ECLI:NL:RBNNE:2025:2556
Rechtbank Noord-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verkeersboete wegens rijden op trottoir
Op 19 juni 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verkeersboete die aan de betrokkene was opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene had op 8 september 2023 om 07:40 uur op de Langszij in Groningen met een personenauto, kenteken [kenteken], gereden op het trottoir, wat in strijd is met artikel R315A van de Wahv. De opgelegde boete bedroeg € 269,00, inclusief administratiekosten. De betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 19 juni 2025 was de gemachtigde van de betrokkene, mr. N.G.A. Voorbach van Verkeersboete.nl, aanwezig, evenals de vertegenwoordigster van de officier van justitie, mr. Z. Fluitsma. De kantonrechter heeft het beroep beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van de betrokkene, die onder andere de gedraging, de bevoegdheid van de verbalisant en de wettigheid van de gebruikte bewijsmiddelen betwistte. De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd, omdat de verbalisant op ambtsbelofte een gedetailleerd proces-verbaal had opgemaakt en er geen reële mogelijkheid tot staandehouding bestond. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend. De betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden.