ECLI:NL:RBNNE:2025:2549

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 juni 2025
Publicatiedatum
27 juni 2025
Zaaknummer
18-264351-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor voorbereiden van cocaïneverwerking, veroordeling voor deelname aan criminele organisatie

Op 27 juni 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een 68-jarige man, die werd beschuldigd van het voorbereiden van het verwerken van cocaïne en deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank sprak de man vrij van de beschuldiging van het voorbereiden van cocaïneverwerking, maar veroordeelde hem wel voor zijn deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 180 dagen, waarvan 135 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en een taakstraf van 150 uren. De vordering tot kostenverhaal werd afgewezen, omdat deze was gekoppeld aan de vrijgesproken feiten. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de cocaïnewasserij, maar dat hij wel deel uitmaakte van een organisatie die zich bezighield met het plegen van misdrijven, waaronder de productie van harddrugs. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn leeftijd en het feit dat hij niet eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18-264351-23
ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18-142979-24
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 27 juni 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1957 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 20 en 22 mei 2025.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. S.G.H. van de Kamp, advocaat te s-Hertogenbosch. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. J. Houwink en mr. B. Broerse.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 18-264351-23 ( [naam] )
hij in of omstreeks de periode van 20 juni 2022 tot en met 10 oktober 2023, te [plaatsnaam] en/of Groningen en/of [plaatsnaam] en/of elders in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten: verdachte en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte] en/of een of meer anderen,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:
- het voorbereiden of bevorderen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 Opiumwet, in de zin van artikel 10a Opiumwet, namelijk het opbouwen en/of inrichten van een
drugslaboratorium en/of het opslaan van een of meer precursoren en/of chemicaliën en/of andere goederen en/of stoffen geschikt voor en/of in verband met de (voorgenomen) productie van synthetische drugs, en/of
  • het opzettelijk bereiden, bewerken en/of verwerken en/of het verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen van MDMA en/of (meth)amfetamine en/of andere middel(en), zijnde (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, en/of
  • het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of al dan niet bedrijfsmatig telen en/of bereiden, bewerken en/of verwerken en/of het verkopen, afleveren, verstrekken en/of
vervoeren van hennep, althans (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, en/of
  • het opzettelijk voorhanden hebben van stoffen en/of voorwerpen als bedoeld in artikel 11a Opiumwet, en/of
  • het opzettelijk aanwezig hebben van (een grote hoeveelheid) van (bovengenoemde) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of II, en/of
  • het opzettelijk professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland brengen, op te slaan en/of voorhanden hebben, en/of
  • het al dan niet opzettelijk witwassen van geld, althans het plegen van een of meer misdrijven.
Parketnummer 18-142979-24 ( [naam] )
1
[medeverdachte] , al dan niet tezamen met een of meer (onbekend gebleven) personen, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 18 oktober 2022 (zie JM73) tot en met 20 november 2022 te [plaatsnaam] , in elk geval (elders)
in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, en/of heeft vervaardigd, en/of aanwezig heeft gehad
  • (ongeveer) 550,5 kilogram (van een materiaal bevattende) cocaïne, en/of
  • (ongeveer) 3,5 kilogram cocaïne base, althans een materiaal bevattende cocaïne, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen
krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte, in of omstreeks de periode van 14 november 2022 (zie JM175) tot en met 18 november 2022 (zie JM817 p. 24) te [plaatsnaam] , althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door
  • een bijdrage te leveren aan de voorzieningen/ het levensonderhoud van die koks of laboranten, en/of
  • (herstel)werkzaamheden aan de stroomvoorziening in die loods en/of schuur aan of nabij de [adres] te verrichten;
2
hij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 25 juni 2022 (zie JM817 p. 5) tot en met 20 november 2022 te [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] , in elk geval (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen,
te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, vervaardigen, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren of vervaardigen van (grote) hoeveelheden cocaïne, in elk geval middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
  • een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
  • zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en/of
  • voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn/haar mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk - (bouw) werkzaamheden in die loods en/of schuur aan of nabij de [adres] te verrichten teneinde die loods en/of schuur geschikt te maken voor de
plaatsing van een cocaïnewasserij, en/of
  • beddengoed aan te (laten) schaffen/te regelen ten behoeve van het verblijf van een of meer koks of laboranten, werkzaam ten behoeve van (die productie in) die cocaïnewasserij, en/of
  • te overleggen met een of meer medeverdachte(n) over (de samenwerking met betrekking tot) die cocaïnewasserij, en/of
  • een regenton ten behoeve van de cocaïnewasserij in ontvangst te nemen en/of die regenton (vervolgens) mee te geven aan een ander ten behoeve van vervoer naar die loods en/of schuur, en/of
  • een bijdrage te leveren aan de voorzieningen/ het levensonderhoud van die koks of laboranten, en/of
  • (herstel)werkzaamheden aan de elektriciteitsvoorziening in die loods en/of schuur te verrichten;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] , al dan niet tezamen met een of meer (onbekend gebleven) personen, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 20 juni 2022 (zie JM817 p. 2) tot en met 20 november 2022 te [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] en/of
[plaatsnaam] , in de gemeente [naam] , in elk geval (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, vervaardigen, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren of vervaardigen van (grote) hoeveelheden cocaïne, in elk geval middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
  • een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
  • zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en/of
  • voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn/haar mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
  • een productielocatie voor een cocaïnewasserij te zoeken en/of (vervolgens) te huren, en/of
  • (vervolgens) de loods en/of schuur aan of nabij de [adres] geschikt te maken voor de plaatsing van een
cocaïnewasserij, door het (doen/laten) aanbrengen van een dak en/of het (doen/laten) aanleggen/aanpassen van een/de
elektriciteitsvoorziening en/of hiertoe andere (bouw)werkzaamheden te (doen/laten) verrichten, en/of
  • een ontwerp/tekening te maken voor de inrichting van die loods en/of schuur als cocaïnewasserij, en/of
  • (daartoe) een of meer voorwerpen en/of stoffen te zoeken en/of in te kopen en/of te financieren en/of (daar) aanwezig/beschikbaar te hebben en/of te (doen/laten) vervoeren, te weten een (grote) hoeveelheid chemische stoffen (te weten
ethylacetaat, ethanol, dichloormethaan, zavelzuur, hexaan, ammonia, totueen, methylethylketon en/of calciumchloride, JM386), een pers(tafel), magnetrons, een vacuümsealmachine, een werkbank/zeeftafel, een droogkast (gemaakt met terrasverwarmers), en/of een regenton, en/of - (vervolgens hiermee) die loods en/of schuur in te richten of te doen/laten
inrichten en/of (ook) ingericht te houden en/of in werking te stellen als cocaïnewasserij, en/of
  • een of meer caravans en/of een paardentrailer (omgebouwd tot douche en wc unit) en/of beddengoed aan te (laten) schaffen/te regelen ten behoeve van het verblijf van een of meer koks of laboranten, werkzaam ten behoeve van (die productie in) die cocaïnewasserij, en/of
  • een bijdrage te leveren aan de voorzieningen/ het levensonderhoud van die koks of laboranten, en/of
  • te overleggen over (stroom)problemen en/of instructies te geven met betrekking tot de (illegale) elektriciteitsvoorziening van die cocaïnewasserij, en/of
  • te overleggen met een of meer medeverdachte(n) over (de samenwerking met betrekking tot) die cocaïnewasserij,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte, in of omstreeks de periode van 25 juni 2022 (zie JM817 p. 5) tot en met 18 november 2022 (zie JM817 p. 24) te [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid en/of middelen
en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door
  • (bouw) werkzaamheden in die loods en/of schuur aan of nabij de [adres] te verrichten teneinde die loods en/of schuur geschikt te maken voor de plaatsing van een cocaïnewasserij, en/of
  • beddengoed aan te (laten) schaffen/te regelen ten behoeve van het verblijf van een of meer koks of laboranten, werkzaam ten behoeve van (die productie in) die cocaïnewasserij, en/of
  • te overleggen met een of meer medeverdachte(n) over (de samenwerking met betrekking tot) die cocaïnewasserij, en/of
  • een regenton ten behoeve van de cocaïnewasserij in ontvangst te nemen en/of die regenton (vervolgens) mee te geven aan een ander ten behoeve van vervoer naar die loods en/of schuur, en/of
  • een bijdrage te leveren aan de voorzieningen/ het levensonderhoud van die koks of laboranten, en/of
  • (herstel)werkzaamheden aan de elektriciteitsvoorziening in die loods en/of schuur te verrichten.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor alle feiten tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek.
Zij hebben ten aanzien van het onder parketnummer 18-142979-24 ( [naam] ) ten laste gelegde het volgende aangevoerd. Op de telefoon van medeverdachte [medeverdachte] , de zoon van verdachte, zijn diverse chatgesprekken tussen vader en zoon aangetroffen die lijken te gaan over werkzaamheden met betrekking tot de cocaïnewasserij in [plaatsnaam] . Zo moet verdachte van zijn zoon contact opnemen met “die schele” (medeverdachte [medeverdachte] ) voor beddengoed, de hond eten geven en een regenton in ontvangst nemen die wordt bezorgd. Ook wordt gesproken over ons werk en ons project. Medeverdachte [medeverdachte] zegt in een chatgesprek op 14 november 2022 tegen [naam] dat zijn vader die avond met eten voor de gasten komt. Op 17 november 2022 is er een probleem met de stroom en zegt medeverdachte [medeverdachte] in een chatgesprek met iemand anders dat zijn vader er de volgende
ochtend zal zijn. Verder blijkt uit de historische zendmastgegevens dat de telefoon van verdachte op meerdere dagen de masten aanstraalt die passen bij de locatie van de cocaïnewasserij. Tot slot zegt medeverdachte [medeverdachte] in een opgenomen gesprek op 9 oktober 2023 dat zijn vader alles goed vindt en dat hij altijd met zijn vader naar een boerderij toe ging, omdat hij netjes en rustig overkomt en dat dit vertrouwen geeft. Het liefst laat hij hem buiten beeld.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van alle feiten.
Zij heeft ten aanzien van het onder parketnummer 18-264351-23 ( [naam] ) aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte daadwerkelijk handelingen heeft verricht die een bijdrage hebben geleverd aan de criminele organisatie. Verdachte kent naast zijn zoon niemand persoonlijk en heeft ook met niemand anders contact. Daar komt bij dat de intentie van verdachte niet was om de organisatie te helpen, maar om zijn zoon te helpen.
Oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feiten 1 en 2 parketnummer 18-142979-24
De rechtbank acht feiten 1 en 2 onder parketnummer 18-142979-24 niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende. Op grond van de stukken in het dossier kan niet worden vastgesteld dat verdachte wetenschap had van de cocaïnewasserij dan wel dat hij daadwerkelijk (voorbereidings)handelingen heeft verricht met betrekking tot die cocaïnewasserij. Het blijft onduidelijk of de gesprekken tussen verdachte en zijn zoon betrekking hebben op de cocaïnewasserij en of indien dat wel het geval is verdachte hetgeen hem werd gevraagd ook daadwerkelijk heeft uitgevoerd. Dat medeverdachte [medeverdachte] in een gesprek met iemand anders over zijn vader zegt dat hij alles goed vindt en soms mee gaat naar een boerderij, vindt geen steun in andere bewijsmiddelen. Verder plaatsen de zendmastgegevens verdachte weliswaar in de omgeving van [plaatsnaam] , maar niet
inde schuur waar de cocaïnewasserij is aangetroffen. Derhalve kan de verklaring van verdachte dat hij alleen in de schuur is geweest toen er nog geen dak op zat en later wel eens bij de bewoners van de boerderij heeft koffie gedronken, maar toen niet in de schuur is geweest, niet worden weerlegd.
Parketnummer 18-264351-23
Juridisch kader
Volgens vaste jurisprudentie moet onder een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr (hierna: een criminele organisatie) worden verstaan een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en tenminste één andere persoon. Van een dergelijke duurzaamheid dan wel structuur kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie. Het oogmerk van de organisatie moet zijn gericht op het plegen van misdrijven. Daarbij is voor een bewezenverklaring voldoende dat het plegen van misdrijven wordt beoogd, zodat nog geen aanvang hoeft te zijn gemaakt met het daadwerkelijke plegen daarvan.
Van deelneming aan een criminele organisatie is sprake als de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband én als de verdachte een aandeel heeft in gedragingen, dan wel gedragingen ondersteunt, die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van hierboven bedoeld oogmerk. In het bestanddeel “deelneming aan” ligt tevens het opzet van de verdachte besloten. Niet is vereist dat komt vast te staan dat een persoon om als deelnemer aan een criminele organisatie te
kunnen worden aangemerkt moet hebben samengewerkt met, althans bekend moet zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. Ook is niet vereist dat verdachte opzet heeft gehad op de door de criminele organisatie beoogde concrete misdrijven. Het opzet moet zijn gericht op het deelnemen aan de organisatie. Bovendien hoeft niet te worden deelgenomen aan de misdrijven waarop het oogmerk is gericht. Medeplichtigheid aan enig misdrijf waarop het oogmerk van de organisatie was gericht, kan voldoende zijn om van deelneming in de zin van artikel 140 Sr te spreken.
Vaststelling van de feiten
Op grond van het dossier stelt de rechtbank het volgende vast.
De criminele organisatie
Om te beginnen blijkt uit het onderzoek [naam] (parketnummer 18-142965-24) dat tijdens het opzetten van de cocaïnewasserij in [plaatsnaam] al contact was tussen medeverdachte [medeverdachte] en verdachte en tussen [medeverdachte] en medeverdachte [medeverdachte] .1 Vanaf 24 mei 2023 komen medeverdachten [medeverdachte] en [medeverdachte] ook in beeld als zij worden herkend bij ontmoetingen met [medeverdachte] na de ontdekking van het drugslab in [plaatsnaam] .2 Vanaf dan blijkt uit diverse opsporingsmiddelen (waaronder OVCs3 en observaties4) dat alle verdachten onderling doorlopend contact met elkaar hebben, waarin veelvuldig wordt gesproken over criminele activiteiten, zoals het opzetten van drugslabs en hennep- en vuurwerkhandel. Ook blijkt uit die gesprekken dat [medeverdachte] veel zaken met zowel [medeverdachte] als [medeverdachte] overlegt en overlegt en dat zij en verdachte allen geld investeren in met name de hennep- en vuurwerkhandel. De criminele activiteiten worden in wisselende samenstellingen uitgevoerd. Er is sprake van een zeker(e) tijdsverloop en onderlinge verdeling, waarmee naar het oordeel van de rechtbank de duurzaamheid en structuur van de organisatie kan worden vastgesteld.5
De rechtbank oordeelt op grond van het voorgaande dat in de periode van 20 juni 2022 tot en met 10 oktober 2023 sprake is geweest van een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, met het oogmerk om misdrijven te plegen, namelijk (het voorbereiden van) het produceren van harddrugs, het importeren en verhandelen van hennep en vuurwerk en/of witwassen.
Deelname aan de organisatie door verdachte
Ondanks dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring komt van de onder parketnummer 18-142979- 24 ten laste gelegde feiten, blijkt uit het dossier voldoende dat verdachte heeft deelgenomen aan de criminele organisatie. De rol die verdachte had was die van investeerder in de hennep- en vuurwerkhandel. Ook stimuleerde hij zijn zoon (medeverdachte [medeverdachte] ) om zo veel mogelijk geld te verdienen en te zorgen dat hij uit de shit blijft.6 In een gesprek op 9 oktober 2023 zegt hij tegen [medeverdachte] dat hij een locatie wil zien en stelt voor om met een andere auto te gaan en geen telefoons mee te nemen. 7
Conclusie
Naar het oordeel van de rechtbank staat op grond van het voorgaande vast dat verdachte in de periode van 10 juni 2022 tot en met 10 oktober 2023 heeft deelgenomen aan de criminele organisatie.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het onder parketnummer 18-264351-23 feit 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
Parketnummer 18-264351-23
hij in de periode van 20 juni 2022 tot en met 10 oktober 2023, te [plaatsnaam] en Groningen, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten: verdachte en [medeverdachte] en [medeverdachte] en [medeverdachte] en [medeverdachte] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:
  • het voorbereiden of bevorderen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 Opiumwet, in de zin van artikel 10a Opiumwet, namelijk het opbouwen en inrichten van een drugslaboratorium en het opslaan van een of meer precursoren en chemicaliën en andere goederen en stoffen geschikt voor de (voorgenomen) productie van synthetische drugs, en
  • het opzettelijk bereiden, bewerken en verwerken en vervaardigen van MDMA en (meth)amfetamine, zijnde (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, en
  • het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen, en
  • het opzettelijk voorhanden hebben van stoffen en voorwerpen als bedoeld in artikel 11a Opiumwet, en
  • het opzettelijk aanwezig hebben van (een grote hoeveelheid) van (bovengenoemde) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of II, en
  • het opzettelijk professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland brengen, op te slaan en voorhanden hebben, en
  • het al dan niet opzettelijk witwassen van geld.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
Parketnummer 18-264351-23
1.
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van alle feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek van het voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf, al dan niet gecombineerd met een taakstraf. Zij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte zijn verantwoordelijkheid heeft genomen en inmiddels de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, de rapportage van de reclassering
d.d. 10 maart 2025 en het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 2 april 2025, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van het feit
Verdachte heeft in de periode vanaf 20 juni 2022 tot en met 10 oktober 2023 deelgenomen aan een criminele organisatie, die zich bezig hield met het opzetten en (laten) exploiteren van (synthetische) drugslabs, (internationale) hennep- en vuurwerkhandel en witwassen. Verdachte vervulde binnen dit samenwerkingsverband een ondersteunende rol, voornamelijk als investeerder.
Verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan de instandhouding van de (internationale) (soft)drugs- en vuurwerkhandel en hij kan medeverantwoordelijk worden gehouden voor de nadelige effecten die met deze handel gepaard gaan. Het gebruik van harddrugs is niet alleen schadelijk voor de volksgezondheid, maar daarnaast direct en indirect oorzaak van vele vormen van criminaliteit. Dit geldt in mindere mate eveneens voor de (internationale) softdrugshandel. Ten aanzien van het vervoeren en opslaan van professioneel vuurwerk geldt dat dit enorme risicos met zich mee brengt, omdat dit type vuurwerk fors explosief kan reageren. Illegaal vuurwerk zorgt bovendien voor ongevallen en voor hoge materiële schade en overlast. Hier heeft verdachte met zijn handelen eveneens aan bijgedragen.
De rechtbank rekent verdachte dit alles aan, ook omdat hij kennelijk heeft gehandeld vanuit financiële motieven en zich niet om de gevolgen heeft bekommerd. Bovendien heeft verdachte geen volledige verantwoordelijkheid genomen.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft bij de strafbepaling naast de ernst van de feiten rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Daartoe heeft de rechtbank allereerst acht geslagen op het uittreksel uit de justitiële documentatie, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Verder heeft de rechtbank kennis genomen van de door de reclassering opgemaakte rapportage. Daaruit volgt dat verdachte zijn leven op orde heeft en dat het risico op recidive wordt ingeschat als laag. De reclassering adviseert de oplegging van een straf zonder bijzondere voorwaarden.
Strafoplegging
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank zowel oplegging van een taakstraf als een gevangenisstraf op zijn plaats. Aangezien de rechtbank verdachte voor de feiten onder parketnummer 18-142979-24 heeft vrijgesproken, komt de rechtbank tot een lagere straf dan is geëist door de officieren van justitie. In de persoonlijke omstandigheden van verdachte ziet de rechtbank aanleiding om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen. Dit voorwaardelijke strafdeel heeft te gelden als stok achter de deur ter voorkoming van het plegen van nieuwe strafbare feiten door verdachte.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen met aftrek van het voorarrest, waarvan 135 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en een taakstraf voor de duur van 150 uren, passend en geboden.
Maatregel kostenverhaal
De maatregel in artikel 13d van de Opiumwet maakt het mogelijk dat de kosten die ten laste van de Staat komen in verband met de vernietiging van voorwerpen die ernstig gevaar opleveren voor de leefomgeving of voor de volksgezondheid, worden verhaald op degene die wordt veroordeeld ter zake van een strafbaar feit dat in verband staat met het voorwerp.
De officieren van justitie hebben gevorderd dat ten aanzien van parketnummer 18-142979-24 een maatregel kostenverhaal voor een bedrag van 10.884,77 wordt opgelegd aan verdachte. Omdat de rechtbank verdachte heeft vrijgesproken voor de feiten waaraan deze vordering is gekoppeld. Derhalve zal de rechtbank deze vordering afwijzen.

Inbeslaggenomen goederen

Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen tegoeden op de Franse bankrekening van verdachte (met een totale waarde van 7.010.61) kunnen worden teruggegeven aan verdachte.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 140 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 11b van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder feiten 1 en 2 van parketnummer 18-142979-24 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder feit 1 van parketnummer 18-264351-23 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 135 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
een taakstraf voor de duur van 150 uren.
Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 75 dagen zal worden toegepast.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Wijst af de vordering maatregel kostenverhaal van 10.884,77.
Gelast de teruggavevan de in beslag genomen tegoeden op de Franse bankrekening van verdachte met rekeningnummer [bankrekeningnummer] (ter waarde van 7.010,61) aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter, mr. M.A.M. Wolters en mr. H.M. Lenting, rechters, bijgestaan door mr. F.C.A. Fierstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 juni 2025.
1. P. 1024 e.v.
2 P. 488 e.v.
3 P. 2345 e.v. en p. 2547 e.v.
4 P. 2368 e.v., p. 2389 e.v., p. 2396 e.v., p. 2399 e.v., p. 2401 e.v., p. 2408 e.v., p. 2413 e.v. en p. 2421
e.v.
5 P. 2327 e.v.
6 P. 2327 e.v.
7 P. 2327 e.v. (p. 2345)