In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 8 april 2025, wordt de afwijzing van een aanvraag voor een Wlz-indicatie VG06 door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) behandeld. Eiser, die een aanvraag had ingediend voor 24 uur per dag zorg in de nabijheid, kreeg te horen dat er volgens de medisch adviseur van het CIZ nog geen stabiele eindsituatie was vastgesteld. De rechtbank oordeelt dat het CIZ de afwijzing onvoldoende heeft gemotiveerd. Eiser had eerder een aanvraag ingediend die op 24 oktober 2023 was afgewezen, en het CIZ handhaafde deze afwijzing in een besluit van 29 juli 2024. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, en de rechtbank heeft de zaak op 6 maart 2025 behandeld. De rechtbank concludeert dat de medisch adviseur niet voldoende heeft ingegaan op de vraag of de nog mogelijke behandeling zou leiden tot een situatie waarin eiser geen 24 uur per dag zorg meer nodig zou hebben. De rechtbank vernietigt het besluit van het CIZ en draagt hen op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens moet het CIZ het griffierecht en proceskosten aan eiser vergoeden.