ECLI:NL:RBNNE:2025:3227
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Inzageverzoek op grond van de Wet politiegegevens door gedetineerde eiser
In deze zaak heeft eiser, die gedetineerd is, op 26 januari 2024 een verzoek ingediend om inzage in politiegegevens op grond van de Wet politiegegevens (Wpg). Het verzoek betreft GRIP-gegevens vanaf 1 november 2023 en andere politiegegevens vanaf 1 mei 2023. De korpschef heeft dit verzoek op 3 april 2024 gedeeltelijk toegewezen, maar eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Op 20 augustus 2024 heeft de korpschef een aanvullend besluit genomen, waarin hij eiser inzage verleent in een deel van de gegevens, met uitzondering van gegevens die op grond van artikel 27 van de Wpg zijn geweigerd. Eiser heeft ook tegen dit besluit beroep ingesteld, wat van rechtswege ook betrekking heeft op het eerdere besluit.
De zitting vond plaats op 9 juli 2025, maar partijen waren niet aanwezig. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten. De rechtbank oordeelt dat er geen belang meer is bij de beoordeling van het eerste besluit, omdat het tweede besluit het eerste heeft vervangen. Eiser heeft aangevoerd dat hij de stukken niet kan inzien omdat hij gedetineerd is, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet leidt tot onrechtmatigheid van het besluit. Eiser heeft geen andere gronden aangevoerd die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden. De rechtbank verklaart het beroep tegen het eerste besluit niet-ontvankelijk en het beroep tegen het tweede besluit ongegrond, waardoor het tweede besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten, aangezien eiser geen griffierecht heeft betaald vanwege betalingsonmacht.