ECLI:NL:RBNNE:2025:2961

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 juli 2025
Publicatiedatum
22 juli 2025
Zaaknummer
11466892 BU VERZ 24-3134
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke procedure inzake verkeersboete voor overschrijding van de snelheid op een autoweg buiten de bebouwde kom

In deze zaak is aan de betrokkene een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) voor het rijden van 28 kilometer per uur boven de toegestane snelheid op een autoweg buiten de bebouwde kom. De overtreding vond plaats op 18 juni 2023, om 02:30 uur, op de N381 in Wijnjewoude. De opgelegde boete bedroeg € 336,00, inclusief administratiekosten. Betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 7 juli 2025 was betrokkene niet aanwezig, maar wel de vertegenwoordigster van de officier van justitie, mr. M. Kalsbeek. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en na afloop van de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan. Betrokkene voerde aan dat hij op het moment van de overtreding niet in de nabijheid van het voertuig was, maar in Groningen aan het feesten. De vertegenwoordigster van de officier van justitie verzocht de beslissing van de officier van justitie te vernietigen, omdat betrokkene wel gronden had ingediend en de huurovereenkomst geen vereiste was.

De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende grondslag bood voor de vaststelling van de gedraging. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht aan betrokkene was opgelegd, ondanks zijn verweer. De beslissing van de officier van justitie werd vernietigd, maar het beroep tegen de inleidende beschikking werd ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door de kantonrechter P.G. Wijtsma, met griffier R. de Hoop.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer:
zaaknummer: 11466892 BU VERZ 24-3134
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van 7 juli 2025
in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats] .

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘28 kilometer per uur harder rijden dan mag op een (auto)weg buiten de bebouwde kom’, verricht op 18 juni 2023, om 02:30 uur, op de N381 rechts, Drachten richting Donkerbroek in Wijnjewoude, gemeente Opsterland, met een personenauto, met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 336,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 7 juli 2025 op de zitting behandeld. Daarbij was betrokkene niet aanwezig. Wel aanwezig was de vertegenwoordigster van de officier van justitie, mr. M. Kalsbeek.
1.3.
Na afloop van de behandeling op de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Standpunten

2. Door betrokkene is aangevoerd dat hij zich op de datum van de overtreding niet in de nabijheid van het voertuig van Autohopper bevond. Vanaf 23:00 uur tot 03:00 uur was hij aan het feesten in Groningen, waarvan hij foto’s als bewijs heeft overgelegd. De officier van justitie heeft gevraagd om een huurovereenkomst met zijn handtekening, gedateerd op hetzelfde tijdstip en datum als de overtreding. Autohopper heeft alleen een foto van betrokkenes rijbewijs ingebracht als bewijs. Betrokkene vermoedt dat Autohopper hem ten onrechte als schuldige aanwijst, vanwege een openstaand bedrag van tussen de 700 en 800 euro, waarvan hij tot op heden nog geen betaling heeft ontvangen. Het feit dat betrokkenes handtekening zou zijn aangetroffen op een factuur is voor hem onbegrijpelijk, daar hij deze nooit heeft gezet. Hij heeft een huurovereenkomst overgelegd van een weekend vóór de pleegdatum en een stuk over een openstaande schuld die Autohopper hem nog verschuldigd is.
3. Door de vertegenwoordigster is aangevoerd dat de officier van justitie het administratief beroep ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard, zodat zij de kantonrechter heeft verzocht de beslissing van de officier van justitie te vernietigen. Ten aanzien van de gedraging heeft de vertegenwoordigster de kantonrechter verzocht het beroep ongegrond te verklaren.
Overwegingen
De beslissing van de officier van justitie
4. Uit de beslissing van de officier van justitie op het administratief beroep blijkt dat hij dat beroep niet ontvankelijk heeft verklaard, nu in het beroepschrift niet alle wettelijke vereiste gegevens waren vermeld. Uit het dossier blijkt dat het parket CVOM betrokkene op 27 februari 2024 heeft gevraagd om het verzuim te herstellen door een leesbaar en volledig huurcontract over te leggen. De vertegenwoordigster heeft op de zitting aangevoerd dat de officier van justitie het administratief beroep ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard, nu betrokkene wel gronden had ingediend en de huurovereenkomst geen vereiste is. Daarom zal de kantonrechter de beslissing van de officier van justitie vernietigen.
De gedraging
5. In Wahv-zaken biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel een voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders als de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert die aanleiding geven te twijfelen aan de juistheid van één of meer onderdelen van de verklaring of als uit het dossier zulke feiten en omstandigheden blijken.
5.1
Uit de verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht blijkt dat deze de werkelijke snelheid op basis van de factoren, tijd en afstand vaststelde met een voor de meting geteste, goedgekeurde en op de voorgeschreven wijze gebruikte trajectsnelheidsmeter. De gemeten gemiddelde (afgelezen) snelheid was 132 kilometer per uur, de werkelijke gemiddelde (gecorrigeerde) snelheid was 128 kilometer per uur en de toegestane snelheid was 100 kilometer per uur. Hierdoor was er een overschrijding met 28 kilometer per uur.
5.2
De kantonrechter overweegt dat de gedraging is begaan met een voertuig van het verhuurbedrijf Autohopper (dat ook de kentekenhouder is), maar dat de boete op naam staat van betrokkene. De vertegenwoordigster heeft op de zitting uitgelegd dat de boete op grond van artikel 8, sub b, van de Wahv, is “verlegd” naar betrokkene als bestuurder van het voertuig, nu de door Autohopper overgelegde factuur door het Parket CVOM is aangemerkt als een huurovereenkomst. Dit verklaart dat in het zaakoverzicht staat dat de betrokkene van het vrouwelijk geslacht is, nu Autohopper een B.V. is.
5.3
Verder heeft de vertegenwoordigster op de zitting de factuur [1] overgelegd die de officier van justitie heeft aangemerkt als de huurovereenkomst en die zich niet in het dossier bevond. Daaruit blijkt dat het voertuig met kenteken [kenteken] van 16 juni 2023 tot 19 juni 2023 was verhuurd aan betrokkene. De kantonrechter overweegt dat betrokkene een vergelijkbare factuur heeft overgelegd, maar dat deze, in tegenstelling tot de door de vertegenwoordigster overgelegde factuur, niet door hem is ondertekend. Daarnaast heeft de vertegenwoordigster een kopie van het rijbewijs van betrokkene overgelegd, waarop dezelfde handtekening is te zien als op de door haar overgelegde factuur. De kantonrechter overweegt daarnaast dat op de door betrokkene niet ondertekende factuur staat dat zijn rijbewijs is afgegeven op 21 april 2015, wat zou betekenen dat hij ten tijde van de verkeersovertreding elf jaar oud was. Op de kopie van het rijbewijs van betrokkene staat echter dat het is afgegeven op 23 september 2022. Daarmee is het aannemelijk dat de door betrokkene overgelegde factuur fouten bevat, waardoor de kantonrechter uitgaat van de door de vertegenwoordigster overgelegde factuur. Hij is van oordeel dat hieruit blijkt dat betrokkene het voertuig ten tijde van de verkeersovertreding had gehuurd.
5.4
Over het verweer van betrokkene dat hij op de pleegdatum met het bijbehorend tijdstip op stap was in Groningen, overweegt de kantonrechter dat de door betrokkene overgelegde foto’s niet bewijzen dat hij de gedraging niet begaan kan hebben. Daarnaast valt niet uit te sluiten dat iemand anders dan betrokkene, al dan niet illegaal, op dat moment in het voertuig reed.
5.5
Alles overwegende stelt de kantonrechter op basis van de beschikbare gegevens vast dat de gedraging door betrokkene is verricht. In zijn verweer ziet de kantonrechter geen omstandigheden die aanleiding geven tot een wijziging van de boete. Deze is terecht aan betrokkene opgelegd.

Conclusie

De kantonrechter:
- verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
- vernietigt die beslissing;
- verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond.
Waarvan proces-verbaal,
R. de Hoop, griffier mr. P.G. Wijtsma, kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.

Voetnoten

1.Bijlage: factuur Autohopper