Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[betrokkene] (de betrokkene),
Inleiding
Beoordeling door de kantonrechter
Standpunten
Conclusie
- vernietigt die beslissing;
- verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak is aan de betrokkene een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) voor het rijden van 28 kilometer per uur boven de toegestane snelheid op een autoweg buiten de bebouwde kom. De overtreding vond plaats op 18 juni 2023, om 02:30 uur, op de N381 in Wijnjewoude. De opgelegde boete bedroeg € 336,00, inclusief administratiekosten. Betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 7 juli 2025 was betrokkene niet aanwezig, maar wel de vertegenwoordigster van de officier van justitie, mr. M. Kalsbeek. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en na afloop van de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan. Betrokkene voerde aan dat hij op het moment van de overtreding niet in de nabijheid van het voertuig was, maar in Groningen aan het feesten. De vertegenwoordigster van de officier van justitie verzocht de beslissing van de officier van justitie te vernietigen, omdat betrokkene wel gronden had ingediend en de huurovereenkomst geen vereiste was.
De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende grondslag bood voor de vaststelling van de gedraging. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht aan betrokkene was opgelegd, ondanks zijn verweer. De beslissing van de officier van justitie werd vernietigd, maar het beroep tegen de inleidende beschikking werd ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door de kantonrechter P.G. Wijtsma, met griffier R. de Hoop.