de veroordeelde verleent, ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of biedt een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan;
de veroordeelde verleent medewerking aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, waaronder begrepen het verlenen van medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
de veroordeelde houdt zich aan de door de reclassering te geven aanwijzingen die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om veroordeelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
de veroordeelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van de begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
de veroordeelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact met hem hebben, als dat van belang is voor het toezicht;
de veroordeelde zal geen strafbare feiten plegen;
de veroordeelde zal zich, aansluitend aan de gevangenisstraf, laten opnemen in de [instelling] , of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt en de veroordeelde moet zich hierbij houden aan de huisregels en aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor zijn behandeling, waaronder het innemen van door een arts voorgeschreven medicijnen. Veroordeelde zal meewerken aan de indicatiestelling en plaatsing wanneer de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt.
de veroordeelde zal zich ambulant laten behandelen door [instelling] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, waarbij de behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde moet zich hierbij houden aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor zijn behandeling, waaronder het innemen van door een arts voorgeschreven medicijnen.
de veroordeelde zal, als de reclassering dat nodig vindt
en veroordeelde daarmee instemt, voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling, tot de reclassering of
tot veroordeelde deze opname beëindigt, maar maximaal voor zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
de veroordeelde zal niet naar het buitenland of naar het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederland gaan, zonder toestemming van de reclassering;
de veroordeelde zal, na afronding van de klinische behandeling, verblijven in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering, zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich daarbij aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling, in overleg met de reclassering, voor hem heeft opgesteld.
de veroordeelde zal geen drugs gebruiken en zal meewerken aan controle op dit verbod door urineonderzoek, zo vaak als de reclassering dat bepaalt;
de veroordeelde zal geen alcohol gebruiken en zal meewerken aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) ter controle op dit verbod, waarbij de reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.