ECLI:NL:RBNNE:2025:2457

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
12 juni 2025
Publicatiedatum
23 juni 2025
Zaaknummer
11523148 BU VERZ 25-115
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete wegens snelheidsovertreding en schending hoorplicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 12 juni 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een boete die aan de betrokkene was opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene had op 27 oktober 2023 een snelheidsovertreding begaan door 17 km per uur harder te rijden dan toegestaan op de A28. De opgelegde boete bedroeg € 168,00. Betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 28 mei 2025 heeft betrokkene aangevoerd dat hij harder reed omdat zijn stoma vol zat en hij dit probleem snel wilde verhelpen. Hij betoogde dat hij geen gevaar had veroorzaakt, omdat het later op de dag wel is toegestaan om harder te rijden. De vertegenwoordiger van de officier van justitie stelde dat de sanctie met 25% gematigd moest worden vanwege een schending van de hoorplicht.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedraging van betrokkene vaststond, maar dat er aanleiding was om de sanctie te matigen tot € 128,25, omdat betrokkene aannemelijk had gemaakt dat hij tijdig om uitstel had gevraagd voor de hoorzitting. De kantonrechter benadrukte echter dat het overschrijden van de maximumsnelheid gevaar voor andere weggebruikers met zich meebrengt, ongeacht de omstandigheden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de beslissing werd gegrond verklaard, waarbij de inleidende beschikking werd gewijzigd en het teveel betaalde aan zekerheidstelling aan betrokkene werd teruggegeven.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Assen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 262154595
zaaknummer: 11523148 BU VERZ 25-115

uitspraak van de kantonrechter van 12 juni 2025

in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats].

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘17 km per uur harder rijden dan mag op een autosnelweg buiten de bebouwde kom (verkeersbord A1)’, verricht op 27 oktober 2023, om 12:24 uur, op de A28 rechts ter hoogte van hectometerpaal 157.5 (borden bij 152.9), met een personenauto, met kenteken [kenteken]. De opgelegde boete bedraagt € 168,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 28 mei 2025 op de zitting behandeld. Daarbij waren aanwezig: betrokkene en als vertegenwoordigster van de officier van justitie mr. K. Kattick.

Beoordeling door de kantonrechter

Standpunten

2. Betrokkene voert aan dat hij tijdens het rijden merkte dat zijn stoma vol zat. Als die te vol zit en losschiet, dan zit alles eronder. Daarom heeft betrokkene ervoor gekozen om harder naar huis te rijden, om het daar netjes te verhelpen. Hij geeft aan dat hij hierbij geen gevaar heeft veroorzaakt, omdat het later op de dag wel is toegestaan om deze snelheid te rijden. Daarnaast was het rustig op de weg. Bovendien is de maximumsnelheid alleen maar verlaagd in verband met het stikstofbeleid. Dit heeft dus niks met gevaar te maken. Ook is de wet niet aangepast.
2.1.
Verder voert betrokkene aan dat hij een uitnodiging heeft gekregen voor een hoorzitting die zou plaatsvinden op 19 augustus 2024. Betrokkene heeft diezelfde dag gebeld en op 17 juli 2024 een mail gestuurd met de mededeling dat hij dan in het buitenland op vakantie zou zijn.
3. De vertegenwoordigster is van mening dat de sanctie met 25% gematigd moet worden, omdat de hoorplicht is geschonden.
Overwegingen
4.1.
Betrokkene betwist de gedraging niet, maar voert argumenten aan ter verklaring. Daarmee is de gedraging komen vast te staan. Vervolgens is de vraag of er feiten en omstandigheden zijn die aanleiding geven tot een wijziging van de sanctie.
4.2.
De kantonrechter ziet aanleiding om de sanctie te matigen met 25% tot € 128,25 omdat de hoorplicht is geschonden. Betrokkene heeft aannemelijk gemaakt dat hij binnen een week om uitstel heeft gevraagd en dat hier niet op is gereageerd.
4.3.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om de sanctie verder te matigen. Hoezeer ook valt te begrijpen dat een bestuurder in de door de betrokkene geschetste omstandigheden de maximumsnelheid overschrijdt, kan niet uit het oog kan worden verloren dat een overschrijding van de maximumsnelheid gevaar voor andere weggebruikers met zich mee kan brengen. Dat er later op de dag wel harder gereden mag worden, betekent niet dat harder rijden geen gevaar met zich meebrengt. Wanneer één weggebruiker aanzienlijk sneller rijdt dan het overige verkeer, kan dit namelijk onvoorziene en gevaarlijke situaties veroorzaken. Daarnaast heeft betrokkene onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij niet anders had kunnen handelen, bijvoorbeeld door voordat hij de weg op gaat te controleren of zijn stoma niet vol zit en deze eventueel te vervangen. Tot slot is de wijziging van de maximumsnelheid rechtsgeldig vastgesteld via een verkeersbesluit op grond van de Wegenverkeerswet. [1]
5.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
  • vernietigt die beslissing;
  • wijzigt de inleidende beschikking en matigt de sanctie tot € 128,25;
  • bepaalt dat betrokkene het teveel betaalde aan zekerheidstelling terugkrijgt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.A.G. van Dijk, kantonrechter, in aanwezigheid van mr. W.B. Jongsma, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2025.
griffier kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Voetnoten

1.Stcrt. 2019, nr. 71032.