om de maatschappij in voldoende mate te kunnen beveiligen tegen verdachte.
De rechtbank overweegt daarbij dat de tbs-maatregel zal worden opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De duur van de tbs-maatregel is daarom niet gemaximeerd en kan een periode van vier jaren te boven gaan.
De rechtbank is van oordeel dat aan verdachte naast de tbs met verpleging van overheidswege ook een straf moet worden opgelegd. Gelet op de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij het bepalen van de hoogte van de straf houdt de rechtbank rekening met straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en met het feit dat het bewezenverklaarde in verminderde mate aan verdachte kan worden toegerekend. De rechtbank overweegt voorts dat uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor het plegen van een soortgelijk feit.
Alles afwegend acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van voorarrest, passend en geboden.
[slachtoffer 1] (feit 1) heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van 75,00 ter vergoeding van materiële schade
(reiskosten) en 7.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering benadeelde partij van [slachtoffer 1] voldoende is onderbouwd en voor toewijzing vatbaar is met toepassing van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering benadeelde partij afgewezen dan wel niet-ontvankelijk verklaart moet worden gelet op de bepleite vrijspraak.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt ten aanzien van de gevorderde reiskosten het volgende. De opgevoerde reiskosten voor afspraken bij de politie met betrekking tot het afleggen van getuigenverklaringen en het studioverhoor van benadeelde partij [slachtoffer 1] zijn niet aan te merken als schade die rechtstreeks is geleden door het strafbare feit zoals bedoeld in artikel 51f, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv). Deze kosten zijn evenmin toewijsbaar als proceskosten op basis van de civielrechtelijke proceskostenregeling. Deze reiskosten worden daarom afgewezen.
Naar het oordeel van de rechtbank is wel voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit immateriële schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het primair bewezen verklaarde. De rechtbank overweegt hiertoe dat sprake is van een normschending door verdachte die naar haar aard ernstig is te noemen en die zeer ernstige gevolgen heeft gehad voor de geestelijke gezondheid van de benadeelde partij, op grond waarvan de rechtbank aanneemt dat sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze, zoals bedoeld in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek. Op grond hiervan heeft de benadeelde partij aanspraak op immateriële schadevergoeding.
Bij het bepalen van de hoogte van het te vergoeden bedrag aan immateriële schadevergoeding heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen verklaarde, de tot nu toe bekende gevolgen ervan voor de benadeelde partij en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen plegen toe te kennen. De rechtbank heeft voorts aansluiting gezocht bij de Letsellijst Schadefonds Geweldsmisdrijven (hierna: de Letsellijst). Gelet op de aard en ernst van de bewezen verklaarde ontuchtige handelingen is de rechtbank van oordeel dat aansluiting moet worden gezocht bij letselcategorie 3 van de Letsellijst, te weten een zedenmisdrijf waarbij sprake is geweest van seksueel binnendringen. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank toekenning van een bedrag van 5.000,00 billijk. De rechtbank zal de vordering toewijzen tot dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 september 2024 en de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 37a, 37b, 38d, 57, 248 en 251 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Verklaart het onder 1, 2, 3 primair en 4 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Ten aanzien van feit 1 - benadeelde partij [slachtoffer 1]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 1] te betalen:
  • het bedrag van 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 september 2024 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging vandeze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Verklaart de vordering tot vergoeding van de immateriële schade van [slachtoffer 1] voor het overige deel niet-ontvankelijk.
Wijst de vordering tot vergoeding van materiële schade van [slachtoffer 1] af.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat te betalen een bedrag van 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 september 2024 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 60 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Baluah, voorzitter, mr. A.S. Venema-Dietvorst en mr. C. Krijger, rechters, bijgestaan door mr. E.E. de Vries, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 mei 2025.
Mr. C. Krijger is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaringen redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 9 mei 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik heb in de periode van 1 juli 2024 tot en met 5 september 2024 meerdere keren contact gehad met [slachtoffer 1] . Ik wist dat hij op dat moment 15 jaar oud was. Ik ben met [slachtoffer 1] naar twee vrouwen gereden. Dit bleken prostituees te zijn. [slachtoffer 1] heeft een bericht getypt waarin hij aanbood om mij te pijpen. Ik ben met [slachtoffer 1] ook naar het pretpark in [naam] geweest.
Ik heb met [slachtoffer 2] in de periode van 19 augustus 2024 tot en met 6 september 2024 gechat via SMS en WhatsApp. Ik wist dat hij toen 14 of 15 jaar oud was. Ik heb met hem gesprekken gevoerd over seksuele handelingen waaronder zuigen en de lengte van onze penissen. Ook heb ik hem uitgenodigd om af te spreken.
Met [slachtoffer 3] heb ik rond 17 augustus 2024 via WhatsApp chatgesprekken gevoerd. We hebben elkaar ook ontmoet in [plaats] . Ik heb met hem gesprekken gevoerd over seksuele handelingen, waaronder pijpen en aftrekken. Dit was voorafgaand aan de ontmoeting en na afloop van de ontmoeting.
In de periode 18 augustus 2024 tot en met 5 september 2024 heb ik via WhatsApp contact gehad met [slachtoffer 4] . Ik wist dat hij 14 jaar oud was. Ik heb hem uitgenodigd om mee te gaan zwemmen en naar het pretpark [naam] te gaan. Vanaf mijn account is een bericht aan [slachtoffer 4] gestuurd met de vraag of hij wil neuken.
Ik kende [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] via [naam] .
In het verleden is de politie bij mij langs geweest voor het voeren van een stopgesprek omdat ik seksueel getinte gesprekken zou voeren met minderjarigen. Mijn naam op Instagram is [naam] .
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 september 2024,opgenomen op pagina 39 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2024243270 (onderzoek: IJsland) d.d. 27 februari 2025, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 oktober 2024,opgenomen op pagina 318 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Bij verdachte [verdachte] , geb. [geboortedatum 1] 1984 werd tijdens de huiszoeking een laptop inbeslaggenomen.
Gegevens laptop:
Merk/Type: HP Zbook.
Goednummer: 1752566
Ik onderzocht of het telefoonnummer [nummer] , welke bij [naam] ( [naam] ) in gebruik zou zijn, voorkwam in deze laptop. Ik zag dat dit het geval was. Zo zag ik onder andere dat het telefoonnummer op enige wijze te relateren was aan Whatsapp Web op 9 augustus 2024 rondom 18:00 uur.
Ik onderzocht in de tijdlijn van de laptop wat er nog meer rondom 18:00 uur gebeurde. Zo zag ik dat er vanaf 17:59:20 uur via de Edge browser gezocht werd naar [bedrijf] . Hiervan was reeds bekend dat dit het eenmansbedrijfje van verdachte [verdachte] was.
Vanaf 17:59:59 uur zag ik de volgende activiteit: Looking at Facebook profile with profile id: [bedrijf] . Vervolgens zag ik tussen 18:00:14 uur en 18:01:11 uur activiteiten zoals hierboven op de afbeelding vastgelegd. Dit waren de activiteiten gerelateerd aan het telefoonnummer van [naam] , te weten:
[nummer] .
Tussendoor zag ik dat onder andere om 18:00:47 uur de facebooksite van [bedrijf] werd bezocht of gebruikt.
Ik onderzocht de telefoon van verdachte [verdachte] op activiteiten op 09-08-2024 tussen 17:58:00 uur en 18:02:00 uur. Dit betrof de Samsung Galaxy S23 (goednummer 1751970). Ik zag dat er Whatsapp berichten binnenkwamen (17:58:51 uur, 17:59:18 uur) welke niet beantwoord werden. Ik zag verder geen actief gebruik terug in het toestel
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 november 2024, opgenomen op pagina 320 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Middels BOB-019-01 werden bij Snapchat de gebruikersgegevens opgevraagd van het account [naam] Ik ontving op 7 november 2024 het antwoord.
ANTWOORD SNAPCHAT:
Username: [naam]
Email address: [emailadres]
Created : Tue Feb 23 21:36:59 UTC 2021
Phone number:+ [nummer]
Display name: [naam]
Wijziging in account:date: Fri Aug 02 15:10:44 UTC 2024
Old value: [naam] New value: [naam] ANALYSE:
Het emailadres [emailadres] bleek in de Samsung S23 voor te komen als het e-mailadres wat gekoppeld was aan het facebookaccount [naam] ( [nummer] ). Dit account werd gebruikt op de Samsung S23 welke in beslag werd genomen bij verdachte [verdachte] . Een soortgelijke emailadres maar dan van Gmail ( [emailadres] ) bleek gekoppeld te zijn aan het WhatsApp-account van [naam] / [nummer] Het telefoonnummer [nummer] was in gebruik bij verdachte [verdachte]
Ik trof op de Samsung S23, welke bij verdachte [verdachte] in beslag werd genomen geen Snapchat account aan. Wel trof ik een notitie aan in de Google password manager voor het snapchat account [naam] .
Een zelfde accountnaam [naam] kwam voor in de Samsung S23 als het Instagram account van [naam] .
Dit account was in gebruik bij de Samsung S23 welke in beslag werd genomen bij verdachte [verdachte] .
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 december 2024, opgenomen op pagina 322 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Geen van de aangevers of getuigen had [naam] in levende lijve ontmoet en kwamen met [verdachte] in contact via [naam] . Een zoekslag in de politiesystemen en in de verificatiemodule van de GBA gaf geen aanwijzingen dat deze [naam] daadwerkelijk bestond.
(...)
Telefoonnummer [nummer] :
CIOT bevraging gaf geen antwoord (CIOT-002-01)
de opwaardeergegevens werden opgevraagd echter hierop kwam geen resultaat (BOB-016-01) Het telefoonnummer maakte gebruik van een Cell ID behorende bij masten aan de Feenselweg te Vlagtwedde of de Weddermarke in Wedde. Dit zouden theoretisch gezien ook masten zijn die vanaf de woonlocatie van [verdachte] gebruik zouden kunnen worden. In Veelerveen, zijn woonplaats, zijn namelijk geen GSM masten geplaatst. (AH-024-01)
De 7 tegennummers uit de Histo kwamen ook voor in de Samsung S23 van verdachte [verdachte] (AH024-01)
Van het IMEI nummer 356084091707699 werden de historische verkeersgegevens opgevraagd. Dit gaf geen aanvullende informatie (AH-027-01)
Het telefoonnummer was te de HP ZBook (goednr. 1752566) van verdachte [verdachte] te relateren aan Whatsapp web (AH-031-01) het telefoonnummer kwam voor op een Flyer van [bedrijf] . Dit was het bedrijf van [verdachte] . (AH-02501)
(...)
Sociale Media:
Vanaf het toestel van [slachtoffer 4] werd door de politie een foto gemaakt van het Snapchat account van
[naam] . Te zien was dat de schermnaam betrof: [naam] (AH-026-01)
Ik trof in de GSM van [slachtoffer 1] een Snapchat contact aan met: Username: [naam] en Schermnaam:
[naam] (AH-013-03) uit een bevraging bij snapchat bleek dat het emailadres [emailadres] en het telefoonnummer+ [nummer] aan het account gekoppeld waren. (AH-033-01)
Het emailadres [emailadres] bleek in de Samsung S23 voor te komen als het email adres wat gekoppeld was aan het facebookaccount [naam] ( [nummer] ). Dit account werd gebruikt op de Samsung S23 welke in beslag werd genomen bij verdachte [verdachte] (AH-033-01)
Een soortgelijke emailadres maar dan van Gmail ( [emailadres] ) bleek gekoppeld te zijn aan het whatsapp account van [naam] / [nummer] Het telefoonnummer [nummer] was in gebruik bij verdachte [verdachte] . (AH-033-01)
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d.
12 september 2024, opgenomen op pagina 204 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Bij verdachte [verdachte] , geboren [geboortedatum 1] 1984 werd een telefoon inbeslaggenomen Onder goednummer 1751970. Dit betrof een Samsung Galaxy S23. Op verzoek onderzocht ik de inhoud van deze telefoon op (mogelijk) relevante informatie ten behoeve van het onderzoek IJSLAND.
Zo trof ik een SMS en Whatsapp chatgesprekken aan tussen het nummer [nummer] / [verdachte] (owner) en 31628730496/ [slachtoffer 2] .
Ik zag dat het contact liep van 19-08-202412:12:47 uur tot en met 06-09-2024. Ik zag dat het begon met SMS contact wat op 19-08-2024 vanaf 18:02:03 uur over ging in Whatsapp en/of spraak contact.
Leeswijzer: Daar waar in de kolom Direction een "I" stond betrof het een bericht van [slachtoffer 2] aan [naam] . Daar waar hier een "O" stond betrof het een uitgaand bericht van [naam] aan [slachtoffer 2] . [verdachte] vroeg wanneer [slachtoffer 2] jarig was. Hij antwoorde [geboortedatum 3] en 'ben nu 14". Op 25 augustus stelde [verdachte] voor om een keer af te spreken waarbij [slachtoffer 2] mocht zeggen wat hij wilde doen. [slachtoffer 2] gaf aan dat hij alles goed vond. Hierop stelde [verdachte] voor: “Zwemmen karten tennissen". [slachtoffer 2] gaf als antwoord dat hij bewegen en dat soort dingen haaaaaat. Maar als [slachtoffer 2] alleen thuis is mag [verdachte] wel kennis komen maken. Op 25 augustus gaf [verdachte] aan dat hij op dat moment verbleef in een hotel in Zandvoort [slachtoffer 2] gaf aan dit jammer te vinden anders had hij wel langs willen komen. Toen [verdachte] aangaf de week erna in
[plaats] in een hotel te zijn wilde [slachtoffer 2] daar wel langskomen en zijn kamer zien
Aftre***?
Onderstaande werd heen en weer geappt: Sun 25/08/2024 20:28:58 O: Wat denk je
Sun 25/08/2024 20:29:35 I: aftre***?
Sun 25/08/2024 20:32:09 O: Ja
Sun 25/08/2024 20:32:37 I: leukkkk
Sun 25/08/2024 20:32:50 O: Moet soms
Sun 25/08/2024 20:35:12 I: ja inderdaad
Sun 25/08/2024 20:35:20 I: maar wat wil ke doen dan als ik bij je hotel ben
Sun 25/08/2024 20:35:23 I: ik vind alles goed hoor
En onderstaande waarin [slachtoffer 2] voor lijkt te stellen om [verdachte] te “zuigen" [verdachte] wil dat wel.
Mon 26/08/2024 00:58:58 I: wat ben jij
Mon 26/08/2024 00:59:04 I: waar val je op
Mon 26/08/2024 00:59:20 O: mooie dames
Mon 26/08/2024 00:59:27 I: geen jongens
Mon 26/08/2024 00:59:40 O: Wat dan
Mon 26/08/2024 00:59:44 I: gw
Mon 26/08/2024 00:59:47 O: Ok
Mon 26/08/2024 01:00:40 O:Wat dan wou je zuigen
Mon 26/08/2024 01:01:16 I:wil je dat?
Mon 26/08/2024 01:05:04 O:Wat
Mon 26/08/2024 01:05:11 I:je vroeg iets
Mon 26/08/2024 01:05:17 I:ik zei wil je dat of niet
Mon 26/08/2024 01:05:28 O: altijd he
Mon 26/08/2024 01:05:39 I:dus wik je dat ik dat bii je doe
Mon 26/08/2024 01:05:54 I:of nie
Mon 26/08/2024 01:07:31 O:Ja hoor
Mon 26/08/2024 01:07:37 I:is goed
Mon 26/08/2024 01:07:41 I:heb je ee een fot van?
Mon 26/08/2024 01 08:09 O:waarvan
Mon 26/08/2024 01:08:14 I:van je
Mon 26/08/2024 01:08:17 I:je weet
Mon 26/08/2024 01:08:36 O:Stuur maar
Mon 26/08/2024 01:08:42 I:nee jij
In onderstaande chat werd gevraagd over hoeveel cm zij hadden:
Mon 26/08/2024 16:58:21 I: oke maar je vroeg gister of ik iets bij je wou doen toch
Mon 26/08/2024 16:58:24 I: wil je dat ikd at doe
Mon 26/08/2024 17:16:39 O: O als jij dat zo graag wil
Mon 26/08/2024 17:17:59 I: hoeveel cm heb je
Mon 26/08/2024 17:18:10 O: weet niet
Mon 26/08/2024 17:18:19 I: ongeveer
Mon 26/08/2024 17:18:47 O: 20
Mon 26/08/2024 17:18:56 I: okeoke
Mon 26/08/2024 17:19:01 I: stuur fot ervan aub
Mon 26/08/2024 17:20:05 O: jij
Mon 26/08/2024 17:20:08 I: daarna
Mon 26/08/2024 17:20:35 I: oke?
Mon 26/08/2024 17:21:58 O: Hoeveel cm
Mon 26/08/2024 17:22:46 I: 16
Mon 26/08/2024 17:22:50 I: stiur foto
Mon 26/08/2024 17:23:49 I: z
Mon 26/08/2024 17:24:33 O: ja
[verdachte] wil weten wat [slachtoffer 2] nog meer wil behalve zuipen. Stelt seks voor.
Tue 27/08/2024 15:55:54 O: Wat wil jij doen behalve zuipen en zo
Tue 27/08/2024 15:57:10 I: wat denk je
Tue 27/08/2024 15:57:11 I: hehe
Tue 27/08/2024 15:57:23 O:Sex?
Tue 27/08/2024 17:01:10 O:wil je dat graag
Tue 27/08/2024 17:05:23 I:wil jij dat Tue 27/08/2024 17:05:47 O: ja wat wil ik
[verdachte] had zin in Trekn:
Thu 29/08/2024 16:58:22 O: wat wou je doen
Thu 29/08/2024 16:58:28 I: wanneer Thu 29/08/2024 16:58:33 O:straks
Thu 29/08/2024 16:58:40 I:ik kan jie
Thu 29/08/2024 16:58:41 I:niet
Thu 29/08/2024 16:58:42 O:of net
Thu 29/08/2024 16:58:56 I:wat denk je
Thu 29/08/2024 16:59:08 O: Trekn?
Thu 29/08/2024 16:59:14 I:j
Thu 29/08/2024 16:59:27 O:durf Jr dat
Thu 29/08/2024 16:59:30 I:ja
Thu 29/08/2024 16:59:38 O:Had je zin
Thu 29/08/2024 16:59:40 I:ja
Thu 29/08/2024 16:59:46 O:Hoeveel
Thu 29/08/2024 16:59:51 I:veel
Thu 29/08/2024 17:00:06 O:Had je hardenet
Thu 29/08/2024 17:00:11 I:ja
Thu 29/08/2024 17:00:20 O:nu nog
Thu 29/08/2024 17:00:24 I:ja
Thu 29/08/2024 17:00:34 O:Wanneer wil je
Thu 29/08/2024 17:00:42 I:maakt mij niet uiy
Thu 29/08/2024 17:00:53 O:Waar kreeg je harde van dan
Thu 29/08/2024 17:00:59 I:gw ik har zin
Thu 29/08/2024 17:01:13 O:Wanneer kan en wil je
Thu 29/08/2024 17:01:18 I:Ik kon net
Thu 29/08/2024 17:01:24 I:maar ja toen waren we buitej dus dat jad geen zin
Thu 29/08/2024 17:01:34 O:Wil je binnen?
Thu 29/08/2024 17:01:40 I:ja maar kan nie bij mij
Thu 29/08/2024 17:01:44 I:en ik kan niet ergens anders heen
Thu 29/08/2024 17:01:55 O:Weet je plek?
Thu 29/08/2024 17:02:02 I:nee
Thu 29/08/2024 17:02:07 O:Ik wel xd
Thu 29/08/2024 17:02:11 I:WAAR
Thu 29/08/2024 17:02:16 O:Hoe graag wil je
Thu 29/08/2024 17:02:20 I: graag
IDENTIFICATIE [slachtoffer 2] / 31628730496
Om te achterhalen wat de daadwerkelijke identiteit van [slachtoffer 2] was deed ik middels CIOT-005-01 een bevraging.
Hieruit bleek dat het telefoonnummer op naam stond van:
[naam] , [adres] [plaats] / VodafoneZiggo abonnement
Hierop deed ik naslag in de verificatiemodule van de GBA op het adres [adres] in [plaats] .
Hier stonden ingeschreven:
[naam] , [geboortedatum 2] -2009
[naam] , [geboortedatum 2] -2011
[naam] , [geboortedatum 2] 1982
[naam] , [geboortedatum 2] 1970
In de chat was te lezen dat de ouders van [slachtoffer 2] gescheiden waren. Hierop deed ik naslag in de verificatiemodule van de GBA naar de kinderen van [naam] . Hij bleek een dochter en een zoon te hebben welke woonachtig waren bij hun moeder [naam] , [geboortedatum 3] -1972. De zoon was genaamd:
[slachtoffer 2] , geboren [geboortedatum 3] -2010. Hij woont met zijn moeder en zus op de [adres] Groningen
AFBEELDINGEN:
Ik trof in de Samsung S23 onderstaande afbeelding aan als verwijderd item.
Hier stond het TikTok account [slachtoffer 2] op. Mogelijk betrof dit [slachtoffer 2] .
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 3 maart 2025, opgenomen in een aanvullen proces-verbaal met nummer PL0100-2025039059-2 bij voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam]:
Ik doe aangifte van het feit dat [verdachte] met zijn tengels aan mijn zoon [slachtoffer 3] heeft gezeten.
8.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 september 2024, opgenomen op pagina 156 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Ik, verbalisant, trof op de telefoon een recent gesprek via SMS met nummer [nummer] , ik zag dat dit nummer niet als contact opgeslagen was in het toestel. Uit een CIOT-bevraging (CIOT-003-01) blijkt dit nummer gekoppeld aan [naam] . [naam], woonachtig [adres] . Uit een bevraging van de BRP-personen blijkt op dit ook adres woonachtig: [slachtoffer 3] , geboren [geboortedatum 3] 2009 (15) te [plaats] . Ik zocht in het toestel van verdachte naar de naam [slachtoffer 3] ' en zag dat in de contacten lijst vier (4) registraties onder deze naam waren. Ik zag dat dit Instagram-accounts waren waarvan drie onder de naam [naam]
Ik, verbalisant, las dat verdachte en [slachtoffer 3] op 17 augustus 2024 afgesproken hebben in [plaats] (Groningen) en hier seksuele handelingen zouden hebben plaatsgevonden. Het volledige gesprek is door mij gevoegd bij dit proces-verbaal. (leeswijze: in de kolom direction staat 'I' voor inkomend op het toestel van verdachte en O voor verzonden door verdachte)
Door het onderzoeksteam werd bij Regionaal Informatieknooppunt, afdeling open bronnen de zoekvraag uitgezet om informatie in te winnen aangaande het telefoonnummer en de tenaamgestelde. Aangeleverd werd een recente foto van [slachtoffer 3] , op de telefoon van verdachte trof ik een foto welke ik herkende als dezelfde persoon.
Inhoud gesprek:
Sat 17/08/2024: vanaf 12:52:38:
(I) Ik dacht miss kunnen we hier het doen
(O) Weet niet waar is. Wat is het dan van iets
(I) Je weet wel pijpen ofzo
(O) Wat is [plaats]
(...)
Vanaf 13:22:33.
(I) Zoek jachthaven op in [plaats]
(O) Kijk wel ff)
(O) Hoeveel zin heb je
(I) Heeeeel veel
(...)
(O) Wat wil je doen dan
(I) Jou pik vasthouden
(O) Al vaak gedaan dan
(I) Nee
(O) Ok
(I) Jij bent de eerste
(I) Gaat [naam] ook mee
(O) Komt met de de trein
(...)
Vanaf 14:19:51
(O) Kom maar naar begraafplaats
(...)
(O) Ben je er
(I) Ja
(O) K9m maarvdan
(I) Heb je een zwarte t shirt aan
(O) ja
(...)
(O) Ja zie je staan kom maar
Sun 18/08/2024 vanaf 15:03:34.
(I) Was gisteren leuk
(...)
(O) Nog x?
(I) Waneer
(O) Zeg maar (I) Als [naam] ook kan
(O) Ook nog x weer zo?
(I) Ja
(...)
(O) Spijt?
(O) Wanneer weer?
(I) Geen spijt
(O) Vaker doen?
(I) Jaaaa
(...)
(O) Krijg ik cijfer
(I) Je krijgt 10/10
(O) Verwijder je alles weer
(I) Ja
(...)
Sun 25/08/2024 vanaf 14:25:00
(O) Honger
(I) Ik niet
(I) Maar wel voor je pik)
(...)
(O) Weer zelfde?
(I) Ja en dan mag jij in me mond klaarkomen
(O) En j8j dan
(I) Wat
(O) En jij ook klaar
(O) Vond je het zo leuk?
(I) Ja
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 september 2024, opgenomen op pagina 164 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [naam] en [naam]:
Op 16 september 2024 zijn wij alleen in gesprek gegaan met [slachtoffer 3] .
[slachtoffer 3] vertelde dat hij met [naam] contact had via de Whatsapp met tekstberichten. Dat [naam] hem heeft gevraagd om hem te ontmoeten. Dat hij "ja" heeft gezegd. Dat [naam] vroeg waar en dat [slachtoffer 3] [plaats] noemde. Dat [naam] daar alleen was. Op de vraag wie [naam] is vertelde
[slachtoffer 3] samengevat dat [naam] een vriend is die hij heeft leren kennen op Snap. Dat [naam] in
[plaats] woont en 17 jaar is. Dat [naam] ook een keer wilde afspreken. Dat hij alleen met [naam] via
Snapchat contact heeft gehad. Dat [naam] hem heeft verteld dat hij bij [naam] werkt, in een café in Delfzijl. [slachtoffer 3] heeft geen foto's van [naam] en hem nooit in het echt gezien.
Wij confronteerden [slachtoffer 3] met het chatgesprek tussen hem en [naam] . Dat wij uit de chat opmaken dat er op seks wel wat is gebeurd tussen hem en [naam] . Dat er wordt gevraagd om een cijfer: 10 van 10 en dat [slachtoffer 3] schrijft dat hij [naam] zijn pik wil vasthouden. Op de vraag wat er is gebeurd tussen [slachtoffer 3] en [naam] zei [slachtoffer 3] : "dat". Op de vraag wat [slachtoffer 3] met "dat" bedoelde gaf [slachtoffer 3] aan dat wij net hadden genoemd en dat het niet zo leuk was. Na uitleg dat wij er niet bij waren en van [slachtoffer 3] willen horen wat er precies is gebeurd vertelde [slachtoffer 3] dat hij 'dat' ging vragen. Dat [naam] 'ja' zei. Dat [naam] zijn broek naar beneden deed. Verbalisanten benoemen nogmaals dat uit het chatgesprek lijkt alsof er meer is gebeurd tussen hem en [naam] . Damian vertelde daarop dat hij bang is dat zijn ouders boos worden.
Op dinsdag 17 september 2024 liet moeder [naam] , verbalisant [naam] , via de Whatsapp weten dat [slachtoffer 3] ontdaan was van ons bezoek. Dat moeder nog een gesprek heeft gehad met [slachtoffer 3] en dat [slachtoffer 3] bij zijn moeder heeft aangegeven het best eng te vinden om erover te praten.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 september 2024, opgenomen op pagina 175 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Bij verdachte [verdachte] , geboren [geboortedatum 1] 1984 werd een telefoon inbeslaggenomen Onder goed nummer 1751970. Dit betrof een Samsung Galaxy S23. Op verzoek onderzocht ik de inhoud van deze telefoon op (mogelijk) relevante informatie ten behoeve van het onderzoek IJSLAND. Zo trof ik een chatgesprek aan tussen het nummer [nummer] / [naam] (owner) en [nummer] / [slachtoffer 4] Ik zag dat de chat liep van 18-08-2024 17:43:06 uur tot en met 05-09-2024.
De gehele chat is als bijlage 1 gevoegd bij dit proces-verbaal.
Leeswijzer: Daar waar in de kolom Direction een "I" stond betrof het een bericht van [slachtoffer 4] aan [naam] . Daar waar hier een "O" stond betrof het een uitgaand bericht van [naam] aan [slachtoffer 4] .
Hieronder omschrijf ik de meest opvallende zaken vanuit deze chat:
Ik zag dat het initiatief van het contact uitging van [slachtoffer 4] . Hij stuurde op als eerste een berichte
“Heyy [naam] , [slachtoffer 4] hier”. Ik las dat [naam] reageerde met “Oh jij ben dat kameraadje van [naam] ”.
Wed 21/08/2024 16:19:44 O:? You deleted this message
Wed 21/08/2024 18:05:44 I:Oh
Wed 21/08/2024 18:05:55 I:Hulp nodig
Wed 21/08/2024 18:06:06 O: Was vergeten uit te loggen openbare pc
Wed 21/08/2024 18:06:26 O: Was iemand anders die dacht lolligbte z8jn
Wed 21/08/2024 18:06:30 O: Zijn
Fri 30/08/2024 23:00:53 O: attachment 1: Filename: 01c53efe-8c5d-48b1-9b69-121c9de65436,jpg ContentType Image
Fri 30/08/2024 23:02:23 O: Verkeerde sorry
Fri 30/08/2024 23:02:39 I: Ik zie een zware foto
Fri 30/08/2024 23:02:52 O: Ja net op tijd amule
Fri 30/08/2024 23:03:21 O: Was niet voor jou xd
Fri 30/08/2024 23:03:55 I: Wat was t dan voor foto
Fri 30/08/2024 23:04:02 O: O niets
Fri 30/08/2024 23:04:44 I: Vertel
Fri 30/08/2024 23:05:04 O: Eigelijk niet
Fri 30/08/2024 23:05:13 O: Was voor iemand anders
Fri 30/08/2024 23:05:37 O: Buik Fri 30/08/2024 23:06:08 O: ?
Fri 30/08/2024 23:06:14 O: En zo
Fri 30/08/2024 23:06:54 O: Niet zo leuk xd
Fri 30/08/2024 23:07:03 I: Aha
Fri 30/08/2024 23:07:09 I: Voor wie was die bedoeld dan
Fri 30/08/2024 23:07:22 O: Iemand op app
Fri 30/08/2024 23:07:46 I: Aha
Fri 30/08/2024 23:08:10 O: Wou je zien xd Fri 30/08/2024 23:08:29 I: Maakt mij niet uit XD
Fri 30/08/2024 23:08:40 O: Nee?
Fri 30/08/2024 23:08:54 I: Nee, ben wel wat gewend
Fri 30/08/2024 23:09:02 O : Ok
Fri 30/08/2024 23:09:33 O: Stuur jij ook
Fri 30/08/2024 23:09:44 I: Hoe oud ben je
Fri 30/08/2024 23:09:54 O: 30
Fri 30/08/2024 23:10:23 O: jij dan
Fri 30/08/2024 23:11:08 O: erg?
Fri 30/08/2024 23:11:34 I: 14
()
Fri 30/08/2024 23:24:46 I: Maar als we t doen doen we t op snap
(...)
IDENTIFICATIE [slachtoffer 4] ([naam]) [slachtoffer 4] :
Ik deed naslag in de politiesystemen naar het telefoonnummer wat in gebruik was bij [slachtoffer 4] . Dit betrof het telefoonnummer [nummer] . Het telefoonnummer kwam niet voor. Op 18-08-2024 appte [slachtoffer 4] dat hij uit [plaats] kwam.
Hierop deed ik naslag in de verificatiemodule van de GBA. Ik zocht op de achternaam [slachtoffer 4] in combinatie met de voornaam [slachtoffer 4] . Hierop kreeg ik 3 hits waarvan er één 14 jaar was en in [plaats] woonde. Dit betrof:
[slachtoffer 4] , geboren [geboortedatum 3]-2010 wonende [adres] te [plaats] .
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 24 september 2024, opgenomen op pagina 189 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 4] :
Ik had het contact gekregen via iemand [naam] en zijn nummer is [nummer] . Hij stuurde mij steeds berichtjes en daar heb ik niet op gereageerd. Na 5 september was het stil en heb ik niks meer gekregen.
V: Heb je nog via andere wegen nog contact gekregen met [naam] ?
A: Ja via snapchat en daar heet hij [naam] .
V: Hoe ben je in contact gekomen met [naam] ?
A: Die heeft mij toegevoegd via snel toevoegen op snapchat. Ik kende hem niet V: Wat gebeurde er tussen jou en [naam] ?
A: Hij vroeg hoe het ging en waar ik woonde. Ik had gezegd dat ik in [naam] woonde en hij vertelde dat hij in [plaats] woonde. Hij vroeg om foto's. Hij vroeg mij naaktfoto's en die heb ik ook verstuurd zonder mijn gezicht en hij stuurde ook terug.
V: Wat heb jij gestuurd?
A: Ik heb mijn piemel gestuurd, ik heb ongeveer 10 foto's gestuurd en hij ook. Dit ging via snapchat.
V: Wat stuurde hij?
A: Ook foto's van zijn piemel. Ook een stuk of tien.
V: Wie begint hierover te praten?
A: Ja wij samen en dan wordt het seksueel.
(...)
A: Alleen [naam] achternaam weet ik niet.
V: Vanaf wanneer hadden jullie contact?
A: 18 augustus
(...)
V: Van wie kwam het initiatief vaak in jullie gesprekken?
A: [naam] .
V: Is er op een manier door [naam] gesproken over seks met jou?
A: Ja hij vroeg om foto's en hij had mij ook wel eens een foto gestuurd en dan verwijderde hij die en zei oeps verkeerde foto/
V: Om wat voor een foto's vroeg [naam] ?
A: Naakt foto's maar daar zei ik nee op en dat ik dat niet wilde. Ik doe dat sowieso niet via WhatsApp want dan kan je makkelijk screenshot maken.
V: Jij zei [naam] stuurde jou ook foto's. Hoe vaak is dat gebeurd?
A: Volgens mij twee keer. Ik heb op geen van beide gezien wat het was omdat hij die verwijderde maar dan stuurde hij deze was verkeerd want ik was douchen enzo. Daarom ga ik ervan uit dat het naaktfoto's zijn geweest.
V: Wat maakt het dat je er bij [naam] er wel op ingaat maar bij [naam] niet?
A: Ik wist dat [naam] minderjarig was dat deed hij mij geloven daarom deelde ik dat wel met hem en dat ging via snap. Bij [naam] omdat het via WhatsApp ging.
(...)
A Hij heeft een keer een berichtje gestuurd wil je met me neuken maar later verwijderd door hem en toen zei hij dat was vergeten uit te loggen op een openbare computer.
V: Wat maakt het dat je toch tegen [naam] zei dan maar via snap?
A: Hij bleef de hele tijd vragen in de avond of ik naakt foto's wilde sturen, ik werd er helemaal gek van.
V: Hoe reageerde jij dan?
A: Ik heb ook vaak genegeerd maar uiteindelijk zei ik als je dan wil dan via snap.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte namens [slachtoffer 1] d.d. 9 september 2024, opgenomen op pagina 59 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
Ik kom aangifte doen van het feit dat er seksueel misbruik is gemaakt van onze, kwetsbare, zoon [slachtoffer 1] . Ik doe aangifte tegen [naam] of [slachtoffer 3] .
Op 2 augustus 2024 kreeg ik een appje van hem waarin hij vertelde dat hij een jongen had ontmoet met de naam [naam] . Deze [naam] had gezegd dat hij wel iemand kende waar hij wat werk voor kon doen.
[slachtoffer 1] werd toen in contact gebracht met deze [naam] of [slachtoffer 3] .
Uiteindelijk is [slachtoffer 1] twee dagen op rij met [naam] naar de McDonalds en/of de HEMA geweest.
Dat was op 3 en 4 september geweest.
Op woensdagavond belde ik met de afdeling. Op de afdeling krijgt [slachtoffer 1] een gesprek met de teamleidster [naam] . Zij legde hem uit over kinderlokkers met snoepjes van vroeger en dat ze dit nu met sigaretten deden. Ik was kort bij dit gesprek en toen zij dit zei zag ik alsof dit een soort 'wake-up call' was, alsof hij toen dacht 'dit is niet normaal'. Later die dag werd ik gebeld door [naam] . Zij vertelde toen dat ons vermoeden juist was en dat er meer was gebeurd. Ik weet dat [slachtoffer 1] drank kreeg om te pijpen en [slachtoffer 1] zou ook gepijpt zijn.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden
d.d. 6 september 2024, opgenomen op pagina 51 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [naam] en [naam]:
Met: [slachtoffer 1] (man), geboren op [geboortedatum 2] 2009
Datum en tijd gesprek: Tussen donderdag 5 september 2024 om 23:30 uur en vrijdag 6 september 2024 om 23:30 uur
Hij vertelde dat hij via snapchat een vriend, [naam] , had ontmoet. Dat hij via deze vriend iemand, [naam] had leren kennen. [naam] gaf [slachtoffer 1] snoep, sigaretten en dat soort dingen. [slachtoffer 1] vertelde dat hij [naam] moest pijpen, hiervoor kreeg hij flugel. Dat was 3x gebeurd. In de avond van donderdag 5 september 2024 had [slachtoffer 1] een gesprek met [naam] , zij is teamchef van [naam] . [naam] had een gesprek met [slachtoffer 1] gehad over dat zij minder goede ervaringen kenden met jongens die contact hebben met oudere mannen. Dat ze dan eerst vertrouwen winnen en dat ze je dan kunnen gebruiken voor seks, drugs of pakketjes op te halen en weg te brengen. Hierop reageerde [slachtoffer 1] dat dit ook met hem was gebeurd.
Hij vertelde ons, verbalisanten, dat hij [naam] ongeveer 1 maand kent, dat hij 30 jaar oud is. Dat hij een eigen bedrijf heeft [bedrijf] en dat hij evenementen draait zoals bij de TT avonden. Hij had het telefoonnummer van [naam] gekregen omdat hij voor [naam] zou kunnen werken, in de catering. Dit telefoonnummer is; [nummer] Hij had contact gelegd met [naam] via WhatsApp en hij vroeg of [naam] over hem had verteld. Ze hadden veel contact. Hem gevraagd naar de laatste keer dat er wat was gebeurd. Hij vertelde dat dit gisteren was geweest, in de middag. Hij had met [naam] afgesproken dat hij hem zou ophalen bij Accare en ze zouden samen eten bij de McDonalds in [plaats] . Ze hebben daar binnen gegeten en [naam] ging [slachtoffer 1] terug brengen naar de groep. Vlak bij de groep, op zo'n 500 meter parkeerde [naam] de auto op een parkeerplaatje bij iets van een zwembad ofzo. [naam] vroeg aan [slachtoffer 1] of hij hem wilde pijpen. [slachtoffer 1] wist niet zo goed wat hij moest antwoorden en zei toen van, ja. Hierop moest hij de broek van [naam] naar beneden doen en moest hij hem pijpen, [naam] kwam wel klaar maar niet in zijn mond maar hij dacht dat het in zijn tshirt was. Ook had [naam] hem nog gepijpt. [slachtoffer 1] vertelde dat hij [naam] met zijn mond en hand had aangeraakt. [naam] had [slachtoffer 1] ook met zijn mond en hand aangeraakt. Hij vertelde dat [naam] reed in een witte bestelbusje dan wel auto, met 2 stoelen en een dichte cabine. De laatste keer pijpen gebeurde op de voorstoelen van deze auto.
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d.
12 september 2024, opgenomen op pagina 57 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam]:
Ik kom praten over [naam] . Ik heb hem gepijpt en hij heeft mij gepijpt. Ik heb alcohol gekregen, omdat ik hem heb gepijpt. Het pijpen is 3 keer gebeurd. Op de parkeerplaats van het zwembad in [plaats] en op een industrieterrein in [plaats] . Het industrieterrein bij de sluis met veel water. En nog ergens maar dat weet ik niet meer. Dit was in de auto van [naam] . Ik zat op de bijrijdersstoel. [naam] op de bestuurderstoel. Ik ken [naam] via [naam] . Ik heb laatst gehoord dat [naam] 18 jaar geworden is. Ik weet niet waar die woont en ik heb hem nog nooit in reallife gezien. Ik heb wel een keer een foto gekregen van hem.
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal uitgewerkt studioverhoor d.d. 26 september 2024, opgenomen op pagina 139 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
V: En je vertelde toen; Ik heb hem gepijpt, en hij heeft mij gepijpt.
A: Ja.
V: Ik heb alcohol gekregen omdat ik hem heb gepijpt.
A: Ja.
V: En we zijn bij een zwembad geweest, en het lukte niet.
V: Ik heb je toen ook gevraagd van waar is dat gebeurd? En jij vertelde toen...
A: Op een industrieterrein.
V: Ja.
A: Op een parkeerplaats in [plaats] bij een zwembad.
V: Ja. Ik ga dit weer even meeschrijven. Industrieterrein, parkeerplaats.
A: [plaats] , Zwembad.
A: En ook in [plaats] op een fietspad, maar wel in de auto.
V: Mhm.
A: Ja.
V: Hé, jij vertelt het is drie (3) keer gebeurd.
V: Welke van deze drie (3) keer, [slachtoffer 1] , kan jij het beste herinneren?
A: Ik denk de eerste keer.
V: En dat is dan het industrieterrein?
A: Ja.
V: Vertel eens over dat industrieterrein, waar is dat?
A: Dat is... Kijk, ik weet niet zeker of het in industrieterrein is, volgens mij wel. Je hebt er een sluis.
V: Ja.
A: We waren daar een beetje aan het rondrijden in z'n auto om te kijken naar een goede plek. Want stel dat er dan mensen, weet ik veel, langsreden. Dat ze het niet zagen.
V: Je was aan het kijken voor een goede plek. Wat kun je nog meer vertellen over het industrieterrein?
A: Nou, dat is wel iets... Kijk, wat is zeg maar, ik vind het best wel heftig, maar kijk ik moest hem dus toen pijpen. En toen heeft die me ook bij mn kont gepakt zeg maar.
(...)
V: En je zegt ik moest hem pijpen. Hoe wist je dat je hem moest pijpen?
A: Omdat hij dat aan mij vroeg.
(...)
V: Dus jullie zaten in de auto zeg je.
A: Ja. Dit waren witten gebouwen.
V: Ja. En waar zat jij in die auto?
A: Op de bijrijdersstoel.
V: En waar zat [naam] toen?
A: Achter het stuur.
V: En [naam] vroeg jou om je te pijpen, maar we weet niet meer precies hoe die dat zei.
A: Nee.
V: En wat gebeurde daarna?
A: Daarna?
V: Ja direct daarna, wat gebeurde er toen?
A: Toen het klaar was, toen was ik klaargekomen op zn jas of zijn shirt volgens mij
V: [naam] was klaargekomen op zn jas of op z'n shirt?
A: Ja.
A: En toen gingen we kijken of er wat drinken was.
V: Ja.
A: En hij had het toen bij mij gedaan heel even ofzo.
(...)
V: En vertel eens over zn geslachtsdeel, wat weetje dr van?
A: Hoe bedoel je? Het is een geslachtsdeel. Ja...
V: En was zijn geslachtsdeel hard, of zacht, of halfzacht, of anders?
A: O, je wil de informatie weten. Hij was heel erg nat en hard.
V: En hard. En z'n geslachtsdeel was hard en heel erg nat. Leg me dat eens uit?
A: Ja, niet persee dat die klaar was gekomen al, maar het was gewoon... Ja, ik weet niet hoe ik het uit moet leggen.
V: Oké. Hij was gewoon nat?
A: Ja.
V: En waar was het dan nat bij zn geslachtsdeel?
A: Zeg maar als je je voorhuid naar achter trekt, dan daar zeg maar.
(...)
V: En heeft die ook verteld wat die precies bedoelde met pijpen?
A: Nee.
V: Nee? Wist jij wat die bedoelde met pijpen?
A: Ja. Op zich is het best wel logisch.
V: Mhm. En wat heb je toen gedaan?
A: Ja, ik durfde geen nee te zeggen.
V: Je durfde geen nee te zeggen. En toen?
A: Toen heb ik het maar gewoon gedaan.
V: Ja. En wat deed je toen precies?
A: Ik moest mijn mond op zijn geslachtsdeel zetten.
(...)
V: En je vertelde ook dat hij ook jou gepijpt had?
A: Ja.
V: En wanneer was dat?
A: Daarna.
V: Daarna. En hoe ging dat?
V: Wat gebeurde er?
A: Hij deed hetzelfde bij mij.
(...)
V: Hoe kon [naam] dan bij jouw geslachtsdeel komen?
A: Doordat ik het eruit heb gehaald.
V: Jij hebt je geslachtsdeel d'r uitgehaald?
A: Ja.
V: Ja. En wat deed [naam] toen?
A: Dat is best wel logisch toch, wat er dan gebeurt?
(...)
V: Hoe stopte het dat [naam] dat bij jou deed?
A: Doordat ik zei dat het klaar was.
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 12 september2024, opgenomen op pagina 106 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
[slachtoffer 1] vertelde dat hij wilde nachtvissen. Dit was op 7 augustus 2024. Ik heb hem gebracht bij de waterkant in Harderwijk. Even later belde hij mij en zei dat hij niet helemaal eerlijk was. Hij vertelde dat er iemand langskwam. Dit was [naam] uit [plaats] . Ik vond dit vreemd en ben naar hem toe gegaan. Ik zag [slachtoffer 1] en [naam] aan de waterkant. Om 20:59 uur heb ik een filmpje gemaakt van [naam] .
[naam] vertelde mij dat hij [naam] / [naam] heet en dat veel mensen hem [naam] noemde. Op de vraag hoe het contact met [naam] tot stand is gekomen, dit was op vrijdag 2 augustus 2024, vertelde hij dat hij in contact was gekomen via internet met een jongen in [plaats] . Dit was met ene [naam] . [naam] had contact gelegd via Snapchat met [slachtoffer 1] .
Die avond heb ik zijn telefoon gepakt en geopend. Ik zag ook dat het ging over sigaretten. Ik zag dat [slachtoffer 1] toen zei dat hij [naam] zou pijpen. Die maandag 2 september, dinsdag 3 september en woensdag 4 september zijn er ontmoetingen geweest tussen [slachtoffer 1] en [naam] . [slachtoffer 1] deed steeds het verzoek dat hij wilde zwemmen met [naam] .
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 11 september2024, opgenomen op pagina 97 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
Ik vertelde [slachtoffer 1] dat het ook zo kan zijn dat iemand zegt dat er dan een punt komt dat je er iets voor terug moet doen. Bij voorbeeld een pakketje wegbrengen, drugs of seks. Hij zei toen, oh dat gebeurt bij mij ook. Ik vroeg toen wat gebeurt er bij jou ook? En toen hoorde ik [slachtoffer 1] zeggen, "dat van seks." Ik vroeg toen "Wat gebeurt er bij jou?" Ik hoorde hem zeggen, "Ik heb hem gepijpt en hij heeft mij ook wel gepijpt". Daarop heb ik gezegd dat dit niet mag van de politie. Ik vond dat hij het nuchter vertelde alsof hij vertelde dat hij naar school was geweest. Hij vond het alleen wat ongemakkelijk om de woorden seks etc. te gebruiken.
Ik vroeg hem ook wanneer er voor het laatst iets was gebeurd. Hij vertelde mij dat dit was waar hij gisteren nog verbleef.
Zondag, 8 september 2024 vond ik een briefje van [slachtoffer 1] op de bank in de gezamenlijke huiskamer.
18. Een schriftelijk bescheid, te weten een door [slachtoffer 1] geschreven briefje zoals aangetroffen doorgetuige [naam] , voor zover inhoudend:
Wat heeft [naam] gevraagd aan mij?
  • of ik hem wou pijpen?
  • of het tussen ons kon blijven?
Wat heeft [naam] mij gegeven?
  • Alcohol (Flügel)
  • Sigaretten
  • Chocola en spekjes
  • geld
Hoe lang hebben de meeste gesprekken geduurd?
- vaak 30 minuten
Waar heb ik [naam] moeten pijpen?
  • in [plaats] op het industrieterrein
  • bij een oud zwembad in [plaats]
  • op een parkeerplaats
Wat hebben we allemaal gedaan?
  • pretpark [naam]
  • zwembad [naam]
  • poolen ([naam])
  • seksafspraak met een vrouw uit Emmen
  • sigaretten gekocht
  • sligro [plaats]
  • patat eten bij een frietzaak in [plaats] - McDonalds gegeten 2x.
19. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 september 2024, opgenomen op pagina 66 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Bij verdachte [verdachte] , geboren [geboortedatum 1] 1984 werd een telefoon inbeslaggenomen Onder goednummer 1751970. Dit betrof een Samsung Galaxy S23.
Op verzoek onderzocht ik de inhoud van deze telefoon op (mogelijk) relevante informatie ten behoeve van het onderzoek IJSLAND. Zo trof ik een Whatsapp chat tussen het telefoonnummer [nummer] / [naam] (owner) en [nummer] / [slachtoffer 1] .
Ik zag dat de chat startte op 07-08-2024 met een uitgaande video call van [nummer] / [naam] (owner) naar [nummer] / [slachtoffer 1] . Hierna volgde op deze dag en op 08-08-2024 en 09-08-2024 meerdere video en/of voice oproepen.
Op 01-09-2024 vroeg [slachtoffer 1] aan [naam] om geld over te maken. Dit ging om 80,- of 50,- Dit wilde hij ontvangen op rekeningnummer [rekeningnummer] [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] gaf hierna aan “Ben trouwens nog steeds super geil”. [slachtoffer 1] bleef vragen om geld en appte zelfs “ik smeek je" gevolgd door “en dan gaan we vanmiddag afspreken en chillen ja?”, “ik weet een plek waar hoeren staan”
20. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 september 2024, opgenomen op pagina 136 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Ik trof ook één op één contact aan tussen [naam] en [naam] / [naam]
Ik las de volgende chat welke gevoerd werd op 03-08-2024 tussen 15:53:12 uur en 15:53:43 uur.
[naam] : En dan?
[naam] / [naam] : Afspreken met jou
[naam] / [naam] : Ergensvwaar niemand komt [naam] :Dan moet je vnv weer terug...
[naam] / [naam] : Ja
[naam] : Mr hoe ga je dat doen dan?
Ik zag dat er geen reactie volgde. Wel zag ik dat [slachtoffer 1] op 06-08-2024 contact probeerde te krijgen met [naam] / [naam] .
[naam] : Hallo?
System Message: Missed call from [slachtoffer 1] [naam] : Schatje?.