Deze uitspraak betreft het beroep van eiser tegen een verleende omgevingsvergunning voor de bouw van een gebouw voor de opslag van goederen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen had op 3 oktober 2023 het bezwaar van eiser tegen de omgevingsvergunning afgewezen en de vergunning in stand gelaten. Eiser is het niet eens met dit besluit en voert aan dat het in strijd is met een goede ruimtelijke ordening, vooral vanwege de hoogte van het gebouw en de rechtsonzekerheid die het behoud van een groenstrook met zich meebrengt. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser beoordeeld en geconcludeerd dat het college voldoende heeft gemotiveerd dat het plan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. De rechtbank oordeelt dat de hoogte van het gebouw, dat de toegestane bouwhoogte van het bestemmingsplan overschrijdt, niet leidt tot strijd met de goede ruimtelijke ordening. Ook de zorgen van eiser over de groenstrook zijn door de rechtbank niet gegrond bevonden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de omgevingsvergunning in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van griffierecht of proceskosten.