ECLI:NL:RBNNE:2025:2204

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
6 juni 2025
Publicatiedatum
6 juni 2025
Zaaknummer
18.139784.23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar DNA-spoor op verpakking 2C-B in strafzaak tegen verdachte

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 6 juni 2025 een tussenvonnis gewezen in de zaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van aanzienlijke hoeveelheden drugs, waaronder amfetamine, MDMA en 2C-B. Tijdens het onderzoek is er behoefte ontstaan aan meer duidelijkheid over een DNA-spoor dat is aangetroffen op de knoop van de verpakking van 2C-B. De rechtbank kan op basis van de huidige processtukken niet vaststellen of het DNA-spoor celmateriaal van de verdachte bevat en of dit als bewijsmiddel kan worden gebruikt. Daarom heeft de rechtbank besloten het onderzoek te heropenen en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) opdracht te geven om te onderzoeken of het DNA-hoofdprofiel op de knoop van de verpakking overeenkomt met het DNA-profiel van de verdachte. De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de rechter-commissaris om dit onderzoek te laten uitvoeren. De rechtbank heeft ook besloten het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd te schorsen totdat het NFI-onderzoek is afgerond. Verdachte is bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.L. L'Homme, en het openbaar ministerie was vertegenwoordigd door mr. D. Roggen. De rechtbank heeft de verdachte opgeroepen voor een nader te bepalen datum waarop het onderzoek zal worden hervat.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
Parketnummer 18/139784-23
Tussenvonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 6 juni 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[veedachte] ,

geboren op [geboorte datum] 1994 te [geboorte plaats] (Irak), thans gedetineerd te [instelling] .
Dit tussenvonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 26 mei 2025. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J.L. L'Homme, advocaat te Amsterdam. Het openbaar
ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. D. Roggen.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 19 augustus 2021 althans in de maand augustus 2021, te Assen en/of elders in Nederland en/of in Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 6.696 gram amfetamine en/of 4.990 gram MDMA en/of 1.500 gram 2-CB zijnde amfetamine en/of MDMA en/of 2-CB (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.

Onderzoek van de zaak

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie. Deze vordering strekt tot veroordeling van verdachte voor het tenlastegelegde feit.
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van de standpunten die door verdachte en zijn raadsman naar voren zijn gebracht. De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het hem tenlastegelegde feit.

Heropening en schorsing van het onderzoek ter terechtzitting

Bij de beraadslaging in raadkamer is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat het onderzoek niet volledig is geweest. Het is de rechtbank gebleken dat zij zich op basis van de inhoud van het procesdossier en hetgeen ter terechtzitting aan de orde is geweest niet in staat acht om een weloverwogen en verantwoorde beslissing te nemen over de afdoening van de zaak. De rechtbank zal het onderzoek daarom heropenen en hervatten op een nader te bepalen dag en uur.
Bij de rechtbank is de behoefte ontstaan om meer duidelijkheid te krijgen over het aangetroffen DNA- spoor op de knoop van de verpakking 2C-B (referentienummer PCN: 27 811598 87). In de forensische rapportage die zich in het procesdossier bevindt, staat beschreven dat uit de bemonstering van dit DNA- spoor een DNA-mengprofiel is verkregen en dat het onvolledige DNA-hoofdprofiel in dit mengprofiel
overeen[komt] met het DNA-hoofprofiel van het spoor met PCN 27 811595 93.1 Uit het procesdossier blijkt dat het DNA-spoor met het nummer PCN 27 811595 93 is aangetroffen op de buitenste verpakkingslaag van een pakje amfetamine.2 Bij een vergelijkend DNA-onderzoek door het NFI is een match gevonden tussen het DNA-hoofdprofiel in dit DNA-spoor en het DNA-profiel van verdachte. De bewijskracht is meer dan één miljard.3
Uit de forensische rapportage blijkt niet hoeveel DNA-kenmerken van het onvolledige hoofdprofiel in genoemd mengprofiel dat is aangetroffen op de knoop van het pakje 2C-B overeenkomen met het DNA- hoofdprofiel dat is aangetroffen op de buitenste verpakkingslaag van het pakje amfetamine. Ook blijkt niet wat de bewijskracht is van de gevonden DNA-overeenkomst. Voorts blijkt uit het procesdossier niet dat het onvolledige DNA-hoofdprofiel op de knoop van het pakje 2C-B rechtstreeks vergeleken is met het DNA- profiel van verdachte.
Gelet op het voorgaande kan de rechtbank op basis van de thans beschikbare informatie niet vaststellen of het op de knoop van het pakje 2C-B aangetroffen DNA-spoor daadwerkelijk celmateriaal van verdachte bevat - en aldus als bewijsmiddel een rol kan spelen - of dat dit niet het geval is. De rechtbank acht het daarom noodzakelijk dat het NFI onderzoek doet naar de vraag of het op de knoop van het pakje 2C-B aangetroffen onvolledige DNA-hoofdprofiel matcht met het DNA-profiel van verdachte en, zo ja, wat de bewijskracht van die match is. Daarnaast acht de rechtbank het noodzakelijk om meer duidelijkheid te krijgen over de locatie van het aangetroffen DNA-spoor op de knoop (zo mogelijk met een foto).
De rechtbank acht het noodzakelijk dat opdracht wordt gegeven om voornoemd DNA-onderzoek te verrichten en daarover aan de rechtbank te rapporteren. Hiertoe dient bij voorkeur (een deel van) de bemonstering van de knoop op de verpakking 2C-B (met referentienummer PCN: 27 811598 87) via een rechtshulpverzoek te worden opgevraagd bij de Zwitserse autoriteiten en te worden overgedragen aan het NFI. Wanneer (een deel van) de bemonstering, om welke reden dan ook, niet kan worden overgedragen dan dienen de resultaten van het onderzoek (concentraties, piekenprofielen etc.) te worden opgevraagd en te worden verstrekt aan het NFI. .
Voor het uitzetten van dit nadere onderzoek zullen de stukken in handen van de rechter-commissaris worden gesteld. In overleg tussen de rechter-commissaris, de officier van justitie en de raadsman kunnen - binnen het kader zoals hierboven weergegeven - de te stellen vragen/hypothesen worden geformuleerd.
De rechtbank zal met het oog hierop het onderzoek ter terechtzitting heropenen en hervatten op een nader te bepalen dag en uur. Tot die tijd wordt, ingevolge het bepaalde in artikel 346, derde lid, Sv gehandeld als ware het onderzoek voor onbepaalde tijd geschorst.

Beslissing

De rechtbank:
- heropent het onderzoek ter terechtzitting;
- verwijst de zaak naar de rechter-commissaris in strafzaken binnen deze rechtbank teneinde het hiervoor bedoelde onderzoek te laten verrichten. De te stellen vragen/hypothesen dienen in onderling overleg tussen de rechter-commissaris, de officier van justitie en de raadsman te worden geformuleerd;
- schorst het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd;
- beveelt de oproeping van verdachte tegen een nader te bepalen dag en tijdstip waarop het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsman van verdachte.
Dit tussenvonnis is gewezen door mr. G. Eelsing, voorzitter, mr. H. Brouwer en mr. E.P. van Sloten, rechters, bijgestaan door K. Bodewes, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 6 juni 2025.
Mr. E.P. van Sloten is buiten staat dit tussenvonnis mede te ondertekenen.
1. Pagina 128 procesdossier (een sporenverslag opgesteld door het Commissariaat Technische Politie
(Schaffhauser Politie), d.d. 22 oktober 2020).
2 Pagina 123 procesdossier (een sporenverslag opgesteld door het Commissariaat Technische Politie
(Schaffhauser Politie), d.d. 22 oktober 2020).
3 Pagina 415 Procesdossier (Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van
het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2021.04.14.201 (aanvraag 001), d.d. 19 april 2021).