ECLI:NL:RBNNE:2025:2546

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 mei 2025
Publicatiedatum
27 juni 2025
Zaaknummer
11411209 BU VERZ 24-2720
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van een verkeersboete wegens bijzondere omstandigheden en onvoldoende aandacht voor bebording

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 27 mei 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die was opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene had een boete van € 119,00 ontvangen voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen, zoals aangegeven door bord C12, op 14 februari 2024. De betrokkene heeft tegen de boete beroep aangetekend bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 27 mei 2025 heeft de kantonrechter de omstandigheden van de betrokkene in overweging genomen. De betrokkene was op de dag van de overtreding moe en niet fit, en had bovendien te maken met wegafsluitingen zonder duidelijke omleidingen. Dit leidde ertoe dat hij de bebording niet opmerkte. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel de overtreding vaststond, de omstandigheden van de betrokkene aanleiding gaven om de boete te matigen. De kantonrechter heeft de boete met 50% verlaagd tot € 64,00, inclusief administratiekosten, en bepaald dat het teveel betaalde bedrag aan de betrokkene moet worden terugbetaald.

De uitspraak benadrukt het belang van het in acht nemen van persoonlijke omstandigheden bij het opleggen van boetes en de mogelijkheid tot matiging in bijzondere gevallen. De betrokkene kan binnen zes weken na de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, indien hij het niet eens is met de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 264630026
zaaknummer: 11411209 BU VERZ 24-2720

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van27 mei 2025

in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats].

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: R559 – ‘handelen in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12’, verricht op 14 februari 2024 om 22:27 uur, op het Ruiterskwartier in Leeuwarden, met een personenauto met kenteken [kenteken]. De opgelegde boete bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep behandeld op de zitting van 27 mei 2025. Daarbij waren aanwezig: betrokkene en als vertegenwoordigster van de officier van justitie
mr. S. Bayram.
1.3.
Na afloop van het onderzoek op de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Beslissing

2. De kantonrechter beoordeelt het beroep aan de hand van de beroepsgronden van betrokkene. Hij oordeelt dat het beroep gegrond is en zal de boete matigen. De kantonrechter zal hierna uitleggen waarom hij dat doet.

Standpunten

3. Betrokkene had op de dag van de overtreding gefigureerd in de voorstelling “De Tocht” in Leeuwarden. Vanwege ziekte was hem gevraagd beide voorstellingen van die dag te spelen, terwijl hij zelf ook ziekjes was. ’s Avonds wilde hij graag naar huis, maar op zijn route werd hij een paar keer geconfronteerd met afgesloten wegen. Daarbij waren geen omleidingen aangegeven. Hij was zo gefocust op het vinden van de weg terwijl hij moe en niet fit was, dat hij de bebording bij het Ruiterskwartier niet heeft gezien.
4. De vertegenwoordigster stelt zich op het standpunt dat het beroep ongegrond is.
Overwegingen
5. De verkeersovertreding kan worden vastgesteld omdat betrokkene deze niet betwist.
6. De kantonrechter ziet echter in de omstandigheden aanleiding voor matiging van de boete. Betrokkene had beter moeten opletten en de bebording is duidelijk aanwezig, maar omdat hij moe en niet fit was en geconfronteerd werd met wegafsluitingen, zal de kantonrechter de boete met 50% matigen.

Conclusie

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
  • vernietigt die beslissing;
  • wijzigt de inleidende beschikking en matigt de boete tot een bedrag van € 64,00, inclusief administratiekosten;
  • bepaalt dat het teveel betaalde aan zekerheidstelling aan betrokkene moet worden terugbetaald.
Waarvan proces-verbaal,
D.W. Veenstra, griffier mr. P.G. Wijtsma, kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op: