ECLI:NL:RBNNE:2025:2496
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een onroerende zaak in het bestuursrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, enkelvoudige belastingkamer, wordt het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Waadhoeke beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak, een vrijstaande woning in [woonplaats], vastgesteld op € 526.000 per 1 januari 2022. Eiser, eigenaar van de woning, had bezwaar gemaakt tegen deze vaststelling, maar de heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank heeft het beroep op 2 april 2025 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en de gemachtigden van de heffingsambtenaar aanwezig waren.
De rechtbank beoordeelt of de heffingsambtenaar de waarde van de woning niet te hoog heeft vastgesteld. Eiser voert aan dat de ligging van de woning ten onrechte op een 5 is gesteld en dat de kwaliteit van vergelijkingsobjecten niet correct is beoordeeld. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar de waarde van de woning op een juiste manier heeft vastgesteld, onderbouwd door een taxatierapport. De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van € 526.000 niet te hoog is en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen griffierecht terug en geen vergoeding van proceskosten.