ECLI:NL:RBNNE:2025:2571

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 juni 2025
Publicatiedatum
30 juni 2025
Zaaknummer
11432945 BU VERZ 24-2847
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van boete voor parkeren op gehandicaptenparkeerplaats door ambulant begeleidster

Op 17 juni 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een boete opgelegd aan een ambulant begeleidster van psychiatrische cliënten. De betrokkene had op 16 november 2023 geparkeerd op een gehandicaptenparkeerplaats zonder een duidelijk zichtbare geldige gehandicaptenparkeerkaart. De opgelegde boete bedroeg € 359,00. Betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting heeft de kantonrechter de omstandigheden van de betrokkene in overweging genomen. Betrokkene heeft erkend dat zij niet voldeed aan de voorwaarden voor het gebruik van de gehandicaptenparkeerplaats, maar heeft aangevoerd dat zij in een situatie verkeerde waarin zij haar cliënt niet alleen kon laten. De kantonrechter heeft begrip getoond voor de situatie van betrokkene, maar benadrukte dat gehandicaptenparkeerplaatsen vrijgehouden moeten worden voor personen met een geldige parkeerkaart. Na het horen van de argumenten van beide partijen heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen tot nihil, gezien de bijzondere omstandigheden van de zaak.

De kantonrechter heeft de beslissing van de officier van justitie vernietigd en het bedrag van de zekerheidstelling aan betrokkene gerestitueerd. De uitspraak is gedaan door kantonrechter J.Y.B. Jansen, met proces-verbaal opgemaakt door griffier R. de Hoop.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 262571519
zaaknummer: 11432945 BU VERZ 24-2847
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van 17 juni 2025
in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats] .

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘parkeren op gehandicaptenparkeerplaats zonder duidelijk zichtbare geldige gehandicaptenparkeerkaart’ verricht op 16 november 2023, om 13:33 uur, aan de Lloydsterras ter hoogte van nummer 8 te Veendam, gemeente Veendam, met een personenauto, met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 359,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 17 juni 2025 op de zitting behandeld. Daarbij waren aanwezig: betrokkene en als vertegenwoordigster van de officier van justitie mr. R.A. van der Velde.
1.3.
Na sluiting van het onderzoek heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Beslissing

2. De kantonrechter beoordeelt het beroep aan de hand van de beroepsgronden van betrokkene. Hij oordeelt dat het beroep gegrond is en zal de boete matigen tot nihil. De kantonrechter zal hierna uitleggen waarom hij dat doet.
Standpunten
3. Betrokkene, werkzaam als ambulant begeleidster van psychiatrische patiënten, heeft erkend dat zij niet voldoet aan de voorwaarden om gebruik te mogen maken van een gehandicaptenparkeerplaats, maar dat zij zich in een situatie bevond waarin zij zoveel mogelijk continu haar cliënt in de gaten moet houden. Haar client was zodanig beperkt dat de afstand van een parkeerplek waar zij wel had mogen parkeren, voor deze cliënt niet haalbaar was. Betrokkene heeft toegelicht dat de kleinschalige zorginstelling waarvoor zij werkt niet altijd kan beschikken over bedrijfsauto’s met herkenbaar logo. Op de pleegdatum heeft betrokkene gereden in haar eigen auto, zonder logo. Door betrokkene is aangevoerd dat auto’s waarop wel hun logo staat, niet bekeurd worden voor onderhavige gedraging.
4. Door de vertegenwoordiger is aangevoerd dat het de discretionaire bevoegdheid van de verbalisant is om in concrete gevallen naar aanleiding van een gebleken gedraging een boete op te leggen of daarvan af te zien. Daarnaast heeft de vertegenwoordigster aangevoerd dat door betrokkene geen verklaring van haar werkgever is overgelegd. Gelet op vorenstaande ziet zij geen aanleiding om de boete te matigen. De vertegenwoordigster heeft de kantonrechter verzocht het beroep ongegrond te verklaren.
Overwegingen
5. Omdat betrokkene de verweten gedraging niet betwist, kan deze worden vastgesteld. Vervolgens is de vraag, of sprake is van omstandigheden die moeten leiden tot het matigen of achterwege laten van de boete.
5.1
De kantonrechter ziet in de door betrokkene aangevoerde bijzondere omstandigheden voldoende aanleiding de boete te matigen. Hiertoe overweegt hij dat betrokkene van meet af aan heeft aangevoerd dat zij onderhavige gedraging heeft begaan als ambulant begeleidster van een psychiatrisch client met vaart medicatie moest ophalen bij de apotheek, zij deze client niet te lang alleen kon laten en dat de reguliere parkeerplaatsen vol waren. Alhoewel betrokkene haar verweer beter had moeten en kunnen onderbouwen door het overleggen van een verklaring van haar werkgever en de gehandicaptenparkeerplaatsen te allen tijde vrijgehouden moeten worden voor personen met een gehandicaptenparkeerkaart waardoor betrokkene in dit geval een reguliere parkeerplaats had moeten zoeken om te parkeren, begrijpt de kantonrechter dat betrokkene met de beste bedoelingen de gedraging heeft begaan en daarnaast maar kort op de gehandicaptenparkeerplaats heeft gestaan. Alles overwegende is de kantonrechter van oordeel dat de boete gematigd moet worden tot nihil.

Conclusie

De kantonrechter:
- verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
- vernietigt die beslissing;
- wijzigt de inleidende beschikking in die zin dat de sanctie wordt gematigd tot nihil;
- bepaalt dat het bedrag van de zekerheidstelling aan betrokkene wordt gerestitueerd.
Waarvan proces-verbaal,
R. de Hoop, griffier mr. J.Y.B. Jansen , kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op: