In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland op 30 juni 2025, wordt de ontvankelijkheid van het beroep van eiseres tegen een besluit van het Centraal Administratie Kantoor (CAK) beoordeeld. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van het CAK van 27 juni 2024, maar in haar beroepschrift ontbraken de gronden van het beroep. De rechtbank heeft eiseres meerdere keren verzocht om deze gronden te specificeren, maar zij heeft hier niet aan voldaan. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen op welke punten eiseres het niet eens was met het bestreden besluit. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het niet voldoet aan de wettelijke vereisten voor behandeling. Eiseres heeft geen redenen gegeven voor het ontbreken van de gronden en het verzuim is niet verontschuldigbaar. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvindt. Eiseres krijgt het griffierecht niet terug en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.