Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 mei 2025 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats 1] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Assen, het college
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
- Maximaal 15% van het oppervlak van de hoofdbranche ‘sport en spel’ mag bestaan uit kleinschalig, ondersteunend assortiment (en dus minimaal 85% van het oppervlak van de hoofdbranche ‘sport en spel’ moet bestaan uit volumineus sport- en spelassortiment). Deze percentages gelden zowel voor het totaal aangevraagde oppervlakte van 1.200 m2 hoofdbranche ‘sport en spel’, maar ook voor elk (eventueel) zelfstandige winkel in de hoofdbranche ‘sport en spel’ die zich binnen de aangevraagde 1.200 m2 hoofdbranche ‘sport en spel’ vestigt.
- Het oppervlak kleinschalig ondersteunend assortiment binnen de hoofdbranche ‘sport en spel’ mag maximaal 180 m2 bedragen.
Door deze voorwaarden op te nemen wordt toegestaan dat eiseres een klein deel van de winkel gebruikt voor de verkoop van kleinschalig assortiment. Vanuit praktisch oogpunt wordt een oppervlaktebeperking opgenomen, zodat niet steeds discussie hoeft te worden gevoerd over het aanbod van kleinschalig assortiment. De relatieve en absolute grens, zoals opgenomen in de voorwaarden, is gebaseerd op advies van DTNP, adviesbureau op het gebied van detailhandel.
Het feit dat de winkel een bvo zal hebben van 1.000 m2 en daarmee voldoet aan een van de criteria voor vestiging op een perifere locatie doet daar niet aan af, nu deze toetsingsfactor uit het beleid van de gemeente ziet op winkels met een volumineus assortiment en de beperking juist opgelegd is ten aanzien van het niet-volumineuze assortiment van de te vestigen winkel.
Met het overgelegde rapport heeft het college bovendien niet uitgelegd waarom een kleinschalig assortiment van 180 m2 zou inbreken op de reguliere detailhandelsstructuur. In het overgelegde rapport van 21 maart 2023 gaat het om een zelfstandige winkel van 200 m2, volledig bestaand uit kleinschalig assortiment, waarvan DTNP concludeert dat die zich ook prima kan vestigen in de binnenstad. Hier is echter sprake van een winkel in volumineuze goederen mét kleinschalig assortiment. Deze kan zich helemaal niet vestigen in de binnenstad.
Met het onderzoek is ook niet gezegd dat een zelfstandige winkel van kleiner formaat (zoals 180m2) zich niet zou kunnen vestigen in de binnenstad. Integendeel, dit zou volgens het rapport prima kunnen, nu er leegstaande panden in de binnenstad zijn van dat formaat of groter. De beperking van 180 m2 lijkt daarom niet logisch.
Uit het bestreden besluit en het onderliggende rapport blijkt derhalve niet waarom specifiek een grens van 180 m2 is gekozen.