ECLI:NL:RBNNE:2025:2223

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 mei 2025
Publicatiedatum
6 juni 2025
Zaaknummer
11591387 ER VERZ 25-48
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verlenging van de termijn voor beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap in verband met psychiatrische problematiek

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 27 mei 2025 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de termijn voor beneficiaire aanvaarding van een nalatenschap. Verzoekster, die als bewindvoerder optreedt voor erfgename [X], heeft verzocht om verlenging van de termijn waarbinnen erfgename een verklaring van beneficiaire aanvaarding of verwerping van de nalatenschap dient af te leggen. De termijn was reeds verstreken, maar verzoekster stelde dat zij niet op de hoogte was van het overlijden van erflater, de vader van erfgename, en dat erfgename kampt met ernstige psychiatrische problematiek als gevolg van misbruik door erflater in het verleden.

De kantonrechter overwoog dat de onverkorte toepassing van de drie maanden termijn in dit specifieke geval zou leiden tot een resultaat dat in strijd is met de bedoeling van de wetgever en de rechtsbescherming die met artikel 4:193 BW is beoogd. De kantonrechter heeft daarom de verzochte verlenging van de termijn toegewezen, met de opmerking dat tijdig voor het verstrijken van de nieuwe termijn opnieuw om verlenging kan worden verzocht, mits dit goed gemotiveerd is. De beschikking is ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Leeuwarden
Zaaknummer / rekestnummer: 11591387 ER VERZ 25-48
BR.nr: [nummer]
beschikking van de kantonrechter d.d. 27 mei 2025 ex art. 4:193 lid 1 BW jo. art. 4:192 lid 2 BW
gegeven op het verzoek van:
[verzoekster],
vennoot van Schakel in Bewind in Drachten,
handelende in haar hoedanigheid van bewindvoerder van
[X], geboren op [geboortedatum] ,
in de nalatenschap van:
[erflater](hierna: erflater), overleden te [overlijdensplaats] op [overlijdensdatum] ,
met als laatste woonplaats [plaats] .

1.De procedure

1.1.
Op 11 maart 2025 is ter griffie ingekomen een verzoekschrift van verzoekster.

2.De beoordeling

2.1.
Verzoekster verzoekt de kantonrechter, op grond van artikel 4:193 lid 1 BW jo. artikel 4:192 lid 2 BW, de termijn te verlengen waarbinnen [X] (hierna: erfgename) een verklaring van beneficiaire aanvaarding of van verwerping van de nalatenschap dient af te leggen ter griffie van de rechtbank.
2.2.
Verzoekster is bewindvoerder over de goederen en gelden die behoren tot erfgename. De Hoge Raad heeft op 16 mei 2025 (ECLI:NL:HR:2025:758) beslist dat de bewindvoerder die is benoemd op grond van artikel 1:431 BW behoort tot de kring van wettelijke vertegenwoordigers als bedoeld in artikel 4:193 BW en dat uit artikel 4:193 lid 1 BW, gelezen in samenhang met artikel 1:441 lid 5, eerste zin, BW, voor meerderjarigenbewind voortvloeit dat de bewindvoerder binnen een termijn van drie maanden vanaf het tijdstip waarop de nalatenschap, of een aandeel daarin, de erfgenaam toekomt, een verklaring dient af te leggen van verwerping, van beneficiaire aanvaarding of van zuivere aanvaarding.
2.3.
Een verklaring van verwerping moet worden afgelegd binnen drie maanden vanaf het tijdstip waarop de nalatenschap, of een aandeel daarin, de erfgenaam toekomt. Als deze termijn is verlopen, dan geldt de nalatenschap als door de erfgenaam beneficiair aanvaard. In het geval een wettelijke vertegenwoordiger niet op de hoogte is van deze termijn, leidt dat ertoe dat erfgenaam de nalatenschap, dan wel het aandeel daarin, van rechtswege beneficiair heeft aanvaard. De termijn van drie maanden kan binnen die termijn op verzoek van de wettelijk vertegenwoordiger door de kantonrechter worden verlengd.
2.4.
Erflater is op [overlijdensdatum] overleden. Dit betekent dat de termijn van drie maanden na het tijdstip waarop de nalatenschap, of een aandeel daarin, erfgename toekomt, reeds is verstreken.
2.5.
Toch wordt de door verzoekster verzochte verlenging van de termijn verleend. Voor dit oordeel is het volgende redengevend.
2.6.
Uit de parlementaire geschiedenis bij artikel 4:193 BW leidt de kantonrechter af dat de wetgever heeft gedacht dat de belangen van de rechthebbende afdoende zijn beschermd door de beneficiaire aanvaarding die van rechtswege volgt in het geval niet tijdig een verklaring van beneficiaire aanvaarding of van verwerping is afgelegd. Een beneficiair aanvaarde nalatenschap dient op de voet van artikel 4:202 BW te worden vereffend. Dat betekent in het geval van erfgename dat haar wettelijke vertegenwoordiger, verzoekster in dit geval, als vereffenaar dient op te treden. De wetgever heeft dit niet bezwaarlijk geacht. De gedachte was dat een en ander zonder het maken van (al te veel) kosten zou kunnen plaatsvinden.
2.7.
Dat leidt er in dit geval toe dat verzoekster als wettelijke vertegenwoordiger van erfgename een nalatenschap dient te vereffenen, terwijl de erfgename wegens ernstige gebeurtenissen in het verleden geen enkel contact heeft met haar familie en daarnaast onduidelijk is wat de omvang en samenstelling is van de nalatenschap. De kantonrechter overweegt hiertoe als volgt.
2.8.
Erflater is de vader van erfgename. Verzoekster heeft aangegeven dat bij de aanvraag van de onderbewindstelling de (destijds) persoonlijk begeleidster van erfgename een verklaring heeft opgesteld waaruit blijkt dat erfgename geen contact heeft met haar familie en dat familie een gevoelig punt is bij erfgename, waarbij verzoekster is verzocht daarover geen contact met erfgename op te nemen. Verzoekster is pas op de hoogte gekomen van het overlijden van erflater door een brief van de belastingdienst, gedateerd 23 januari 2025, waarin is bericht dat er wellicht een aangifte erfbelasting dient te worden gedaan. Daardoor heeft zij niet binnen de termijn van drie maanden een verzoek kunnen indienen tot machtiging tot verwerping van de nalatenschap.
2.9.
Daar komt bij dat verzoekster gemotiveerd heeft gesteld dat het verleden met haar familie, waaronder misbruik door haar vader (erflater), erfgename hebben gemaakt tot wie zij nu is, in die zin dat zij door haar ernstige en langdurige psychiatrische problematiek niet zelfstandig kan wonen. Vanwege deze ernstige en langdurige problematiek kan het erfgename volgens verzoekster niet kwalijk worden genomen dat zij verzoekster niet heeft geïnformeerd over het overlijden van erflater. Ook de zorgverleners waren er niet mee bekend dat verzoekster als bewindvoerder de plicht heeft iets te doen met een nalatenschap. Verzoekster is ervan overtuigd dat erfgename de nalatenschap wenst te verwerpen.
2.10.
De kantonrechter heeft in de parlementaire geschiedenis bij artikel 4:193 BW geen aanknopingspunt gevonden om te veronderstellen dat de wetgever rekening ermee heeft gehouden dat een situatie zoals deze zich zou kunnen voordoen. Integendeel, het lijkt erop dat de wetgever geen rekening ermee heeft gehouden dat beneficiaire aanvaarding van rechtswege deze gevolgen kan hebben. De kantonrechter is daarom van oordeel dat onverkorte toepassing van de hiervoor genoemde “drie maanden termijn” in dit specifieke geval tot een resultaat leidt dat in strijd is met bedoeling van de wetgever en de rechtsbescherming die de wetgever rechthebbenden met artikel 4:193 BW heeft willen bieden. De kantonrechter acht die gevolgen maatschappelijk onaanvaardbaar. Uit het oogpunt van rechtsbescherming wordt de verzochte verlenging van de termijn dan ook verleend.
2.11.
De kantonrechter wijst er op dat tijdig voor ommekomst van de thans te geven termijn opnieuw verlenging zal kunnen worden verzocht, met dien verstande dat een dergelijk verzoek naar behoren met redenen dient te zijn omkleed en - voor zover aan de orde - gepaard dient te gaan met ondersteunende bewijsstukken.
2.12.
De kantonrechter ziet aanleiding deze beschikking ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

3.Beslissing

De kantonrechter:
verlengt de termijn waarbinnen de wettelijk vertegenwoordiger van
[X], geboren op [geboortedatum] , erfgename, een verklaring van zuivere aanvaarding, beneficiaire aanvaarding dan wel verwerping van de nalatenschap van
[erflater], geboren op [geboortedatum] en overleden te [overlijdensplaats] op [overlijdensdatum] , dient af te leggen tot en met 27 augustus 2025.
Aldus gewezen door mr. J.E. Biesma, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 mei 2025, in tegenwoordigheid van de griffier.
c. 634/779