ECLI:NL:RBNNE:2025:2380

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
2 juni 2025
Publicatiedatum
18 juni 2025
Zaaknummer
199775
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg na gijzeling van advocaat en GGZ-verpleegkundige

Op 2 juni 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene die haar advocaat en een GGZ-verpleegkundige gedurende 45 minuten in haar woning gegijzeld had. De rechtbank besloot de woning niet te betreden vanwege de dreigende situatie en sprak de betrokkene kort bij de voordeur. De betrokkene gaf aan niet gehoord te willen worden en vertoonde geagiteerd gedrag. De zitting werd vervolgens voortgezet in de auto van de advocaat, buiten aanwezigheid van de betrokkene.

De rechtbank heeft het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging beoordeeld op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank concludeerde dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel. De betrokkene vertoonde achterdochtig gedrag, had geen zelfzorg en verkeerde in een situatie van verwaarlozing. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren.

De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, waarbij verschillende maatregelen konden worden getroffen, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank zag geen aanleiding om de duur van de machtiging te beperken, gezien de noodzaak voor medicamenteuze behandeling. De beschikking werd mondeling gegeven en later schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie: Leeuwarden
Zaak-/rekestnr.: C/17/199775 / FA RK 25-914
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van
2 juni 2025naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] , [geboorteplaats]
wonende aan de [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M.R. Rauwerda, kantoorhoudende te Leeuwarden.

1.Het procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift van de officier van justitie met bijlagen, ingekomen bij de griffie op 22 april 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek stond in eerste instantie gepland op 6 mei 2025. GGZ Friesland was op dat moment niet aanwezig, ook opende betrokkene de deur niet voor haar advocaat. Gelet hierop is de mondelinge behandeling verplaatst naar een ander moment.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 2 juni 2025, bij betrokkene thuis. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door mr. M.R. Rauwerda;
  • [naam] , psychiater en tevens de zorgverantwoordelijke (via beeldbellen);
  • [naam] , verpleegkundige.
1.4.
De officier van justitie is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.
1.5.
Voorafgaand aan de mondelinge behandeling van het verzoek heeft betrokkene haar advocaat en de GGZ-verpleegkundige gedurende 45 minuten gegijzeld in haar woning.
Betrokkene liet hen niet naar buiten, vertoonde zeer geagiteerd gedrag en had de deur op slot gedraaid. Gelet op deze omstandigheden en de dreigende manier waarop betrokkene haar emoties ook naar de rechtbank uitte, heeft de rechtbank besloten de woning niet te betreden. De rechtbank heeft betrokkene kort bij haar voordeur gesproken, waarbij ze duidelijk heeft aangegeven dat ze niet achter een zorgmachtiging staat en dat er niets met haar aan de hand is. Ook gaf ze aan niet gehoord te willen worden bij de voordeur. De rechtbank heeft hierop aangegeven de woning van betrokkene niet te zullen betreden, omdat zij zojuist twee mensen gegijzeld had. Betrokkene heeft daarop de deur dicht gegooid. De rechtbank heeft uit dit gedrag van betrokkene afgeleid dat zij niet bereid was om verder gehoord te worden. De zitting is daarna in de auto van de advocaat en buiten aanwezigheid van betrokkene, maar in aanwezigheid van de overige genoemde personen, voortgezet.

2.De beoordeling

2.1.
De rechter kan op verzoek van de officier van justitie een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
2.2.
Wanneer het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, mits er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er geen minder bezwarende alternatieven zijn, het verlenen van verplichte zorg evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
2.3.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door een psychische stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen.
2.4.
Namens betrokkene is afwijzing van het verzoek bepleit. Volgens betrokkene komen haar problemen niet voort uit een stoornis, maar zijn er andere dingen aan de hand. Betrokkene herkent zich niet in de gestelde stoornis en het valt mee met de maatschappelijke teloorgang, aldus de advocaat.
Subsidiair heeft de advocaat verzocht om de zorgmachtiging voor een kortere periode te verlenen dan de verzochte duur. Binnen deze verkorte periode kan betrokkene mogelijk ingesteld worden op medicatie.
2.5.
De behandelaren hebben aangegeven dat betrokkene erg achterdochtig is en dat haar zelfzorg afneemt. Ze wantrouwt veel mensen en daardoor wordt haar sociale kring steeds kleiner. Een opname is volgens de behandelaren nodig om met medicatie te kunnen starten. In de thuissituatie is dit ondoenlijk. Het incident dat zojuist in de woning plaatsvond is daar een goed voorbeeld van, aldus de behandelaren. Daarnaast hebben de behandelaren aangegeven dat inmiddels ook bewindvoering is aangevraagd voor betrokkene.
2.5.
Anders dan betrokkene is de rechtbank van oordeel dat uit de overgelegde stukken en uit hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gekomen, is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
2.6.
Verder is de rechtbank van oordeel dat deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige financiële schade;
  • ernstige verwaarlozing;
  • maatschappelijke teloorgang;
  • de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
2.7.
De rechtbank overweegt hiertoe als volgt. Betrokkene is al geruime tijd bekend met paranoïde psychotische belevingen. Betrokkene heeft de overtuiging dat een criminele bende haar op elektronische wijze dwars zit door bijvoorbeeld te knoeien met haar verwarming en de elektriciteit. Betrokkene heeft verder de overtuiging dat haar naaste buurman lid is van de criminele bende en dat hij zou zorgen voor diverse sabotageacties. Ook houdt ze de politie mede verantwoordelijk, omdat zij er niets aan doen. Betrokkene opent haar post niet meer. De afgelopen periode ontving ze geen post meer, omdat haar brievenbus door overwoekering niet meer bereikbaar was voor de postbode. Dit heeft geleid tot administratieve achterstanden en schulden. Betrokkene is diverse keren gevallen, vermoedelijk door langdurige ondervoeding en eenzijdig eten. Betrokkene heeft geen warm water en wil haar CV-ketel niet laten maken in verband met haar overtuigingen met betrekking tot de criminelen. De zelfzorg laat te wensen over; zo heeft betrokkene dermate lange teennagels dat haar bewegen ernstig wordt belemmerd en wordt haar vuilnis in gesloten zakken opgeslagen in de garage. Ze glijdt steeds verder af en gaat op meerdere gebieden teloor.
2.8.
Voorgaande maakt dat betrokkene langer zorg nodig heeft voor:
  • het afwenden van ernstig nadeel;
  • het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van de psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor;
  • het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn/ zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint;
  • het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
2.9.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene wenst geen behandeling omdat ze ervan overtuigd is dat er sprake is van tegenwerking door diverse partijen en niet van een psychiatrische stoornis. Contact met bemoeizorg heeft niet geleid tot verandering, omdat betrokkene alle hulp blijft afhouden. Het lukt niet om structureel verbetering te brengen in de situatie.
De rechtbank is van oordeel dat onder andere medicamenteuze behandeling noodzakelijk is om decompensatie en het daaruit vloeiende ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.10.
De rechtbank sluit aan bij de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg deze zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
2.11.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.12.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz.
2.13.
De rechtbank ziet geen aanleiding om de zorgmachtiging in duur te beperken, zoals door de advocaat is verzocht. De rechtbank sluit hierbij aan bij de verklaring van de psychiater ter zitting die heeft aangegeven dat de verwachting is dat het enige tijd in beslag zal nemen voordat er voldoende effect is van de medicatie. De zorgmachtiging zal daarom worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.
2.14.
Na de mondelinge behandeling is een kennisgeving mondelinge uitspraak verstrekt.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] , [geboorteplaats] , inhoudende dat gedurende de geldigheid van de machtiging bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 2 december 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven op 2 juni 2025 door mr. H.J.M. Bellekom, rechter, bijgestaan door de griffier en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 11 juni 2025.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
..
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
fn. 888
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.