ECLI:NL:RBNNE:2025:2652
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening tot uitsluitend gebruik van de echtelijke woning in het kader van echtscheiding
In deze zaak heeft de moeder een verzoek ingediend bij de Rechtbank Noord-Nederland tot het treffen van voorlopige voorzieningen met betrekking tot het gebruik van de echtelijke woning. De moeder verzocht om bij beschikking te bepalen dat zij bij uitsluiting gerechtigd zou zijn tot het gebruik van de woning, terwijl de vader de woning zou moeten verlaten. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 11 juni 2025, waarbij zowel de moeder als de vader aanwezig waren. De moeder heeft aangevoerd dat de situatie tussen partijen niet goed is en dat de kinderen dat aanvoelen, maar dat er geen sprake is van ernstige spanningen. De vader heeft verweer gevoerd en aangegeven dat hij ook zorg voor de kinderen draagt en dat hij graag in de woning wil blijven wonen totdat hij een andere woning heeft gevonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat het verzoek om uitsluitend gebruik van de woning niet kan worden toegewezen. De rechtbank oordeelt dat de huidige situatie kan worden voortgezet, omdat het verzoek van de moeder niet zo zwaarwegend is dat onmiddellijke ingreep noodzakelijk is. De rechtbank wijst het verzoek van de moeder af, waarbij zij benadrukt dat het belangrijk is dat de vader actief op zoek gaat naar een alternatieve woonruimte.