ECLI:NL:RBNNE:2025:2446

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 mei 2025
Publicatiedatum
20 juni 2025
Zaaknummer
C/18/244687 KG RK 25-151
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
  • Th. A. Wiersma
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van rechter mr. P.G. Wijtsma door verzoekster

Op 22 mei 2025 heeft de voorzitter van de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland, mr. Th. A. Wiersma, een beslissing genomen op het verzoek tot wraking van rechter mr. P.G. Wijtsma door verzoekster. Dit verzoek volgde op eerdere wrakingsverzoeken die door de wrakingskamer ongegrond waren verklaard. Verzoekster had in haar schriftelijke verzoek aangegeven dat er een aantoonbare relatiesfeer was en dat de wrakingskamer had verzaakt om dit te bevragen. Tevens werd gesteld dat er ten onrechte geen mondelinge zitting had plaatsgevonden. De wrakingskamer had eerder, op 15 mei 2025, bepaald dat een volgend verzoek tot wraking niet in behandeling zou worden genomen wegens misbruik. Op basis van artikel 4, tweede lid, van het Wrakingsprotocol Rechtbank Noord-Nederland, kon de voorzitter het verzoek tot wraking zonder behandeling ter zitting ongegrond of niet-ontvankelijk verklaren. Gezien de eerdere beslissing van de meervoudige wrakingskamer verklaarde de voorzitter het verzoek van 16 mei 2025 van verzoekster niet-ontvankelijk. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Wrakingskamer
zaaknummer: C/18/244687 KG RK 25-151
Beslissing van 22 mei 2025
van de voorzitter van de wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoekster] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster,
strekkende tot de wraking van
mr. P.G. Wijtsma,
rechter in deze rechtbank.

1.De procedure

1.1
Bij beslissing van 24 april 2025 heeft de wrakingskamer het verzoek van
verzoekster tot wraking van 14 april 2025 van de rechter die belast is met de behandeling van de procedure bekend onder [zaaknummer in hoofdzaak] (de rechter) ongegrond verklaard.
1.2
Uit het proces-verbaal van het verhandelde ter zitting op 30 april 2025 blijkt dat
verzoekster de rechter wederom heeft gewraakt. Bij beslissing van 15 mei 2025 heeft de wrakingskamer van deze rechtbank het verzoek tot wraking van de rechter ongegrond verklaard.
1.3
Op 16 mei 2025 heeft verzoekster een nieuw verzoek tot wraking van de rechter ingediend.

2.Het wrakingsverzoek

2.1
Het verzoek strekt tot wraking van mr. P.G. Wijtsma.
2.2
Verzoekster heeft in haar schriftelijke verzoek aangegeven dat de relatiesfeer
aantoonbaar is en dat het materiaal bij het toezicht ligt. Hierbij heeft verzoekster aangegeven dat de wrakingskamer heeft verzaakt dit te bevragen en dat de wrakingskamer een mondelinge zitting ten onrechte achterwege heeft gelaten.

3.De beoordeling

3.1
Bij beslissing van 15 mei 2025 van de meervoudige wrakingskamer van deze rechtbank is het door verzoekster ingediende verzoek tot wraking van de rechter ongegrond verklaard. Tevens is daarbij bepaald dat een volgend verzoek tot wraking van de rechter in de procedure met [zaaknummer in hoofdzaak] niet in behandeling wordt genomen.
3.2
Op grond van artikel 4, tweede lid, aanhef en onder g, van het Wrakingsprotocol Rechtbank Noord-Nederland (vastgesteld op 4 april 2023) kan de wrakingskamer het verzoek tot wraking zonder behandeling ter zitting aanstonds ongegrond of niet-ontvankelijk verklaren indien ten aanzien van verzoeker in een eerdere beslissing op een wrakingsverzoek bepaald is dat wegens misbruik een volgend verzoek niet in behandeling wordt genomen.
3.3
Gelet op dit artikellid en op de beslissing van de meervoudige wrakingskamer van 15 mei 2025 verklaart de voorzitter van de wrakingskamer het verzoek tot wraking van verzoekster van 16 mei 2025 van de behandelend rechter in de procedure met [zaaknummer in hoofdzaak] niet-ontvankelijk.

4.De beslissing

De voorzitter van de wrakingskamer verklaart het verzoek van 16 mei 2025 van verzoekster niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven door mr. Th. A. Wiersma, voorzitter, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.I. Havinga en in openbaar uitgesproken op 22 mei 2025.
de griffier de voorzitter
(de griffier is verhinderd deze beslissing
mede te ondertekenen)
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.