ECLI:NL:RBNNE:2025:2992

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 juli 2025
Publicatiedatum
23 juli 2025
Zaaknummer
11440371 BU VERZ 23-2903
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersovertreding door het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden

Op 8 juli 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een opgelegde boete op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene, die op 27 september 2023 een verkeersovertreding heeft begaan door tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vast te houden, heeft beroep aangetekend tegen de beslissing van de officier van justitie die het beroep ongegrond verklaarde. De kantonrechter heeft de zaak behandeld in Groningen, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. R.A. van der Velde, aanwezig was. De betrokkene voerde aan dat zij met haar zus op pad was en dat haar zus de telefoon vasthield om muziek uit te zoeken. De kantonrechter oordeelde echter dat de verklaring van de verbalisant, die had waargenomen dat de betrokkene een iPhone met de rechterhand vasthield, doorslaggevend was. De kantonrechter achtte het niet aannemelijk dat de zus van de betrokkene iets op de telefoon liet zien, en concludeerde dat de verkeersovertreding kon worden vastgesteld. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en handhaafde de opgelegde boete van € 389,00, inclusief administratiekosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 261265188
zaaknummer: 11440371 BU VERZ 23-2903

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van8 juli 2025

in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats] .

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: R545 – ‘als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden’, verricht op 27 september 2023, om 15:15 uur, op de Farmsumerweg in Appingedam , met een personenauto met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 389,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 8 juli 2025 op de zitting behandeld. Daarbij was als vertegenwoordigster van de officier van justitie aanwezig mr. R.A. van der Velde.
1.3.
Na afloop van de behandeling op de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Standpunten
2. Betrokkene voert een draagkrachtverweer. Zij stelt dat zij met haar zus op pad was, die betrokkenes telefoon in haar handen had om muziek uit te zoeken voor onderweg. Haar zus liet haar iets zien. Betrokkene heeft haar telefoon geen seconde vastgehouden.
3. De vertegenwoordigster stelt zich op het standpunt dat het beroep ongegrond is.
Overwegingen
4. De verklaring van de verbalisant in het zaakoverzicht is een belangrijk uitgangspunt. De verklaring luidt: “Ik zag dat de bestuurder tijdens het rijden een iPhone met de rechterhand vasthield. Ik zag namelijk dat wij, verbalisanten, zagen bij het passeren van geniemde
(sic)voertuig dat de bestuurster een mobiele telefoon in haar rechterhand vast hield
(sic)terwijl zij aan het rijden was..
(sic)Bij de staandehouding zag ik dat het een iPhone betrof die ik herkende als het apparaat dat de bestuurder rijdend heeft vastgehouden.”
4.1.
Betrokkene heeft hier onvoldoende tegenover gesteld. De kantonrechter acht het niet aannemelijk dat betrokkenes zus iets op de telefoon van betrokkene liet zien, gelet op de verklaring bij staandehouding die luidt: “Mijn moeder ligt in het ziekenhuis en ik wachtte op een berichtje.” Dit strookt niet met het beroepschrift. De verkeersovertreding kan daarom worden vastgesteld.
5. De kantonrechter ziet geen reden voor matiging van de boete, die terecht is opgelegd.

Conclusie

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Waarvan proces-verbaal,
D.W. Veenstra, griffier mr. J.Y.B. Jansen, kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.