ECLI:NL:RBNNE:2025:2809
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake verlaging uitkering Participatiewet
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 15 juli 2025, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoeker, die sinds 30 september 2020 een uitkering ontvangt op basis van de Participatiewet (PW), is het niet eens met de verlaging van zijn uitkering met 100% gedurende de maanden juli en augustus 2025. De voorzieningenrechter beoordeelt of het bezwaar van verzoeker een redelijke kans van slagen heeft en of er aanleiding is om het bestreden besluit te schorsen.
De voorzieningenrechter concludeert dat verzoeker onvoldoende heeft meegewerkt aan zijn re-integratietraject, wat heeft geleid tot de verlaging van zijn uitkering. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen heeft op basis van rapportages van arbeidsmedisch adviseurs geconcludeerd dat verzoeker niet voldoet aan zijn arbeidsverplichtingen. Ondanks verzoekers argumenten over zijn medische beperkingen, oordeelt de voorzieningenrechter dat het college voldoende onderzoek heeft gedaan naar zijn fysieke en psychische gesteldheid.
De voorzieningenrechter wijst erop dat verzoeker niet of onvoldoende gebruik heeft gemaakt van de geboden mogelijkheden en dat er sprake is van recidive, aangezien hij eerder al een maatregel opgelegd heeft gekregen voor vergelijkbaar gedrag. De voorzieningenrechter acht de opgelegde maatregel van 100% verlaging gedurende twee maanden niet onevenredig en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. De uitspraak heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank niet in een eventueel bodemgeding.