ECLI:NL:RBNNE:2025:2558

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 juni 2025
Publicatiedatum
27 juni 2025
Zaaknummer
18-122522-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 27-jarige man voor het medeplegen van drugshandel en deelname aan een criminele organisatie

Op 27 juni 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een 27-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 jaren voor het medeplegen van verschillende strafbare feiten, waaronder het produceren van synthetische drugs, het verwerken van cocaïne, de invoer en handel van hennep, en het opslaan van professioneel vuurwerk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij een criminele organisatie die zich bezighield met drugshandel en witwassen. De zaak kwam aan het licht na een onderzoek dat leidde tot de ontdekking van drugslabs en de inbeslagname van aanzienlijke hoeveelheden drugs en vuurwerk. De verdachte heeft zich gedurende een lange periode schuldig gemaakt aan deze activiteiten, waarbij hij een belangrijke rol vervulde binnen de organisatie. De rechtbank heeft ook een maatregel opgelegd voor kostenverhaal aan de Staat ter vergoeding van de opruim- en vernietigingskosten van de drugslabs, die in totaal € 17.178,64 bedragen, waarvan de verdachte een deel moet betalen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de organisatie zwaar laten meewegen in de strafoplegging.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18-122522-23
ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18-142965-24
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 27 juni 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1998 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 20 en 22 mei en 2 juni 2025.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M. Nillesen (op 20 mei en 2 juni), advocaat te s- Hertogenbosch en en mr. M.C.W. Houtepen (op 22 mei), advocaat te s-Hertogenbosch. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. J. Houwink en mr. B. Broerse.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Parketnummer 18-122522-23
1.
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2023 tot en met 24 mei 2023, althans in of omstreeks 2023, te [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] en/of Groningen en/of [plaatsnaam] en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, geleverd, afgeleverd, verstrekt en/of
vervoerd, en/of vervaardigd, in elk geval opzettelijk aanwezig gehad, (in een pand aan of nabij de [adres] )
-(in totaal ongeveer) 25,6 kilogram MDMA (kristallen) en/of amfetamine, althans een (grote) hoeveelheid van een materiaal of preparaat bevattende (zouten van) MDMA en/of MDMA HCL
en/of amfetamine, in elk geval (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
EN/OF
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2023 tot en met 24 mei 2023, althans in of omstreeks 2023, te [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] en/of Groningen en/of [plaatsnaam] en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden
en/of te bevorderen, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van
-een hoeveelheid MDMA en/of amfetamine, althans van een materiaal of preparaat bevattende (zouten van) MDMA en/of MDMA HCL en/of amfetamine,
in elk geval (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen te verschaffen, en/of
  • zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en/of
  • voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij/zij, verdachte en/of zijn/haar mededader(s), wist(en) of
ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door, tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), althans alleen, opzettelijk
  • een of meer (geschikte) productielocatie(s) voor synthetische drugs (hierna ook: drugslab) te (doen/laten) zoeken en/of aandragen en/of beoordelen, en/of, ten aanzien van die/een productielocatie te [plaatsnaam] (aan/nabij [adres] ):
  • die locatie te (doen/laten) huren, al dan niet via een derde/katvanger, en/of
  • die locatie te (doen/laten) inrichten en/of voorzien van een of meer vaten en/of kookplaten en/of luchtafzuigers en/of filters en/of ventilatoren en/of jerrycans en/of pannen en/of vrieskisten
en/of gasmaskers en/of andere gereedschappen, materialen en/of hulpmiddelen, geschikt voor de productie van PMK en/of (uiteindelijk) MDMA (HCL), althans dat/die voorwerpen (daartoe) te regelen en/of aan te schaffen en/of te vervoeren, en/of
en/of
- een of meer hoeveelheden van chemische stoffen bevattende ethylester van PMK-glycidezuur en/of PMK en/of methylamine en/of natriumboorhydride en/of aceton en/of andere chemicaliën of (chemische) (hulp)stoffen, bedoeld voor de productie van PMK en/of MDMA of amfetamine, in te kopen en/of voorhanden te hebben en/of op te slaan, en/of te vervoeren,
en/of
- een (grote) hoeveelheid van die (aldus geproduceerde) MDMA en/of MDMA HCL (kristallen) op te slaan of te doen/laten opslaan;
2.
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juli 2023 tot en met 10 oktober 2023 te [plaatsnaam] en/of Groningen en/of [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen,
te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van (meth)amfetamine, althans een materiaal bevattende (meth)amfetamine, althans (een) middel(len) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen te verschaffen, en/of
  • zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en/of
  • voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij/zij, verdachte en/of zijn/haar mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door, tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), althans alleen, opzettelijk
  • een of meer (geschikte) locatie(s) ten behoeven van de productie en/of opslag van (precursoren van) synthetische drugs te (doen/laten) zoeken en/of aandragen en/of beoordelen, en/of,
  • ten aanzien van een productielocatie te [plaatsnaam] (in een pand op/aan/nabij de [adres] ):
  • die locatie te (doen/laten) huren, al dan niet via een derde/katvanger, en/of
  • een deel van (de toegang van/tot) die locatie dicht te (doen/laten) timmeren en/of de vloer van die locatie te (doen/laten) egaliseren, en/of die locatie van afzuigunits en/of ventilatoren en/of koolstoffilters te (doen/laten) voorzien en/of daartoe gereed te maken, en/of
  • die locatie (verder) te (doen/laten) verbouwen/vertimmeren en/of in te richten of te voorzien van rvc- tafels en/of vaten en/of jerrycans en/of zakken met een hoeveelheid methylthioglycolaat
en/of AIBN (een peroxide) en/of L-wijnsteenzuur (in totaal ongeveer 925 kilogram) en/of een hoeveelheid tolueen en/of aceton en/of methanol en/of en/of zoutzuur en/of methylamine en/of
caustic soda (natriumhydroxide), en/of andere gereedschappen, materialen en/of hulpmiddelen, geschikt voor de productie van dat/die synthetische drugs/(meth)amfetamine, althans middel(en),
en/of
- ( (daartoe tevens) een of meer jerrycans met een hoeveelheid aceton (in totaal ongeveer 1280 liter) en/of zoutzuur (in totaal ongeveer 380 liter), en/of maatbekers en/of kookplannen en/of
centrifuges, en/of andere goederen en/of chemicaliën of (chemische) (hulp)stoffen, geschikt/bedoeld voor
die productie van (meth)amfetamine, althans dat/die middel(en), in te kopen, te vervoeren en/of nabij die locatie (onder dekzeilen en/of buiten/nabij dat pand) voorhanden te hebben en/of op te slaan, en/of (ook)
-dat (aldus) ingerichte drugslab/locatie te [plaatsnaam] aan een of meer derde(n) (deels) aan te bieden en/of te verkopen/verhuren, ten einde daar (mede) synthetische drugs te (doen/laten)
vervaardigen;
3.
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2023 tot en met 12 oktober 2023 te Groningen en/of [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen,
te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van cocaïne, althans (een) middel(len) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
  • een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
  • zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en/of
  • voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij/zij, verdachte en/of zijn/haar mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door, tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), althans alleen, opzettelijk
-te vervoeren en/of (doen/laten) opslaan en/of voorhanden hebben
(in een loods aan/nabij de [adres] te Groningen) van een (grote) hoeveelheid fenacetine en/of boorzuur, zijnde (versnijdings)middel(en) geschikt voor de bereiding en/of bewerking en/of
verwerking van (een) middel(len) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij op of omstreeks 2 augustus 2023, althans in 2023, te Groningen en/of [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk (in totaal ongeveer) twee kilogram hennep, althans een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende hennep en/of delen van hennepplanten en/of hasjiesj, zijnde meer dan 30 gram,
althans een of meer middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, van die wet, heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, althans aanwezig heeft gehad;
5.
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 8 maart 2023 tot en met 31 mei 2023 te Groningen en/of [plaatsnaam] en/of elders in Nederland en/of (vanuit) Canada, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk (in totaal ongeveer) 81,245 kilogram hennep, althans een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende hennep en/of delen van hennepplanten en/of hasjiesj, zijnde meer dan 30 gram, althans een of meer middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, van die wet, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, althans aanwezig heeft gehad;
6.
hij in of omstreeks de periode van 4 oktober 2023 tot en met 6 oktober 2023 te Groningen en/of [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] en/of elders in Nederland en/of (vanuit) Duitsland, meermalen, althans eenmaal,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk een hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik,
-binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (vanuit Duitsland), en/of heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad en/of aan een ander ter beschikking heeft gesteld;
7.
hij op of omstreeks 10 oktober 2023 te Groningen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten (in totaal ongeveer)
  • 300 stuks knalvuurwerk (super cobra 6), en/of
  • 1560 stuks knalvuurwerk (caramella 16g), en/of
  • 1476 kilogram siervuurwerk (te weten cakeboxen en/of vuurwerk van het soort batterij enkelschotsbuizen),
in elk geval een (grote) hoeveelheid zwaar knalvuurwerk en/of (flash)bangers en/of siervuurwerk, zijnde een (grote) hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik,
-in een loods aan of nabij de [adres] te Groningen, heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad;
8.
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 9 mei 2023 tot en met 10 oktober 2023, in elk geval in 2023, te Groningen en/of [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, al dan niet van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, op verschillende tijdstippen in die periode, (van) (een) voorwerp(en), te weten:
  • (telkens) een hoeveelheid (contant) geld, en/of
  • (in totaal ongeveer) 120.000 euro (contant), althans een hoeveelheid geld,
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsing verborgen en/of verhuld, althans verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op dat/die voorwerp(en) was of wie bovenomschreven voorwerp(en) voorhanden had, door (telkens) dat (contante) geld onder zich te nemen en/of te (doen/laten) vervoeren naar en/of in de woning(en) van (een) ander(en) (aan de [adres] ) op te (doen/laten) bergen en/of te verstoppen en/of te bewaren en/of om (later) op te (doen/laten) halen en/of om (deels) af te geven aan (weer) een ander/derde (al dan niet in overleg), althans (van) dat/die geldbedrag(en) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of omgezet en/of gebruik heeft gemaakt, terwijl hij (telkens) wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit het misdrijf;
9.
hij in of omstreeks de periode van 20 juni 2022 tot en met 10 oktober 2023, te [plaatsnaam] en/of Groningen en/of [plaatsnaam] en/of elders in Nederland, al dan niet als oprichter en/of leider en/of bestuurder,
heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten: verdachte en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte] en/of [medeverdachte]
[medeverdachte] en/of een of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven,
te weten:
  • het voorbereiden of bevorderen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 Opiumwet, in de zin van artikel 10a Opiumwet, namelijk het opbouwen en/of inrichten van een drugslaboratorium en/of het opslaan van een of meer precursoren en/of chemicaliën en/of andere goederen en/of stoffen geschikt voor en/of in verband met de (voorgenomen) productie van synthetische drugs, en/of
  • het opzettelijk bereiden, bewerken en/of verwerken en/of het verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen van MDMA en/of (meth)amfetamine en/of andere middel(en), zijnde (een)
middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, en/of
- het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of al dan niet bedrijfsmatig telen en/of bereiden, bewerken en/of verwerken en/of het verkopen, afleveren, verstrekken en/of
vervoeren van hennep, althans (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, en/of
  • het opzettelijk voorhanden hebben van stoffen en/of voorwerpen als bedoeld in artikel 11a Opiumwet, en/of
  • het opzettelijk aanwezig hebben van (een grote hoeveelheid) van (bovengenoemde) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of II, en/of
  • het opzettelijk professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland brengen, op te slaan en/of voorhanden hebben, en/of
  • het al dan niet opzettelijk witwassen van geld, althans het plegen van een of meer misdrijven.
Parketnummer 18-142965-24
1
hij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 18 oktober 2022 (zie JM73) tot en met 20 november 2022 te [plaatsnaam] , in elk geval (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, en/of heeft vervaardigd, en/of aanwezig heeft gehad
  • (ongeveer) 550,5 kilogram (van een materiaal bevattende) cocaïne, en/of
  • (ongeveer) 3,5 kilogram cocaïne base, althans een materiaal bevattende cocaïne,
in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van die wet;
2.
hij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 20 juni 2022 (zie JM817 p. 2) tot en met 20 november 2022 te [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] en/of [plaatsnaam] , in de gemeente [naam]
[naam] , in elk geval (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, vervaardigen, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren of vervaardigen van (grote) hoeveelheden cocaïne, in elk geval middelen
als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen te verschaffen, en/of
  • zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en/of
  • voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn/haar mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den)
om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit door, tezamen en in vereniging met een of mer anderen, althans alleen, opzettelijk
  • een productielocatie voor een cocaïnewasserij te zoeken en/of (vervolgens) te huren, en/of
  • (vervolgens) de loods en/of schuur aan of nabij de [adres] geschikt te maken voor de plaatsing van een cocaïnewasserij, door het (doen/laten) aanbrengen van een dak
en/of het (doen/laten) aanleggen/aanpassen van een/de elektriciteitsvoorziening en/of hiertoe andere (bouw)werkzaamheden te (doen/laten) verrichten, en/of
  • een ontwerp/tekening te maken voor de inrichting van die loods en/of schuur als cocaïnewasserij, en/of
  • (daartoe) een of meer voorwerpen en/of stoffen te zoeken en/of in te kopen en/of te financieren en/of (daar) aanwezig/beschikbaar te hebben en/of te (doen/laten) vervoeren, te weten een
(grote) hoeveelheid chemische stoffen (te weten ethylacetaat, ethanol, dichloormethaan, zavelzuur,
hexaan, ammonia, totueen, methylethylketon en/of calciumchloride, JM386), een
pers(tafel), magnetrons, een vacuümsealmachine, een werkbank/zeeftafel, een droogkast (gemaakt met terrasverwarmers), en/of een regenton, en/of
  • (vervolgens hiermee) die loods en/of schuur in te richten of te doen/laten inrichten en/of (ook) ingericht te houden en/of in werking te stellen als cocaïnewasserij, en/of
  • een of meer caravans en/of een paardentrailer (omgebouwd tot douche en wc unit) en/of beddengoed aan te (laten) schaffen/te regelen ten behoeve van het verblijf van een of meer koks
of laboranten, werkzaam ten behoeve van (die productie in) die cocaïnewasserij, en/of - een bijdrage te leveren aan de voorzieningen/ het levensonderhoud van die koks of laboranten,
en/of
  • te overleggen over (stroom)problemen en/of instructies te geven met betrekking tot de (illegale) elektriciteitsvoorziening van die cocaïnewasserij, en/of
  • te overleggen met een of meer medeverdachte(n) over de samenwerking met betrekking tot die cocaïnewasserij, en/of
  • (aldus) (mede) een leidende, althans faciliterende en/of financierende en/of (ook) uitvoerende rol te spelen met betrekking tot de opbouw en/of exploitatie van die cocaïnewasserij.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor alle ten laste gelegde feiten. Daartoe hebben zij ten aanzien van het onder parketnummer 18-122522-23 feit 3 ten laste gelegde het volgende aangevoerd. Uit het onderzoeksdossier [naam] volgt dat verdachte in mei 2023 hennep heeft laten bezorgen bij de loods aan de [adres] . Uit bakengegevens in het dossier [naam] is gebleken dat de auto van verdachte op 25 februari 2023 een korte stop heeft gemaakt aan de [adres] . In een afgeluisterd gesprek tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] van 7 juli 2023 wordt gesproken over snuif en dat ze dit even uit de loods gaan halen. Vervolgens worden de autos van beide verdachten ter hoogte van de loods gezien door het observatieteam. Verdachte kwam uit de richting van de loods lopen. Ook heeft het voertuig van verdachte op 6 oktober 2023 tweemaal aan de [adres] stilgestaan. Al deze elementen wijzen erop dat (onder andere) verdachte de feitelijke gebruiker is geweest van de loods waar op 12 oktober 2023 fenacetine en boorzuur is aangetroffen.
Standpunt van de verdediging
Parketnummer 18-122522-23 ( [naam] )
De raadsman heeft betoogd dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken van feiten 3, 4 en 8 en partieel moet worden vrijgesproken van het onder parketnummer 18-122522-23 feit 1 ten laste gelegde vervaardigen van MDMA en feit 5 ten laste gelegde importeren van hennep. Voor het overige heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte de locatie in [plaatsnaam] heeft geregeld, maar dat hij niet op de hoogte was van het feit dat daar een drugslab opgebouwd en geëxploiteerd zou worden. Dit wordt bevestigd door de camerabeelden en bakengegevens, waaruit enkel kan worden afgeleid dat verdachte zich eenmaal
inde loods heeft bevonden, te weten op 16 mei 2023. Dat er afbeeldingen van de locatie en een notitie met een werkbeschrijving op de telefoon van verdachte
zijn aangetroffen, betekent op zichzelf nog niet dat verdachte een actieve rol of enige betrokkenheid heeft gehad bij productieactiviteiten van het lab, nu niet kan worden vastgesteld dat verdachte deze afbeeldingen en notitie zelf heeft gemaakt.
Ten aanzien van feit 4 heeft de raadsman aangevoerd dat weliswaar in een OVC-gesprek tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] is gezegd dat er 2 kilo hennep in een tas zou zitten, maar dat het dossier geen bewijsmiddelen bevat waaruit blijkt dat er op die dag werkelijk 2 kilogram hennep is verkocht.
Ten aanzien van feit 5 heeft de raadsman aangevoerd dat uit het dossier enkel blijkt dat verdachte handelingen heeft verricht nadat de hennep al was geïmporteerd vanuit Canada naar Nederland. De opdracht die verdachte zou hebben gegeven, heeft namelijk betrekking op het transport van Rotterdam naar Groningen. Daarnaast kan evenmin worden vastgesteld dat verdachte nauw en bewust met anderen heeft samengewerkt ten aanzien van het importeren van de hennep vanuit Canada naar Nederland. Uit bestendige rechtspraak volgt dat als daarvan geen sprake is en de rol van verdachte zich beperkt tot het enkel veiligstellen ten behoeve van het verdere vervoer en verspreiding in Nederland, dit niet kan leiden tot een bewezenverklaring van invoer dan wel verlengde invoer.
Ten aanzien van feit 8 heeft de raadsman aangevoerd dat uit de verklaringen van verdachte en de opgenomen vertrouwelijke communicatie blijkt dat hij geen geld heeft verdiend met het beschikbaar stellen van locaties. Bovendien is het bedrag van 120.000,- waarover is gesproken niet aangetroffen op de plek waar verdachte dit zou hebben verstopt. Weliswaar heeft getuige [naam] verklaard dat hij geld heeft bewaard voor verdachte, maar dat betrof een aanzienlijk lager geldbedrag, te weten 600,-.
Verdachte heeft aangevoerd dat het grootspraak was en dat er feitelijk geen 120.000,- was.
Parketnummer 18-142965-24 ( [naam] )
De raadsman heeft betoogd dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken van feiten 1 en 2 onder parketnummer 18-142965-24.
Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman aangevoerd dat niet blijkt dat verdachte degene is geweest die de aangetroffen middelen in de schuur heeft geplaatst en dat het regelen van de locatie, het plaatsen van de caravans en paardentrailer, het langsbrengen van eten en het aanleveren van bouwmateriaal onvoldoende is om van medeplegen te kunnen spreken. Bovendien kan niet kan worden vastgesteld dat verdachte de beschikkingsmacht had over de aangetroffen middelen, aangezien niet uit het dossier volgt dat verdachte zich tijdens het productieproces
inde schuur heeft bevonden.
Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman aangevoerd dat onvoldoende is gebleken dat verdachte zijn intentie gericht was op het opzetten van een cocaïnewasserij en dat hij aan die intentie uiting heeft gegeven door voorbereidingshandelingen te verrichten.
Oordeel van de rechtbank
Parketnummer 18-122522-23 ( [naam] )
Vrijspraak feit 3
De rechtbank acht feit 3 onder parketnummer 18-122522-23 niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende. Vast staat dat verdachte vóór de ten laste gelegde periode op 25 februari 2023 en op 7 juli 2023 naar aanleiding van een gesprek met medeverdachte [medeverdachte] over snuif bij de loods aan de [adres] is geweest. Volgens de bakengegevens heeft de auto van verdachte op 6 oktober 2023 voor het laatst stilgestaan bij de [adres] , waar door het observatieteam is gezien dat verdachte de loods heeft betreden. Op 10 oktober 2023 zijn er vervolgens versnijdingsmiddelen aangetroffen in de loods. Uit het dossier volgt dat ene [naam] eigenaar is van de loods aan de [adres] en hier ook aanwezig was tijdens de doorzoeking.
Derhalve had hij (ook) beschikkingsmacht over deze loods. Op grond van het voorgaande kan naar het oordeel van de rechtbank niet buiten redelijke twijfel worden uitgesloten dat iemand anders dan verdachte de aangetroffen versnijdingsmiddelen in de loods heeft geplaatst zonder dat verdachte hier wetenschap van heeft gehad.
Bewezenverklaring feiten 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8 en 9
De rechtbank overweegt, op grond van de hierna in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen1, het volgende.
Feit 1: synthetisch drugslab [plaatsnaam]
In het onderzoek [naam] , gericht op de betrokkenheid van onder andere [naam] bij de handel in en de productie en import van verdovende middelen, zijn diverse opsporingsmiddelen ingezet. Daaruit bleek dat er op 28 maart 2023 iemand bij [naam] in de auto is gestapt en dat zij vervolgens samen naar de [adres] zijn gereden. In de auto bespraken dat ze naar een geïsoleerde loods gingen, dat de eigenaar drie maanden weg zou gaan en dat ze daar dan zouden kunnen gaan draaien.2
In het onderzoek [naam] ten aanzien van een cocaïnewasserij in [plaatsnaam] , ten laste gelegd onder parketnummer 18-142965-24 zijn er opsporingsmiddelen ingezet ten aanzien verdachte. Daaruit is gebleken dat degene met wie [naam] op 28 maart 2023 de loods in [plaatsnaam] heeft bezocht, verdachte betrof.3 Verdachte heeft dit bevestigd.4 Door het observatieteam is verdachte op 16 en 17 mei 2023 bij de loods in [plaatsnaam] gezien, waarbij hij op 16 mei ook daadwerkelijk de loods binnen is geweest.5 Uit de verklaring van bewoner Zuidhof blijkt dat het drugslab op het moment van de inval zon anderhalve week actief was.6
Naar aanleiding van het bovenstaande is de loods aan de [adres] op 24 mei 2023 doorzocht.7 Er werd een inwerking zijnde synthetisch drugslaboratorium aangetroffen, waarbij onder andere diverse chemicaliën en 25,6 kilogram MDMA-kristallen aanwezig waren.8 Volgens het Team Landelijke Faciliteit Ontmantelen (LFO) zijn de aangetroffen chemicaliën en goederen typisch voor de vervaardiging van MDMA-HC1 met behulp van de koude methode. Ook schrijven zij dat gelet op het aantreffen van lege zakken met een restant, ethyl-ester van PMK-glycidezuur bevattend, wit poeder vermoedelijk ook ter plaatse de precursor PMK is vervaardigd.9
Op het moment van de inval in [plaatsnaam] wordt verdachte door iemand gebeld die zegt dat de auto is afgesleept en dat de wouten dit hebben gedaan. Verdachte reageert gefrustreerd en zegt dat hij zijn telefoon weg moet doen en dat ze ook bij hem komen. Vervolgens maken ze een afspraak om elkaar te ontmoeten. Bij deze ontmoeting wordt medeverdachte [medeverdachte] herkend.10 Verdachte zegt in dit
gesprek onder andere: “
Ik reed er net langs en kneep hem wel een beetje. Maar nu weet ik ook wel zeker dat hier geen tracker onder zit, onder deze auto. Anders waren ze direct wel achter mij aangereden.” In een gesprek tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] op 2 augustus 2023 dus enige tijd nadat het lab in [plaatsnaam] is ontmanteld zegt verdachte onder andere “
Kijk ik weet, ik weet, ik weet dat hun, toen wij in [plaatsnaam] kwamen, daar baseer ik het een beetje op, en toen hadden ze t over, toen wouden ze 2 dikke ketels neerzetten van 1500 liter. Dus de ketel, maar er blijft dan per liter zeg maar ehm, gaat dan eh, zeg maar eh, eh 40% gaat eraf hè.”11
Tot slot zijn op de Google Pixel 4 telefoon, die verdachte ten tijde van zijn aanhouding in het onderzoek [naam] bij zich droeg, meerdere afbeeldingen aangetroffen die konden worden herleid naar het aangetroffen drugslab in [plaatsnaam] . Een deel van deze afbeeldingen is gemaakt toen het drugslab actief was en die niet in de media zijn verschenen. Op die afbeeldingen is onder andere te zien een zwarte tent, afzuiging, een grote pan op een bruin vat, blauwe vaten, een persoon met een theedoek voor zijn gezicht en een jerrycan in een vrieskist. Verder is te zien dat er witte zakjes op de grond liggen. In een opgeslagen notitie d.d. 17 mei 2023 werd een werkinstructie aangetroffen met daarin beschreven wat er met de zakjes gedaan moest worden in combinatie met de zwarte jerrycans die in de vrieskist stonden.12
Verdachte heeft zowel bij de politie als ter zitting verklaard dat hij locaties faciliteerde, waaronder de loods in [plaatsnaam] . Verder heeft verdachte erkend dat hij een aantal keren bij de loods in [plaatsnaam] is geweest, waarbij hij één keer (kracht)stroom heeft aangelegd samen met een elektricien.13
Ten aanzien van het verweer van de raadsman overweegt de rechtbank in het bijzonder dat de verdediging geen stukken heeft aangeleverd waaruit blijkt dat de bij verdachte aangetroffen telefoon (tevens) door iemand anders dan verdachte in gebruik zou zijn (geweest). Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen in combinatie met het ontbreken van dergelijke stukken gaat de rechtbank er aldus vanuit dat de telefoon alleen bij verdachte in gebruik was en dat verdachte degene is geweest die de fotos die op het toestel staan, heeft gemaakt.
Conclusie
Gelet op de voorgaande bewijsmiddelen in onderlinge samenhang bezien is de rechtbank, anders dan de verdediging, van oordeel dat dit feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. Verdachte had niet alleen wetenschap had van het feit dat in de loods in [plaatsnaam] een drugslab werd opgebouwd en geëxploiteerd, maar heeft zelfs bijgedragen aan het opbouwen en (laten) draaien van het drugslab én heeft hiertoe de ten laste gelegde voorbereidingshandelingen verricht.
Feit 2: synthetisch drugslab [plaatsnaam]
In de periode van 21 juni 2023 tot 10 oktober 2023 wordt er vertrouwelijke communicatie opgenomen in het voertuig van verdachte. Uit gesprekken die verdachte voert met medeverdachten [medeverdachte] en [medeverdachte] wordt duidelijk dat verdachte bezig is met de inrichting van een drugslab bij [naam] . Er wordt gesproken over ketels van 1.500 liter, het aanleggen van water en stroom, het vlak maken van de vloer en dat er moet worden opgeruimd. Ze zijn met verschillende partijen in gesprek die op deze locatie zouden kunnen draaien. Ondertussen willen ze ook op een andere locatie een drugslab inrichten. Hier zou dan een andere partij aan het werk moeten. Op het moment dat de politie het ene lab ontdekt kan de ander dan gewoon doordraaien. Even later zegt verdachte in een telefoongesprek tegen [medeverdachte] dat ze bijna groen licht hebben en dat hij verwacht dat ze olie gaan draaien. Ook bespreken ze de verwachte opbrengsten. 141516
Uit de bakengegevens van de voertuigen van verdachte (kenteken [kenteken] ) en [medeverdachte]
( [kenteken] ) en de mastgegeven van de telefoon van verdachte blijkt dat verdachte en [medeverdachte] in de periode van 2 augustus tot en met 31 augustus 2023 zowel samen als apart van elkaar meerdere keren naar de locatie in [plaatsnaam] zijn gereden.17 Op 2 augustus 2023 hebben ze onderweg naar [plaatsnaam] samen een tussenstop gemaakt bij de Bauhaus, waar ze werkhandschoenen hebben gekocht. 18
Naar aanleiding van het voorgaande is de locatie in [plaatsnaam] op 10 oktober 2023 doorzocht.19 Er werd een ingericht en dichtgetimmerd (nog) niet in werking zijnde drugslab aangetroffen. Er waren chemicaliën20 (waaronder 1.280 liter aceton en 380 liter zoutzuur) en andere goederen (zoals tonnen, pannen, maatbekers, centrifuges, e.d.) aanwezig die volgens het LFO typische materialen zijn die worden gebruikt bij de vervaardiging c.q. bewerking van met name (meth)amfetamine. Ook werd bij de inval onder andere de hoofdbewoner, [naam] , aangetroffen.21 Bij de politie heeft hij verklaard dat zijn roepnaam [naam] is.22
Verdachte heeft ter zitting op 20 mei 2025 verklaard dat hij de locatie in [plaatsnaam] heeft geregeld en dat hij wist dat er harddrugs geproduceerd zou worden.
Conclusie
Gelet op de voorgaande bewijsmiddelen in onderlinge samenhang bezien is de rechtbank van oordeel dat er wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte samen met anderen voorbereidingshandelingen heeft verricht voor het vervaardigen van (meth)amfetamine.
Feit 4: verhandelen van 2 kilogram hennep
Uit de opnames van de vertrouwelijke communicatie in het voertuig van verdachte (met kenteken [kenteken] ), blijkt dat verdachte23 samen met medeverdachte [medeverdachte] bezig was met de handel in wiet.2425 In gesprekken die zij in de auto hebben gevoerd op 2 augustus 2023 wordt door [medeverdachte] onder andere gezegd dat hij 2 kilo in die tas heeft gedaan. Vervolgens stapt er een onbekende persoon bij hen in de auto, waarna wordt gezegd dat ze naar [bedrijf] rijden. De onbekende persoon stapt vervolgens uit. [medeverdachte] vraagt of hij zijn tas weer mee terug wil nemen. In de tijd dat de onbekende man weg is, zegt [medeverdachte] om 17:31 uur tegen verdachte: “
kijk zoals deze jongen, is perfect toch broer. Wij pakken die spullen, wij rijden met hem daarheen, hij verkoopt die wiet en hij komt gelijk met geld terug. Geen stress.”Even later zegt [medeverdachte] : “
oh daar is die al, de zak is weg, dat scheelt, hij heeft het verkocht.”De onbekende man stapt weer bij hen in de auto en zegt dat hij een paar toppen had gebroken en het voor één puntje minder wilde hebben, omdat het nog een beetje vochtig was. Ze bespreken bedragen en tellen geld.
Op diezelfde dag is door het observatieteam waargenomen dat verdachte in zijn auto (met kenteken [kenteken] ) reed en dat er een man op de bijrijdersstoel zat. Vervolgens werd omstreeks 17:30 uur gezien dat de auto stil stond op de parkeerplaats van het [adres] .26 [bedrijf] is gelegen aan de [adres] .27
Conclusie
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat uit het geheel van de opgenomen gesprekken van 2 augustus 2023 duidelijk blijkt dat een onbekende man die dag voor verdachte en
[medeverdachte] een tas met 2 kilo hennep heeft verkocht aan [bedrijf] . Dit wordt ondersteund door hetgeen is waargenomen door het observatieteam. Derhalve is sprake van wettig en overtuigend bewijs dat verdachte samen met anderen 2 kilogram hennep voorhanden heeft gehad, heeft vervoerd en verkocht.
Feit 5: import van hennep uit Canada
Op 8 maart 2023 is door een bedrijf uit Canada een transport van 16 houten tafels aangemeld bij [bedrijf] voor vervoer naar het bedrijf [bedrijf] in Groningen.28 Op 14 april 2023 vertrekt de zending vanuit Montreal (Canada) op de boot richting Rotterdam, via Antwerpen. Uit het mailverkeer en de transportbrieven bleek dat [naam] en [naam] als contactpersonen namens [bedrijf] stonden vermeld. [naam] geeft via de mail de instructie om de zending af te leveren op een ander adres dan waar het bedrijf van [bedrijf] zit, namelijk op de [adres] te Groningen. Er wordt vervolgens contact opgenomen met [bedrijf] , waarna blijkt dat deze bestelling niet door hen is geplaatst. Op 10 mei 2023 is de zending gelost in Rotterdam en wordt deze onderzocht door de douane. In de tafelbladen worden vacuüm getrokken doorzichtige zakken met groene toppen aangetroffen. 29 Later blijkt het te gaan om in totaal 81,245 kilogram hennep.30
Bij de transportopdracht om de pallets te vervoeren van de Rotterdamse haven naar het adres [adres] te Groningen werd het telefoonnummer, [telefoonnummer] opgegeven.31 Van dit telefoonnummer zijn de historische telecomgegevens opgevraagd in de periode van 14 december 2022 tot en met 14 juni 2023. De zendmasten die werden gebruikt door het telefoonnummer zijn zendmasten die onder andere dekking geven over de woonplaats van verdachte in [plaatsnaam] , zijn werk in de [plaatsnaam] en zijn sportschool in [plaatsnaam] .
Op 11 april 2023 is verdachte aangehouden in het onderzoek [naam] (onder parketnummer 18-142965). De mobiele telefoons die verdachte bij zich droeg zijn in beslag genomen en onderzocht. Hieruit blijkt dat het afleveradres van de lading hennep uit Canada [adres] te Groningen in één van zijn telefoons was opgeslagen. Ook was er een foto van een roldeur op de telefoon aanwezig, welke was voorzien van GPS- data van de [adres] . Dat de telefoon in gebruik is bij verdachte blijkt uit het feit dat er is gebeld naar een nummer van de vader van verdachte. Ook is het baken onder de auto van de verdachte steeds in het dekkingsgebied van de telefoon als deze thuis, in de [plaatsnaam] , [plaatsnaam] of in de stad Groningen is.32
Uit de opnames van de vertrouwelijke communicatie in het voertuig van verdachte (met kenteken [kenteken] ), blijkt dat meerdere malen wordt gesproken over het importeren van wiet uit Canada. Zo blijkt uit een gesprek op 3 juli 2023 dat verdachte33 een adres zoekt waar hij kleine pakketjes wiet uit Canada kan laten bezorgen. Op 6 juli 2023 zegt verdachte dat “we” nu ook bezig zijn met rook naar Canada, dat het goed gaat en dat Canada de kwaliteit is die mensen willen hebben. Op diezelfde dag zegt verdachte in een gesprek: “
ik heb een mooi nieuwe manier van geld verdienen man! Als je dat wilt. Ik moet even een adres hebben, een huis. Laten we komen uit Canada. Helemaal fijn verpakt. Risico nagenoeg helemaal niks ja, ik krijg dan per keer, krijg ik zeg maar ehm, op het moment dat die aankomt, krijg ik duizend euro.”Uit gesprekken op 27 juli 2023 blijkt dat verdachte zich zorgen maakt over dat een pallet nog niet komt en dat in die pallet wiet zit. Ook wordt duidelijk dat verdachte een bepaalde handelswijze heeft met het importeren van wiet. Zo zegt hij dat er mailcontact moet zijn met het bedrijf dat het aflevert, zodat het een goede lijn lijkt, en dat ze twee keer een container met meubels laten komen. Daarna zegt verdachte dat de container van laatst gewoon binnen kwam en dat Canada geen risicoland is. Tot slot zegt verdachte in een gesprek op 13 september 2023 dat hij het allemaal heel goedkoop kan krijgen, alle soorten, allemaal Canadeesjes en dat die hier niet gemaakt kunnen worden.34
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het importeren van een grote partij hennep vanuit Canada.
Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
Het begrip binnen het grondgebied brengen in de zin van artikel 3 van de Opiumwet (OW) dient volgens de wettekst en vaste jurisprudentie extensief te worden geïnterpreteerd. Blijkens artikel 1 lid 4 OW valt daaronder elke (verdere) handeling met betrekking tot die middelen, die binnen het grondgebied van Nederland zijn gebracht. Van enige relatie met of betrokkenheid bij het daadwerkelijk binnen het grondgebied brengen hoeft zelfs niet te zijn gebleken.35 De door de raadsman aangehaalde jurisprudentie heeft betrekking op het bestanddeel medeplegen en gaat over de situatie waarin de verdachte slechts handelingen heeft verricht nadat de drugs was ingevoerd én waarbij niet is gebleken dat de verdachte een significante bijdrage heeft geleverd aan de daadwerkelijke invoer. Naar het oordeel van de rechtbank is daarvan in tegenstelling tot de aangehaalde uitspraak in het onderhavige geval wel sprake. In de hiervoor genoemde OVCs zegt verdachte dat hij een nieuwe manier van geld verdienen heeft gevonden, dat er pakketjes wiet uit Canada komen waarvoor hij afleveradressen zoekt, dat hij het allemaal heel goedkoop kan krijgen in Canada én dat de (onderschepte) pallet met wiet nog niet binnen is. Hieruit blijkt dat verdachte niet alleen op de hoogte was van het feit dat (en wanneer) de door hem verder vervoerde hennep uit Canada kwam, maar dat hij zelf actief heeft bijgedragen aan de invoer daarvan. Het verweer van de raadsman wordt derhalve verworpen.
Feiten 6 en 7: import en voorhanden hebben van professioneel vuurwerk
Uit de opgenomen vertrouwelijke communicatie in het voertuig van verdachte blijkt dat hij betrokken is bij de import en opslag van illegaal vuurwerk. 36
In een gesprek op 25 september 2023 zegt verdachte tegen medeverdachte [medeverdachte] dat hij net bij een loods is wezen kijken en heeft gehuurd. 37 Uit de kadastrale gegevens van de loods aan de [adres] te Groningen bleek dat deze eigendom was van [bedrijf] .38 Dit bedrijf bleek de loods te verhuren aan ene meneer [naam] , die vervolgens heeft verklaard dat een werknemer van hem de sleutel van deze loods had en de huur zou overnemen.39 Deze werknemer heeft verklaard dat hij de loods heeft verhuurd aan ene [verdachte] , met het telefoonnummer [telefoonnummer] .40 Dit telefoonnummer is in gebruik is bij verdachte.41
4 oktober 2023
In een gesprek op 3 oktober 2023 zegt verdachte dat hij de volgende dag voor 35 rooien vuurwerk gaat ophalen. De volgende ochtend ontmoetten verdachte en medeverdachte [medeverdachte] elkaar, waarbij ze iemand proberen te bereiken. Uiteindelijk zegt [medeverdachte] : “
Hij rijdt wel naar Duitsland [verdachte]”.42
Uit de bakengegevens van het voertuig van [medeverdachte] (kenteken [kenteken] ) blijkt dat hij die ochtend naar de [adres] rijdt, vervolgens naar [bedrijf] aan de [adres] in Groningen en uiteindelijk de grens met Duitsland passeert, in dezelfde minuut gevolgd door een voertuig met kenteken [kenteken] . Een paar uur later rijdt het voertuig van [medeverdachte] Nederland weer binnen en stopt vervolgens ongeveer 20 minuten bij de [adres] .43
Door het observatieteam is op 4 oktober 2023 gezien dat een Mercedes-Benz, type Sprinter (kenteken [kenteken] ) het terrein van de [adres] te Groningen op reed en dat verdachte naar dit voertuig toe liep, met [medeverdachte] achter hem aan. Vervolgens werd gezien dat de Sprinter achteruit loods 11-6 in werd gereden. Verdachte stond in de laadruimte van de Sprinter en takelde een pallet hieruit. Even later reed de Sprinter naar [bedrijf] , waar werd gezien dat verdachte uitstapte en het kantoor binnen ging.44
In de onderzochte telefoon van verdachte (iPhone 11) werd een factuur aangetroffen van [bedrijf] voor de huur van een Mercedes-Benz Sprinter met kenteken [kenteken] op 3 en 4 oktober 2023.45
5 oktober 2023
In een opgenomen gesprek op 5 oktober 2023 zegt verdachte dat hij het vuurwerk dat hij heeft gekocht aan iemand kwijt kan en dat hij het even in de loods neerlegt.46Diezelfde dag is door het observatieteam waargenomen dat verdachte samen met [medeverdachte] de loods aan de [adres] te Groningen heeft betreden, nadat verdachte deze heeft geopend met een sleutel.47
6 oktober 2023
Uit opgenomen gesprekken blijkt dat verdachte op 6 oktober 2023 om 09:50 uur met medeverdachten [medeverdachte] en [medeverdachte] in gesprek is over welke route ze het beste kunnen rijden.
Verdachte zegt dat zij 20 minuten voor [medeverdachte] uitrijden, zodat [medeverdachte] nog kan afslaan als er iets gebeurt. Ook zegt verdachte dat ze je in Duitsland toch niet aanhouden. 48
Door het observatieteam wordt vervolgens om 11:17 uur gezien dat verdachte als bestuurder van zijn Volkswagen Golf (kenteken [kenteken] ) over de N34 richting Groningen rijdt, gevolgd door een Volkswagen Crafter (kenteken [kenteken] ) die wordt bestuurd door [medeverdachte] .49 In de auto hebben verdachte en [medeverdachte] een gesprek over waar ze de pallets gaan neerzetten.50 Vervolgens wordt gezien dat het voertuig van verdachte en de Crafter om 11:41 uur stilstaan bij de [adres] te Groningen. Daarna rijden zij naar de loods aan de [adres] , waar de Crafter achteruit naar binnen wordt gereden. Ook wordt daar gezien dat verdachte en [medeverdachte] de loods naar binnen gaan. Even later zijn ze bij de loods aan de [adres] en wordt de Crafter ook daar achteruit de loods ingereden. Verdachte, [medeverdachte] en [medeverdachte] zijn dan alle drie in de loods. Als ze naar buiten komen, wordt gezien dat verdachte aan [medeverdachte] minimaal één briefje van 50 euro geeft.51
Bij de aanhouding van [medeverdachte] op 10 oktober 2023 is zijn voertuig doorzocht. Daar werd een huurovereenkomst en een factuur aangetroffen voor een Volkswagen Crafter met kenteken [kenteken] op naam van [medeverdachte] voor 5 en 6 oktober 2023.52
Op 10 oktober 2023 is de loods aan de [adres] te Groningen doorzocht en zijn er dozen met illegaal vuurwerk aangetroffen.53 Bij deze doorzoeking zijn vingerafdrukken van verdachte aangetroffen op het verpakkingsmateriaal van het vuurwerk.54
Conclusie
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen professioneel vuurwerk vanuit Duitsland heeft ingevoerd, voorhanden heeft gehad en vervolgens heeft opgeslagen.
Feit 8: gewoontewitwassen
Op de dag van de inval in het drugslab in [plaatsnaam] (24 mei 2023) ontmoetten verdachte en medeverdachte [medeverdachte] elkaar. In dit gesprek zegt verdachte het volgende: “
aan de [adres] nog wat met een rode auto voor de deur ligt 120 duizend euro van mij in [plaatsnaam] . ...ntv... kan niet missen. Je ze weten ervan, moet dan in dit busje het geld op halen.”55
Door het observatieteam is een aantal dagen daarvoor, op 19 mei 2023, waargenomen dat verdachte op de oprit van de [adres] contact had met een man en een vrouw.56 Tijdens de doorzoeking van deze woning op 10 oktober 2023 heeft een van de bewoners, getuige [naam] , verklaard dat hij voor een vriend een geldbedrag had bewaard en dat deze vriend dat geldbedrag ook weer heeft opgehaald.57 Bij de politie heeft hij verklaard dat deze vriend [verdachte] heet. 58
Op 10 augustus 2023 zegt verdachte in een telefoongesprek dat hij centen heeft liggen bij een jongen in het dorp.59 Uit onderzoek aan de telefoon van verdachte blijkt dat hij op diezelfde dag rond hetzelfde tijdstip contact had met getuige [naam] , waarin hij vroeg of er iemand thuis was de volgende dag.
Verdachte zegt ook dat er geen vreemde mensen moeten zijn. Op 17 augustus 2023 stuurt verdachte om 15:36 uur naar getuige [naam] “
Vanavond eem. Hoelaat weet ik niet”en om 19:51 uur “
Is goed heb t net op gehaald”.60
In diverse opgenomen gesprekken heeft verdachte het over grote geldbedragen die hij heeft of in bepaalde (illegale) handel heeft zitten. Zo zegt hij in een gesprek op 7 juli 2023 dat hij ongeveer 55.000,- in vuurwerk heeft zitten en dat hij nog 5.000,- contant heeft liggen.61 Op 4 september 2023 zegt hij dat hij momenteel heel veel investeert en 70.000,- heeft rondzwermen, maar dat daar straks heel veel van terug komt en dat hij een beroep-switch heeft gemaakt naar MDMA-kok. Even later zegt hij dat hij 52.000,- aan grondstoffen heeft gekocht, zoals een kilo plaat waar je M van maakt.62
Uit het onderzoek naar de financiële positie van verdachte volgt dat de bedragen waarover verdachte heeft gesproken geen legale herkomst kunnen hebben.63
Ten aanzien van het verweer van de verdediging overweegt de rechtbank in het bijzonder dat niet uit het dossier blijkt dat het gesprek waarin verdachte spreekt over 120.000,- een grap of grootspraak was, zoals verdachte heeft aangevoerd. Verdachte heeft hier namelijk over gesproken terwijl hij zich onbespied waande. Bovendien is het niet aannemelijk dat verdachte aan [medeverdachte] zou vragen een dergelijk groot geldbedrag op te halen als dat er in werkelijkheid niet zou zijn. Als [medeverdachte] het geld zou gaan ophalen en dat bleek er niet te zijn, zou hij [naam] immers in de problemen hebben gebracht. Aan de verklaring van getuige [naam] dat het om slechts 600,- ging hecht de rechtbank dan ook geen waarde
Conclusie
Op grond van voorgaande bewijsmiddelen bezien in onderling samenhang én in samenhang met de overige bewezenverklaarde feiten waaruit blijkt dat verdachte bezig was met het opzetten en exploiteren
van synthetische drugslabs en illegale handel op het gebied van vuurwerk en hennep acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt door de ten laste gelegde geldbedragen te verbergen en doen bewaren in de woning van anderen en uiteindelijk daar ook op te (laten) halen.
Feit 9: deelname aan een criminele organisatie
Juridisch kader
Volgens vaste jurisprudentie moet onder een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr (hierna: een criminele organisatie) worden verstaan een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en tenminste één andere persoon. Van een dergelijke duurzaamheid dan wel structuur kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie. Het oogmerk van de organisatie moet zijn gericht op het plegen van misdrijven. Daarbij is voor een bewezenverklaring voldoende dat het plegen van misdrijven wordt beoogd, zodat nog geen aanvang hoeft te zijn gemaakt met het daadwerkelijke plegen daarvan.
Van deelneming aan een criminele organisatie is sprake als de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband én als de verdachte een aandeel heeft in gedragingen, dan wel gedragingen ondersteunt, die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van hierboven bedoeld oogmerk. In het bestanddeel “deelneming aan” ligt tevens het opzet van de verdachte besloten. Niet is vereist dat komt vast te staan dat een persoon om als deelnemer aan een criminele organisatie te kunnen worden aangemerkt moet hebben samengewerkt met, althans bekend moet zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. Ook is niet vereist dat verdachte opzet heeft gehad op de door de criminele organisatie beoogde concrete misdrijven. Het opzet moet zijn gericht op het deelnemen aan de organisatie. Bovendien hoeft niet te worden deelgenomen aan de misdrijven waarop het oogmerk is gericht. Medeplichtigheid aan enig misdrijf waarop het oogmerk van de organisatie was gericht, kan voldoende zijn om van deelneming in de zin van artikel 140 Sr te spreken.
Vaststelling van de feiten
Op grond van het dossier stelt de rechtbank het volgende vast.
De criminele organisatie
Om te beginnen blijkt uit het onderzoek [naam] (parketnummer 18-142965-24) dat tijdens het opzetten van de cocaïnewasserij in [plaatsnaam] al contact was tussen verdachte en zijn vader (medeverdachte [medeverdachte] ) en tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] .64 Vanaf 24 mei 2023 komen medeverdachten [medeverdachte] en [medeverdachte] ook in beeld als zij worden herkend bij ontmoetingen met verdachte na de ontdekking van het drugslab in [plaatsnaam] .65 Uit diverse opsporingsmiddelen (waaronder OVCs66 en observaties67) blijkt dat alle verdachten vanaf dan onderling contact met elkaar hebben, waarin veelvuldig wordt gesproken over criminele activiteiten, zoals het opzetten van drugslabs en hennep- en vuurwerkhandel. Ook blijkt uit die gesprekken dat verdachte veel zaken met zowel [medeverdachte] als [medeverdachte] overlegt en dat zij en [medeverdachte] geld investeren in met name de hennep- en vuurwerkhandel. De criminele activiteiten worden in wisselende samenstellingen uitgevoerd. Er is sprake van een zeker(e) tijdsverloop en onderlinge verdeling, waarmee de duurzaamheid en structuur van de organisatie kan worden vastgesteld.68
De rechtbank oordeelt op grond van het voorgaande dat in de periode van 20 juni 2022 tot en met 10 oktober 2023 sprake is geweest van een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, met het oogmerk om misdrijven te plegen, namelijk (het voorbereiden van) het produceren van harddrugs, het importeren en verhandelen van hennep en vuurwerk en/of witwassen.
Deelname aan de organisatie door verdachte
Uit de bewezenverklaarde feiten 1, 2 en 4 tot en met 8 volgt dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan (het verrichten van voorbereidingshandelingen voor) de productie van cocaïne in [plaatsnaam] , MDMA in [plaatsnaam] en (meth)amfetamine in [plaatsnaam] , de verkoop van 2 kilogram hennep, de import van 81,245 kilogram hennep, het binnen het grondgebied van Nederland brengen dan wel voorhanden hebben van professioneel vuurwerk en gewoontewitwassen. Al deze feiten heeft verdachte in vereniging gepleegd, in verschillende samenstellingen.
Verdachte heeft verklaard dat hij slechts de locaties aandroeg waar uiteindelijk drugslabs in zijn aangetroffen, maar uit het dossier blijkt dat zijn rol veel groter is geweest. Zo heeft hij de locaties gereed gemaakt voor de productie van harddrugs, sprak hij af met verschillende partijen die geïnteresseerd waren in het exploiteren van zon lablocatie, onderhandelde hij over geldzaken en besprak hij de verdeling van de opbrengsten. Toen het drugslab in [plaatsnaam] werd ontdekt, gaf hij aan [medeverdachte] de opdracht om een grote hoeveelheid verstopt geld ergens op te halen. Daarnaast is op zijn initiatief professioneel vuurwerk vanuit Duitsland gehaald, waarbij hij bepaalde welke route er zou worden gereden en hij [medeverdachte] achteraf betaalde voor zijn bijdrage.
Conclusie
Naar het oordeel van de rechtbank staat op grond van het voorgaande vast dat verdachte in de periode van 10 juni 2022 tot en met 10 oktober 2023 heeft deelgenomen aan de criminele organisatie.
Parketnummer 18-142965-24, feiten 1 en 2 ( [naam] )
De rechtbank overweegt, op grond van de hierna in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen69, het volgende.
Op 19 november 2022 komt er een melding binnen dat zich op het adres [adres] een cocaïnewasserij zou bevinden.70 Op 20 november 2022 werd op dit adres daadwerkelijk een cocaïnewasserij aangetroffen in een aan de woning grenzende schuur. Er stonden drie caravans en een paardentrailer die was omgebouwd tot badkamer. Daarachter stonden diverse ongebruikte chemicaliën opgeslagen. In de labruimte werd 550 kilogram van een witte kristalachtige poeder aangetroffen, die indicatief positief werd getest op de aanwezigheid van cocaïne. Ook werden op een werkbank twee gripzakken met een witte vochtige substantie van 3,5 kilogram aangetroffen. Deze substantie werd indicatief positief geïdentificeerd als zijnde cocaïne base. Deze positieve identificaties zijn nadien bevestigd door het onderzoek van het NFI.71 Verder stonden in de labruimte vaten, speciekuipen emmers en jerrycans. In een aangrenzende ruimte stonden een perstafel, vacuümsealmachine, droogkast en magnetrons die waren besmet met een witte substantie die indicatief werd geïdentificeerd als cocaïne Hcl. Volgens het LFO zijn de aangetroffen stoffen en goederen typisch voor locaties waar cocaïne uit een dragermateriaal wordt gewonnen, geperst en verpakt. Bovendien kan aantreffen van circa 4600 liter vervuilde/verwerkte chemicaliën volgens het LFO een aanwijzing zijn dat er op deze locatie al enige tijd cocaïne uit een dragermateriaal wordt geëxtraheerd. 72
Op maskers die zijn aangetroffen in de cocaïnewasserij zat DNA van getuige [naam] . Uit zijn telefoongegevens is gebleken dat hij op 29 oktober 2022 heeft gebeld met verdachte. Getuige [naam] heeft daarover verklaard dat hij zijn portemonnee op de tafel in de schuur had laten liggen en dat hij te horen kreeg dat hij dit nummer moest bellen.73
Bij de instap in de cocaïnewasserij zijn de bewoners van de boerderij aan de [adres] , [naam] en [naam] , aangehouden. Uit onderzoek aan de telefoon van [naam] blijkt dat verdachte op 13 oktober 2022 aan [naam] laat weten dat ze morgen even wat aan de stroom gaan doen. Verder vraagt hij op 9 november 2022 of de hond naar binnen kan, omdat die aan het blaffen is en ze willen slapen.74 Ook heeft verdachte regelmatig contact met [naam] . In de periode van 13 oktober 2022 tot en met 12 november 2022 vinden er 47 audio gesprekken of pogingen daartoe plaats tussen verdachte en [naam] . Uit de WhatsAppgesprekken blijkt dat verdachte op 14 november 2022 avondeten komt brengen en dat hij op 15 november 2022 ook aan de [adres] is geweest. 75
Bij de aanhouding van verdachte op 10 oktober 2023 in het onderzoek [naam] (parketnummer 18- 122522-23) is onder andere een iPhone SE onder hem in beslag genomen. Daarop zijn fotos aangetroffen van de schuur in [plaatsnaam] zonder dak en zonder ramen, gemaakt op 20 juni 2022. Op diezelfde dag is er een notitie aangemaakt met een lijst waarop verschillende materialen en de kosten daarvan staan vermeld. Ook staat er een
jammerin deze notitie. Op 25 juni 2022 is er een foto gemaakt van een chat waarin wordt gezegd dat het dak vandaag is afgemaakt. Op 15 juli 2022 is er een foto gemaakt van een andere telefoon waarop een schematische opstelling van ketels en de verbinding onderling is te zien. Op 14 augustus 2022 wordt er een foto gemaakt van een plattegrond die overeenkomt met de inrichting van de aangetroffen cocaïnewasserij. Op 1 oktober 2022 is een notitie aangemaakt met een lijst waarop onder andere dekens, kussens, tandenborstels, een waterkoker, tosti-ijzer en boodschappen voor de eerste paar dagen voor vijf personen staan. Verder is op de telefoon een bevestigingsmail d.d. 8 november 2022 van de aankoop van een regenton aangetroffen, met als bezorgadres het adres van verdachte. In een chat van 9 november 2022 zegt verdachte tegen zijn vader dat hij een regenton heeft besteld en dat zijn vader die in ontvangst moet nemen. “Schele” haalt de regenton dan op. Eenzelfde type regenton is aangetroffen in de productieruimte van de cocaïnewasserij. Op 10 november 2022 is een terrasheater besteld met als afleveradres het adres van medeverdachte [medeverdachte] . In de verwerkingsruimte van de cocaïnewasserij is eenzelfde soort terrasheater aangetroffen. Tot slot wordt er op 17 november 2022 een foto gemaakt van een chatgesprek op een andere telefoon, waarin in het Spaans wordt gesproken over dat er een probleem is met de stroom. 76
In de periode na de ontdekking van de cocaïnewasserij is er vertrouwelijke communicatie opgenomen in het voertuig van verdachte (kenteken [kenteken] ). Daaruit blijkt dat verdachte 10.000,- per week zou gaan verdienen met de cocaïnewasserij en dat hij 15.000,- erin had geïnvesteerd. Verder zegt verdachte in een gesprek op 9 oktober 2023 tegen zijn vader: “ (
boerenkeet in [plaatsnaam] ) Waren Duitsland, op die plek, vuurwerk te regelen daar, voor mij, . [naam] was er toen bij, staan we daar buiten, begint hij ineens over dat wasserij draait, ik zeg , ...o, doe ik ook mee..ja, hij wist dat ik dat ook deed, dat ik hem runde, zeg maar, beetje”.77
Verdachte heeft bij de rechter-commissaris en ter zitting op 25 mei 2025 verklaard dat hij de locatie in [plaatsnaam] heeft geregeld, dat hij de caravans en paardentrailer daar heeft neergezet, dat hij een deel van het dak erop heeft gezet en dat hij wel eens eten heeft gebracht.
Ten aanzien van de verweren van de raadsman overweegt de rechtbank het volgende.
Allereerst staat op grond van bovenstaande bewijsmiddelen vast dat verdachte de cocaïnewasserij min of meer runde, aldus verdachte zelf. Zo heeft hij de locatie, caravans, paardentrailer, levensmiddelen en beddengoed voor de koks, stroom en het dak geregeld. Daar komt bij dat hij een regenton en terrasheater heeft besteld en contact onderhield met de bewoners. Door deze handelingen te verrichten is naar het oordeel van de rechtbank sprake van het medeplegen aan het verwerken van cocaïne. Dat niet uit het dossier blijkt dat verdachte degene is geweest die de middelen daadwerkelijk in de schuur heeft gezet, doet hier niet aan af, nu dat voor een bewezenverklaring van medeplegen niet is vereist. Ook heeft verdachte met het verrichten van deze (voorbereidings)handelingen zijn intentie voor het opzetten van een cocaïnewasserij geuit (feit 2).
Uit de aangetroffen fotos en chatgesprekken op de telefoon van verdachte blijkt dat hij tijdens de opbouw en het productieproces op de locatie geweest. Bovendien blijkt uit het feit dat getuige [naam] verdachte moest bellen voor een achtergebleven portemonnee
inde schuur dat verdachte (in ieder geval op 29 oktober 2022) toegang had tot deze schuur. Daarmee staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verdachte beschikkingsmacht had over de cocaïnewasserij en de daarin aangetroffen cocaïne en cocaïne base.
Verdachte heeft voorts met het verrichten van deze (voorbereidings)handelingen zijn intentie voor het opzetten van een cocaïnewasserij duidelijk gemaakt (feit 2).
Conclusie
Op grond van voorgaande bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is dat verdachte samen met anderen cocaïne en cocaïne base heeft verwerkt en aanwezig heeft gehad en dat hij daartoe voorbereidingshandelingen heeft verricht.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feiten 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 onder parketnummer 18-122522-23 en feiten 1 en 2 onder parketnummer 18-142965-24 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
Parketnummer 18-122522-23
1. ​
hij (op verschillende tijdstippen) in de periode van 1 maart 2023 tot en met 24 mei 2023, te [plaatsnaam] , tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt en vervaardigd (in een pand aan of nabij de [adres] )
25,6 kilogram MDMA (kristallen); EN
hij (op verschillende tijdstippen) in de periode van 1 maart 2023 tot en met 24 mei 2023, te [plaatsnaam]
, meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en te bevorderen, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, en vervaardigen van
  • een hoeveelheid MDMA,
  • een ander heeft getracht te bewegen om dat feit mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn en om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en
  • zich en een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en
  • voorwerpen, stoffen, voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en zijn mededader wisten dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door, tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), opzettelijk
  • ten aanzien van een productielocatie te [plaatsnaam] (aan/nabij [adres] ):
  • die locatie te (doen/laten) huren, en
  • die locatie te (doen/laten) inrichten en voorzien van een of meer vaten en kookplaten en luchtafzuigers en filters en ventilatoren en jerrycans en pannen en vrieskisten en gasmaskers en andere gereedschappen, materialen en hulpmiddelen, geschikt voor de productie van PMK en (uiteindelijk) MDMA (HCL), en
  • meer hoeveelheden van chemische stoffen bevattende ethyl-ester van PMK-glycidezuur en PMK en methylamine en natriumboorhydride en aceton, bedoeld voor de productie van PMK en MDMA voorhanden te hebben en/
  • een (grote) hoeveelheid van die (aldus geproduceerde) MDMA en MDMA HCL (kristallen) op te slaan of te doen/laten opslaan.
hij (op verschillende tijdstippen) in de periode van 1 juli 2023 tot en met 10 oktober 2023 te [plaatsnaam] , meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en te bevorderen, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, en vervaardigen van (meth)amfetamine,
  • een ander heeft getracht te bewegen om dat feit mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn en om daartoe gelegenheid en middelen te verschaffen, en
  • zich en een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en
  • voorwerpen, vervoermiddelen en stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en zijn mededader(s), wist(en) dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door, tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), opzettelijk
  • ten aanzien van een productielocatie te [plaatsnaam] (in een pand nabij de [adres] ):
  • die locatie te (doen/laten) huren, en
  • een deel van (de toegang van/tot) die locatie dicht te (doen/laten) timmeren en de vloer van die locatie te (doen/laten) egaliseren, en die locatie van afzuigunits en ventilatoren en koolstoffilters te (doen/laten) voorzien en/
  • die locatie (verder) te (doen/laten) verbouwen/vertimmeren en in te richten of te voorzien van rvc-tafels en vaten en jerrycans en zakken met een hoeveelheid methylthioglycolaat en AIBN (een peroxide) en L- wijnsteenzuur (in totaal ongeveer 925 kilogram) en een hoeveelheid tolueen en aceton en methanol en zoutzuur en methylamine en caustic soda (natriumhydroxide), en andere gereedschappen, materialen en hulpmiddelen, geschikt voor de productie van die synthetische drugs/(meth)amfetamine, en
  • (daartoe tevens) een of meer jerrycans met een hoeveelheid aceton (in totaal ongeveer 1280 liter) en zoutzuur (in totaal ongeveer 380 liter), en maatbekers en kookplannen en
centrifuges, en andere goederen en chemicaliën of (chemische) (hulp)stoffen, geschikt/bedoeld voor die productie van (meth)amfetamine, nabij die locatie (onder dekzeilen en nabij dat pand) voorhanden te hebben en op te slaan, en (ook)
-dat (aldus) ingerichte drugslab/locatie te [plaatsnaam] aan derde(n) aan te bieden of te verkopen/verhuren, ten einde daar (mede) synthetische drugs te (doen/laten) vervaardigen; 4.
hij op 2 augustus 2023, te Groningen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk (in totaal ongeveer) twee kilogram hennep heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd;
5.
hij in de periode van 8 maart 2023 tot en met 31 mei 2023 te Groningen en/of elders in Nederland (vanuit) Canada, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk (in totaal ongeveer) 81,245 kilogram
hennep, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht;
6.
hij in de periode van 4 oktober 2023 tot en met 6 oktober 2023 te Groningen en (vanuit) Duitsland, meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) opzettelijk een hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik,
-binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (vanuit Duitsland), heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad;
7.
hij op 10 oktober 2023 te Groningen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten (in totaal ongeveer)
  • 300 stuks knalvuurwerk (super cobra 6), en
  • 1560 stuks knalvuurwerk (caramella 16g), en
  • 1476 kilogram siervuurwerk (te weten cakeboxen envuurwerk van het soort batterij enkelschotsbuizen),
-in een loods aan of nabij de [adres] te Groningen, heeft opgeslagen en/
ofvoorhanden heeft gehad;
8.
hij (op verschillende tijdstippen) in de periode van 9 mei 2023 tot en met 10 oktober 2023, te Groningen en [plaatsnaam] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, al dan niet van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met (een) ander(en), meermalen, op verschillende tijdstippen in die periode, (van) voorwerp(en), te weten:
  • (telkens) een hoeveelheid (contant) geld, en
  • (in totaal ongeveer) 120.000 euro (contant),
de werkelijke aard en/
ofde herkomst en de vindplaats en verplaatsing verborgen en verhuld, door (telkens) dat (contante) geld onder zich te nemen en te (doen/laten) vervoeren naar en in de woning(en) van (een) ander(en) (aan de [adres] ) op te (doen/laten) bergen en te verstoppen en te bewaren en om (later) op te (doen/laten) halen en om (deels) af te geven aan (weer) een ander/derde (al dan niet in overleg), terwijl hij (telkens) wist, dat die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit het misdrijf;
9.
hij in de periode van 20 juni 2022 tot en met 10 oktober 2023, te [plaatsnaam] , Groningen en/of elders in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten: verdachte en [medeverdachte] en [medeverdachte] en [medeverdachte] en [medeverdachte] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:
  • het voorbereiden of bevorderen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 Opiumwet, in de zin van artikel 10a Opiumwet, namelijk het opbouwen en inrichten van een drugslaboratorium en het opslaan van een of meer precursoren en chemicaliën en andere goederen en stoffen geschikt voor de (voorgenomen) productie van synthetische drugs, en
  • het opzettelijk bereiden, bewerken en verwerken en vervaardigen van MDMA en (meth)amfetamine en
  • het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen, en
  • het opzettelijk voorhanden hebben van stoffen en voorwerpen als bedoeld in artikel 11a Opiumwet, en
  • het opzettelijk aanwezig hebben van (een grote hoeveelheid) van (bovengenoemde) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en II, en
  • het opzettelijk professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland brengen, op te slaan en/
  • het al dan niet opzettelijk witwassen van geld.
Parketnummer 18-142965-24
1
hij, op een of meer tijdstippen, in de periode van 18 oktober 2022 tot en met 20 november 2022 te
[plaatsnaam] , tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt, en heeft vervaardigd, en aanwezig heeft gehad
  • (ongeveer) 550,5 kilogram (van een materiaal bevattende) cocaïne, en
  • (ongeveer) 3,5 kilogram cocaïne base;
2.
hij, op meer tijdstippen, in de periode van 20 juni 2022 tot en met 20 november 2022 te [plaatsnaam] , tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/
ofte bevorderen, te weten het opzettelijk verwerken van (grote) hoeveelheden cocaïne,
  • een ander heeft getracht te bewegen om dat feit mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn en om daartoe gelegenheid en middelen te verschaffen, en
  • zich en een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en
  • voorwerpen en stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en zijn mededaders, wisten of ernstige reden hadden om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit door, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk
  • een productielocatie voor een cocaïnewasserij te zoeken en (vervolgens) te huren, en
  • (vervolgens) de schuur aan of nabij de [adres] geschikt te maken voor de plaatsing van een cocaïnewasserij, door het (doen/laten) aanbrengen van een dak en het (doen/laten) aanleggen/aanpassen van een elektriciteitsvoorziening en hiertoe andere (bouw)werkzaamheden te (doen/laten) verrichten, en
  • een ontwerp/tekening te maken voor de inrichting van die schuur als cocaïnewasserij, en
  • (daartoe) een of meer voorwerpen en stoffen (daar) aanwezig/beschikbaar te hebben, te weten een (grote) hoeveelheid chemische stoffen (te weten ethylacetaat, ethanol, dichloormethaan, zavelzuur, hexaan, ammonia, totueen, methylethylketon en calciumchloride), een pers(tafel), magnetrons, een vacuümsealmachine, een werkbank/zeeftafel, een droogkast (gemaakt met terrasverwarmers), en een regenton, en
  • (vervolgens hiermee) die schuur in te richten of te doen/laten inrichten en (ook) ingericht te houden en in werking te stellen als cocaïnewasserij, en
  • caravans en een paardentrailer (omgebouwd tot douche en wc unit) en beddengoed aan te (laten) schaffen/te regelen ten behoeve van het verblijf van een of meer koks of laboranten, werkzaam ten behoeve van (die productie in) die cocaïnewasserij, en
  • een bijdrage te leveren aan de voorzieningen/ het levensonderhoud van die koks of laboranten, en
  • te overleggen over (stroom)problemen en instructies te geven met betrekking tot de (illegale) elektriciteitsvoorziening van die cocaïnewasserij, en
  • te overleggen met een of meer medeverdachte(n) over de samenwerking met betrekking tot die cocaïnewasserij, en
  • (aldus) (mede) een faciliterende en financierende en (ook) uitvoerende rol te spelen met betrekking tot de opbouw en/of exploitatie van die cocaïnewasserij.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
Parketnummer 18-122522-23
1.
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B en D van de Opiumwet gegeven verbod,

EN

medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet voor te bereiden of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om dat feit mede te plegen en daarbij behulpzaam te zijn, zich gelegenheid tot het plegen van dat feit te verschaffen en voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd.

2.
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet voor te bereiden of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om dat feit mede te plegen, daarbij behulpzaam te zijn en gelegenheid en middelen te verschaffen, zich gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd.
4.
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel.
5.
medeplegen opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel.
6.
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer, strafbaar gesteld bij artikel 1a juncto artikel 6 van de Wet op de economische delicten, opzettelijk begaan en meermalen gepleegd.
7.
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer, strafbaar gesteld bij artikel 1a juncto artikel 6 van de Wet op de economische delicten, opzettelijk begaan.
8.
van het plegen van witwassen een gewoonte maken.
9.
deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Parketnummer 18-142965-24
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B, C en D van de Opiumwet gegeven verbod.
om een feit, bedoeld in het vierde en vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om dat feit mede te plegen, zich gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat verdachte ter zake van alle feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9,5 jaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor oplegging van een lagere straf dan is gevorderd door de officier van justitie. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat in (vergelijkbare) zaken lagere straffen worden opgelegd. Daarnaast heeft de raadsman verzocht om de persoonlijke omstandigheden van verdachte nadrukkelijker mee te laten wegen bij de strafoplegging. Daarbij heeft hij onder andere gewezen op de bewogen jeugd van verdachte, het feit dat hij kampt met medische klachten en dat hij momenteel zijn leven op orde heeft.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, de rapportages van de reclassering
d.d. 15 april 2025 en het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 2 april 2025, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in de periode vanaf 20 juni 2022 tot en met 10 oktober 2023 schuldig gemaakt aan in totaal elf strafbare feiten. Allereerst heeft verdachte zich meerdere malen bezig gehouden met (het voorbereiden van) het produceren van harddrugs, zijnde cocaïne, MDMA en (meth)amfetamine. Daarnaast hield verdachte zich (in grote hoeveelheden) bezig met de invoer en verkoop van softdrugs en de invoer en opslag van professioneel vuurwerk. Verdachte heeft met zijn criminele activiteiten kennelijk grote geldbedragen buitgemaakt, nu hij zich tevens schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van die gelden.
Deze feiten werden door verdachte telkens gepleegd binnen een crimineel samenwerkingsverband. Verdachte vervulde binnen dit samenwerkingsverband als organisator dan wel facilitator een belangrijke rol. Zo initieerde en organiseerde hij de vuurwerktransporten, onderhield hij contact met (potentiële) exploitanten van de ingerichte (synthetische) drugslabs en maakte hij prijsafspraken met hen. Ook regelde hij voorzieningen en voedsel voor de koks in de cocaïnewasserij.
Verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan de instandhouding van de (internationale) drugshandel en hij kan medeverantwoordelijk worden gehouden voor de nadelige effecten die door de handel in en het gebruik van verdovende middelen worden veroorzaakt. De harddrugs die mede door verdachte zijn geproduceerd werken sterk verslavend en zijn schadelijk voor de gezondheid van de gebruikers ervan. De handel en het gebruik van deze verdovende middelen brengen bovendien vele vormen van (zware) criminaliteit met zich mee. Ook de softdrugs die mede door verdachte zijn ingevoerd en verkocht, kunnen leiden tot schade aan de gezondheid bij langdurig gebruik. Ten aanzien van het vervoeren en opslaan van professioneel vuurwerk geldt dat dit enorme risicos met zich mee brengt, omdat dit type vuurwerk fors explosief kan reageren. Illegaal vuurwerk zorgt bovendien voor ongevallen en voor hoge materiële schade
en overlast. Hier heeft verdachte met zijn handelen aan bijgedragen.
De rechtbank rekent verdachte dit alles aan, ook omdat hij kennelijk louter heeft gehandeld vanuit financiële motieven en zich niet om de gevolgen voor de maatschappij heeft bekommerd. Bovendien heeft het feit dat twee van de productielocaties een aantal maanden na elkaar werden ontmanteld en een ingevoerde partij softdrugs werd onderschept verdachte er niet van weerhouden om zijn activiteiten ondertussen en elders voort te zetten. Tot slot heeft verdachte geen volledige verantwoordelijkheid genomen.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft bij de strafbepaling naast de ernst van de feiten rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Daartoe heeft de rechtbank allereerst acht geslagen op het uittreksel uit de justitiële documentatie, waaruit blijkt dat verdachte in 2020 een strafbeschikking opgelegd heeft gekregen voor het overtreden van het Vuurwerkbesluit.
Verder heeft de rechtbank kennis genomen van de door de reclassering opgemaakte rapportage. Daaruit volgt onder andere dat verdachte beschikt over een betaalde baan, huisvesting en een stabiele relatie. Het risico op recidive wordt ingeschat als laag. De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden, omdat verdachte bewust heeft gekozen om criminele handelingen te verrichten.
Strafoplegging
Gelet op het voorgaande, alsmede de oriëntatiepunten van het LOVS, acht de rechtbank een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. Aangezien de rechtbank verdachte voor feit 3 heeft vrijgesproken, komt de rechtbank tot een lagere straf dan is geëist door de officieren van justitie. Alles afwegend zal de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren opleggen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Vorderingen maatregel kostenverhaal

De maatregel in artikel 13d van de Opiumwet maakt het mogelijk dat de kosten die ten laste van de Staat komen in verband met de vernietiging van voorwerpen die ernstig gevaar opleveren voor de leefomgeving of voor de volksgezondheid, worden verhaald op degene die wordt veroordeeld ter zake van een strafbaar feit dat in verband staat met het voorwerp.
Parketnummer 18-122522-23, feit 2 ( [naam] )
De rechtbank stelt vast dat aan voornoemde vereisten voor oplegging van de maatregel is voldaan. In het drugslab in [plaatsnaam] waren namelijk stoffen aanwezig die een ernstig gevaar opleveren voor de leefomgeving of voor de volksgezondheid en daarnaast heeft de Staat kosten gemaakt voor vernietiging daarvan.
Bij de stukken bevindt zich een factuur van [bedrijf] met een kostenoverzicht van het ontmantelen van het drugslab, inclusief de afvoer van chemicaliën en restafval en het vernietigen van hardware. Totaal gaat het om een bedrag van 25.719,46. De rechtbank is van oordeel dat de kosten voldoende zijn onderbouwd en zijn aan te merken als kosten in de zin van artikel 13d van de Opiumwet. Uit het dossier blijkt tevens dat de factuur van [bedrijf] door de Staat is betaald.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank conform de vordering van de officieren van justitie aan verdachte de maatregel kostenverhaal opleggen. De rechtbank legt aan verdachte de verplichting op om een vierde van het totaalbedrag, te weten 6.429,87, te betalen aan de Staat ter vergoeding van de kosten als bedoeld in artikel 13d van de Opiumwet. Indien dit bedrag niet wordt voldaan, kunnen 125 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Parketnummer 18-142965-24 ( [naam] )
De rechtbank stelt vast dat aan voornoemde vereisten voor oplegging van de maatregel is voldaan. In de cocaïnewasserij in [plaatsnaam] waren namelijk stoffen aanwezig die een ernstig gevaar opleveren voor de leefomgeving of voor de volksgezondheid en daarnaast heeft de Staat kosten gemaakt voor vernietiging daarvan.
Bij de stukken bevindt zich een factuur van [bedrijf] met een kostenoverzicht van het ontmantelen van het drugslab, inclusief de afvoer van chemicaliën en restafval en het vernietigen van hardware. Totaal gaat het om een bedrag van 32.654,31. De rechtbank is van oordeel dat de kosten voldoende zijn onderbouwd en zijn aan te merken als kosten in de zin van artikel 13d van de Opiumwet. Uit het dossier blijkt tevens dat de factuur van [bedrijf] door de Staat is betaald.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank conform de vordering van de officieren van justitie aan verdachte de maatregel kostenverhaal opleggen. De rechtbank legt aan verdachte de verplichting op om een derde van het totaalbedrag, te weten 10.884,77, te betalen aan de Staat ter vergoeding van de kosten als bedoeld in artikel 13d van de Opiumwet. Indien dit bedrag niet wordt voldaan, kunnen 217 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.

Inbeslaggenomen goederen

Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de drie in beslag genomen telefoons onder parketnummer 18-122522-23, de twee in beslag genomen telefoons en het geldbedrag van 1.580,20 onder parketnummer 18-142965-24 vatbaar voor verbeurd verklaring, nu dit voorwerpen betreffen met behulp waarvan de feiten zijn begaan of voorbereid (de telefoons) dan wel ermee zijn verkregen (het geld).
Ten aanzien van de in beslag genomen drugs onder zowel parketnummer 18-122522-23 als 18-142965-24 is de rechtbank van oordeel dat deze dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 47, 57, 140 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2, 3, 10, 10a, 11 en 11b van de Opiumwet, de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer en artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder feit 3 van parketnummer 18-122522-23 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder feiten 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 van parketnummer 18-122522-23 en feiten 1 en 2 van parketnummer 18-142965-24 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op de schorsing van de voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Vorderingen maatregel kostenverhaal
Ten aanzien van parketnummer 18-122522-23, feit 2
Legt op als maatregel de verplichting tot vergoeding van het bedrag van 6.294,87 aan de Staat. Bepaalt de duur van de gijzeling op 125 dagen.
Ten aanzien van parketnummer 18-142965-24
Legt op als maatregel de verplichting tot vergoeding van het bedrag van 10.884,77 aan de Staat. Bepaalt de duur van de gijzeling op 217 dagen.
Ten aanzien van het beslag
-
Verklaart verbeurdde in beslag genomen telefoons onder parketnummer 18-122522-23 en de twee in
beslag genomen telefoons en het geldbedrag van 1.580,20 onder parketnummer 18-142965-24;
-
Onttrekt aan het verkeerde in beslag genomen drugs en productie gerelateerde goederen onder
parketnummers 18-122522-23 en 18-142965-24.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter, mr. M.A.M. Wolters en mr. H.M. Lenting, rechters, bijgestaan door mr. F.C.A. Fierstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 juni 2025.
Mr. H.M. Lenting is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1. De processen-verbaal waarnaar wordt verwezen, zijn opgenomen in het dossier van de Politie Noord-
Nederland met nummer 2023117254 (onderzoek [naam] ) d.d. 6 mei 2024. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2 P. 438 e.v.
3 P. 445 e.v.
4 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 20 mei 2025.
5 P. 469 e.v. en p. 475 e.v.
6 Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 juni 2023, opgenomen op
pagina 174 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2023132413 d.d. 4 april 2024 (dossier [naam] ), inhoudend de verklaring van verbalisanten.
7 P. 23 (dossier [naam] ).
8 een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van
Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2023.07.03.123, d.d. 10 augustus 2023 opgemaakt door NFI- deskundige dr. J.W. Hulshof, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige.
9 P. 174 e.v. (dossier [naam] )
10 P. 448 e.v.
11 P. 494 e.v.
12 P. 504 e.v.
13 De verklaring van verdachte bij de rechter-commissaris d.d. 14 januari 2025.
14 P. 656 e.v.
15 P. 566 e.v.
16 P. 2547 e.v. (vanaf p. 2560 e.v.).
17 P. 566 e.v.
18 P. 522 e.v.
19 P. 542 e.v.
20 P. 560 e.v.
21 P. 539 e.v.
22 P. 421 e.v.
23 P. 577 e.v.
24 P. 1241 e.v.
25 P. 583 e.v.
26 P. 69 e.v.
27 P. 1349 e.v.
28 P. 1209 en P. 25 e.v. (dossier [naam] ), zie bijlage op p. 36
29 P. 134 e.v. (dossier [naam] )
30 P. 13 e.v. (dossier [naam] )
31 P. 1209 en P. 25 e.v. (dossier [naam] ), zie bijlage op p. 47 e.v.
32 P. 1209 e.v. en P. 25 e.v. (dossier [naam] )
33 P. 577 e.v.
34 P. 1329 e.v.
35 NJ 1993/225
36 P. 1463 e.v.
37 P. 1900 e.v.
38 P. 1810 e.v.
39 P. 1817 en 1818 e.v.
40 P. 1825 e.v.
41 P. 577 e.v.
42 P. 1463 e.v. (bijlage p. 1518)
43 P. 1661 e.v.
44 P. 1668 e.v.
45 P. 1900 e.v.
46 P. 1463 e.v. (bijlage p. 1519)
47 P. 1675 e.v.
48 P. 1463 e.v. (bijlage p. 1525)
49 P. 1900 e.v.
50 P. 1463 e.v. (bijlage p. 1526)
51 P. 1900 e.v.
52 P. 1900 e.v.
53 P. 1703 e.v.
54 P. 88 (forensisch dossier) en p. 1699 e.v.
55 P. 490 e.v.
56 P. 2012 e.v.
57 P. 2071 e.v.
58 P. 2076 e.v.
59 P. 1974 e.v.
60 P. 2097 e.v. (bijlage p. 2108 e.v.)
61 P. 1463 e.v. (bijlage p. 1466 e.v.)
62 P. 1463 e.v. (bijlage p. 1494 e.v.)
63 P. 2021 e.v. en 2028 e.v.
64 P. 1024 e.v.
65 P. 488 e.v.
66 P. 2345 e.v. en p. 2547 e.v.
67 P. 2368 e.v., p. 2389 e.v., p. 2396 e.v., p. 2399 e.v., p. 2401 e.v., p. 2408 e.v., p. 2413 e.v. en p. 2421
e.v.
68 P. 2327 e.v.
69 De processen-verbaal waarnaar wordt verwezen, zijn opgenomen in het dossier van de Politie Noord-
Nederland met nummer 2023117254 (onderzoek [naam] ) d.d. 6 mei 2024. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
70 P. 47 e.v.
71 P. 259 e.v.
72 P. 82 e.v.
73 P. 713 e.v.
74 P. 259 e.v.
75 P. 165 e.v.
76 P. 1024 e.v.
77 P. 1058 e.v.